„Kledingbalans" is
J zeer gunstig
ER IS AL VEELVERBETERD
MAAR NOG NIET GENOEG
vele buitenlandse inkopers
MANTELPAK
WEER
FA VORIET?
peil „AmsterdamseFashion Week"trekt
Confectie-industrie belangrijke deviezenbron
De jonge vrouw in onze industrie
Zal volledige opleiding tot moderne huisvrouw
onbereikbaar ideaal blijven?
Een moeilijk op te
lossen probleem
Zelfs in VS werd T "N
omzet verdubbeld 'Êfr I
voor vacantiedagen
TOEN DE OORLOG AFGELOPEN WAS en onze industrie weer aan het werk
kon gaan was het moeilijk arbeidskrachten te krijgen. Vooral de jonge meisjes,
die toch altijd een groot aandeel hadden in het lichtere deel van de werkzaam
heden, waren weinig geneigd voor een, naar toenmalige begrippen, geringe
beloning de gehele week te gaan werken. Men was gewend geraakt aan grote
inkomens, waarvoor weliswaar niet veel te koop was, maar dit toch de illusie
gaven van rijkdom. Bovendien was er niet veel inspanning voor nodig, hoogstens
liep men wat risico. De fabrieken begonnen toen grote wervingscampagnes in
het genre van „Kom eens praten met tante Mia" en „Dit is Charlotje. Ze werkt
bij Altruist Co., waar zjj in een mooie ruime zaal gezellig met vriendinnetjes
zakjes plakt". Enig succes hadden dergelijke acties natuurlijk wel, maar men
zag spoedig in, dat zulke advertenties eigenlijk alleen maar lachwekkend waren,
terwijl de meisjes, die al geloof hechtten aan de wonderlijke beloften, noodzake
lijkerwijs direct teleurgesteld moesten worden, wanneer zij met de practijk
kennis maakten.
medewerker)
te creëren zijn over de eerc
l. Over. de man, die er genoj
oor zijn raam aan de stadsgraij
slotte kribbekeurig werd, oma
DE TWAALFDE „AMSTERDAM FASHION WEEK" kwart van de importen bedroegen; dat in 1946 en
staat voor de deur. Van 1522 Mei zullen volgende jaren het dekkingspercentage bedroeg
een vijftigtal vooraanstaande confectiebedrijven uit 27,5%. 63%, 77°fo, 112%, 97% en 97%. De enorme
geheel Nederland hun nieuwe wintercollecties tonen stijging van dit dekkingspercentage is dan ook niet
aan de buitenlandse inkopers. Met het succes dat deze alleen het gevolg van de stijging van de export. De
collecties al dan niet zullen hebben, staat en valt de import, welke door de Korea-conjunctuur was geste
positie van wat men onze kleding-balans pleegt te gen van 33,7 millioen in 1949 tot 76,5 millioen in
noemen. Verleden jaar is onze kleding-import voor 1950, daalde weer tot 67,9 millioen in 1951 en tot
niet minder dan 186% gedekt door de exporten, die 40,8 millioen in 1952. De export daarentegen steeg
een bedrag van bijna zes en zeventig millioen gulden van 38 millioen in 1949 tot 74,1 millioen in 1950,
vertegenwoordigden. daalde het volgende jaar met bijna 10 millioen, om
Deze toestand is wel heel gunstig te noemen, wan- verleden jaar 1,7 millioen boven de top van 1950 uit
neer wij zien, dat voor de oorlog de exporten nog geen te stijgen.
Hij brengt een zwart met kanariegeel
gevlekt kamgaren pakje, waarvan het
jasje nauw toeloopt tot heuphoogte.
Indien de Nederlandse modehuizen
tot het laatste Franse snufje zullen
overgaan, dan zal men binnenkort in
de étalages een nieuwe kraag- en re-
versbehandeling zien toegepast.
De kraag en revers vertonen n.l. de
ronding van een duimnagel, door de
ontwerper „thumb-nail-neck" genaamd.
De kortere mouwen, die bij de tailleur
herhaaldelijk de klassieke lange mou
wen vervangen, vinden allerwege meer
ingang.
WAT DE ILLUSTRATIE 1 aangaat,
het voorjaarspakje heeft grote opge
stikte zakken, welke de zoom passeren.
Frankrijk is ruit-minded, vooral
wanneer het de sportcostuums voor
dames betreft. Zeer in trek is bijv.
de geruite Saxony met een overruit
van gekrulde Shetland-wol, welke
enigszins een poedeleffect geeft. In
fuchsia-tinten ziet deze stof er bijzonder
aantrekkelijk uit. Ook molgrijs, bor
deaux, zwart en wit en koningsblauw
met niet te vergeten robijnrood, zijn
kleuren, welke op het palet een vaste
plaats verworven hebben.
Dat deze stof in de toekomst grote
opgang zal maken, daarvan zijn wij,
gezien de vele voordelen welke zij biedt,
overtuigd. En om met nog een stoffen-
nieuwtje te besluiten: de schaduw
effecten nemen een retourtje en zullen
binnenkort menige étalage sieren.
RITA.
DE F ABRIEKSLEIDIN GEN moesten
dus op betere methoden zinnen om
personeel aan te trekken. Verschillende
zijn daar op gelukkige wijze in ge
slaagd, via de gezonde redenering, dat
de bedrijven vooral hun jeugdige werk
neemsters iets anders moesten bieden
dan de gelegenheid om een vrij nauw
begrensd loon te verdienen bij meestal
tamelijk eentonige arbeid.
De oplossingen lagen op verschillend
terrein, maar waren meestal op de toe
komst van de meisjes gericht. Het ene
bedrijf begon gedurende de werktijd
huishoudelijk onderwijs te geven, een
ander cursussen in de meest uiteenlo
pende onderwerpen, een derde zocht
de binding aan het bedrijf door vorming
van een fonds waaruit de arbeidsters
al naar gelang de duur van het dienst
verband, bij huwelijk een uitkering
kregen.
En ziet, deze reële waarden waren
wèl in staat de gewenste band tussen
arbeidster en fabriek tot stand te bren
gen. Soms is men tot de conclusie ge
komen, dat het waar het hier in de
eerste plaats jong personeel betreft, ook
belangrijk is de ouders te tonen, dat
hun kinderen iets leren en dat zü
deel hebben aan het maken van een
goed product.
ZO WAREN WIJ kortgeleden in de
gelegenheid een modeshow bij te wonen
van Europa's grootste regenkledingfabriek,
Hollandia Kattenburg in Amsterdam-
Noord. Een show van de eigen producten
door eigen personeel getoond aan eigen
familie en vrienden. Het was verheugend
te zien mét welk een plezier de amateur-
mannequins de modieuze producten van
hun fabriek toonden en met welk een
aandacht de zaal alles volgde. Eerst de
mode van honderd jaar .en.vijffig^jqar
terugtoen 1953 en toeneen bruids
stoet'. Een bruidsstoet waarvan de dames
avondtoiletten en het bruidstoilet gemaakt
waren door de leerlingenklas van de fa
briek. Men kon de trots van de gezichten
der maaksters aflezen, maar ook van de
gezichten van de moeders. Verscheidene
meisjes zullen waarschijnlijk pas op deze
show een overzicht hebben gekregen van
wat zij allemaal helpen maken. Dit zal
niet nalaten iets toe te voegen aan hun
belangstelling voor werk en bedrijf; iets
wat in deze tijd waarin zoveel over arbeids
vreugde wordt gesproken, de moeite waard
is,
DAT DIT NOG NIET het einde is
van een ontwikkeling staat wel vast.
Het probleem van het werkende meisje,
wier opleiding op jeugdige leeftijd
wordt afgebroken, dat iedere culturele
vorming mist en vrijwel zonder voor
bereiding in het huwelijk treedt, staat
in direct verband met het opnemen
van deze meisjes door het bedrijfsleven.
Het pleit dan ook voor het inzicht van
de werkgevers waarop wij hierboven
doelden, dat zij pogingen doen hierin
een zekere verbetering te brengen.
Noodgedwongeft blijft het echter een,
hoewel waardevolle, betrekkelijk ge
ringe verbetering. Voordat een huis
vrouw alle voordelen, welke de mo
derne wetenschap en techniek haar
bieden, ten volle voor zichzelf en haar
gezin zal kunnen benutten, is een op
leiding van enkele jaren nodig, gedu
rende welke zij een redelijk grote
warenkennis zal moeten opdoen en
critisch en logisch moet leren denken.
Het hoe, wat en waarom In het
huishouden is niet langer iets, dat van
moeder op dochter kan worden over
geleverd, om de eenvoudige reden, dat
moeder daar heel zelden zelf de ont
wikkeling heeft kunnen volgen en
maar al te vaak het slachtoffer wordt
van onvoldoende kennis en verkeerde
voorlichting. Voegen wij hierbij nog de
noodzaak van opvoeding in aesthetisch
opzicht, dan kunnen wij gerust vast
stellen, dat hier een zeer groot probleem
ligt, waarvan de oplossing wel enorme
moeilijkheden met zich zal brengen.
DIT ALLES KAN zonder meer als
uiterst bevredigend worden beschouwd,
al is de omstandigheid, dat België hier
bij zo zeer op de voorgrond treedt als
afnemer een reden tot matiging van
onze verwachtingen. In de kleding-
sector immers is onze winst t.o.v. Bel
gië sterk geprononceerd. Dat de Ne
derlandse importen er sterk toe bij
dragen de Belgische bevolking te doen
overgaan naar confectie-kleding, wat
uiteindelijk ook de Belgische fabrikan
ten ten goede zal komen, neemt het
spectaculaire effect niet weg van een
export, die van 24,3 mill, in 1951 steeg
tot 38,1 mill, in 1952, waartegenover
onze import daalde van 36,3 mill, in
1951 tot 19,8 mill, in 1952.
DAT VRAGEN WIJ ons werkelijk
af, als wij opnieuw een model aan de
lijst mantelpakken toevoegen. Wat wil
nu het geval? Een Franse ontwerper
komt 'met een mouwloos costuum ten
tonele, dat alleen geschikt kan zijn voor
snikhete dagen. Om nu speciaal voor
die enkele uitzonderingen een mantel
pakje aan te schaffen, zou toch wel
Enfin, het is ter wereld gekomen en
zal tijdens de shows wel weer succes
oogsten. Waarom ook eigenlijk niet?
Gezien het model was het inderdaad
wel verdiend. Doch van de practische
kant bekeken, kun je eigenlijk alleen
maar zeggen: „aardig, maar weinig
bruikbaar." Laten we echter eerlijk
vertellen, dat een koele zomerse avond
in ons land zich misschien lenen zal
tot het dragen van een dergelijk toilet,
omdat fijne wollen stof als materiaal
werd uitverkoren.
Herbert Sidon bijvoorbeeld voerde
het uit in een boeiende anjer-rose tint.
Rok en jasje houdt hij nauwsluitend
en wekt daardoor de indruk van slank
heid. Een omvangrijke kraag daaren
tegen wordt gedrapeerd in symmetri
sche vouwen en bedekt de bovenarm.
Het jasje krijgt hierdoor een apart
effect. Inderdaad moeten wij toegeven,
dat het iets aparts is; en, wat het
dragen betreft, als er een schaap over
de dam is
GEVEN WIJ Hollandse vrouwen lie
ver de voorkeur aan 'n effen, gespik
keld, gestreept of desnoods een klein
nopjes-patroon voor een mantelcostuum.
Patterson doet het weer eens anders.
DE TIJD VOOR buitensport is
weer aangebroken en velen van
ons hebben hun vacantleplannen
al kant en klaar. Optimistisch, als
we in zulke gevallen zijn, reke
nen we op een warme zomer en
een vacantie-oord met bestendig
Op dit „exportpalet" wijzen de
penselen naar de landen die in het
afgelopen jaar de voornaamste
buitenlandse afnemers waren van
onze kledingindustrie. In 1952
bedroeg de uitvoer naar Groot
Britannië f 2.081.000, naar België
en Luxemburg f 38.146.000, naar
Duitsland f 19.548.000, naar Zwe
den op het palet met een S
aangeduid) f 2.374.000, naar de
U.S.Af 2.376.000, naar Zwitser
land (CH) f 2.535.000, naar De
nemarken f 2.018.000 en naar
Noorwegen f 1.666.000.
Na de contigenteringsperiode is de
weg naar West-Duitsland thans weer
geheel open. Het is echter de grote
vraag, in hoeverre dit een uitbreiding
van onze toch reeds hoge exporten
mogelijk zal maken. De eigen industrie
wordt weer sterker.
De „Fashion Week" is in de zes
jaren van haar bestaan uitgegroeid
tot een gebeurtenis, welke geen
buitenlandse inkoper meer kan ne
geren. Laten wij hopen, dat de
twaalfde opnieuw een stijging van
de omzet te zien zal geven.
die nieuwe buurten uit de victorie be
ginnen?
Dan denk ik vooral aan het moderne
woningtype: de flatblokken. Hier zijn
vele ideale mogelijkheden op de ruimste
schaal aanwezig. Want wij moeten toch
allemaal, elk op haar manier, van de
nood een deugd proberen te maken. En
de nieuwerwetse hoogbouw is een nood,
dat weten wij maar al te goed. Als wij
dan geen grond meer te missen hebben,
schieten wij met onze huizen maar de
hoogte in. Vier, vijf, zelfs zeven lagen
boven elkaar: het kan iemand wel eens
benauwen.
Kijk, zeggen wij dan: daar verdwijnt
de mens al meer en meer in de massa.
Geen eigen huis meer, maar een cel in
een bijenkorf. Geen eigen tuin, maar
het uitzicht op een gemeenschappelijk
park.
Geen wacht even. Het behoeft
geen verarming te betekenen. De mens
kan altijd en overal zijn persoonlijkheid
bewaren, soms nog beter in een blok
met tien verdiepingen dan op een onbe
woond eiland. Want de individualiteit
woont binnen in hem en is niet afhan
kelijk van welke omstandigheden ook.
Wanneer iemand dus als huisvrouw
in een modern blokflat woont, laat zij
dan allereerst zorgen, dat zij „iemand"
blijft, dat zij in haar eigen kleine cel
haar eigen persoonlijk bewust leven
leeft. Maar laat zij tegelijkertijd zich
afvragen: wat kan ik nu bijdragen tot
het geluk van het geheel, van die ge
meenschap van individuen die ditzelfde
blok bewoont?
En dat kan zo ontzaglijk veel zijn en
een rijkdom voor enkeling en gemeen
schap beide betekenen. Las ik onlangs
niet, dat in overleg met gemeente èn
flatbewoners een oplossing is gevonden
voor het vraagstuk: gemeenschappelijk
park of speelterrein? Dat is een klein,
maar prachtig begin. Waarom zou dat
niet uitgebouwd kunnen worden tot een
blijvende samenwerking? Er behoeft
maar één vrouw met initiatief en over
redingstalent een vergadering te be
leggen in haar huiskamer en de rest
volgt vanzelf.
Of is soms de Bond van Plattelands
vrouwen, de Vereniging van Huis
vrouwen ook niet zo begonnen? En zijn
het welgeschapen organisaties gewor
den, of niet?
Als ik niet aan het eind van mijn
toegemeten kolom was, zou ik op
staande voet een geestdriftig toekomst
beeld voor de blokflatbewoonster gaan
schilderen. Maar wat let ons om dat,
met gezamenlijke ideeën, een volgende
keer te doen?
mooi weer. Daarom gaan we dan
nu de beer des huizes (of de
grote zoon) eens verrassen met
een prettig sportjasje van linnen
of khaki-stof, dat hemd en over
hemd eventueel kan vervangen.
U heeft er ca. 3,50 M. van 80
breed voor nodig.
Op het voorpand stikt U de
zakken en zakkleppen, die U des
gewenst van knoopsluiting kunt
voorzien. De figuurnaden dicht-
stikken en het beleg tegen de
voorkanten naaien, waarna U de
sluiting aanbrengt. De schouder
pas wordt met een brede naad
op het rugpand gestikt. Zjj- en
schoudernaden sluiten, waarbij de
rugschouders iets ingehouden
worden. De halsrand zet U tus
sen de dubbele stof van de kraag.
De mouwnaden dichtstikken, de
manchetten van dubbele stof aan
brengen en de mouwen inzetten.
Alle randen sti'it U 1 c.M. breed
af. De ceintuur is 110 c.M. lang
en 4 c.M. breed.
een weet, zoals het hele huishouden.
Goed maar nu die bewuste brief.
De schrijfster vraagt daarin of het óók
niet van belang is de zaak van de
psychologische kant te bekijken. Wij
hebben dat in deze kolom al eens te
hooi en te gras gedaan, maar haar op
merkingen wil ik toch nog eens met
klem doorgeven. Zij zegt dan:
„Wat in al deze discussies te weinig
ter tafel werd gebracht is de geestelijke
vermoeidheid van veel huisvrouwen,
vooral van die met kleine kinderen. De
oorzaak van veel prikkelbaarheid is
toch dikwijls, dat deze vrouwen er niet
regelmatig genoeg tussen uit kunnen
zonder de kinderen. Al is het maar
één middag per week, die ze voor zich
zelf kunnen houden voor cursussen,
boodschappen, een stevige wandeling,
fietstocht, sport of wat dan ook.
Hulp daartoe ls in vele gezinnen te
kostbaar, maar het is toch heel goed
mogelijk eens op eikaars kinderen te
passen. Natuurlijk, het moet met ver
stand en bereidheid van beide kanten
gaan, maar in de nieuwe buurt en met
veel jonge gezinnen is dat een ideale
mogelijkheid, die in de practijk uit
stekend blijkt te bevallen. Het is zo
jammer dat de meeste moeders er niet
aan durven, uit angst voor verplich
tingen en dan maar doordraaien in die
zelfde kleine kring.
KIJK, DAT IS NU een woord naar
mijn hart. En om met het eind te be
ginnen: kan hier nu inderdaad niet van
Kledingimport
Kledingexport
KRAAG Z
V. /O.
MAAT 45
Op bovenstaande statistiek kan men duidelijk zien dat sinds half
1951 de export van kleding uit Nederland de import er van steeds in
belangrijke mate heeft overtroffen. De cijfers langs de verticale as geven
de bedragen aan in millioenen guldens.