De boi
De Venetiaanse meesters in het
Rijksmuseum te Amsterdam
FILM EN TONEEL IN DE V.S.
BEGRAVEN STRIJDBIJL
Dumoulin, een begaafdpoppensnijder
Leven in poppenwereld behoef)
geen isolement te zijn
Ook de I
moe
Vijf eeuwen schilderkunst in de Lagunestad
Klassiek en n
wj Nederlanders zijn trots op enkele schilders, die de naam „genie" verdienen: Jan van Eijck en Rem
brandt van Rijn. Zij vertegenwoordigen met Vincent van Gogh een paar hoogtepunten uit een artistieke en
technische ontwikkeling van vijf eeuwen. Als echter deze drie figuren reeds zo tot onze nationalistische
sentimenten spreken hoe moeten zich dan de Venetianen wel niet voelen? Vijf eeuwen lang, van de veer
tiende tot de negentiende, heeft bij hen de schilderkunst gebloeid. Een niet te bevatten overvloed van
kostelijke vruchten heeft zij voort gebracht. Schilder na schilder stond op, die alras internationale ver
maardheid genoot en deze faam dank zij een begenadigd kunstenaar schap de eeuwen door heeft kunnen
behouden. Het bestaan van het genie is op zichzelf een wonder het voorkomen van zoveel genie bij
een zo klein volk is veel meer dan dat. Hangt de geestelijke bloei, zoals deze uit de ontwikkeling van
de Venetiaanse schilderkunst spreekt misschien samen met Venetie's even langdurige grootheid als politieke
en economische macht? Het is welhaast zeker. Want deze. grootheid moet evenzeer het zelfbewustzijn
als de ontvankelijkheid voor wat van buiten af doordrong hebben bevorderd. Tegelijkertijd moet de Veneti
aanse kunstenaar een grote mate van geestkracht hebben bezeten. Want telkens weer moet hij de stromingen,
die in andere belangrijke centra opkomen en hun invloed op hem willen doen gelden, verwerken. Hij
doet dat op een zo persoonlijke wijze, dat er binnen het algemene kader van de tijd steeds iveer iets vol
komen eigens ontstaat.
De materiële en de geestelijke bloei gingen hand in hand
Albert van dalsum
als don camillo
STAN KENTON OP
SCHIPHOL
DAT begint al vroeg. Nog in de1
Maar op het graf
prijkt het teken
van Mammon
ontmoeting
hen zeer gelukkige ^00mV0V - de pop van de illusie - cjie
ZATERDAG 3.3 AUGUSTUS 1953
mooie bontmaiii
die in de familie j
hoorden tot de kostba
wijls ook een mantel i
mantel was een gedeg
modieus, meer kostba
op dochter en tenslot
den en deed het nog
meer. Want in de der
worden en tegenwoor
reikbaar maar toch
zoals alles wat luxe w
is. En nu de techniek
de bontvellen zo ver g
kan krijgen, en het bi
souplesse als materiah
dynamische ontwikkel
Ï)E BONTJAS is al lan
u het stijve onmodieu
van vroeger, al zal d
vrouw die de begeerde
schaft, liefst een model
min of meer klassiek is,
een aantal jaren wat aan
geldt dat zoeken van eet
tussen klassiek en modie
elk „stuk" uit de gardei
presentatief is? Ook de
men graag modern en
zaam.
Nu is er bont en bont i
heel kleine categorie vro
land kan zich een nerts
schaffen. Misschien zijr
twintig gelukkigen per
Amerika op de honderd
die er verkocht worden, i
mantels zijn, bewijst hi
levenseisen van de 1
vrouw zijn. Hoewel ook c
er alles op zet om een
te bezitten. Maar die eet
droog brood of helemaal
voor!
Oneind
TUSSEN de nertsmantel
schouderlijn, modieu
kraag en tot halflang op
mouwen, die rondom dc
kost, en het korte jasje
ren konijn, met biberette
betiteld, dat men reeds
200.kan bemachtigen
dieuzer is naarmate de
van het model het mode
het pelsmateriaal weet te
ren. ligt een heel sammi
en kortharige modellen. 1
lofelijk wat men tegenv
bont weet te bereiken
soepele valling van moi
waarbij de modieuze w
inzet toch niets hinderlijl
op meesterlijke wijze wi
tekening van het bont,
nertsmantel en bisan-mai
mooist te doen uitkomer
doen meespelen ter accen
de vloeiende lijn van het
een zo groot mogelijke s
verkrijgen ondergaat m
soort een transformatieve
De bontvellen worden
smalle reepjes gesneden
elkaar gestikt waardoor
voegzame bontreep onts
zitten honderden en honc
arbeidsloon in! En de we:
hoorn, de marter zonde
baasd staan als ze zager
de mens hun eigen man
te veredelen.
Mode
OOK met de kleur kan de
doen. Een bisammantei
tegenwoordig geverfd in
kleuren griis en beige,
nieuwste voor de komend
de geverfde persianer. 1
vellen van dit (Russiscl
zien liggen ter verwerkii
van onze meest vooraanst:
nijveren, in een bijna onj
dige gevarieerd tmten-g
b°ige en grijs: waar de r
aan verslaafd is. De tijd, i
sianer mantel die nooit
aristocratie uitsluitenc
naturel-grijs was, is voorbi
(Van onze redacteur beeldende kunsten)
veertiende eeuw leeft de kunst in
Venetië in de Byzantijnse sfeer. De
San Marco wordt versierd met kost
bare mozaieken in de oude stijl
de geschilderde afbeeldingen der hei
ligen hebben het haast starre, het
aan alle aardse realiteit onttogene
van een Griekse ikoon. En dan ver
schijnen daar plotseling de beide
Veneziano's, de streng sty lerende
Paolo en de sierlijker Lorenzo, die
de stijl hunner dagen doordrenken
van de gothische geest en dusdoen
de het oude schema aan zijn eigen
vernietiging overleveren.
Maar ook de gothiek loopt ten
einde. Haar bezielende kracht ver
droogt. Haar stijl wordt een manier,
een vorm met steeds minder inhoud.
De schilders gaan weer nieuwe we
gen zoeken, in sterk uiteenlopende
richtingen. Daar is de visionnaire
Grivelli, met zijn hoekige dramatiek
en zijn eerlijke grootsheid. Daar is
de famalie Bellini, uitlopend op een
genie als Giovanni.
We zijn dan zo langzamerhand in
de zestiende eeuw gekomen. De Re
naissance heeft haar hoogste bloei
bereikt. Naast een eenzame reus als
Lorenzo Lotte, die zich in vrijwillige
ballingschap verre houdt van alle
nieuwigheden en slechts eigen inner
lijk leven poogt uit te drukken, ver
rijst daar liet genie van Titiaan, ge
vormd door de Bellini's en Giorgio-
ne, maar groter, veelzijdiger en be-
ütiigSD§$„dan dezen. Aanvankelijk is
zijn Wëfk' van eên lome gratie
zon Madonna met de Kersen is er
een mooi voorbeeld van dan,
onder de invloed van Michelangelo,
wordt het dramatischer, expressiever,
tenslotte gaat bij hem de vorm onder
in de bewegelijk geschakeerde kleur-
piekken. Maar tegen het laatst van
zijn leven komt ook bij hem de ver
innerlijking in een nieuwe magische
en visionnaire schoonheid. Bijna
driekwart eeuw beheerst hij de
kunst van zijn stad en zijn tijd. Met
zijn prachtige, figuurstukken met
hun steeds wisselende compositie,
met zijn meesterlijke portretten.
Nog staat hjj op zijn hoogtepunt,
wanneer reeds weer nieuwe groot
heden zich melden: de klare en blije
Veronesse, de pathetische Tintoretto
met zijn tegenstellingen van licht en
donker, de vaak verhalende Bassano.
Leerlingen voegen elementen uit hun
kunst samen tot een nieuw en star
academisme. Als dat ontstaat is er
echter geen meester meer, die het
een nieuwe impuls tot rijke bloei
kan geven.
Weer moet er een krachtige stoot
van buiten af worden gegeven. Deze
komt ditmaal van de kant van hen,
die zich hebben laten inspireren door
het forse, bijna boerse naturalisme
van een Caravaggio. Van alle kanten,
zelfs uit Duitsland, komen de vreem
de schilders naar Venetië en brengen
er hun verworvenheden: hun kleur,
hun peinture, hun vaak overladen
barokke composities vol mytholo
gische elementen. De achttiende
eeuw kondigt zich aan. Deze mist
weliswaar de grootheid van de voor
gaande tijden, maar heeft aan de
andere kant toch belangrijke nieuwe
elementen, zoals het gevoel voor de
atmosfeer in het eigene en het
vreemde landschap, dat een Bellotto
zo mooi demonstreert, het fijne licht
van een Piazzetti, Canaletto's sug
gestie van de poëzie ener stad, Guar-
di's prachtige visie op het stadsge-
heel. Maar toch: dit is de laatste
„De lachende filosoof Democritus"
van Giambattista Tiepolo.
maal, dat een impasse kan worden
overwonnen. Het eind van de acht
tiende eeuw brengt ook het eind
van Venetie's culturele bloei. Een
schilderkunst van belang is er na
dien niet meer.
HET is een overweldigende beleve
nis, deze ontwikkeling te kunnen
volgen op de teritoöhstelling, die mo
menteel onder de titel „Venetiaanse
Meesters" in het Rijksmuseum te
Amsterdam te zien is. Wanneer men
deze kostelijke collectie schilderijen
ziet, is het bijna niet te geloven,
dat een in zielental betrekkelijk
kleine staat als Venetië zo lang een
zo grote bloei heeft kunnen beleven.
Natuurlijk zijn er in die lange pe
riode dieptepunten geweest. Op een
Titiaan volgt pas een halve eeuw
later een meester als Tiepolo, die
nog eens voor het laatst al de
grootheid, het licht en de illusies van
Venetië samenvat. Niettemin is het,
alsof Venetië, eenmaal losgeraakt
van de bindingen der Byzantijnse
traditie, heeft willen tonen, waartoe
het in staat was. Het heeft zich in
de schilderkunst volkomen uitge
leefd en daarin een uitermate be
langrijke bijdrage geleverd tot het
culturele bèeld, dat wij van het
Italië tussen de dertiende en de ne
gentiende eeuw hebben. Hierin staat
het op één lijn met Florflfece en
Rome.
Meer nog: in zijn nabloei heeft het
modernere schilders een bruikbare
weg tot nieuwe schoonheid gewezen.
Het zuivere werk van een Canaletto
was de geboorte van een nieuwe
landschapskunst, welker poëzie later,
via Constable en Bonnington, is door
gegeven aan een Corot, aan de
Impressionisten.
Het is natuurlijk makkelijk, ach
teraf zo iets te beweren. Niettemin:
voor Canaletto's werk staande, ziet
men thans wat er moest volgen:
een toenemende gevoeligheid voor de
wisselingen en de trillingen van de
atmosfeer en de ontwikkeling van
een adaequatg uitdrukkingswijze. Er
moge veel verschil zijn niettemin
heeft men bij deze Venetianen het
De z.g. Madonna met de kersen
van Titiaan.
gevoel, bij verwante, moderne gees
ten op bezoek te zijn, oog in oog te
staan met mensen die oo overeen
komstige wijze op de dingen reage
ren en hun emoties op voor ons ver
staanbare wijze uitzeggen.
En misschien is de herontdekking
van deze band nog wel de rijkste
belevenis op deze expositie.
Van W.
De schrijver van „Don Camillo en de
kleine wereld", Giovanino Guareschi,
heeft zijn toestemming gegeven tot het
spelen in Nederland van de toneelbe
werking, die Johan Walhain in op
dracht van de directie der Toneelgroep
Theater heeft gemaakt. Op 1 Januari
1954 zal bij dit gezelschap te Arnhem
de wereldpremière gaan met Albert van
Dalsum als Don Camillo.
Stan Kenton, de Amerikaanse band
leider, die met zijn orkest een reis
van een maand door Europa gaat
maken, heeft gisteren op doorreis
naar Zweden enkele uren met zyn
gezelschap op Schiphol doorgebracht.
Het orkest zal concerten geven in
Zweden, Denemarken, West-Duits-
land, Nederland, België, Frankrijk en
Italië. Het bestaat uit twintig perso
nen en wordt vergezeld van de zange
res June Christie.
Zij is bekend geworden bij het or
kest van Kenton, maar is tegenwoor
dig niet meer daaraan verbonden. „In
Amerika is ze te duur voor ons", zo
zegt Kenton, „maar voor deze reis
ze wilde zo graag eens naar Europa
heeft ze ons weer opgezocht."
De heer Kenton was tevoren niet
overtuigd, dat zijn muziek in Europa
gunstig ontvangen zou worden. Maar
toen hij op de luchthaven hoorde, dat
bijna alle concerten uitverkocht zijn
ook de twee op 30 Augustus in Am
sterdam was hij gerustgesteld.
Hij zal tijdens zijn concerten oude
en nieuwe nummers ten gehore bren
gen, o.m. „Eager Beaver", „Concerto
to end all concerto's", „Young blood,"
„My lady", „Artistry" en „Theme to
the West".
Het orkest, dat nu naar Europa ge
komen is, speelt in de Verenigde Sta
ten voornamelijk in Jazzclubs. Begin
volgend jaar gaan zij o.m. naar Japan,
i Nieuw Zeeland en Australië.
(Van onze filmmedewerker)
QMDAT in geen land de rivali
teit tussen film en toneel zo groot
is als in Amerika, is het ook moge
lijk en lonend, dat juist de V.S.
binnenkort een fifm gaat uitbren
gen over het toneel. Over toneel
mensen, die de rol van hun leven
spelen. Van hun toneelleven dan
natuurlijk! De wederzijdse sym
pathie is niet zo maar plotseling
onder invloed van het mooie weer
of oudejaarsavondbeloften ge
groeid. maar moeitevol gekweekt
met vele onweerstaanbare dollars.
Niet volgens de Amerikaanse bla
den natuurlijk. Die komen er alle
maal „rond" voor uit, evenals de
ontwerpers van het plan (zowel
film- als toneeldeskundigen), dat
dit een eerste succesvol pogen dient
te zijn, oni gezamenlijke vijanden
als te hoge belastingaanslagen,
het mooie weer, de laksheid van
het publiek en de censuur het
hoofd te bieden.
Maar er wordt ons te vaak gezin
speeld op het mooie doel, dat dit sa
mengaan beoogt. De man n.l. (iemand
uit de toneelwereld met name Robert
E. Sherwood, voorzitter van The Coun
cil of the Living Theatre) die het ver
haal voor de film heeft geschreven,
heeft zijn honorarium teruggestort in
het zeer noodlijdende fonds van zijn
vereniging. Dat werd hierdoor 25.000
dollar rijker. Daar kwam nog zo'n
zelfde sommetje bij voor de „moeite"
die hij en zijn vereniging zich hadden
moeten getroosten de diverse groot
heden op toneelgebied hun zozeer ge
waardeerde medewerking af te persen.
Bovendien wacht de vereniging nog
vijf en twintig percent van de totale
filmopbrengst.
Is onze achterdocht wat betreft de
onbaatzuchtigheid wat te ver gezocht,
dan blijft het in ieder geval toch al
tijd nog een liefdesbetuiging, die niet
voor een prikje verkregen is.
Maar daarom zijn ze ook niet kren
terig geweest bij het toneel.
Ze hebben zich er niet afgemaakt
door alleen de eieren-opdragende juf
frouwen en visite-aandienende huis
knechten uit te lenen. Neen Tallulah
Bankhead, Helen Hayes, Rex Harrison
en zijn vrouw Lilli Palmer, Ethel Bar
ry more en haar broer Lionel, Joshua
Logan, Richard Rodgers, de toneel
schrijver John van Druten plus nog
vele anderen-zelfs te goeder faam be
kend staande toneelcritici hebben
hun medewerking verleend.
„Main Street to Broadway" zoals
de nieuwe film heet, is volgens het
oordeel van de toneelspelers zelf niet
meer dan een aardige amusementsflim
met de gebruikelijke romantiek tussen
een „zij" en een toneelstukke'n-schrij-
vende „hij". De enige waarde, die
zij er aan willen toekennen, is een min
of meer historische.
Dit hoeven we niet helemaal te zien
als toch nog even een trap tegen het
zt. e been, want inderdaad is de film
de enige mogelijkheid het vluchtige
van de toneeldaad vast te houden.
CEN ander, niet te veronachtzamen
voordeel is in ieder geval het gel
delijke. Voor het toneel dan. Want
voor Hollywood blijft het niet meer
dan een zaakje zoals alle andere,
waarvan heil verwacht wordt.
Met de dollars, die door de film
„Main Street to Broadway" verdiend
zijn en nog zullen worden, gaat The
Council of the Living Theatre trachten
meer mensen tot het toneel te brengen,
door meer toneel tot de mensen te
brengen. Het heeft zich daarbij de mm
ziek en sportevenementen tot voor
beeld gekozen. Sinds jaren immers be-
staat er in die beide sectoren van
kunst en ontspanning wat het to
neel beide biedt het systeem van
de z.g. inschrijving. Betaalde inschrij-
ving wel te verstaan.
Komt er nu in de provincie bijvoor
beeld op de dag van de voorstelling
een verkiezingsrede van een toekom
stige president of een of ander hoog
bezoek alle aandacht van de inwonen
opeisen, dan gaat het toneelgezelschap
tenminste niet meteen op de fles bij
gebrek aan de verwachte belangstelling
en derhalve verdiensten om zijn reis,
zaalhuur, gages en wat er nog meer
bij komt te betalen.
Daar staat tegenover dat alle stuk
ken, die in aanmerking komen voor
inschrijving nog eens extra op hun
kwaliteit worden nagezien, leder stuk
wordt door twee commissies doorge
nomen voor het geaccepteerd wordt.
Op deze wijze kan een uitstekend pro
gramma samengesteld worden.
We kunnen dus gerust vaststellen,
dat al dat geld niet in een bodemloze
put verdwenen is!
Evenals we gerustgesteld mogen ver
nemen, dat blijkbaar niet iedereen
voor Hollywood door de knieën gaat,
Ethel Barrymore tenminste niet.
Deze 74-jarige (volgens niet contro
leerbare kronieken) toneelspeelster, die
voor het laatst samen met haar broer
Lionel op het witte doek verscheen
in 1932 in de film „Rasputin en de
Keizerin", en die nu weer met hem
in „Main Street to Broadway" op
treedt, is tenminste niet van plan
„zichzelf te gaan zien". Op de plan
ken kan ze zichzelf' ook nooit zien
spelen, dus waarom nu wel! Boven
dien wat een drukte voor een film!
Wat is 't nog helemaal? Twee minuut
jes werken en dan terug naar ji
kleedkamer om verder te lezen in ji
detective", aldus Ethel.
(Van een medewerkster)
5EDERT vele, vele eeuwen geleden liet poppenspel van zijn land van
herkomst India via Perzië en de Arabische landen ook Europa
bereikte, zijn er altijd weer mensen geweest, die zo zeer hun hart aan
de poppen verloren, dat ze hun verdere leven als het ware bezeten ble
ven door deze liefde. Er zijn kunstenaars geweest, die louter uit
interesse hun kunst in dienst stelden van het poppenspel: Goethe,
George Sand, Haydn, Garcia Lorca, Debussy en De Falla o.a. Maar er
zijn er ook wier kunst uitsluitend tot doel heeft: de marionet of hand
pop. Zij maken ze zelf, in hun geest rijpt de pop tot leven en hun han
den verklaren dit leven voor de toeschouwers.
III' en ze steeds dichter naderden tot de
hem niet meer losliet, bleek hem ook
zijn onmacht deze wezens een passend
leven aan te meten. Htf gaf, het spelen
pEEN KUNSTENAAR, die zo veel- er aan- Tenslotte kwamen de poppen in
U zijdig creatief werkt als juist de een winkelétalage. Een andere poppen-
poppespeler. Maar vroeg of laat ge- speler zag ze liggen voor de spelen, die
beurt het, dat hij geen gelijke tred hjj geschreven had, waren het de pop-
meer met zichzelf kan houden; het le-
ven dat hii voor zijn poppen in zich P®n' waarnaar hij al jaren zocht,
geboren laat worden kan zo irreëel ge-Dit toevallige contact, gevolgd van een-
worden zijn of zo een volmaakte orde zelfde liefde, is voor het Nederlandse
nabij, dat de gestalte van de pop er poppenspel van veel waarde geweest,
niet m mee kan komen.
Of omgekeerd: de marionet zal een Want wie de poppen gezien heeft, die
zo wonderlijke sfeer van illusie oproe- de Amsterdammer René Dumoulin
pen door zijn vormgeving, dat het de sneed voor de Haagse poppenspeler
poppespeler onmogelijk lijkt die sfeer Guido van Deth o.a. voor „Vrijspraak
tot leven te brengen of te vangen in Levenslang" en „Kermis der Moraal"
concrete woorden. zal getroffen ziin door hun expressivi-
Hij zal zich tenslotte gaan afvragen teit. die het ireële poëtische en we-
of hij niet in zijn bezetenheid voor de zens doorleefde in zich verenigt,
pop té veel wil, en té hoog grijpt. En Dumoulin, die oorspronkelijk mario-
voaimaeaektemzichmniet weeTTe verzoenen "«n^art^^marione"0' mei" TWEe markante P0Ppen' een specimenvan het werk van de befaamde
met de onherroepelijk menselijke on- toegedaan dan de handpop. De eerste poppensnijder Dumoulin.
macht, dan kan hii alleen nog biedt hem meer mogelijkheden tot het
bezetenheid voofdTpop. en dezelfde ^och'^kwla^digeewiifsp^ektmede het i.nluïtief. aanvoelen van de taak lijk contact tussen hem en de genu
opvattingen over haar wezen, doch met k handen van ziin handrmnnen van de pop IU onze bid. In de pop, die schap.
volstrekte zekerheid op dat gebied eenPveel groter begaafheid en rhoheid nooit de mens verbeeldt- maar een vo1' r, M
de poppenspeler zelf zich tekort veel Eroter oegaatneid en rupheid komen zeifstandig wezen, is - welis- De groeiende genegenheid van
schieten in ziin groei. waar in relatie gel
waar
voelt schieten in zijn groei.
wezen, is - welis-
gebracht tot het mense- volwassenen voor het poppenspel
Doordat hii (met de handpop) ge- lijke - geeft hjj de mens een kans aan haar beurt /eer de aanmoediging vC:
m^slninsamenelenWTodekhl^cahHWene hrt°kSenktW°rdt intveeI kleiner bestek zichzelf Te ontsnapp^En in het stre- de poppenspeler en poppensnijder:
hneveel moeiliiker moet het ziin hetkarakterweer te geven kan hu zich ven steeds verder los te komen van der kunstenaarschap heeft deze w'
o doe van met. details verliezen (zoals de zij„ gebonden zijn aan de alledaagse werking nodig om steeds meer tot o»
zVUnrwdperkP°aaPn eePn andeT over te laten werkelijkheid, grijpt de mens die kans plooiing te komen.
ziin werk aan een ander °™r het'^vel per'f'.ng blijkt onbewust een niet gerin- en vindt plots ergens een raakpunt in
bezorgd is' Toch is een dergelijk sa- ^n^kTnoT s",k
in het va^e_vertrquwen.
maar pen stuk voor stuk sPreekt de moeite vlucht"voor 'zi'chz'êlf'
die het de kunstenaar gekost heeft het ae ontmoeting van zichzelf,
wezen van de pop eerst op zichzelf en
Meer dan tien jaar geleden was er daarna op het hout te veroveren. Iede-
mengaan niet slechts mogelijk,
het bestaat. In ons land.
De begaafde en conscentieus weri^
eindigd hier met de kunstenaar René Dumoulin
weinig contact met de wereld 6111
die van zijn poppen. Zijn publ$
re lijn is verantwoord en heeft zijn Deze dienende taak van de pop heeft ,„nr(jt
een jong marionettenspeler, die zo hier waar(jevolle betekenis. Dumoulin vooral goed begrepen. Aan j b°pPensPe)ar en via hem
en daar eens optrad. Hjj vroeg zijn deze dienende taak heeft bij zichzelf wisselwerking gewaar tussen
broer hem te helpen. Die broer maakte ®at Dumoulin de gaafheid van zijn ondergeschikt gemaakt. Iedere lijn die beider kunst en het publiek.
de marionetten, sneed ze uit hout. Hij P°PPen zo weet te handhaven is niet hii °P het hout wint. is voor hem een het geheel van pop en spel
bespeelde ze ook. Maar naarmate er slechts een kwestie van capaciteiten of ^t0vaa^«11TSoeilijkhedln"SanrijS vangen ziet in een illusie' diC
meer poppen uit zijn handen kwamen, vakmanschap, maar veel meer nog van „beroep". Maar tevens het enig moge- zichzelf niet vermag te scheppen-