Hobby van mr Maas Geesteranus bezorgde hoge onderscheiding Agenda Selskip Friso stak van wal met toneelavond Fraude bij Sociale Zaken Bevolking van Tanger kreeg interesse in de historie VERKEERDE AFLEIDINGSMANOEUVRE Dames! Donderdagmorgen DE BOER Rijkdom aan oude cultuurresten Variété-avond voor de militairen Jeugdige dief aangehouden Hervormde filmclub komt met „de Raaf" BURGERLIJKE STAND Kunt u zich dit nog herinneren?" Joun praters kwamen met een drama Ambtenaar werd gedetineerd Prijsvraag voor de reclame Zevenhonderd jaar Stad WIJ GEVEN: 10 pCt KORTING op Corsettenhuis School der Dapperen door de Toneelvereniging Wolhandél organiseert cabaretavonden Aanwinsten Leeszaal Dragline in het water WOENSDAG 14 OCTOBER 1958 „De Arabieren zijn verdraaid nonchalant en wat monumentenzorg betreft weten ze van toeten noch blazen", valt mr H. C. J. Maas Geesteranus uit als wij hem tijdens een kort verblijf in Heiloo net even te pakken krijgen. De heer Maas Geesteranus, die sinds 1931 in de internationale stad Tanger woont en één dezer dagen benoemd werd tot officier in het Franse Legioen van Eer is zowel In zijn eigen land als in Marokko een autoriteit op oudheidkundig gebied geworden. Afkomstig uit Heiloo interesseert hij zich in de eerste plaats voor de historie van Alkmaar en omgeving, maar daarnaast heeft hij zo'n dikke twee duizend kilometer van die plaats vandaan, in Tanger, een archaeologisch werkterrein gevonden, dat wel zo rijk is aan geschiedkundige vondsten, dat het in geen enkel opzicht te vergelijken is met onze eigen, bijna uitgegraven ontdekkingenvoorraad. „Je kunt in Tanger geen schop in de grond steken" zegt de hobby-onderzoeker met zijn markante gelaatstrekken, „of je vindt iets wat de moeite waard is. En als je dan nog even verder gaat...." De liee Maas Geesteranus maakt een gebaar om daarmee uit te drukKcn dat het volslagen onmogelijk is om in de korte tijd die hij tot zijn beschikking heeft te vertellen wat er zo'n tien meter onder de krotten- en sloppenverzameling, die Tanger heet, te vinden is. Romeinse grafsteen, waarschijnlijk uit de tweede eeuw na Christus. Hij werd opgegraven door het door mr Maas Geesteranus gestichte historische genootschap te TangerVolgens de inscriptie lag onder de steen begraven de 21-jarige Quintus Caecilius Saturnianuszoon van een regent. Zijn moeder heette Masonia Ismirnia. De geslachtsnaam Ismirnia - die men zou kunnen vertalen met: van Smyrna herinnert aan de duizenden jaren oude relaties tussen Klein-Azië en Tanger, die voor een belangrijk, deel de goudhandel tussen beide streken betroffen. Want in de loop der eeuwen vielen de steden die Tanger heëttèn door de felle zon in puin én boven déze ver pulverde en verpüinde restanten ver rezen dan weer nieuwe bouwsels, jaar na jaar, eeuw na eeuw. Het is dan ook niet zo verwonderlijk te horen, dat zich onder de huidige stad duizenden overblijfselen moeten bevinden van de Phocnicische, Romeinse Portugese en andere beschavingen; dat zich onder de huidige oppervlakte een igroot njollennest van straten, gangen en holen bevindt, gangen die op last van machtige despoten waren aange legd, alleen met het merkwaardige doel om er met paard en al in rond te kun nen galopperen. Zo maar! Talrijke holen zijn reeds bloot ge legd. Zij dienden voor het opbergen van (christen) slaven die er alleen uitge haald werden om bij een of andere an tieke grondbezitter te werken. Enorme schatten liggen echter nog op ontdek king te wachten. „Het merkwaardige is echter", gaat de heer Maas Geesteranus voort, „dat de Arabische bevolking zich tot nu toe niet in het minst voor de onverge lijkelijk interessante archgologie van haar eigen stad geïnteresseerd heeft. Sterker nog, zij schuwt alle initiatieven die er op gericht zijn opgravingen door gang te doen vinden. Een merkwaardig staaltje hiervan beleefde ik tijdens re paratiewerkzaamheden aan de vloer van een huis. Toen de werklui aan ae betegeling bezig waren ontdekten zij opeens, dat zich onder deze vloer een gat bevond met een trap die naar be neden leidde. Blijkbaar was het huis gebouwd op het dak van een vorige woning. Bang als de huiseigenares was, dat deze ontdekking aanleiding zou zijn haar woning, voor een nader in te stel len onderzoek af te breken of te ont eigenen, bezwoer zij de werklui niet verder te vertellen wat zij ontdekt had den. En dus werd de zaak dichtgegooid en er verder over gezwegen. Eén ander voorbeeld, dat de onver schilligheid van de Arabieren voor his torische bouwwerken vertegenwoordigt is bijvoorbeeld het feit, dat zich in de buurt van Tanger aan de kust een Mr H. G. J. Maas—Geesteranus, in 1947 oprichter van de Tangerse Societé d Histoire et d'Archaeologie Werd wegens zijn verdiensten door de Franse regering benoemd tof Officier in het Franse Legioen van Eer. enorm Phoenicisch kasteel bevindt, waar de omgeving de bouwstoffen voor zijn huizen van betrekt. Het is niet de tand des tijds geweest, die dit kas teel tot een ruïne heeft gemaakt, maar de Arabieren zelf, die gespeend van alles wat zweemt naar „monumenten zorg" er hun beitels en hamers in heb ben gezet". In deze streek, onder deze bevolking is de beer Maas Geesteranus een werk begonnen, dat in de geschiedenis van Tanger historisch mgg worden genoemd. Hij is de eerste geweest die een se rieuze poging heeft gedaan tot het op richten van een historisch genootschap, een streven dat met succes bekroond schijnt te worden, een daad, die blij kens het benoemen van de heer Maas Geesteranus in het Legioen van Eer ook door de Franse regering hoog aan geslagen is. „Hoe heeft U dat in die omgeving klaargespeeld?" ..Och, eigenlijk heel eenvoudig" is het antwoordde. „Ik ben maar de afstammeling van de Profeet toegestapt de zogenaamde Ché- rif d'Ouezzan, die tot het oudste e- slacht van Marokko behoort. Ik werd door zijn vertegenwoordiger, de „Men- doeb" ontvangen. Hij wist natuurlijk niet waar ik voor "kwam en toen ik vroeg of hij mij een gunst wilde bewij zen antwoordde hij mij hoffelijk dat geen moeite hem te veel zou zijn. Wie beschrijft echter zijn ontsteltenis toen hij vernam dat ik zijn medewerking wilde hebben bij het verrichten van opgravingen. Kennelijk dacht hij, dat ik hem wilde verplichten een paar mil- lioen uit zijn zak te trommelen om eens flink in de onderaardse ruimte van zijn voorouders te grasduinen. Ik stelde hem gerust en verklaarde dat il? alleen maar enige Marokkaanse vertegenwoordigers in het bestuur van mijn genootschap wilde hebben. Toen was hij ineens verschrikkelijk opgelucht en begon stralend te glimlachen. Hij drukte op een knop, waarop door een slaaf een man in bruine kaftan en met rode fez werd binnengebracht. Donderdagavond zal in het Wapen van Heemskerk de 2e maandelijkse contact avond van de Dienst Welzijnszorg Le ger voor het Alkmaarse garnizoen wor den gegeven. Deze avond zal verzorgd worden door het R.A.O.-variété, hetwelk onder leiding van de Kapitein J. W. F. van F-wijlt een tourneée langs de troepen maakt. De medewerkenden zijn allen mili tair en het is de grote verdienste van de kapitein van Ewijk dat hij nu reeds meer dan vier jaren zij het met steeds wisselende artisten, w,o. vele beroeps- artisten, de jongens laat zien en horen wat er in hun midden schuilt. Het gevarieerde programma omvat o.m. een accordeon-duo, een uitstekende zanger van Napolitaanse liederen, een mondorgel-trio enz., terwijl de conferen ce wordt verzorgd door Renée Slees- wijk Jr. Deze avond is behalve voor militairen ook toegankelijk voor burger-introdu- cé's en speciaal voor de ouders wier zoon momenteel onder de wapenen is. De politie heeft een 15-jarige jonge man aangehouden, die enige tijd ge leden uit een motorboot in een boten huis aan het Zeglis een verrekijker heeft gestolen. Schrijf je in als lid van het genoot schap van deze mijnheer" zei hij en wees op mij. De hoveling deed wat hem opgedragen werd en schreef in. Hij wist niet eens voor wat. Toon dat spelletje zich zo nog een paar keer herhaald had zei de Men- doeb: „Alstublieft, de eerste Marok kaanse leden van Uw genootschap zijn er. Wat wenst U nog meer". Ik antwoordde dc vertegenwoordiger van de sultan, dat ik zijn baas zelf in het bestuur wilde hebben, wetend dat dit voor mijn initiatief ontzaggelijk be langrijk zou zijn. Dat bleek echter niet mogelijk, maar hij stuurde me wel naar een familielid van de sultan, ook zo'n Cherif d'Ouezzan. Na lang zoeken. (De straten in Tanger hebben geen namen of nummers) vond ik hem. Zelfs bedank te de grijze heer voor de eer, naar hij zeide omdat hij te oud was, maar hij wees zijn neef aan om als erevoorzitter de bestuursvergadering bij te wonen. Voor Tanger, waar nog geen sprake was van deelname der hogere Marok kaanse autoriteiten aan zoiets als een cultureel leven, is dit een unicum ge weest. Hoewel ik momenteel weinig be moeienissen met het genootschap heb tellen wij toch al zo'n kleine 1500 leden, en wel uit alle lagen der bevolking. Dc voornaamste opdracht zien wij in het vormen van een equipe van jongeren, die wij enthousiasme proberen bij te brengen voor hun eigen cultuur. En het lukt! De buitenlandse verdiensten van de heer Maas Geesteranus krijgen eon bij zonder accent als men .bedenkt dat de archaelogie geenszins zijn beroep is. maar „slechts" een hobby. Als jurist speelt hij zijn rol in de politiek en in het internationale recht. Ieder ogenblik kan hij Alkmaar en omgeving weer verlaten, om terug te keren tot dat verre land, waar hij van ons, niet vervreemd is. maar waar hij wel zijn levensvervulling heeft gevon den. Dc Hervormde Filmclub vertoont morgenavond in Cinema Americain de boeiende Franse film ,.Le Corbeau" (De Raaf), waarin de Franse speler Pierre Fresnay een hoofdrol vervult. De maker van de film, Henry Georges Clouzot, heeft in deze film als onder werp het uitermate verwerpelijke ver schijnsel van „de anonieme brief" uit gewerkt. In een kleine Franse slad wordt de vrede plotseling verstoord doordat de bewoners plotseling anonieme brieven ontvangen, die met „de Raaf" onder- lekend zijn. Langzaam eerst, maar dan in steeds sneller tempo ontstaat in de stad een grote onrust die zich tenslotte ontlaadt in een complete paniek. Oppervlakkig gezien heeft de film dus hef karakter van een thriller,.waar in, de schuldige gevonden moet wor den. Maar de psychologische uitwer king is zo knap, dat deze rolprent ge rekend moet worden tot het beste wat de Franse filmindustrie de laatste tijd geleverd heeft. Het zien van deze film is de moeite dan ook zeker waard. Geboren: Alida M. J. d.v. P. C. Kruijs- sen en H. M. Beers; Carolina R. M„ d.v. A. C. Commandeur en E. A. Smit; Josephina G. M„ d.v. A. M. van den Bosch en G Klaasse; Frederikus J. M„ z.v. F. Weel en M. Bellm. Gehuwd: Hendrik J. Bloemraad en Walburga Geiger; Marinus G. Hendrik man en Theodora van Raalten; Arie Knook en Grietje Hartog. Overleden: Anna M. Karstens, 81 j„ wed. v. J. Klugt. WOENSDAG. HARMONIE THEATER, 2.30 en 8 u.: Studentenliefde (18 j.) CINEMA AMERICAIN. 2.30 en 8 u.: De avonturen van kapitein Clark (18 j.) REX THEATER, 2.30 en 8 u.: Melodie immortalie (14 j.) VICTORIA THEATER, 2.30 en 8 u.: De dief van Venetië (18 j.) PAVILJOEN KINHEIM, 7.30 u.: Bij eenkomst Ned. Ver. voor Suikerzieken. GULDEN VLIES. 8 u.: Filmavond passagebureau Hesta, Crans en Co. WAPEN v. HEEMSKERK, 8 uur: Jan Cottaar spreekt over Tour de France. BERGEN, Rustende Jager, 8 uur: O. K. Nero (18 j.) donderdag. HARMONIE THEATER. 8 u.: Stu dentenliefde (18 jaar). CINEMA AMERICAIN, 8 u.: De Raaf (18 j.) onder ausp. van Herv. Jeugd raad. REX THEATER. 2.30 en 8 u.: Melo die immortalie (14 jr.) VICTORIA THEATER. 8 u.: Verbijs tering (18 j.) GULDEN VLIES, 8 u.: Showavond met Malando. WAPEN v. HEEMSKERK, 8 uur: Contactavond militairen. BAPTISTENKERK, 8 uur: Voordracht J. W. Kaiser. DIENST APOTHEKEN. Voor spoedgevallen is geopend apo theek Wanna, Mient C 13. HOOG WATER TE BERGEN AAN ZEE. Woensdag 7.14 19.38 Donderdag 8.04 20.27 Te CAMPERDUIN, hoog laag Woensdag 7.19 19.38 1.09 13.38 Donderdag 8.09 20.32 2.09 14.32 moet uw oplossing van onze prijsvraag bij, ons in de bus zijn! Twaalf plaatjes, voorzien van de opjossing en u dingt mee naar één der prijzen! De leden van het Selskip Friso hebben veel voldoening gehad van de avond, die hun ter opening van het winterseizoen werd aangeboden. De zaal van het Gulden Vlies was op enkele plaatsen na geheel gevuld met Friezen uit Alkmaar en omgeving toen het doek openschoof en het toneelgezelschap de Jounpraters met het dramatische „Huis op 't Zand" voor het voetlicht kwam. De titel doet reed.s vermoeden waar het in dit geval om ging: om iets wat hecht en stevig leek en dat toch als een kaartenhuis in elkaar zakte, omdat het slechts op materialistische grondslagen was opgebouwd. Want alles wat menselijk was bleek de fabrieksdirecteur Reinder Wening, op gave wijze vertolkt door L. Popma, vreemd te zijn. Dit was dus de moraal, die het vrij ongecompliceerde stuk met zich meedroeg. De zaal heeft met volle teugen van het Friese toneel genoten, ook al bood het stuk betrekkelijk weinig actie. „Huis op 't Zand" was wat men een praatstuk pleegt te noemen. Dat impliceert, dat o.a. aan de mimiek van de spelers hoge eisen worden ge steld en aan deze voorwaarde hebben niet alle spelers kunnen voldoen. Het gevolg was, dat enkele types on voldoende werden gekarakteriseerd. We denken bijvoorbeeld aan de secre taresse Tini Winters. Het was de Jounpraters in zoverre niet kwalijk te nemen, dat zij in hun concentratie op enkele rollen ten achter bléven omdat alle spelers één of zelfs meer dubbelrollen hadden te vervullen. Hun bezetting was „aan de krappe kant". L. Popma was een acteur aan wie deze moeilijkheden voorbijgingen. Hij zette een keiharde fabrieks directeur op de planken, die zich onverschillig welke methode hij daar voor moest toepassen een weg trachtte te banen naar rijfcdom en macht. Dat zijn krachtfiguur Tini Winters imponeerde was begrijpelijk en dat zij de voorman Sjoerd op een duidelijke manier de bons gaf even zeer. Het Lot wilde echter anders. Di recteur Wering, de gewetenloze, kwam te weten, dat er in de wereld nog andere zaken bestaan dan geld en macht. Het drama heeft op het publiek on getwijfeld indruk weten te maken, al zal het naar wij aannemen meer tot de ouderen hebben gesproken dan tot de jongere leden van de vereniging. Een van de oorzaken daarvan waren de twee eerste bedrijven, waarin de actie traag verliep. In het laatste be drijf was deze er volop en daardoor kreeg het stuk een goede climax, die door Popman, J. Oreel als de kan toorklerk Lok en T. Zuidema als de Bij de dienst van Sociale Zaken is een fraudegeval geconstateerd, waaraan een der ambtenaren, J. B. uit Alkmaar, zich heeft schul dig gemaakt. Dit is binnen korte tijd de derde fraude van beteke nis, die de politie in behandeling lieeft gekregen. Nog slechts enkele weken geleden werden malversa ties ontdekt bij het Wit-Gele Kruis en de Sociale Raad, waar de dader zich bedragen toeeigende, die voor kleine lieden waren bestemd. De ambtenaar van Sociale Zaken, die thans tegen de lamp is gelopen, werd aanvankelijk na zijn verhoor op vrije vloeten gesteld, maar is nu in het Huis van Bewaring opgesloten in af wachting van de behandeling van zijn zaak door de arrondissementsrechtbank. Het bedrag, dat hij onder zijn berus ting had en dat niet door hem werd afgedragen, bedroeg ongeveer negen honderd gulden. Het welslagen van het feest „Alkmaar 700 jaar stad", dat wij volgend jaar zullen vieren, zal mede voor een zeer belangrijk deel afhankelijk zijn van de welgerichte, doeltreffende reclame, welke voor de festiviteiten in onze stad zal worden gevoerd. Een zeer voor naam onderdeel van deze reclamecam pagne zullen de folder, affiche, fiets en autowimpel en de sluitzegel wor den. Teneinde hiervoor de beste ont werpen te krijgen, roept het hoofdco mité van de stichting „Alkmaar 700 jaar stad", gegadigden op voor het ont werpen van een folder, affiche, fiets en autowimpel en sluitzegel. Eventuele gegadigden, waaronder ook ontwerpers van buiten de stad, wordt verzocht zich binnen veertien dagen aan het kantoor van de stichting in de Lange straat te melden. Het hoofdcomité zal hun dan meer exacte gegevens over de te ontwerpen affiches e.d. verstrekken. Oliemans was zo'n jaar of dertig geleden machinist bij de spoorwegen te Alk maar. Het was geen kwaaie kerel, daar niet van, maar in zijn magere corpus borg hij een dermate grote hoe veelheid spraakwater, dat men stapelgek werd als hij de sluizen hiervan open zette. En dat was practiscli zonder uitzondering altijd Als Oliemans in de vroege dienst om vijf uur in de loods kwam en tussen de wijde kier van de grote ijzeren deuren naar binnen schoof, dan trokken zich hier en daar een paar mond hoeken op, er schudde iemand een hoofd en de nachtploeg die afgekomen was vluchtte naar buiten, de stilte tegemoet. Want zoals een normaal machinist van de vroege ochtend tot de late namid dag pruimtabak kauwde, zo was het Oliemans die prac tised aan één stuk door kwebbelde. Daar kon nié mand tegen. „Goeie morgen, jongens, hebben jullie lek ker gewerkt. Ik ook. Maar ik had het een beetje warm - (Willem heb je de vuurkist al schoon gemaakt) en ik zeg zo tegen m'n vrouw, Marie zeg ik, dat haalt je de donder, maar of jij d'r uit, of die vijfde deken eraf. Ik stik.j „Ken je begrijpen' zegt Marie, (Willemkolen op het vuur, 't gaat uit en de kar moet over een kwar tier de deur uit)" ik heb het zo best naar m'n zin" en je begrijpt, toen hadden toe de poppen aan het dan sen Oliemans klom op de ma chine. Z'n maats die al in hun jassen geschoten waren, met dikke dassen om d'r spierige zwartberoete nek. ken, stonden hem half ge amuseerd, half geërgerd aan te kijken, zeiden geen Woord maar staarden overigens met- gefronste voorhoofden naar Oliemans hoofd dat nu uit het kapelletje hing. Oliemans slikte, veegde z'n tong langs z'n lippen en praattte door. Hij schreeuw de nog, toen de machine met lanzame zuchten de loods uitreed en het empla cement ophobbelde om voor de trein naar Hoorn gereden te worden. Dat was Olie mans. Je kwam niet van hem af. Eén keer is hij me nood lottig geworden. Ik was be trekkelijk nog maar een broekie en hoewel ik er als leerling pront op was als een baas zich op straat met me bemoeide) was dat niet liet geval met Oliemans. „Ha die Gerrit, riep hij vrolijk, toen hij me op ze kere dag ontmoette, 'k Heb een vrije dag vandaag. Zal ik een eindje met je mee lopen? Ik heb toch niets te doen. Moet jehoren"En Oliemans was al niet meer te stuiten. Ratelend, schuimend in niet te stuiten vloed borrel de de nimmer ophoudende Oliemanse bron zijn inhoud over mijn hoofd uit. Ik voel de me bijna verslagen, maar al wandelend piekerde ik over een mogelijkheid de man kwijt te raken. Plotseling schoot mij een idee te binnen. Een pracht idee: De tandarts! De tand arts zou mij redding en uit komst brengen. Wel legde zich even een wurgende angst om mijn keel als ik aan de tandarts dacht. Het woord Was voor mij een begrip geworden. Een begrip waarin glim mende chroom tangen, ve nijnige gaspitjes en een snijdende lucht van forma line in innige samenwerking met de allésverschrikkende hoor ijverden om mij verre te houden van een huis ook, waarin met deze dingen werd gewerkt. Maar och, ik hoefde immers alleen maar de wachtkamer inRe zou zeggen: „Olie mans, ik ga links af, want ik moet naar de tandarts" en dan zou Oliemans wel zeg gen: O, eh nou, de groe ten dan maar en tot ziens hè?",... En als ik dan ze ker wist dat Oliemans uit het gezicht was, nou. dan zou ik gewoon de wachtkamer Weer uit de straat oplopen. „Oliemans" zei ik dus, „ik moet links af. Ik moet naar de tandarts". Het was even stilHet enige wat ik nu zag waren onze voeten die regelmatig over het trottoir schoven. „Ik. heb hem" dacht ik, „hij is natuurlijk net zo bang voor een tandarts als ikzelf". Maar Oliemans zou Olie mans niet geweest zijn als hij zich hierdoor uit het veld had laten slaan. En toen begon het. „Nou weet je wat, ver brak hij de stilte, dan ga ik met je mee. Je zal toch wel niet direct aan de beurt zijn, en dan kunnen we gezel lig nog even kletsen". Toen was het mijn beurt om stil te worden. En warmIk begon aan te lopen als een electrische gloeidraad en toen ik de ge volgen van mijn uitvlucht begon te overzien sloegen de vlammen me uit. Dat Oliemans met me mee naar binnen zou gaan betekende dat ik hem dus niét kwijt was, maar wat nog erger was „Och Oliemans" zei ik bijna smekend, „dat hoéft toch niet. Ik kan heus wel alleen in die wachtkamer zitten". Maar Oliemans zei: „Klets niet en ga mee naar bin nen", pakte me bij m'n arm en duwde me op een bank. De kamer was leeg. „Moet je horen", zei Olie mans, „die vrouw van me,..." Maar ik hoorde al niets meer. Doof en blind voelde ik me. Ik staarde ontzet op de grond. Dat kwam er nu van als je loog. Achter de deur van de wachtkamer hoorde ik een hoog zoemend geluid, er slaakte iemand een zwak ke kreet en dan was er weer het geruis van stromend water, het getut- ter van het na-boerende gootsteentje en tenslotte weer het wespachtige ge luid van de boor. Die boor, die boor, „Oliemans" stootte ik plotseling uit, „Oliemans". Maar Olierpans praatte en hoorde niets. „Wie volgt" klonk het toen. De deur zwaaide open, ik kneep m'n neusvleugels tegen elkaar vanwege de lucht die binnenstroomde en in de deurpost zag ik een witte schemering van waaruit het klonk „Wie volgt? „Vooruit", besloot Olie. mans rijn conversatie en hij gaf mij een por waarop ik wezenloos de deur van de praktijkkamer inliep en in de behandelstoel ging zit ten. Het spel was verloren. Ik wil het niet hebben over de tandarts die ontsteld in de grot van mijn mond staar de, dat meer op een prae- historisch kerkhof leek dan op een mechanisch spijsver teringsapparaat. Ook wil ik niet meer denken aan het feit, dat er die eerste keer drie totaal vermolmde kie zen uit m'n gebit getrokken werden en dat ik meer dood dan levend een kwartier la. ter de straat opwankelde. Mijn enige genoegdoening is geweest, dat Oliemans drie kwartier tevergeefs op me heeft gewacht en dat hij de volgende dag geen woord tegen me probeerde te zeg gen. Zo verontwaardigd was die Oliemans voorman Sjoerd goed werd benut. Aan het begin van de avond, waar mee Friso het seizoen op waardige wijze is begonnen, had de voorzitter de heer M. v. d. Ploeg de aanwezigen welkom geheten en tevens een leden werfactie in het vooruitzicht gesteld, die bedoeld is om ook de laatste lege stoelen in de zaal nog door Friezen te doen bezetten. Het zijn er trouwens maar een paar -en als goed boniseur zou de heer Van der Ploeg hepben moeten roepen„Haast U. Er zijn nog enkele kaarten aan de kassa". Tussen de bedrijven door zongen de leden uit volle borst hun Friese liederen. Het is haast onnodig te zeggen, dat de avond werd geopend met het zin gen van het Volkslied, dat speciaal de Friezen buiten hun provincie zo na aan het hart ligt. Met een gezellig dansje na werd deze bijeenkomst ge sloten. DOET DEZE WEEK UW VOORDEEL Flanellen NACHTHEMDEN Flanellen PYAMA'S Wollen HEMDJES Wollen DIRECTOIRES en KOUSEN LANGESTB. 117. TEL. 3880 (Advertentie Ing. Med.) Door de opheffing van het Amster dams Toneelgezelschap is een nieuwe groep „De Toneelvereniging" ontstaan onder de beproefde artistieke leiding van A. Defresne. Deze combinatie, die dit seizoen al enige belangwekkende premières gebracht heeft, presenteert zich Zondagavond in het Gulden Vlies aan het Alkmaarse publiek met de op voering van „School der Dapperen" een toneelspel van Arthur Laurents in de vertaling van Albert van Dalsum. Deze voorstelling wordt gegeven in het kader van de goedkope volksvoorstellingen. Wolhandél Schipper op de Laat heeft na het succes van de cabaretavonden, die verleden jaar voor de klanten werden gegeven, opnieuw een derge lijke actie op touw gezet. In Januari zullen de eerste avonden worden ge geven en het aantal kaarten, dat tot nu toe werd verstrekt is reeds zo groot, dat het oorspronkelijk vast gestelde aantal voorstellingen zal moe ten worden verhoogd. Het vorige jaar werden de avonden verzorgd door het Alcmaria-cabaret. Nu komt Andrê Carrell met zijn gezelschap op de planken. 130 J 12 Jacobi: De psychologie van D. G. Jung. 133 T17 Teillard: De droom. 136 A33.11e AndelRipke, Van: Le vensverwachting. 201 A 27 Allen: De souvereiniteit Gods; en: Het woord Gods. (Karl Barth). 230 S57 Selms, Van: Licht uit licht. 240 H72 Hohlenberg: .Sören Kierkegaard. 270 R23 Raymond, E.In het voetspoor van Sint- Franciscus. 270 S63 Sizoo: (Uren met) Augustinus. 282 B34 Beekman, A.Het leven van de Heilige Benedictus. 300 B20m Ban ning: Moderne maatschappij-problemen. 338.1 Z34 w ZischkaDe wereld blijft rijk. 347 V36 Verdoorn: Kleine juri dische vraagbaak. 364 043 Oursler, W. en F. Oursler: Boys town- 371.9 K84 Krabbe: Beelddenken en woordblindheid. 570.1 038 Oskam: Moderne aquarium- inrichting. 580 Z20 ZeeKruseman, van der, en Wittop Koning: Paddestoelen zoe ken en-eten. 590 P73w Fortielje: Welk dier deze week? 627.9 T39w Toxopeus: Woest water. 640 B96 Burger en Ha genbeek: Onderhoud van huis en huis raad. 646 L36 LeferenzVavra: Het leerboek der naaikunst. 646 L46 Leu- penDe kunst van het breien. 746 L46 b Leupen: Borduren. 746 L46s Leupen: Smocken. 646 S27s Scheep- jes-breiboek; shownummer, 2 dln. 658 M87 Muiswinkel, Van: Bedrijfsleer voor de ondernemer in het kleinbedrijf. Gistermorgen om half elf is op de Heilooërdijk een dragline van de fa. Twisk en Bosman te Castricum van de weg afgeraakt en in de sloot gekanteld. Het ongeval gebeurde doordat een wiel van het voertuig vastliep en het ge vaarte omsloeg. De machinist kon zich tijdig in veiligheid stellen. Het verkeer op de Heilooërdijk is enige tijd ge stremd geweest. Tot het vallen van de duisternis heeft men getracht met een zware kraanwagen de dragline uit de sloot te trekken. Echter nog zonder resultaat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 2