Zweden dromen hun Midzomernachtdroom Vijftig Kaapse kinderen van de „blanke" scholen verwijderd Onbezorgd Titels vallen af tussen de bosbessen Wie zijn belasting betaalt mag borrel kopen REREN? >ED tp een tankschip Vrije opvoeding van de jeugd Staat schenkt drank Parijs te erg Land zonder genieën Tragisch aspect van apartheidswetten in Zuid-Afrika Wie was uw bet overgrootmoeder? ,Het Hoogeland' nam weer velen onder haar hoede Koolhoven gaat weer vliegtuigen bouwen Ter overdenking ZATERDAG 25 JULI verpakking luizing naar GOED! boedels. elefoon 2683 als de ren in 1946 komen (ge- dagen voor. En zo echtelijk Laboratorium ie van Justitie zich du« ndere zaken bezig, aantal onderzoekin» maandelijks verricht vormd door de alcohol» iloed van automobilis- politie-instanties, vele artsen hebben de doop n ter beschikking ge» ide alcoholblokken on» ng. Meer dan 2000 van in omloop. Ze be- geprepareerde buisjes van bloed en urine pas overigens de krijgen, wanneer volle medewerking wil een duizendste milli» 'igheid kan uit enkele de er in voorkomende 'hol bepaald worden, door kunnen gaan met in details uit de wer- laboratorium. De le verhalen over bekende die voor een intknoping kregen, over waarbij nauwelijks glassplinters of verf- ijsmateriaal opleverden uld van een automobi- aanrijding was doorge» kunnen vertellen over i bloedspattcn op mes- er knoeierijen met ben- zelfs over de ontmas- oplichter, een man, die n en zelfs ook schei- tuin wist te leiden met procédé om te fabriceren, zouden we het doen? nadere uitleg is het levensbelangrijk en 'oordelijk werk wordt of onschuld van vele lenaderen. En dat werk vragen kan lei oorbeeld de vraag, hoe dat drie maal vier-en- 200 graden Celsius ver dat wil ieder mens mét 1 dan wel graag geloven. CTOGRAAF. een en modernste aan- n het Gerechtelijk m, waarmee mate- hun samenstelling ui de Amerikaanse tank- die zich te Wilming- V.S.) in dok bevond, ontploffing voorgedaan, ading, benzine met hoog loste. Er ontstond •rsloeg naar twee nabij- De brandweer be- r na drie uur. De twee- de tanker verdronk, orden vermist. tse autoriteiten hebben lgende bedragen toege- invoer uit Nederland: )m voor leder en 250.00 /aren. anse Senaat heeft Eisen- [de militaire begroting 34.5 milliard dollar voorstel tot verhoging voor de luchtmacht n. OP DEZE TIJD VAN HET JAAR plegen de Zweden in zoete midzomernachtdromen weg te zin ken. De lichte en zware zorgen, die in het acht maan den lange koude seizoen op geest en gemoed druk ken. worden weggevierd op het intense zomerfestijn. De Zweden, anders verwend met luxe en comfort, hebben nu bij tienduizenden de beschaving tijdelijk opgezegd, om er in de maagdelijke bossen, bij mij merende meren, van op verhaal te komen. Ze doen dat in primitieve zomerhuisjes, kale berghutten en tentenkampen, zo ongeveer als hun verre voorvade ren in het primitieve leefden. De Zweedse stads mensen niet kennende, zou men denken dat de bur gers van dit goed gecultiveerde, een tikje overgeor- ganiseerde land een natuurvolk zijn; bewust en wil lens en wetens. In de Zweedse buitenmens komt de oorspronke lijke Zweed boven. Vormelijkheid, terughoudend heid en schele hoofdpijn verdwijnen tussen bosbes sen en mos. Directeur Sven Svensson wordt dan ge woon Sven, en van commissaris Tage Gustavsson blijft niet veel meer over dan Tage. Zijn vrouw is Kid of ze gaat voor Lilian door, wat zoveel als klein tje betekent. Elke Zweed, die er tussen uit is. snakt ernaar om „de titels te laten vallen". Alles goed en wel, maar als binnengehaalde buitenstaanders wordt men toch even verlegen, als een tachtigjarige grijs aard zich vermant en gezelligweg voorstelt: Zeg maar Gosta! 't Lijkt te amicaal na één grog, maar 's lands wijs 's lands eer. Met behoud van titels en con verserend s.s.t.t. komt men nooit op vertrouwlijke voet met de Zweden. In geen enkel land wordt zo vrij en frank getutoyeerd als hier. In sommige stre ken is het een gebruik. Op zekere dag kwam de ko ning in zon je-en-jij-dorp. Hij merkte bij de ontvangst op: Jullie zeggen hier allemaal jij tegen elkaar, niet? Een van de notabelen antwoordde openhartig: Ja, maar we maken voor jou een uitzondering MEN MOET EVEN aan de Zweden wennen. Komend van het gevarieerde, kleurrijke continent valt het onmiddellijk op, dat Zweden iets anders is. In het opkomen is het plechtstatig, stroef, rechtlij nig en pijnlijk ordelijk. De mensen zelf zijn correct, beleefd en ingetogen. In de gerieflijke electrische treinen, die om nationale prestige redenen op de minuut vertrekken, heeft men niet veel last van hen. Ze zitten urenlang achter een dikke krant verscholen, onderwijl chocolade en hoestpastilles wegzui gend. Als de avond valt, wordt het stil in de trein. Niets verstoort de rust. De babies liggen geisoleerd, veilig en warm vastgesnoerd in de bagagenetten van de speciale kindercoupé. De moeders kunnen hier op hun gemak de mogelijkheden van de natuur exploiteren. Een aangrenzend badkamertje vangt de on gemakken op. Ordnung musz sein. Het is meer service dan luxe, want Zweden heeft, wat men noemt, af standen. Het is zaak om tussen Malmö en Stockholm niets aan het toeval over te laten. Nee, men reist in dit land beschaafd, vreedzaam en netjes. MEN KRIJGT zo de indruk, dat de Zweden een degelijke publieke opvoe ding genieten. Er is geen gedrang op de tramhaltes, voor de draaideuren van tjokvolle restaurants en dancings, zelfs niet voor de staatsslijterijen. Van overheidswege is alles gedaan om een grote stad zoals Stockholm niet te la ten afzakken tot een continentaal peil. De Malarkoningin. die juist haar zevenhonderdste verjaardag heeft af gewerkt. mag niet in discrediet wor den gebracht. Daarom moet de stad de parel van het Noorden blijven. De staat heeft bepaald, dat er geen caba rets, bars en geschminkte achterbuur ten mogen floreren en dat het na twaalf uur rustig op straat moet zijn. Een en ander houdt meer verband met de alcohol- dan met de culturele poli tiek der regering. Ze gaat ervan uit, dat amusement en drank elkaar ver dragen als olie en vuur. Deze fenemo- nen moeten daarom niet onder één dak wonen. Ze moeten worden ge scheiden, dus bij dansmuziek en show geen vuurwater. In de restaurants mag wel worden geschonken, maar niet meer dan twee glaasjes per vol wassen persoon. Dat kan geen kwaad, omdat er bij gegeten moet worden. De Zweden worden er wel spraakza mer van, maar dat komt omdat ze al tijd twee glaasjes achter zijn, zeggen ze zelf. DE ALCOHOLPOLITIEK is een doorn in het oog van de meeste Zwe den. Eén ontstellend hoog percentage is aan de drank verslaafd. De staat houdt echter de verkoop, de reclame, de consumptie en de gevolgen van drankmisbruik bij. Elke burger, die zjjn belasting betaalt en die niet we gens dronkenschap in aanraking met de politie is geweest, heeft recht op f een maandelijks rantsoen van enkele liters tegen gemiddeld vijftien kronen per hele fles. Wat de staat aan zjjn alcoholmonopolie verdient, vloeit ruim schoots af naar de op volle toeren draaiende machinerie der sociale voor zieningen, afdeling drankbestrijding. De alcoholisten richten in dit land enorm veel onheil en morele schade aan. Als hun aantal niet abnormaal hoog was, zouden we het hier niet vermelden. Waarom kijken veel Zweden zo somber en onheilspellend diep in het glas? Er zijn studies aangewijd. Elke nuchtere Zweed erkent, dat het drin ken hier een nationaal kwaad is, maar „we kunnen niet anders". Degenen, die er verder op ingaan, zeggen: Om dat we ons ongelukkig voelen! Het klinkt ongelooflijk in het land, waar een grote mate van materiële wel stand heerst, waar de meesten zich het meeste kunnen veroorloven. De Zweden zitten op het hoogste loon peil in Europa, ze kunnen ruim 40% van hun inkomsten in'levensmiddelen omzetten de Amerikanen en Engelsen 30%), minstens 10% voor alcoholische dranken uittrekken en evenveel voor ontspanning. Zweden wordt immers in de hele wereld voor een socialis tische modelstaat gehouden, die alles in de puntjes heeft geregeld. En voelt het welverzorgde volk van zo'n land zich ongelukkig? Materieel ongelukki- gen worden vrij effectief voortgehol pen. QE WEELDE kan alleen door sterke benen worden gedragen. Over het algemeen hebben de Zweden die niet. Ze hebben zich, met ziel en lichaam, op het stoffelijke geworpen. Ze heb ben godsdienstige normen over boord gegooid. Zedelijke maatstaven zijn on dergeschikt gemaakt aan de doorge drongen vrijheidsprincipes, die radi caal zijn, en gemeengoed dreigen te worden. Lees de Zweedse bladen cn magazines maar. Sommige boulevarJ- kranten specialiseren zich op erotiek en sexue voorlichting. Ze hebben oplagen van om en bij de 200.000 be reikt. I*~t aantal echtscheidingen, on gehuwde moeders, liefdesdrama's, lie derlijke misdaden, psychopaten en on gelukkige Zweden klimt in de statis tieken. Wat Zweden, globaal, op im moreel gebied presteert, is Hollywood en Parijs te erg. Het gaat hier niét zo zeer om de omvang van de immorali teiten als wel om de aard en het ka rakter ervan. Zweden, althans de dominerende openbare mening, rekent ook af met conventionele opvattingen over de opvoeding van de jeugd. Een kind moet voorzichtig worden aangepakt. Het mag vooral geen pak voor de broek hebben, want dan kunnen op latere leeftijden complexen ontstaan. Het moet zoveel mogelijk zijn zin heb ben. Het moet vroegtijdig worden in gelicht over de geheimen van het hu welijksleven. Zijn gevoelens mogen niet worden gekwetst, anders krijgt het remmingen. De schoolmaaltijden mogen niet te zwaar op de maag zijn. De zorg voor het kind is een belang rijke zaak, ook voor de staat, die zich van de derde maand af al in verwach ting beschouwt. Een kind. onschuldig en blauwogig als het is, mag nergens onder lijden, tenminste zijn vrijheids gevoel niet. Het krijgt veel snoep, li monade en prachtig speelgoed, en het mag 's avonds bij de grote mensen opzitten, als het een beetje wijzer is geworden. Kortgeleden ontdekte een Kopen- haagse agent een Zweedse schooljuf frouw met haar klas. Ze zat met haar leerlingen in een zeemans kroeg in Nyhavn. Op zijn vraag, wat ze daar zocht, antwoordde de paedagoge, dat men kinderen op schoolreisjes niet al leen de goede maar ook de slechte Hoog boven de stad torent het stadhuis van de Zweedse hoofdstad Stockholm dingen van het leven moet laten zien. Er is een politiezaak van gemaakt, want niet alleen de Deense maar ook de Zweedse openbare mening vond het geval te gek. ALS IK KIND ZEG, zeg ik majes teit heeft Ellen Key gezegd. De Zweden zeggen het haar na. Dit sym boliseert het Zweedse opvoedingssy- steen. Het is begrijpelijk, dat kinderen die in een dergelijke geest worden grootgebracht, op latere leeftijd moei lijkheden ondervinden en teweegbren gen, en dat ze zich niet zo gedragen als hun opvoeders hadden verwacht. En dat ze zich op gebaande paadjes niet gelukkig voelen. Talloze Zweden klagen erover, dat ze niet vrij zijn in hun doen en laten. Ze hebben geen idealen. Initiatief ontbreekt en door te emigreren kunnen ze het alleen maar slechter krijgen. Iemand heeft eens ge zegd, dat Zweden een land zonder ge nieën is. Het is niet moeilijk te gissen, wat hij bedoelde. (Van onze correspondent in Kaapstad) DE APARTHEIDSWETGEVING van de Zuid- afrikaanse regering, die sinds tientallen jaren beoogt scheiding te behouden tussen blanken en gekleurden, heeft uiteraard ook betrekking op het onderwijs. Kin deren van blanke ouders en kinderen van kleurlin gen en naturellen hebben aparte scholen. Dat is niet alleen maar zo in de Afrikaanse scholen, ook de ker kelijke scholen en de „private" scholen, die het Engels als voertaal bezigen, handhaven die scheiding naar ras en kleur. Omdat de Zuidafrikaanse regering en de kerken zich bijzonder grote offers getroosten voor het onderwijs van de gekleurde rassen, is deze onderwijs-apartheid nog vrijwel nimmer een kwestie van strijd geweest. Thans echter heeft zich in Kaap stad het pijnlijke geval voorgedaan, dat omstreeks vijftig kinderen van als „blank" bekend staande ouderparen van de Europese scholen verwijderd wer den, omdat zij de uiterlijke kenmerken dragen van „kleurlingen", d.w.z. van mensen, die tot het meng ras behoren, dat sinds meer dan twee eeuwen aan de Kaap zo veelvuldig voorkomt. Men heeft slechts weinig verbeeldingskracht nodig om zich voor te stellen, welk een schok dit officiële ingrijpen zowel voor de betrokken kinderen als voor de ouders betekent. Er zijn zelfs gevallen bij, dat een of meer kinderen uit hetzelfde gezin rustig op de „blanke" school konden blijven, maar dat een broer tje of zusje met een donkerder huid naar de kleur- lingenschool verwezen wordt. Wie iets weet van de wetten der erfelijkheid zal begrijpen, dat in zulk een broertje of zusje de zwarte overgrootvader of bet overgrootmoeder bun wederverschijning op het Zuid afrikaanse levenstoneel maken, met alle tragische gevolgen van dien. Een gezin van Kaapse kleurlingen. Hun ras is gevormd door vermenging van het bloed van blanken en zwarten. FJE WET eist, dat de ouders in zulk een geval hun „blanke" afkomst bewijzen uit geboorte-acten van drie geslachten her, dat wil zeggen van om streeks 1850 af. Omdat met de officiële registratie van geboorten aan de Kaap eerst in 1895 begonnen werd, bestaan de gevraagde bewijzen vrijwel uitslui tend uit doopacten. En het vervelende is, dat op vele dier doopacten geen ver vermelding van ras plaats vond en nóg vervelender is, dat zelfs na 1895 op de officiële acten niet altijd het ras werd ingevuld. Zolang de overheid niet twijfelt aan iemands Europese afkomst betekenen zulke hiaten niets. Maar zodra een der kinderen de duidelijke kenmerken van een „gekleurde" afkomst toont, zijn de poppen aan het dansen. Eén ontbre kende schakel in de nodige documen ten kan dan voor de toekomst van het kind beslist desastreus zijn, omdat zijn opleidngskansen (en later zijn eco nomische en sociale "mogelijkheden) daardoor meteen wettelijk beperkt zijn. Dat de ouders er zich tot het uiterste tegen verzetten, hun kind het stigma van „gekleurd" te doen op drukken, spreekt vanzelf. nog niet zo verre verleden honderden illegitieme kinderen direct na hun ge boorte tegen betaling werden „overge daan" aan gezinnen van Maleiers. (De Maleiers vormen een aparte, uit voor malig Nederlands-ndië afkomstige groep binnen de groep der kleurlingenzij zijn allen Mohammedanen). Deze Ma leiers hebben in de eerste decennia dezer eeuw blijkbaar een vaste bron van inkomsten gehad uit het „aanne men" van kinderen van ongehuwde blanke en bijna-blanke moeders. Zulke kinderen werden dan onder Maleise namen „aangegeven" als geboren zijn de in het Maleise gezin; zij werden beschouwd als jonge Mohammedanen. Dominee Garabedien en zijn mede werkers hebben van 1911 af niet min der dan driehonderd van zulke kinde ren doen overbrengen naar Christe lijke inrichtingen en velen zijn onder gebracht bij pleegouders. De meesten hunner zijn thans getrouwd en hebben op hun beurt kinderen gekregen. Om dat zij blanken waren, of als bijna- blanken in blanke sfeer opgroeiden, zijn zij in de Europese gemeenschap opgenomen geweest...» totdat thans de donkere huidskleur van een kind het verleden oproept., waarin (mis schien een eeuw of meer geleden een zwarte of bruine man of vrouw hun intrede in het ongeschreven famlliere- gister hebben gedaan. LIET is een publiek geheim, dat in 11 enige zeer geëerde Kaapse fami lies „zwart bloed" voorkomt, maar zij zijn als volkomen Europees geaccep teerd sedert de dagen, toen er van stringente apartheidswetgeving nog geen sprake was. Hun „zwarte bloed" dateert dan ook uit de achttiende of negenti.nde eeuw en sommige leden dezer bekende familes bekleden heden ten dage hoge functies in het openbare leven. De kinderen der vijftig families, om welker afkomst thans zulk een tragi sche strijd ontbrand is, zijn vooralsnog zo gelukkig niet. Voorzover zij kinde ren mochten zijn van ouders, „die bij de Maleiers werden verstopt", hebben zij natuurlijk niet de nodige papieren. Het feit dat een ongehuwde moeder eens het oordeel van de maatschappij zwaarder deed wegen dan haar moe derliefde, drukt thans een stempel p haar kleinkind, dat zich zonder de nodige papieren niet in de blanke sa menleving zal kunnen handhaven. Het zijn deze tussen de bevolkings groepen levende mensen, die méér beklagenswaardig zijn dan welke an dere ook. Zij worden door de ene groep uitgestoten en door de andere niet aanvaard. Zij zijn de onschuldige slachtoffers van een wetgeving, die er in feite op berekend is zulke tragische dingen in de toekomst onmogelijk te maken. De Christelijke vereniging „Het Hoo geland", welke zich de stichting en instandhouding van arbeidskoloniën heeft aangetrokken, beleeft haar zes tigjarig jubileum. De verenigng ex ploiteert een zestal tehuizen, waar jaarlijks enkele honderden landgeno ten, die om uiteenlopende redenen on der goede leiding een weg naar de maatschappij moeten vinden, worden opgenomen. In 1952, zo blijkt uit het jaarverslag, werden er 528 personen verpleegddit is 41 meer dan in het jaar daarvoor. Het totaal aantal ver- pleegdagen bedroeg 105430. In de kolonies „Filadelfia" en „Hei- denheim", resp. reclasseringskolonie voor jongemannen en tuinbouwkolonie voor minderjarige, debiele jongens werden in totaal 119 personen ver pleegd. In „De Beele", waar eveneens debielen worden verpleegd, vonden 94 personen onderdak en hulp. De N V. machinefabriek en herstel plaats van werktuigen V. H. van Driel en Van Ommeren te Rotterdam, die deel uitmaakt van de Holding Company N.V. Koolhoven Vliegtuigen en bij wel ke fabriek veel personeel werkt van de in de Meidagen van 1940 verwoeste vliegtuigfabriek van Koolhoven, heeft de licentierechten verkregen voor de bouw van het Franse Sipa 200 mini-jet straalvliegtuig: het kleinste straalvlieg tuig, dat er is. Bij een recent bezoek aan Frankrijk heeft prins Bernhard een vlucht met het Franse straalvliegtuig gemaakt, i IN DEZE VACANTIEWEKEN gevoe- len wij het als een voorrecht de spanningen van deze tijd en van ons leven te kunnen ontvluchten in de ontspanning en onze zorgen in dg onbezorgdheid. De nerveuze mens van tegenwoordig mag opnieuw ont dekken: daar buiten in de natuur kan ik mijn geestelijk evenwicht hervinden: daar komt mijn innerlijk tot rust; daar mag ik voor korte tijd leven om te leven, als afwisseling van het leven om te werken. En juist naarmate het hedendaagse leven ons meer en meer opeist, wordt de drang en de behoefte sterker om „de zorgen op zij te zetten". Daar om gaan wij er op uit om straks beter toegerust te zijn voor het werk. dat wacht. Er is tegenwoordig een grote be geerte om te reizen en te trekken. De mooie plekjes op te zoeken. Om te genieten. Maar heeft u zich wel eens de vraag gesteld: „Wat heeft mij dit alles te zeggen?" Beziet u het mooie stuk natuur alleen uit een oogpunt van ontspanning of wellicht van het plezier, dat u er kunt heb ben? Van de onbezorgdheid, die u er hoopt te vinden? Als dat zo is, dan mag in herinnering worden ge bracht, dat er nog een andere be schouwingswijze mogelijk is. Die n.l„ welke Jezus onze Heer ons in zijn Bergrede voorhoudt. U weet wel, dat bekende gedeelte over de vogels en de veldbloemen. Hij beziet die natuur niet uit het oogpunt van het genie ten, maar uit die van het geloof. ..„Ziet naar de vogelen des hemels: zij zaaien met en maaien niet en brengen niet bijeen in schuren; en toch voedt uw hemelse Vader die. Let op de leliën van het veld, hoe zij groeien. Zij arbeiden niet en zij spinnen niet En Ik zeg u, dat zelfs aalomo m al zijn heerlijkheid niet bekleed was als een van deze!" In de natuur vond Jezus Gods werk zaamheid, Gods heilige bemoeienis, Gods zorg. Niet omdat de natuur als zodanig Hem daarvan sprak. Maar omdat Hij God kende en met Hem omging, Hem in alles centraal stelde. Aldus vond Hij Gods Vaderzorg te rug in de groei van de veldbloemen en in het levensonderhoud der vo gels. Zó alles om ons heen te bezien geeft een nieuwe instelling. En geeft deel aan waarlijke onbezorgdheid! Want een vacantie kan die in volle diepte niet geven. Die kan de zorgen wel „op zij" zetten, maar daarna komen ze terug, evenals een veer die men even indrukt en weer los laat. Maar Jezus schenkt ons het ge loof als een sterk en laatste vertrou wen, als een zich toevertrouwen in overgave aan Gods zorgende leiding. Daardoor alleen wordt de angstige bezorgdheid, die in wezen kleingelo- vigheid is, weggenomen. En er voor in de plaats komt het weten, dat God ons leven zo leidt, dat de rade ren soms onbegrijpelijk wonderlijk m elkaar grijpen. Hij zegent immers op het onvoorzienst! En als Hij zijn bemoeienis uitstrekt tot een bloem en een vogel, hoeveel te meer tot Zijn mensenkinderen, in wie Hij een wel behagen heeft. Deze hemelse zorg houdt echter niet in, dat onze werkzaamheid zou worden uitgeschakeld. Integendeel, die wordt juist ingeschakeld en op gang gebracht. Deze onbezorgdheid is allesbehalve zorgeloosheid. Bin nen het raam toch van Gods zorg heeft ieder levend wezen te werken met de hem geschonken „talenten", onverschillig of die vele zijn of wei nige, grote of kleine. Wié af weet van die evangelische onbezorgdheid, doet zijn werk tegen de achtergrond van zijn liefde tot God en tot de naaste. Hoe waar is nog altijd de in houd van dat gedicht van Allard Pierson, dat luidt: Wat vraagt het licht, gereed ter kim [te dalen, of iets op aard gewrocht werd bif [zijn stralen? Het gaf zijn glans en deed zijn plicht! Wat vraagt de bloem, wanneer haar [bladen welken, of honing werd gedronken uit haar [kelken? Zij heeft gebloeid, dat is haar roem! Kust d avondrust het blad, nu moe [gefluisterd. Wat vraagt de nachtegaal, of iemand [luistert? Hij zingt zijn lied, dat is zijn lust. Werk! Mijmer niet. Werk, wat ook 't [loon moog' wezen: gestrooid is 't zaad. Wie zal de [vruchten lezen? Hij, die de blanke velden ziet. Wanneer Jezus in de Bergrede zijn waarschuwing aan het adres van de angstig bezorgden in een positieve opdracht omzet, besluit Hij aldus: „Zoekt eerst Gods Koninkrijk en de gerechtigheid, die daarbij behoort en dit alles zal u bovendien worden geschonken. Maak u dan niet be zorgd tegen de dag van morgen. De dag van morgen zal zijn eigen zorgen hebben: elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad." A. J. v. d. S.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 5