Wacht nooit te lang met
het kopen van een hoed
(RIEK
Roddeljournaliste Elsa Maxwell wil
hertogin van Windsorvernietigen
SASKIA
In de V.S. werken bijna
20 millioen vrouwen
buitenshuis
KLOOSTERBALSEM
rlamp
WERELD DER SOCIETY IN TWEE KAMPEN VERDEELD
Omdat deze de hertog slecht zou behandelen
en zo een legende afbreuk doet
De neutralen
hebben het
moeilijk
De flatteuze herfstcollecties brengen
dit jaar voor „elck wat wils
Zelfs manlief bekoord?
HET„ NARE is dan juist dat je in je
hart weet hoeveel waars er
De kameraadschap
der argelozen
DOOR
Aantal gehuwden onder hen toegenomen
Alle beroepen staan
thans open
SPIERPUN ,^^3
Smakelijk eten
ZATERDAG 17 OCTOBER 1953
in baard. „Ja dat
ïosanna". mompel-
ar ik ga óók nog
heel anders. Mijn
terug hebben. Zo
begrijp ik, dat da
ekt heeft. Des ta
jn lamp tenminsto
bloedvergieten.
ïluk voor de emir
t er zich allemaal
I afgespeeld, dank
ras hij niet zo ge-
Misschien had hij
lig genomen. Nu
Ie dag samen met
iboot.
14 e5—e6 (anders
xe6, Te8-f8; 36 Te6-
n sprake van voor-
;t loperpaar heeft;
irt die overwegend
ard vroeg of laat
posten kan inne-
5 zwak is en Lfl
Lt) 37 Te3e6, Dc5
i6c5; 39 Te8xd8,
Ig8xf8; 41 Lh4g3,
»ens Le3) Df5xg5!
Kf7 c5'. met ge
il; 42 De2xe6, Dg5
I—e7 (zie diagram)
Ke7.
Ie lopers van onge-
art gewonnen. Di-
44 Dxb7t? Kd8;
kost Da5t na Lb6
Lg2 Delt en mat.
:3; 45 Khlg2, Dc3
Ke7—d6; 47 Kg2—
Lc5 is gewonnen,
2 vleugels vrijpion-
Ld4c5; 48 Kf3—
4—f3, Dd4f6t; 50
51 De2—f3, Df6—
>2d4; 53 Kg2—f3,
oeuvreren het juis-
g6g5; 55 Kg2
g3g2, g5g4; 57
<2—hl, Kc7—b6; 59
settenherhaling om
Kg2—hl, Lc5d6;
6; 62 De2g2 (op
en: a) Dxf3, gxf3,
vens mars naar b2
c5t, Kh2, g3t, Kh3,
lilen, want op Kg4
2 Ld6c5t 63
64 Dg2h2, Dh6—
oeslissing); 65 b3—
verschrijdt de tijd.
1 Ka7, Dg2, g3! en
pelen, waarna Dh6t
partij!
1BLEEM No. 23
en. Sch.Z. 1930)
;7t; 1 dxc3; 3
Txa8.
(behalve de reeds
;oede oplossing ont-
romjongh, P. A. v.
J. H. Kubbe en S.
mten.
d. Beek, T. Zanen,
ins, J. B. Dietz, D.
rer, W. Haanraadts,
Mostert, J. J. W.
J. v. Charldorp, K.
d. Vis, J, Frank, M.
oykaas, B. Ligtvoet,
r. Brandhoff, A. F.
c, W. Greidanus, C.
e, J. Bastiaanse, G.
ntjes, J. Marsman,
S. Hiemstra en N.
:n.
M Nr. 24
4, Pbl, pid4 (5).
en b2 (3).
drie zetten.
;n een week naar
INDENTIE
Dd4 op d5; 2 Df8t
D. v. d. Veen,
„ubert en S. Hoog-
'elkom!
(Van een bijzondere correspondent)
'Twee bijzonder vooraanstaande vertegenwoordigsters schijnen na een
periode van innige vriendschap en verbondenheid onenigheid gekregen
te hebben en gezworen te hebben elkaar in de wereld van de society on
mogelijk te maken. De personen, die in dit drama-in-een-glas-water op
treden, heten Hertogin van Windsor en Elsa Maxwell. De eerste de „ele
gantste vrouw ter wereld" en de laatste de „gevaarlijkste roddelaarster",
die de twijfelachtige reputatie geniet het „huwelijk van de eeuw" tussen
Rita Hayworth en Ali Khan gesticht te hebben.
Elsa Maxwell verdient haar geld als kroniekschrijfster van talrijke
Amerikaanse bladen, die een onverzadigbaar publiek vergasten op nieuw
tjes uit de society met een voor niets terugdeinzende openhartigheid. Deze
zelfde Elsa Maxwell nu heeft onlangs een boek geschreven over wellevend
heid, dat aan de andere kant van de Oceaan als toonaangevend wordt be
schouwd. In dit boek bezong ze de lof van de hertogin als volgt:
„Ze is arm geboren en dit is ze ook in de eerste 40 jaar van haar leven gebleven.
Maar toen ze door haar huwelijk met de voormalige koning bekend geworden was,
heeft de hele wereld zich voor deze vrouw op de knieën geworpen. Want bij al haar
contacten met menselijke wezens toonde ze veel gratie, fijngevoeligheid, logica en
gezond verstand te bezitten".
Deze lof is echter sinds maanden verbleekt en ook roddeltante Maxwell
is thans een andere mening toegedaan. En daar ze, wat niemand kan ont
kennen, nooit een blad voor de mond neemt, spreekt ze het ook uit, dat
ze geen hoge dunk meer heeft van de hertogin.
DE NU 70-jarige Elsa is
sinds de dag, dat ze in
een theater in lorna op de
wereld kwam, een origi
neel type geweest. Ze was
componiste, journaliste, ac
trice en conferencière
daarnaast vond ze nog tijd
om aan de Parijse Sor-
bonne college te iopen bij
Henri Bergson. Ze is eer
lijk genoeg om toe te ge
ven, dat ze haar tegen
woordige rol nooit had
kunnen spelen, als ze mooi
was geweest; zó bleven
haar jaloezie en andere
onaangename karakter
trekken bespaard.
Bernard Shaw noemde
haar het „achtste wereld
wonder"; ze deed haar
best om deze titel te ver
dienen door grappige in
vallen en dikwijls ook
geestige ideeën. Elsa Max
well pleegt zich met alles
te bemoeien, ook met de
politiek, Thomas Dewey,
die president van de Ver
enigde Staten wilde wor
den, vond in haar een ver
bitterde tegenstandster;
zij vond hem onsympa
thiek, omdat hij, naar ze
zei, uitpuilende ogen had
en tanden, alsof hij recla
me wilde maken voor een
merk tandpasta. Later
zwaaide ze helemaal om.
Ook de hertogin van
Windsor, toen ze nog de
gescheiden Mrs. Wallis
Simpson was, werd bij het
begin van haar sensatio
nele liefdesgeschiedenis
met Edward VIII moreel
door haar gesteund. Ze
werd ervoor beloond, door
dat de hertogin zich dik
wijls in het openbaar aan
de zijde van Elsa Maxwell
vertoonde, hetgeen in de
wereld der society een
soort adelsbrief betekent.
WAT KAN er gebeurd
zijn, dat er aan deze
schijnbaar zo goede ver
houding een einde is ge
komen? Elsa Maxwell, die
op het ogenblik in Frank
rijk vertoeft, heeft on
langs een opmerking laten
vallen, die, ijverig gecol
porteerd, sindsdien de
ronde doet: „Windsor be
handelt haar man slecht;
het spijt me, dat ze een
liefdesgeschiedenis bedor
ven heeft, waaruit een
legende was ontstaan, de
geschiedenis van Romeo
en Julia waardig".
Het motief zou dus zijn,
dat de hertogin zelf eén
van de mythen van deze
tijd verknoeid heeft.
Het is een feit, dat on
geveer drie of vier jaar
geleden tussen de hertog
en zijn vrouw de eerste
onenigheden optraden. Het
had op een scheiding kun
nen uitlopen, als Edward
niet na alles, wat er ge
beurd was, zijn familie
een nieuwe schande had
willen besparen. Het was
de tijd, dat hij zijn „mé
moires" schreef. Terwijl
hij zich aan de Rivièra te
ruggetrokken bad om te
werken, keerde Wallis
naar New York terug,
waar ze zich in de maal
stroom van het mondaine
leven stortte.
Toen ontstonden de eer
ste geruchten over deze
echtelijke onenigheden.
Ook tóen ze weer bij el
kaar waren, werd de ver
houding niet beter. De
hertog had genoeg van
feesten en hij was huise
lijker geworden; hij had
er verdriet over, dat hij
zich niet in een met zijn
rang overeenkomende
functie nuttig kon maken,
bijvoorbeeld, naar hij ge
hoopt had, als gouverneur-
generaal van Canada of
Australië of ook als ge
zant in Washington. Zijn
pogingen in deze richting
waren mislukt en het
stuitte hem tegen de borst
de eeuwige „playboy" te
blijven. Maar de hertogin
zag in deze teleurstellin
gen eerder een aansporing
om zich in het mondaine
leven te laten gelden dan
zich aan de zijde van haar
man in een meer rustige
sfeer terug te trekken.
DE STRIJD tussen de
hertogin en de „grap-
penmaakster van de mil-
liardairs", zoals Elsa Max
well genoemd wordt, heeft
de wereld, waarin men
zich zogenaamd niet ver
veelt, in twee kampen
verdeeld. Tussen de twee
partijen in staan de neu
tralen, die voortdurend in
angst verkeren bij uitno
digingen fouten te maken
en eventueel aanhangers
en tegenstanders aan één
tafel te verenigen.
Op een door Elsa Max
well gegeven liefdadig
heidsbal te New York
toonde de hertogin per
soonlijk een aantal elegan
te japonnen; na afloop
dankte de gastvrouw alle
medewerkenden, alleen
niet haar gewezen vrien
din. Dat was een zware
belediging. De Windsors
namen wraak door zich in
het afgelopen voorjaar te
Parijs niet op het gebrui
kelijke feest van Maxwell
te vertonen.
Sindsdien is de verhou
ding steeds slechter gewor
den. Bij een diner van een
Amerikaanse diplomaat in
Parijs strooide Elsa Max
well talrijke boosaardig
heden over de hertogin
rond met opzet, want een
van de meest gevreesde
roddelaarsters van Holly
wood, Hedda Hopper, zat
tegenover haar aan tafel.
Zoals verwacht zorgde
deze er wel voor, dat
Elsa's opmerkingen verder
werden verspreid.
De voorlopig laatste scène
van dit treurspel speelde
zich onlangs in Cannes af,
waar de twee vijandinnen
elkaar met haar gevolg
ontmoetten. In de bar van
een bekend hotel hield El
sa haar „jours" en zodra de
hertogin zichtbaar werd,
werden er opmerkingen ge
hoord. welke hier moeilijk
herhaald kunnen worden.
Tenslotte merkte Elsa op,
dat ze besloten had zich
niet meer met haar vroe
gere vriendin te bemoeien,
omdat ze had ingezien, dat
Windsor niet meer interes
sant was.
Niet erg consequent voeg
de ze eraan toe: „Een deel
van mijn volgende boek zal
aan de voormalige me
vrouw Simpson zijn ge
wijd. En dan is het uit met
de hertogin".
JJET IS ALTIJD verbazend veel
verstandiger de aankoop van
een nieuwe hoed te doen, als de
gelegenheid zich voordoet, dan
te wachten tot men beslist een
hoed nodig heeft. In dat geval
zal men na lang en yeelvuldig
passen tenslotte een hoed nemen,
die de verkoopster U zo beeldig
vindt staan.
Bij het kopen van een hoed
moet het zo zijn, dat u wanneer
hij op het hoofd staat met één
oog in de spiegel weet: Dat is ie!
Aarzelt U en laat U zich een
hoed aanpraten, dan komt thuis
de onvermijdelijke teleurstelling;
om van de gesprekken met de
wederhelft maar niet te spreken.
Canotier van Maud et Nano van
lichtblauw haarvilt met een gar
nering van zwarte wol.
Hoedje van donkergrijze melusine
van Cl. Saint Cyr.
schuilt in de vraag: „Wat heb je
daar voor raars op je hoofd". En
dat zinnetje is dan juist voldoende
om je het laatste restje zelfver
trouwen te ontnemen. De aankoop
van een hoed kan de hartstochte-
iijkste discussies, tranen en scènes
ten gevolge hebben. Het is nl. zo,
dat de man de hoed ziet als het
middel om de vrouw te verfraaien
en dat hij een gruwelijke hekel
heeft aan tè opvallende hoeden.
Wat dat betreft heeft de man het
dit seizoen bijzonder getroffen. Zel
den is er zo'n verscheidenheid ge
weest in hoeden als dit najaar, ook
zelden waren de hoeden zo flatteus,
zowel van vorm als van materiaal.
Ontdaan van iedere overtollige gar
nering, zullen ze zeker ook het
strengste mannenoog kunnen beko
ren.
Gedrapeerde tulband in zachtrose
velours van hegroux Soeurs.
Max Heymans, wiens herfst-col-
lectie weer van een verfijnde een
voud was, ontwierp dit najaar uit
sluitend kleine hoedjes, die recht,
soms met een voorwaartse neiging
op het hoofd staan.
De Parijse modistes brengen drie
nieuwe lijnen in hun herfstmodel-
len: De platte doosjes, die naar het
hoofd zijn gevormd, de kapjes die
het hoofd omsluiten en door een
lichte garnering het accent op de zij
kant leggen en de mutsachtige vaak
gedrapeerde modellen die meer ach
ter op het hoofd worden gedragen.
U ziet. er is dit jaar werkelijk voor
„elck wat wils".
Naast langharige, soepele viltstof-
fen verwerken ze velours en jersey,
stoffen die uitermate geschikt zijn
om het zo gewenste draperie-effect
te verkrijgen.
Er zijn warme, rijpe herfstkleuren,
zoals brons en kastanje, maar ook
warm rood, zacht rose, tee.blauw en
pastelgroen.
De Parisienne is wat het dragen
van hoeden betreft de laatste jaren
wat onwillig geworden. De hoeden-
ontwerpsters maakten zich ernstige
zorgen en verzonnen van alles om
de Parijse vrouw weer een hoed te
laten dragen.
Geen enkele vrouw zal echter na
het zien van deze herfst-collecties
enig bezwaar tegen het dragen van
een hoed kunnen hebben of het
moest de prijs zijn.
HENDRINE.
AFGEPASTE GLASGORDIJNEN*
(Advertentie Ing. Med.)
KIJK, dit is nu eigenlijk niet in de
haak. Deze kolom had precies
een week geleden moeten verschij
nen. Toen stonden we altegader, tien
millioen sterk, aan de vooravond
van de Dierendag, en had het mij
dus gepast mijn stem op te heffen
in het koor van al degenen die in
gevoelvolle woorden de liefde tot
het dier bezongen.
Maar dat is nu zo akelig: dat kan
ik niet. Met alle goede wil is het
mij mens-onmogelijk om iets te gaan
beweren dat voorgeschreven, uitge
schreven of op enigerlei wijze ver
plicht is gesteld.
Dan rebelleert mijn trouwe vulpen
en wordt op slag' een steigerende
dwarskop. Dan moet ik wel wachten
tot het collectieve enthousiasme is
weggeëbd, en kan het mij gebeu
ren dat ik achteraf toch nog opeens
een soort esprit d'escalier krijg waar
mijn vulpen dan wel gestalte aan
wil geven.
Zo ook over die dierenmin. Op
vier October behoef ik niet te pro
beren daar iets draaglijks over te
berde te brengen. Dóch op zes
October heb ik het zó maar te pak
ken. Nu goed, een nabetrachting is
altijd toch beter dan niets, en de
dieren zelf zullen mij dat uitstel wel
niet nageven.
Nu moet u mij goed begrijpen:
ik persoonlijk ben uitermate van
dieren gecharmeerd. Ik heb er iets
tegen om ze aan mijn hart te pran
gen, en ik kan mij er ook onmoge
lijk in smeltende termen over uit
laten. Maar ik heb dikwijls hele ge
sprekken met hen gevoerd, en in net
leven ongelofelijk veel van hen ge
leerd. Dieren zijn, met bloemen en
kinderen, de belangwekkendste
voortbrengselen der schepping.
VOLWASSEN mensen bijvoorbeeld
kunnen er op geen voeten of
vamen na bij halen. Die zijn allang
niet écht meer. Die spreken anders
dan zij denken en leven in volsla
gen conflict met de natuur. Maar
bloemen, dieren en kinderen, mits
in ongerepte staat betrapt, gedragen
zich volkomen logisch en verstan
dig, en varen daar in de regel zeer
wel bij. Of hebt u ooit een nerveuze
begonia, een overspannen poes of
een pessimistisch kind gezien?
Geen wonder dat die drie: de
bloem, het dier en het kind zo vol-
komen bij elkaar passen en mits
de bedorven volwassene daar óók
al niet tussenkomt in de groot
ste harmonie met elkaar leven.
En evenwel is het broodnodig dat
er in ons goed (dikwijls al te goed)
geordende land nu eindelijk eens een
dierenwet komt. Want tot nu toe is
het nauwelijks strafbaar om een
vrijwel weerloos en meestal doodon
schuldig schepsel als een dier le
vend te verbranden, langzaam te
verdrinken of anderszins met voor
bedachten rade dood te martelen.
Men moet van binnen wel ergens
een vreemde constructie-fout hebben
om zoiets uit te halen. Het lijkt mij
ook weinig verdienstelijk om als
grote kerel niet een gespierde soort
genoot van zes voet op zijn sokken
lichamelijk letsel toe te brengen,
maar voor dat doel zijn kracht te
beproeven op een geitje of een klei
ne hond. Ik geloof ook niet dat men
dergelijke Warbarie kan afleren met
boeten of zelfs opsluiting; lichame
lijke tuchtiging zou misschien, tijde
lijk, enige afschrik teweeg kunnen
brengen.
Wat eenmaal scheefgegroeid is
buigt men niet weer zo licht recht.
Maar misschien dat het scheefgroei
en te voorkomen is en daar zijn
wij weer bij het kind beland. Het
kind, dat volgens het wijze spreek
woord de vader is van de man.
WIE EEN kind in zijn argeloosheid
niet vergiftigt, hem zoveel mo
gelijk in zijn natuurstaat laat: die
van onbevangen kameraadschap met
al wat leeft zal bij het opgroei
en geen gevoelvolle toespraken be
hoeven te houden over onze lieve
vrienden, de dieren. Een kind, dat
in een natuurlijke, niet door haat en
nijd vertroebelde sfeer is opgegroeid,
noch met bedenkelijke voorvader
lijke karaktertrekken bezwaard, zal
geen hond schoppen of een kikvors
doodtrappen. Het zal hoogstens voor-
zeide hond ietwat ongemakkelijk on
der de arm sjorren om aan u te ver
tonen, of de kikker in zijn broekzak
naar de naastbijzijnde sloot vervoe
ren. Enigszins penibel voor de be
trokkenen, maar volstrekt goedig be
doeld.
De beste dierenbescherming is dan
ook nog altijd: de natuurlijke, laco
nieke vriendschap tussen kind en
dier ongerept te laten. En alle be
langstelling op dat terrein, hoe on
handig ook gedemonstreerd, zoals
met hond en kikker bovengenoemd,
op de juiste waarde te schatten en
hoogstens voorzichtig te corrigeren.
Laat kind en dier maar op hun
eigen manier met elkaar optrekken
in negen van de tien gevallen loopt
het voor beide partijen zeer bevre
digend af.
Als u toch beslist iets doen wilt:
geef het van de eerste schooljaren
zoveel aardige, plezierige en vooral
guitige boeken o .ei dieren te lezen
als u maar opschommelen kunt. Als
mijn kolom niet zoetjesaan vol was
geraakt zou ik u op de valreep nog
enige voortreffelijke titels noemen.
Nu wilt u deze nog wel van mij
te goed houden: als Sinterklaas in
het zicht komt is de tijd daarvoor
misschien juist rijp. Tot zolang:
mopper niet al te hard over elke
vleugellamme spreeuw of onooglijke
zwerfkat die zij in uw keuken wil
len installeren. Het is de kameraad
schap der argelozen, en die is enig
ongerief waard.
„J^EZE EEUW behoort aan de vrouw", heeft eens een bekend
verstokt vrijgezel gezegd en boze tongen beweren, dat het hem
niet helemaal van harte ging. Hoe het ook zij, zonder enige over
drijving kan worden vastgesteld, dat er vrijwel geen werkkring is,
welke niet door een lid van het zwakke geslacht kan worden ge
vuld. Hiervan kan men vooral in een land als de Verenigde Sta
ten.talrijke bewijzen vinden. Volgens de jongste statistische ge
gevens verdienden in 1952 van de ongeveer zestig millioen Ameri
kaanse vrouwen er bijna twintig millioen met werken hun brood.
In 1870, toen op dit gebied voor de eerste maal een statistiek werd
aangelegd, bedroeg het aantal vrouwen dat een beroep had nog
geen twee millioen, hetgeen voor die dagen vooral in ver
gelijking met de Europese landen reeds zeer hoog was.
OMSTREEKS de jaren 1775—1780
waren de meeste Amerikaanse
vrouwen en meisjes werkzaam in de
huishouding of voorzagen in hun on
derhoud met naaiwerk. Later trok
ken de voedings-, textiel- en kle
dingindustrie duizenden vrouwelijke
werkkrachten. Thans helpen mil-
lioenen van hen mee bij de vervaar
diging van electrische instrumenten,
vliegtuigen, schepen, geneesmidde
len en gereedschappen.
Het is tegenwoordig heel gewoon
als een meisje of vrouw een be
trekking heeft als lasser of monteur.
Reeds lang voor de oorlog kozen
Amerikaanse meisjes het beroep van
architect, drukker, piloot, houthak
ker of technicus, zonder familie of
vrienden in opschudding te brengen.
De „Business and Professional Wo
men's Club" bezit een lijst van 450
verschillende functies die reeds door
vrouwen worden vervuld.
Volgens de statistieken bekleden de
meeste vrouwen in Amerika op het
ogenblik een administratieve functie.
In 1952 bedroeg dit aantal 5.300.000
terwijl ruim 3.500.000 vrouwen en
meisjes werkzaam waren in fabrie
ken. Het aantal dat een betrekking
had als serveuse, dienster, enz.
(dienstmeisjes niet meegerekend) be
droeg in 1952 ongeveer 2.200.000 en
niet minder dan 2.100.000 hadden
een werkkring als technicus of aan
verwante beroepen. Een opmerkelijk
feit is, dat het aantal dienstmeisjes
sterk is gedaald en wel van 18% van
het totaal aantal werkende vrouwen
in 1940 tot nog slechts 10% in 1952.
HET AANTAL werkende vrouwen
in Amerika neemt geleidelijk
aan toe. Typerend vooral is hét feit,
dat hoe langer hoe meer vrouwen
van oudere leeftijd uit werken gaan.
Deze tendens was reeds vóór 1940
merkbaar en in begin 1952 waren
er ruim 3 millioen meer werkende
vrouwen van boven de 45 jaar dan
in 1940.
Thans is het zo, dat er meer ge
trouwde vrouwen werken dan onge
huwde. Voorts heeft men vastgesteld,
dat het aantal werkende vrouwen
tussen de 20 en 34 jaar geleidelijk
aan afneemt. De reden hiervan is,
dat in deze ja,ren het gezin de
meeste tijd opeist.
Was omstreeks 1900 de gemiddel
de leeftijd van een werkende vrouw
26 jaar, thans is deze gestegen tot
37 jaar. De stijging van het aantal
vrouwen dat een werkkring heeft
is in de allereerste plaats te danken
aan de enorme vlucht die de in
dustrie heeft genomen en in de
tweede plaats aan de vooruitgang der
techniek, waardoor het mogelijk is
geworden dat machines het zware
werk verzetten en vrouwen het
lichte werk kunnen doen. Het ge
middelde inkomen der vrouwen, aat
in 1952 rond 1100 dollar 4.180) be
droeg, ligt voor de meeste beroe
pen nog ver beneden het gemiddel
de inkomen der mannen, dat onge
veer 3000 dollar (ƒ11.400) bedroeg.
Sinds jaren echter wordt er in het
Congres gepleit voor gelijke sala
riëring.
VAAK WORDT de vraag gesteld:
„Hoe denken de Amerikaanse
mannen nu over hun werkende vrou
wen?" Wel, luidt het antwoord, het
zijn de mannen geweest, die de vrou
wen het stemrecht hebben gegeven
en het zijn de mannen, die de vrou
wen werk geven in fabrieken en
kantoren.
Milton J. Stevens, een vooraan
staand fabrikant van geysers heeft
eens gezegd dat hij voor de topfunc
ties liever vrouwen heeft dan man
nen, want vrouwen, zo zegt hij, zijn
„verdraagzamer en tactvoller".
En hoe denkt de Amerikaanse
vrouw erover? Wel, zij betreurt wei
eens het feit, dat de kleine atten
ties, welke zij vroeger genoot, be
ginnen te verdwijnen nu zij met haar
man het huis verlaat en het wer
kende meisje, dat haar deel van de
rekening betaalt, wanneer zij met
een vriend gaat eten, denkt wel eens
aan de tijd toen de vrouw nog op
royale wijze het hof werd gemaakt.
Maar over het algemeen weten de
Amerikaanse vrouwen, dat haar on
afhankelijkheid een prijs heeft en
zij zijn bereid die prijs te betalen.
driemaal daags krachtig latei»
wrijven met Kloosterbalsem, die
diep in de weefsels doordringt.
Ook bij rheumatiek en ischias:
.GEEN GOUD ZO GOED'
(Advertentie Ing. Med.)
ALS EERSTE in een reeks culinaire
rV werken, uitgegeven door de Zweed
se ICA keuken, verscheen „Den Go-
daste Maten" door Edith Ekegaardh
en Gun Lindeen. De uitgever Ad.
Donker te Rotterdam verzorgde de
Nederlandse uitgave onder de titel
„Smakelijk eten
Dit bijzonder goed verzorgde
boek, dat ruim vijfhonderd, groten
deels Zweedse recepten bevat, zal
zeker variatie in de Hollandse keu
ken brengen. Mevrouw Ekegaardh
heeft haar sporen op het gebied van
de voedingsleer wel verdiend, zij
staat al meer dan twintig jaar aan
het hoofd van een zeer uitgebreide
proefkeuken. geassisteerd door Gun
Lindeen.
Door de vele reizen, die mevrouw
Lindegaardh in Europa en Zuid-
Amerika maakte, waar zij de eetge
woonten en voedselbereiding der vol
ken bestudeerde, kon zij tal van bui
tenlandse recepten mee naar Zweden
brengen. Hoewel men ook deze re
cepten in het boek aantreft, heeft
het toch het karakter van een
Zweeds kookboek behouden. Duide
lijk komt dit naar voren in de voor
name plaats, die de aangeklede bo
terham inneemt. Zeer zeker zal voor
de Hollandse huisvrouw, die andere
eetgewoonten heeft dan de Zweedse,
dit kookboek een speciale aantrek
kingskracht hebben en heeft zij vele
mogelijkheden om wat verandering
in de maaltijden aan te brengen.
De recepten zijn op duidelijke en
prettige wijze geschreven, bovendien
is het boek van 150 zeer suggestieve
afbeeldingen voorzien H. R.
Huidgenezing
Huidzuiverheid
Huidgezondheid
(Advertentie Ing. Med.)