rts
Het
leven heeft zijn gewone
hernomen
loop
Bierbrouwen in het
land der Mau Mau
Reizen is een kunst, die j
H. PLOMP
Maar de oplettende bezoeker
ziet de erfenis van de ramp
Arrie Baadjies
wordt 125
ÜRBÊË
In de Zuidhollandse Hoekse Waard
Onze technische kennis een
gewild export-product
Baumol" talkpoeder-drama
nog steeds niet opgelost
Door wiens schuld stierven 93 babies?
TER OVERDENKING BIJ
UW REISPLANNEN
U VEILIG
KASTEN
ijd goed!
ON 3215
Er zijn bescheidenen en
profiteurs
Zag Voortrekkers in de
Oranje Vrijstaat komen
Is Franse controle
wel streng genoeg?
van de inwoners voor deze artVkelen te halen" He^tra^f nf l" "*8 de "jd die de VaCantie komt'
onbereikbaar zijn. ™n!k.u f't, kV naast een zekere ge- Een goede reiziger is een gelukkige reiziger één
d!
hoenen
nebben,
i goede
iven.
jnd van
itastisch
srm aan
ysteem
spijkers,
naden
e heer-
voeten.
veelheid
an is er
>erd
^S-
gekoeld)
erwarmd
)ORT 41
(Van onze speciale verslaggever)
EEN MILDE ZON STROOIT eindelijk zijn koesterende warmte uit
over de polders rondom het dorp Strijen op het Zuidhollandse eiland
Hoekse Waard. Het graan staat in een frisgroene kleur op de einde
loze akkers. De bietenvelden zien er uit, of zij over enige tijd weer
rijke oogsten zullen dragen en de erwten doen hun best om volle was-
doen te bereiken. Het is rustig en vredig in de stille uitgestrektheid.
Bijna niets herinnert hier de bezoeker van elders meer aan het tome
loze geweld, waarmede een ziedende vloed vier en een halve maand
geleden het land overspoelde, woningen vernietigde en mensen in
doodsnood meesleurde. Alleen, als men goed oplet, ontwaart men, dat
op een aantal plaatsen huizen verdwenen en dijken hersteld zijn, dat
de verf van sommige raam- en deurkozijnen tot bijna boven aan toe
tot de waterlijn na de rampnacht is afgebladderd, dat de bieten en
vooral de erwten op de akkers beginnen te verpieteren en dat het
graan veel lager staat dan andere jaren en slechts ijle aren draagt....
leden van de afdeling Strijen van het
Roode Kruis. De burgervader is nog vol
lof over de zeer snelle en gulle wijze,
waarop zijn dorp, toen het zo zwaar
getroffen werd, is geholpen.
Hij vertelt van de geruchten, die lie
pen, dat Stockholm Strijen zou adop
teren, dat pogingen zijn aangewend
om daaromtrent zekerheid te krijgen,
IN DE WONING van de dokter in
Strijen, de heer R. W. J. J. v. d. Louw,
ontmoeten wij de burgemeester, de heer
Bolman, zijn wethouder en de bestuurs-
(Van onze speciale verslaggever)
IN NAIROBI, DE RUIM HONDERDDUIZEND
inwoners tellende hoofdstad van het land der Mau
Mau's, het Oost-Afrikaanse Kenya, heeft een Neder
lander dezer dagen de laatste hand gelegd aan een
werkstuk, waarmee hij drie jaar geleden begon. Die
Nederlander is ir A. C. van Wijk, de 51-jarige directeur
van ,,d'Oranjeboom"-brouwerijen in Rotterdam. Het
werkstuk: de oprichting van een middelgrote brouwerij,
die het Continental Lager Beer moet gaan produceren,
dut tot nogtoe in Kenya (in flessen) geïmporteerd, moest
worden en vooral uit Denemarken werd aangevoerd.
Een kapitaalkrachtige groep Engelsen en Brits-Indiërs
ter plaatse nam het initiatief daartoe. Alleenhet
ontbrak hun aan de nodige technische kennis. Via
,,d'Oranjeboom"-agent in Nairobi kwamen ze in con
tact met de heer Van Wijk. Dat was drie jaar geleden.
Dat eerste contact leidde tot een zakelijke overeen- IR VAN WIJK
komst: ,,d'Oranjeboom" zou voor 10% deel kunnen export van kennis.
nemen in deze nieuwe onderneming.
„Goed", zei de Nederlandse Bank, die de deviezen zou moeten leveren
voor die Nederlandse deelneming, nadat de heer Van Wijk van zijn eerste
bezoek aan Oost-Afrika was teruggekeerd. „Maar alleen wanneer er voor
het dubbele bedrag van deze Nederlandse deelneming aan Nederlandse machi
nes naar Kenya geëxporteerd wordt."
Wel ook dat is voor elkaar gekomen. In de industrie-wijk van Nairobi staat
dus op het ogenblik een bierbrouwerij met een (voorlopige) productie-capa
citeit van SO.OOO a 50.000 hectoliter, waarvoor de tekeningen gemaakt wer
den in Rotterdam, waarvoor de machines geleverd werden door Nederlandse
bedryven, en tenslotte waarin de technische staf wordt gevormd door vier
Nederlandse technici: de bedrijfsleider, de chef werktuigkundige en twee
jongelui, die als afdelingsbazen optreden.
ZES KEER IS de heer Van Wijk sinds die eerste bespreking drie jaar
geleden, naar Kenya geweeest om bij de bouw te adviseren. Dezer dagen
keerde hij van zijn zesde reis terug. In een gesprek met deze bijzonder prettige
persoonlijkheid, hebben we de vraag gesteld, of er geen tegenstrijdigheid
schuilt in het feit, dat hier onrust is door de Mau Mau's en de oprichting
van dit bedrijf.
„De Mau Mau heeft de belangen wel een beetje doorkruist", antwoordde
ir Van Wijk. „Maar vergeet u niet, dat hun onrust van veel jonger datum
is. En dan die geschiedenis speelt zich helemaal buiten de grote centra af.
Sinds het begin van de actie in October j.l. zijn er zegge en schrijve tien
Europeanen slachtoffer van geworden. De actie richt zich immers niet direct
tegen de Europeanen, maar tegen de eigen stamgenoten, die trouw zijn aan
het Britse gouvernement. Geen ogenblik heb ik er dan ook over gedacht, toen
ik in Nairobi verbleef, me te wapenen, zoals de Engelse farmers zich gewapend
hebben, die hun bedrijven hebben buiten de stad in de bergen.
Het leven is er volkomen normaal. De Kikoejoe-stam, waarin de opstandige
elementen voorkomen, is weliswaar de voornaamste bevolkingsgroep van
Kenya, maar daarnaast bestaan er nog twintig of dertig andere stammen
die de handelingen van de Kikoejoe's afkeuren.
DE NEDERLANDERS hebben in Kenya een enorme goodwill, juist bij de
zwarte bevolking, wier ontwikkelingspeil nog ontstellend laag ligt. De Neder
landers benaderen de inlanders en ook de talloze Brits-Indiërs, die hier de
handel vrijwel geheel beheersen veei menselijker dan de andere Europeanen
doen.
WAT DE ACHTERGROND IS van de Mau Mau-actieWel, daar is niet
zo gemakkelijk antwoord op te geven. Ik geloof, dat een heel belangrijke rol
speelt, dat de Europese beschaving deze mensen los geweekt heeft van hun
tradities en daar niets tegenover heeft kunnen stellen van gelijke waarde. Die
tradities liggen diep verankerd. Bedenkt u maar eens, dat de inlanders, die
in de brouwerij komen werken en dus in Nairobi een onderkomen krijgen,
hun hutje in de kongsi blijven houden. Zo ze al een vrouw hebben laten ze
die vrouw in dat hutje wonen.
En dan, velen zijn in de brouwerij komen werken om te sparen voor een
vrouw. Traditie is, dat de vrouw het werkpaard is. Dat moet gekocht worden.
Komen ze in betere omstandigheden, dat ze zich bijvoorbeeld een groter stuk
land kunnen aanschaffen, dan hebben ze een tweede vrouw nodig om dat land
te laten bewerken. Het is begrijpelijk, dat er verzet rijst tegen wie aan deze
voor hun volkomen normale levenswijs een eind zou willen maken
DE CITY BREWERY LTD in Nairobi is nu met brouwen begonnen. Over
drie, vier maanden de duur van het productieproces van het bier zal de
verkoop kunnen beginnen. Water hebben we voldoende en van uitstekende
kwaliteit kunnen aanboren. Het wordt van honderd vijftig meter diepte naar
boven gehaald en behoeft dan maar alleen gefilterd te worden. De grondstof
fen als mout worden uit Nederland gekocht. Wel is er ter plaatse een eigen
gerstcultuur. Het is niet onmogelijk, dat deze gerst in de toekomst gebruikt
zal worden. Voor de start is onze gist er naar toe gegaan. Verder wordt deze
gist er echter in eigen reincultuur gekweekt".
Zo werd weer een stuk Nederlandse kennis en Nederlandse arbeidskracht
geëxporteerd. Het zal onze deviezenpot ook nu weer geen schade doen.
Een arbeider verdient er op dit ogenblik 15 20 shillings (f 8.a f 10.
per week. Dat is niet veel. Het is te voorzien, dat de eisen van de inlanders
langzamerhand hoger zullen worden. Men is in aanraking gekomen met de
zeden en gewoonten der Europeanen, en wil zich daaraan natuurlijk optrekken.
Neem alleen maar de wijzigingen, die zich voltrekken op het punt der kleding.
De bevolking wil er wel voor werken. Alleen, hoe er gewerkt moet worden
weet men nog met. De Europeanen moeten het hun leren. Nu nog staan
ze met twintig man te sjorren aan een kist, die gemakkelijk door vier man
verzet kan worden. Het is me opgevallen, dater over het algemeen in de
bedryven veel te veel mensen werken. Van organisatie hebben de inlanders
geen flauwe notie.
die echter op niets zijn uitgelopen. Hij
deelt ons mede, dat ongeveer veertig
inwoners zijn omgekomen en dat hon
derd woningen gedeeltelijk geheel
verdwenen, gedeeltelijk onherstelbaar
beschadigd moesten worden^ afge
schreven, dat de meeste evacué's zijn
teruggekeerd en nu in sommige huizen
drié gezinnen samenwonen, dat er vier
Noorse en veertien Zweedse houten
huizen zullen komen en dat na de ramp
met man en macht aan het herstel ge
werkt is.
En dan komen de sterke verhalen,
de zelf en door anderen beleefde erva
ringen, verteld met een overtuiging,
die bewijst, dat van het echte, door
stane leed, reeds heel veel gesleten is
en dat men al begint zijn herinneringen
te koesteren, die bestemd zijn om
doorverteld te worden aan het nage
slacht en aan allen, die ze nu al willen
horen.
Een van de aanwezigen blijkt in de
ene plaats in het rampgebied een
schoonmoeder te hebben, in de andere
een zuster, elders weer een zwager of
een ander familielid en van hen heeft
hij dingen gehoord, waar een mens
toch van staat te kijken. Een ander
vertelt ons van het kippenhok met
zware betonnen vloer, dat in zijn ge
heel werd opgenomen, meters ver
werd meegezogen en later ergens
werd teruggevonden, met de kakelende
kippen er nog in. Massale betonblok
ken zijn honderden en honderden meters
verder neergesmakt. Een vrachtauto Is
van de weg gesleurd, meegenomen
door de sloot erlangs, weer door de
woedende stroom gegrepen en ten
slotte ergens op een dijk gezet.
Bij de zuster van de man met de vele
familieleden is hoe is het mogelijk
een gasmeter, die onder het aan
recht stond, weggerukt en nooit meer
teruggevonden
Deze verhalen doen je in zekere zin
goed; het leven is zijn oude loop gaan
vervolgen. Men constateert, ook in
andere opzichten, weer levensmoed en
optimisme in de streken, waar betrek
kelijk nog zo korte tijd geleden de
woedende elementen het einde der
wereld schenen aan te kondigen. Men
werkt weer op volle kracht, men is
weer energiek, men toont weer de gulle
lach van mensen, die opgelucht, alle
gevaren geweken weten.
Maar toch„Kijk", zegt onze be
geleider, als we uit Strijen wegrijden
de polders in, „daar stond een rijtje
huizen, waarvan er niet één meer over
is Daar stond een man met zijn rug
tegen de muur gedrukt; het water
steeg hoger en hoger, we hadden geen
boot en konden hem niet bereiken.
Voor onze ogen hebben we hem zien
verdrinken. En uit dat huisje is een
heel gezin, man, vrouw en drie kinde
ren, verdronken; uit die woning kwa
men drie mensen om het leven
In de polder Nieuw Boneventura
stdppeWWe bij het eenzame landarbei
dershuisje van de familie v. d. Graaf.
Aan dit gezin reikt de burgemeester
het tienduizendste textielpakket van
het Nederlandsche Roode Kruis uit.
V. d. Graaf en zijn vrouw met hun
dochtertje zijn geen welgestelde men
sen. Integendeel. De muren binnen zijn
geheel kaal. Wat er aan behang heeft
opgezeten, is er afgeweekt. De vloeren
zijn eveneens kaal, er staan slechts
enkele meubelstukken. Op het bed lig
gen lappen, 'die de naam van lakens
niet mogen dragen en aan dekens is
niet veel meer aanwezig.
Nu zitten man, vrouw en kind weer
aardig in hun linnengoed en dekens,
maar het is toch nog onvoldoende. Mis
schien wel onvoldoende, omdat zij zo
bescheiden hebben aangevraagd. Er
zijn er meer, die pijnlijk eerlijk en
(Van onze correspondent in Kaapstad)
Volgende maand wordt Arrie Baad
jies, de oudste man van de Unie van
Zuid-Afrka, honderdvijfentwintig jaar.
Hij verheugt zich in een goede ge
zondheid en hij wandelt nog op één
dag van zijn huis in Matjesvlei naar
Calitzdorp en terug: een afstand van
29 Kilometer. Tot omstreeks zijn ne
gentigste jaar heeft Arrie hard ge
werkt, maar sindsdien leeft hij, met
zijn tweede vrouw, van een pensioen.
Vermoedelijk is hij, behalve de oudste
inwoner van de Unie óók de man, die
het langste van zijn pensioen genoten
heeft.
Baadjies heeft een merkwaardg
goed geheugen. Hij weet nog goed, dat
Nicolaas Waterboer koning over zijn
volk (het mengras, der Griekwa's)
was, maar hy herinnert zich ook nog
de beroeringen onder de opperhoofden
Mosjes en Dingaan. Uren lang kan
hij vertellen over de komst van de
Voortrekkers in de Oranje Vrijstaat
in 1810. Hy weet zich nog namen van
die eerste boeren te herinneren, hij
weet zelfs nog, voor hoeveel geld zij
koeien en schapen, kochten. Zy had
den geldstukken, bijna zo groot als 'n
wiel".
Arrie weet, als hij op zijn praatstoel
zit, talloze herinneringen op te halen
van oorlogen tegen kaffers, van twis
ten om land, van strijd tegen de En
gelsen in hun „rooi baadjes" en hun
petten die „geblink het in die son soos
'n bottel". Arrie zegt, dat het in die
dagen geen kunst was, om 'n Engels
man „raak te skiet" want zij waren
in het veld als blakende, kleurige
schietschijven.
Hij kan niet zeggen, dat de wereld er
op vooruit gegaan is. Er is nu vrede
en de mensen hebben veel meer „goe-
ters" dan vroeger en er komt geen
hongersnood meer en de ene stam
slacht niet langer de andere af en de
kinderen leren op school „tot hulle
bars van de geleerdheid", maar alles
gaat te snel. Auto's en vliegtuigen zijn
dingen van de duivel. Alles gaat zo
snel, dat de mensen geen tyd meer
hebben voor een goed woord. En dat
is jammer. Want: „één goed woord
uit het hart van een vriend is immers
véél meer waard dan duizend au
to's?"
Baadjies voelt zich niet oud. Zijn
eten smaakt 'nem nog best en zolang
er pijptabak in de wereld is 'wil hij
er óók wel blijven.
De Amerikaanse regering heeft alle
geblokkeerde bezittingen in de VS van
buitenlanders vrijgegeven, met uitzonde
ring van die van inwoners van commu
nistische landen.
eigenlijk te weinig de door hen ge
leden schade hebben opgegeven en nu
daarvoor vergoeding en gaven ontvan
gen. Schril steekt daartegen of de
houding van hen die geprobeerd heb
ben zoveel mogelijk te profiteren. Over
de laatsten zijn de autoriteiten niet
weinig ontstemd. Ook Strijens burge
meester is daarover ontsticht. Maar
gelukkig is hij met zijn gemeente al
v/eer zo ver, dat deze zorgen in het niet
vallen bij wat hij en zijn dorpsgenoten
in en na de rampnacht van 31 Januari
op 1 Februari hebben moeten door
staan.
(Van onze Parijse correspondent!
EEN VAN DE AFSCHUWELIJKSTE geschiedenissen, die zich de laatste
jaren in Frankrijk hebben afgespeeld is zeker die van de Baumolpoeder. Ondef
deze naam werd een zogenaamd „volkomen onschuldige" talkpoeder verkocht,
die in werkelijkheid echter een bijzonder venijnig vergif bevatte. Niet minder
dan drie en negentig Franse babies zijn door deze Baumoltalkpoeder gedood;
vierhonderd kinderen werden er ernstig door gewond. Nadat dit bekend ge
maakt is, doet het woord Baumol de Franse moeders huiveren. Het ergste is
echter dat er in totaal twee duizend dozen met deze dodelijke poeder verkocht
zijn. Het is dus mogelijk, dat er in aflegen dorpen nog moeders zijn die zo'n doos
Baumol in huis hebben, zonder dat zij weten, dat zij hun kind kunnen doden,
wanneer zij de talkpoeder gaan gebruiken.
ENKELE MAANDEN GELEDEN
constateerde men dat er er in Bretagne
en in de omstreken van Bordeaux
dozijnen kinderen op onverklaarbare
wijze waren gestorven. De doktoren
hadden alleen vastgesteld dat de kin
deren allemaal zeer ernstige brand-
vlekken getoond hadden.
Na een onderzoek bleek dat deze
diepe brandwonden veroorzaakt waren
door het gebruiken van die Baumol
talkpoeder. In plaats van te verzachten
deed dit middeltje, dat al de moeders
voor hun jonge kinderen gebruiken,
eerst rode vlekken ontstaan. Het gevolg
was meestal, dat de moeders op deze
rode pelkken nog meer talkpoeder
strooiden, in de hoop dat ze hierdoor
zouden verdwijnen. In plaats hiervan
werden de wonden steeds erger met
als resultaat, dat er niet minder dan
drie en negentig babies stierven.
De zaak werd hierop aanhangig ge
maakt en de justitie verzocht twee spe
cialisten, dr Lebreton, van het ge
meentelijk laboratorium in Parijs en
dr Griffon, zich bezig houdend met
de radio-activiteit, een onderzoek in
te stellen. Deze beide doktoren kwa
men tot de ontstellende conclusie, dat
de Baumoltalkpoeder een uiterst ge
vaarlijk vergif, anhydride arsénieux
geheten, bevatte. Men ging onmiddel
lijk naar het laboratorium, waar de
talkpoeder klaargemaakt werd. Daar
legde men de hand op monsieur Case-
nave, apothekersassistent, de bereider
van de dodende poeder.
Deze assistent kreeg een zenuwinstor
ting, toen hfj hoorde wat hij onbewust,
op zijn geweten had. Hij kon er geen
enkele verklaring van teven, hoe het
vergif in zijn poeder kwam. Alleen
waarschuwde hij dat er in totaal twee
duizend strooibussen verkocht waren
zodat er onmiddellijk een S.O.S. ge
lanceerd moest worden, opdat de poeder
geen nieuwe slachtoffers meer zou
kunnen maken. Daarna zijn er echter
toch nog verschillende babies omge
komen, aangezien zo'n bericht, zelfs
via de radio en de kranten, toch niet
snel genoeg in al de steden en dorpen
doordringt.
HET WONDERLIJKE IS dat men er
nog steeds niet achter is kunnen komen
hoe dit felle vergif in de talkpoeder
verzeild is geraakt. Dat monsieur Case-
nave, vanwege de een of andere duistere
afwijking, dit expres gedr zou heb
ben, is uitgesloten. Het staat echter
wel vast, dat hij met grondstoffen
gewerkt heeft, die hij niet met e
nodige zorg heeft gecontroleerd. -Men
heeft ook vastgesteld dat het percen
tage vergif ook niet in alle dozen even
groot is. Hierdoor komt het dat be
paald moeders de Baumolpoeder ge
bruikt hebben, zonder dat hun kind
er ernstig door is aangetast.
In bepaalde dozen zat echter ruim
1% van dit arsenicumproduct en dan
was de uitwerking steeds dodelijk. Dit
vergif was dan in de plaats gekomen
van de kleine hoeveelheid zinkoxyde,
die in iedere talkpoeder thuishoort.
Dit zinkoxyde was na de oorlog in
Frankrijk vrij zeldzaam en het is dus
mogelijk dat iemand een hoeveelheid
van deze stof gestolen heeft. Om zijn
diefstal niet te doen opvallen, zou hij
daarvoor in de plaats de anhydride
arsénieux, die er precies hetzelfde uit
ziet, teruggelegd hebben.
In dit geval zal het heel moeilijk zijn
na te gaan, wie deze misdaad gepleegd
heeft, maar de grenzeloze nonchalance
van de heer Casenave, die niet eens
gemerkt heeft dat men hem een soort
arsenicum in plaats van zinkoxyde ge
leverd heeft, is dan wel bewezen.
Een tweede hypothese is dat de
schuld bij de verpakkers ligt. De meeste
talk wordt voor industriële doeleinden
gebruikt. Bij de verpakking en ver
zending van deze grondstof wordt
meestal dan ook niet zo nauw gekeken.
Het is dus mogelijk, dat men de heer
Casenave de talkpoeder gestuurd heeft
in een verpakking, waarin men voor
dien arsenicum had getransporteerd.
In dat geval treft de apothekers
assistent minder schuld, aangezien, het
bjj het" onderzoek van de ontvangen
hoeveelheden talk niet eenvoudig ge
weest zou zijn vast te stellen, dat er
hier en daar arsenicum door vermengd
was.
In Beira (Portugees Oost-Afrika),
zijn twintig inheemse arbeiders gedood,
veertig gewond en drie schepen in brand
gevlogen, doordat op het water drijvende
olie in brand geraakte.
Doordat op het Spaanse eiland Mi
norca een kanon bij het laden ontplofte,
zijn drie en twintig militairen om het
leven gekomen. Zes werden ernstig ge
wond.
REIZEN MOET MEN LEREN, maar het lijdt geen twijfel of Nederlanders die sinds voor dingen die net zo goed thuis kunt doen.
eeuwen de zeeën hebben bevaren, die al heel lang internationaal zijn ingesteld, die de Zet u ook uw angst voor onveiligheid, oneer-
reislust als het ware in het bloed zit, krijgen deze kunst gemakkelijk onder de knie.0^stelen een bete«e ait «w Slachten. Al
Op reis zijn betekent heel dikwijls de gast zijn van een ander. Ook al gaan wij in het hier gewend"^," rijn ze°soms ongeschoren
vreemde land in een hotel en betalen wij iedere gedane uitgave met ons eigen geld, dan wat gehavend, het zijn niet allen boeven. Vooral
nog zijn wij, in ruimer verband gezien, te gast bij een ander volk. In deze bijzondere in de bergstreken waar de bevolking arm is,
positie weet niet iedereen de juiste houding te vinden. ?uR dergelijke lieden ontmoeten, maar zij heb-
Eu Zi[n- ee? T?a?Sai me.nsen' die overi9ens van goede wille zijn, maar die denken coeur^Natuurlijk lijif er In ITgrot'^steden6 van
in het buitenland heel anders te moeten doen dan in hun eigen land. Zij komen daar- ieder land mensen die van toeristen voordeel
door zelf op den duur voor teleurstellingen te staan en doen de naam van ons landje willen trekken. Deze lieden voelen dikwijls in
leen goed. tuitief op wie ze hun practijken kunnen uitoefe-
Reizen vraagt een zekere rijpheid; het vraagt het vermogen in stilte te kunnen genieten, gedècMeerd^ontk^ hun vra"
aiepweg te kunnen bewonderen en niet in een overvloed van overdreven of luidruchtige Sen voorkomt U moeilijkheden of verder aan-
uitingen zijn tevredenheid te kennen te geven. dringen. Oneerlijkheid wordt vaak in de hand
gewerkt door eigen slordigheid of protserig ten-
ZONDER AAN HET BEGRIP vrijheid op reis" stelling hebt voor al het nieuwe dat U tegenkomt, '"ES'U^ndS' oplettendheid en
te willen tornen, vraagt het toch wel een zekere Maar belangstelling is geen indringerige nieuws- Tl oplettendheid en voorzorg
hoiirHnc van fin« unnnoi in Bof Bni+onionei tj«+ tt u s— i-J. i-j -. toch €611 slGchts ervsrins opdo6n, blijft U dan
houding van ons, vooral in het buitenland. Het gierigheid. U zult in het buitenland veel dingen „tet - -
komt soms voor dat men iemand tegenkomt die heel anders vinden dan U gewend bent Maar hardnekklgvasthouden aan deze belevenis
nog nooit eerder een Nederlander ontmoet heeft, maakt uw opmerkingen niet steeds hardop Slik 8r n0= beslist na die ene dag heel veel
Hij zal dan zijn oordeel vormen naar hetgeen wij goede dagen, waarin U rijkelijk kunt merken,
doen of naar hetgeen wij zeggen. Men zal U
vragen stellen. Des te meer men van zijn land
afweet, des te beter, maar het komt er op aan
hoe men zich over ons land uitlaat.
Geef vooral uw mening niet te chauvinistisch,
maar ook zonder allerlei schampere opmerkingen
over de kleinheid, het klimaat, de bedrijfsmoei-
lijkheden van Nederland. Laat niet uw bittere
ervaringen de boventoon voeren, noch een te
schoon klinkend jubellied dat in ons land alles
zo best en zo goed is.
de woorden: „Bij ons doen wij dat zo of bij ons
er komen nog beslist na die éne dag heel veel
goede dagen, waarin U r:
hoe goed het is te reizen.
HET REIZEN IN COLLECTIEF VERBAND
brengt soms zijn eigenaardige moeilijkheden met
zich. Men is met een groep uit en de geest in
die groep bepaalt voor een groot gedeelte of de
reis zal slagen. Een begrijpend woord, een hulp
vaardige houding voor uw medemensen kan veel
goeds tot gevolg hebben. Zie niet steeds de splin
ter in het oog van de ander.
Zo U meer reiservaring hebt dan laat de
clubgenoten er van mee profiteren. Maar speelt U
vooral niet de fröbellerares die met haar kleuters
Het middelpunt van het gesprek in deze tijd is vindan datniet Soed". eerst driemaal in,
alléén van TnCelnheid ^Het'vreemde ri by'nadere beschouwing werke- wo^eT
kan schenken. Vergelijking gaan meestal mank, niet altijd, dom of vies. Zonder uw eigen
want vergeet U niet dat prijzen ten nauwste sa- memng te verhezen, kunt u proberen zich er In de groep moet een vrolijke opgewekte toon
menhangen met lonen en vooral ook met de hJdellJk bij aan te passen of genoegen te nemen heersen en zeer zeker kan een gezamenlijk lied
levensbehoeften en gewoonten in een land Wat met hetgcen er Scboöen wordt. Maar U behoeft daartoe bijdragen. Maar laat het dan zo zijn als
In het ene land luxe artikelen zijn en daardoor °ok met ln het tegenovergestelde te vervallen het lied van het boerengezelschap, dat ik eens in
hoog in prijs, zijn in het andere land soms dage- or aan te nemcn dat iedere gewoonte die U de Apemjnen ontmoette en dat zo klankvol was en
lijkse gebruiksvoorwerpen. ontmoet beter is dan de Uwe, zo met overgave werd gezongen dat wij onze rug-
heMUnbimik°Tnkonen ^oen" o?nuw^reis^t G°ED REIZEN IS NET ALS GOED LEZEN. luteteTen"'onzTttjd Tergden" Maar^o^s TarT'wa'
U dan matig, dat is sympathieker ten opzichte f ™agteen ""'f11 beschouwen om het goe- er rijker door geworden en daar heb je het mees
doentUnrlf,bent kt °P °P te W te ^«en!"JSSTgeVui" wetenfehap'aanbfeden CUltUUr 8"
doen en het» spreekt vanzelf dat U grote belang- te geven aan prullaria's of energie te verbruiken N d B