Langs ravijnen, door moerassen en over klippen naar het tweede kamp Uit Schouwen moeten 200 millioen zeewater worden weggemalen m3 Helse tocht door een nog helser landschap Twee en dertig pompen gebruiken per etmaal duizenden liters benzine en diesel-olie Dierennacht en Dierendag Onder Groenlanders en Eskimo's (35) J i„„ri ilnnr He noelen en beken en moeras. „Merci, kameraad Grisoni Een loodrechte bergwand vormt de laatste hindernis door A nth. van Kampen Gigantisch werk is r*—™ goed voorbereid ZATERDAG 3 OCTOBER 1953 toen gingen wij verder, door dat onmense lijke land, door de poelen en beken en moeras sen, en door nieuwe, steeds nieuwe horden mus kieten. En steeds duidelijker kreeg ik het gevoel alsof er bepaalde, onzichtbare, ondefinieerbare machten bezig waren deze doortocht naar de Ijs kap te beletten. Want wilder en wilder werd het land, steiler en steiler werden de klippen die de beide weasels te beklimmen hadden. En het gezicht van Grisoni stond verscheidene malen zéér ernstig, als de rupsbanden, gekweld en gemolesteerd door de enorme krachten die er op werden uitgeoefend, angstwekkend tekeer gingen. Er werd vaak ge stopt om naar die rupsbanden te kijken. Eenmaal een uur lang. Ergens was iets gebroken en de drie Fransen lagen onder de weasel; in de modder, met de legioenen muskieten rondom hen. Ik vroeg me af hoe lang dit nog moest duren. Ieder gevoel was allang uit m'n lichaam verdwe nen. Ik voelde me gedeukt en gebroken en er was nauwelijks een onderdeel aan dat lichaam dat niet pijn deed. En zo was het met Torben Nielsen. En zo met dokter Kofod. En zo met collega Van der Zee. We hebben niet geklaagd, want tenslotte hadden we deze tocht vrijwillig aanvaard. Maar ieder kende de gedachten van de ander. Een gedrochtelijk land met gedrochtelijke rot sen. Vreemde steenvormingen, groteske spelingen van de natuur. En steeds méér zwart water, stro mend over die klippen en rotsen. Snel, driftig weglopend water, alsof dat water haast had weg te komen. Soms door het lawaai van de weasels opschrikkende vogels: eenden en sneeuwhoen- ders. Niet zo snel, en weinig schuw. Waarom ook schuw? In dit land komen nooit mensen. Alleen de Fransen zijn er nu. Als zij vertrekken, dit jaar, zal de grote eenzaamheid, de volledige verlaten heid, er opnieuw bezit van nemen. Werkelijk dit is geen land voor mensen. Alleen voor muskie ten, voor een enkele vogel, voor de arend en voor de stilte. Het werd merkbaar kouder en wij wisten dat we de Ijskap naderden. Grote plakken sneeuw lagen op de heuvels en de bergen. Op sommige plaatsen vroor het hard, daar waar de zon niet scheen. Op andere plaatsen snelde dooiwater naar beneden. Voor ons verhief zich een geberg te. Loodrecht. Ik vroeg me af of zich daarachter de IJskap bevond. Even later hoorde ik dat dit inder daad zo was. Toen vroeg ik hoe beklimmen. IK HEB gedurende deze urenlange, eindeloze rit met de weasels een enor me bewondering gekregen voor de rij-capaciteiten de zer jonge Franse explora- teurs. Wat Grisoni en Gail- lard presteerden grenst aan het ongelooflijke. En het wonderlijkste van al les was de lakonikiteit waarmee deze formidabele stunt werd gepleegd. Zo rustig, zo kalm, zo van zelfsprekend. En dat deden ze in een terrein, dat tot de moeilijk begaanbaarste ter wereld moet behoren. Grisoni zag ik om beur ten beneden mij, als de weasel een heliing af schoof, of recht boven me, bij het opklauteren van een rots. Hoe hij zich vast wist te houden is me een raadsel, maar het leek als- zweet of teveel muskieten bezig waren hem het uit zicht te benemen. Grisonidie een enkele maal omkeek. Of wij er nog waren en dan zijn allervriendelijkste, in- of hij vastgeklemd zat ach ter het stuur. Hij deed drie dingen: sturen, de rups banden in het oog houden bij het nemen van scherpe bochten, en dat rode muts je verzetten, als er teveel nemendste lach lachte. Grisonibeste kerel, wat ben ik je dankbaar dat je me veilig door dit wilde niemandsland leid de en me er levend uit bracht. Grisoni de man, die ik daar toeval lig aan de barre kust van Groenland moest ontmoe ten en die ik hierna waar schijnlijk nooit meer zal zienGrisoni ik zal dit nooit meer ver geten. Je heb: me de sen sationeelste rit van m'n leven bezorgd. Tijdens die rit was ik je er niet dank baar voor. Nu, erachter staande, wèl. Het kan voor een mens geen kwaad, als hij eens urenlang beseft hóe weinig hij meester is over z'n eigen lot Jij had het in handen. Al die tijd. Merci, kameraad! ER KWAMEN twee zware heuvels te nemen. Het water stroomde er overheen en ze waren glad. We kwa men er overheen, maar ik geloof dat we geluk hadden. Later hoorde ik dat de klippen en de moerassen niet de ergste belagers van deze wea sels zijn. Dat zijn de gladde klip- pen, waarop de rupsbanden maar een schamel hou-vast hebben. Wel ze kregen dat hou-vast, niet te veelmaar net genoeg. Die ene keer zag ik links van mij het ravijn. Ik schat het zestig meter diep. Tussen dat ravijn en de rups band was een ruimte van twee, drie decimeter. Alles hing af van Grisoni, en ik zag hem iedere vijf seconden kijken naar de band. De rode muts stond achter op z'n bruin-verbrande kop. Ik voelde dat er iets was en Tor ben Nielsen en ik keken elkaar aan. Wij zaten beiden op de rand van de weasel, klaar er af te springen als het nodig mocht zijn. Och.... ik ge- Het tweede kamp loof niet dat je de kans krijgt er af te springen. Zoiets denk je maar. Du bois was een jarenlang getrainde weasel-bestuurder en hij kwam er ook niet uit. Maar tenslotte moesten we ons èrgens aan vastklampen Uren, urenlang ging dit door. Maar er kwam een moment, dat Grisoni zich snel omdraaide en voor zich uit wees. En daar lag, over de laatste heuvels, een vallei. Ik schreeuwde hem toe of dat Kamp II was en hij knikte. ii Nooit was ik verheugder een doel te zien, een einde van een reis, dan dat ogenblik. Ik had het gevoel dat m'n maag decimeters was verscho ven en dat m'n hart al lang geleden opgehouden had met kloppen Ik was verdoofd van het leven en nergens was een plek aan heel m'n lichaam, die niet oiin deed Aan de Ijskap dacht ik slechts sporadisch. Ik dacht alleen aan het einde van die rit. Eenmaal moest dat einde toch ko men. Eenmaal zou Grisoni toch zeg gen: „Het is zover, we zijn er!" DAT OGENBLIK kwam. Dat was toen we de vallei waren ingereden en stopten bij het Tweede Kamp. De twee weasels stonden bij el kaar en we waren er allemaal nog. We zijn gaan zitten in die kleine, houten hut, met de wijdse naam „Tweede Kamp". We hebben er uit gerust, we hebben er onze bezeerde ledematen verzorgd. We hebben mus kietenolie gesmeerd over onze ka- potgekrabde handen, gezichten en enkels. En de Fransenals waarlijke gastheren maakten zij de dingen klaar, waaraan wij behoefte hadden: wat brood, wat citroensap, wat chocolade. we die berg moesten beklimmen. De Fransen lachten: „Met onze voeten en be nen", zeiden ze en er was een lichte ironie in hun stem. „Is dat moge lijk?" vroeg ik. „O ja", zei Gaillard, „het is mogelijk, het valt wel mee, als je uitgerust bent. En we hoe ven ons niet te haasten." Nee, haast had ik allerminst. Trouwens, nie mand van ons vieren In deze vallei heb ik me moreel voorbereid op het zien, op de eerste aanblik van de IJskap. WE WAREN daar een paar uur en toen werd het sein gegeven op te breken. Traag stonden we op. Het was zover. Er waren geen muskieten meer. Alleen was daar een harde, koude wind, die van over de berg kwam aangewaaid. De zon scheen, en nooit was er een sterker contrast als die zon en die wind. De vallei lag zo verlaten als een niemandsland maar verlaten kan zijn. Ik dacht: dit is het einde der we reld en werkelijkhet had er iets van. Deze gedrochtelijke ber gendat zwarte waterdie vreemde vervormde klippenja, Virgilius kon Dante geen rea listischer „hel" getoond hebben. Ja.... dit land zal ik mij altijd blijven her inneren als het land van Dante. Het land, dat alles te maken had met de hel. Toen gingen wij die berg bestijgen. Ik zal u daarover schrijven in' het volgende artikel, maar ik wil u toch niet onkundig laten van twee dingen, die mij tijdens die barre weasel- tocht voortdurend bezighielden. Het ene betrof hen, die mij in Holland het meest na staan, en wel de nogal kostbare levensverzekering die ik afsloot, alvorens naar Groenland te vertrekken. Het gaf me tijdens die uren heel wat zekerheid, te weten dat die kant van de affaire tenmin ste gedekt was. En wat mezelf be treft, en wel zeer persoonlijk...... ik heb een paar maal in dié weasel, speciaal als hij voortkroop over die spekgladde rotsen, die maar een arm zalig beetje houvast gaven, hard ge beden. Ik zou hiervoor nooit hebben geloofd dat een mens kan bidden in zoiets rauws en wilds en prozaïsch als een weasel. Nu weet ik beter. Zelfs daarin kan dat. En met maximale overtuiging! WIEMAND zal het ons euvel duiden als wij bij de Wereld- Dierendag denken aan de nacht van 1 Februari 1953, toen als het ware door een zondvloed over een gedeelte van ons land binnen enkele uren tijds over het lot van ca. 2000 mensen en vele tienduizenden dieren werd beslist. Wij vergeten zo ge makkelijkVelen denken er niet aan, dat deze ramp voor getroffen landgenoten helemaal en nog lang niet voorbij is. Gelukkig waren er van meet af aan helpende handen, die vaak onder zeer moeilijke omstandigheden soms levensgevaar lijke hulp boden en daarnaast werden millioenen guldens ge offerd om enigszins in de ogenblikkelijke nood te voorzien, maar de ramp was, is en blijft er voorlopig nog voor vele onzer :r edemensen (Van onze Haagse redacteur DEZER DAGEN begon een wat wij gerust mogen noemen spectaculair werk, namelijk de droog- maling van Schouwen, het eiland, dat in de nood lottige overstromingsnacht van 31 Januari op 1 Februari jl. zwaar heeft geleden. /Vog altijd staat Schouwen onder water. Op Don derdag 27 Augustus werd het laatste dijk gat, dat bij Schelphoek, gedicht. Daarmede was Schouwen weer van het buitenwater afgesloten, al waren de nieuwe dijken nog geenszins zo hecht, dat zij een volledige bescherming voor de polders op het eiland boden. Zij lieten, bijvoorbeeld bij de Schelphoek, nog steeds water door. MEN KAN zich van 20.0 millioen m3 water nauwelijks een voor stelling maken. Het zal op het bui tenwater geloosd worden door mid del van drie sluizen en 32 pompen. Een van deze sluizen de West- havensluis in Zierikzee is al lan ger dan twintig jaar niet meer ge bruikt. Hij zal uit zijn sluimer wor den gewekt. Op het ogenblik ligt reeds in de haven van Zierikzee bedrijfsklaar de „Neptunus", een drijvend pomp station met vier pompagregaten. Het voordeel van dit drijvende, door de Provinciale Gelderse Electriciteits Maatschappij beschikbaar gestelde station is, dat de buizen beweegbaar zijn, zodat bij hoog en bij laag wa ter gepompt kan worden. De „Nep tunus" pompt 400 m3 water per minuut. Zoals men weet, ligt de plaat; Zierikzee niet aan de Ooster Schelde maar enkele kilometers landinwaarts tussen de „Neptunus" en Zierikzer worden in het havenkanaal nog dri< electrische pompen opgesteld, die ell een capaciteit hebben van 50 m3 pc minuut. Bij Den Osse noord-west va' Brouwershaven valt de grootst slag. Daar staan twee pompen iede met een vermogen van 400 m3 pei minuut. Elke pomp weegt 30 ton: geen wonder dus, dat als steunpunt een betonplaat van één meter dikte gelegd moest worden en dat stalen damwanden moesten worden gesla- ongeveer 200 millioen m3 overstromingswater moe ten verwijderen. Zij zijn gebruikt bij het leegmalen PR WAS maar één plek, waar de gen. De pompen hebben buizen met van de Wieringermeer vlak na de Et pompen geplaatst konden worden, een doorsnede van1.85 meter, oorlog. namelijk op de dijk. Doch daar hin derden zij het verkeer: sterker nog: de enige verbindingsweg met West- Schouwen werd er door afgesloten. Men riep de pontonniers te hulp en dezen legden een Baileybrug van 110 meter lengte over het buiten verloop van de dijk. Bij Burgsluis aan de Ooster- Desluiting van de Schelphoek betekende niet, dat plmpen^el^m^len onmiaaelLij k met het leegpompen begonnen kon capaciteit van 50 m3 per minuut. worden. Eerst moesten de naden tussen de caissons, v. ^^^SrScT~ü^enu00i n v-n i;7 r, v i-r. cn.ikgat bii de Schelphoek ziin aie men tot zinken had gebracht, gedicht wojden en 14 pompen opgesteld, die eveneens daarna diende over deze caissons een dijk gelegd te elk eeP vermogen hebben van 50 m3 worden. Tot slot wachtte nog het opstellen en het in- met "de difk ^Tplaatsf wTlem stalleren van de pompen, die het gigantische werk daar deze te zwak was. Daarom neeft van het leegmalen van het eiland moeten verrichten, hoek tmr ^otln^ma/^innen "^n Zy hebben eerst proefgedraaid, en Dinsdag jl. kon varen en deze achter de dijk ge- definitief met pompen worden begonnen. Zij zullen ?jeerci' Op deze bpten staan nu de van het 9000 ha grote eiland, dat grotendeels tussen en op'éerTboo? twee pompen1 V18r één meter en twee meter onder N A P. ligt en dat een Schouwcn heeft enkele ema, gemiddelde waterstand heeft van 80 cm boven N.A.P., doch ze kunnen niet gebruikt wor den, omdat ze of zware beschadigin gen opliepen, gedeeltelijk onder wa ter staan of buitendijks zijn komen te liggen zoals bij Schelphoek. Als het pompen geen stagnatie on dervindt, verwacht men in 37 dagen klaar te zijn. Dit komt neer op circa 5'/j millioen m3 water per dag. I ANDBOUWKUNDIGEN hebben uit- b gerekend, dat van de polders, wanneer zij nog kunnen profiteren van de winterregens, volgend jaar een oogst verwacht mag worden ter waarde van ƒ5.000.000.Het zal wel geruime tijd duren, voordat het ontziltingsproces afhankelijk van de regenval zijn beslag heeft ge kregen. Een kubieke meter zeewater bevat 25 gram zout. In de 200 mil lioen m3 water, die weggepompt moeten worden bevindt zich dus 5 millioen kg. zout, waarvan een niet onaanzienlijk deel bezonken en in de bodem opgenomen is Voor de aanvoer van de brandstof voor de pompen waren kilometers pijp nodig. Op enkele pompen na ge bruiken zij benzine en dieselolie als energiebron. De pompen bij Burg- sluis verslinden samen per etmaal 4000 liter benzine en die bij Den Osse 3000 liter dieselolie. Van 'hevel- uompen kon slechts een sporadisch 'ebruik gemaakt worden, omdat 'chouwen zo laag ligt. Na verloop van tijd zullen de pom pen hier en daar meer naar het lidden van het eiland verplaatst loeten worden. Schouwen ziet er in 'oorsnede namelijk min of meer als en schotel uit. In het midden is het t laagst. Het plan tot droogmaking werd reeds ontworpen nog vóór de Schelp hoek gesloten was. Toen is ook al aan de organisatie begonnen. Thans is men dan zo ver gereed dat eer, dezer dagen de pompen definitief in werking gesteld werden om de verjaagde bewoners hun geliefde eiland terug te geven. Hen der eerste zuiKsluhken die bij de haven van burysluis tol zihken werden gebracht. Hier slaan thans de 12 pompen, die hier geplaatst werden, elke minuut 600.000 liter zeewater naar buiten Velen denken er ook niet meer aan nog eens: wij vergeten zo gemakkelijk dat de nacht van het watergeweld een zwart benau wend doodbrakend monster is geweest voor de dieren. Gelukkig zijn er ook al weer door helpende handen, die van geen moeite en ont bering wilden weten, veel dieren gered, maar wij kunnen toch niet vergeten dat er tienduizenden dieren, die in stallen en schuren waren vastgebonden en niet te vergeten vele waakhonden die aan kettingen waren gekluisterd, een jammerlijke dood vonden in het water. Wij zullen in dit bestek daarop nu maar niet nader ingaan. Wij hebben er al zoveel over geschreven en gesproken en wij zullen daarover blijven spreken, ook op onze filmavonden wanneer onze speciale „noodfilm" wordt geprojecteerd, want vergeten kunnen en willen wij het niet, ook niet omdat onze reddingsploegen schier dag en nacht hebben ge daan wat mogelijk was om te redden wat er te redden viel. BOVENDIEN en daarmede naderen wij tot onze tweede gedachte, n.l. Dierendag zullen wij steeds dankbaar gedenken de hulp welke ons op allerlei wijze door vele dierenvrienden in Ne derland werd geboden. Weken lang heeft de dierennacht haar zwarte vlerken over een groot deel van ons volk uitgespreid en nog zijn die zwarte vleugels niet verdwenen, maar van 1 Februari af tot op vandaag hebben zeer veel liefhebbende harten en hulp vaardige handen geprobeerd om van onder die zwarte vlerken le vende dieren, vogels en viervoe ters, te redden en als ze dan ge red waren, kwamen ze weer in het genezende licht van een red ding brengende dageraad. Op deze vaak ontroerende wijze is het voor vele dierenvrienden en voor de dieren tezamen van 1 Februari af Dierendag, want echte dierenvrienden, hoezeer ze zich er ook over verheugen, dat er een Wereld-Dierendag 4 Oct. is, beleven als het goed is alle 365 dagen van een jaar Dieren dag, immers dieren zijn van mensen afhankelijk. Bovendien zijn ze vaak in de verdrukkim en hun absolute weerloosheii doet voortdurend een beroep op de mens, die iets verstaan heeft van zijn verantwoordelijkheid jegens de dieren. Nu zouden wij zo graag één dmg willen, n.l. dat wij ons voor al op de komende Wereld-Die rendag op dit laatste, voor het eerst of opnieuw, zullen bezin nen. Dan wordt het niet alleen dag voor de dieren, maar ook dag voor de mensen, want de dageraad in ons leven gaat daar mede op en het heerlijke wonder daarvan is, dat die dageraad nooit meer onder gaat. Het is wel moeilijk om elke dag onder alle omstandigheden, die vaak zo moe'lijk kunnen zijn, ons mens zijn te 'oeliven. Mensen -n hun belangen geraken daardoor steeds weer op de achtergrond, maar de dierennacht heeft ons. wanneer wij de les van de ramp begrepen heboen, doen verstaan dat mens en dier bij elkaar horen. Mens en dier werden door de vreselijke dagen en nachten, die wij hebben doorleefd, opeens in één adem genoemd. Bertus Aafjes schreef zeer onlangs: „De moderne mens vermense lijkt het dier niet langer, maar aanvaardt het naast zichzelf als een wezen op aarde, met eigen schoonheid, eigen karakter en eigen rechten. Want de zondvloed van het moderne gebeuren heeft de mens er toe gebracht zich niet langer zelfverzekerd en zelfbe wust het middelpunt aller din gen te wanen" En en naar menselijk oordeel te vroeg ontslapen dichter, die ook de nood van de dierenwereld heel diep voelde, schreef in één van zijn laatste verzen en dat was een profetie: „Eens komt de klare dag." Helpt ons met alles wat in U is de komst van die klare dag te verhaasten. G. NIEUWENHUIJSEN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 11