ONZE KINDERKRANT
Wat de post
ons bracht
r
Ons hoekje
PO PENT000" "H? "ij*
De Pereboom
Schuiven maar!
H
C
K
8
G
E
L
R
A
O
P
W
D
A
R
B
M
S
E
L
T
L
T
M
O
E
L
6
O
O
M
p
O
R
A
E
O
T
M
A
R
P
A
K
S
T
K
R
O
R
V
A
O
T
F
R
K
1
1
U
C
S
E
P
6
T
M
L
Het nieuwe huis van
de familie muis
Pim, Pam Pom en de wonderlamp
BOEKEN
BULLETIN
English by radio
Het Sticusa Jaarboek
Met Rheumatische Pijnen
moet U niet door blijven
lopen.
Tussen Amsterdam
fdoor F. DE SINCLAIR]
en JËÈ Parijs
Hoe de Bijbel ontstond
Luister eens naar
Radioprogramma
VRIJDAG 83 OCTOBER 1953
Beste kinderen,
Wat heb ik deze week veel briefjes
ontvangen. En nog wel zulke gezellige.'
Met het raadsel hebben jullie kennelijk
niet veel moeite gehad. De puzzle van
deze week is heel wat lastiger. Ik ben
"benieuwd wie de zes woorden vindt.
Als Je het eerste eenmaal hebt volgen
de andere vijf vanzelf. Verder verklap
Ik niets. Zoek het zelf maar uit, hoor.'
Mogelijke Drtefjes moeten er aan de
adreszijde zA uitzien:
Aan Tante Paulien Bureau van dit
blad.
Tot de volgende week.'
FsT Mies de Muis heeft ditmaal nu
eens géén pech. Fijn voor haar, hè?
OPLOSSING RAADSEL 16 OCT.
Bchrijfmachine.
Gerie Tijmstra uit -Alkmaar is een
nieuwe nicht. Je hebt het raadsel keu
rig opgelost, Gerie. En wat een mooie
sierrand rond je brief! Doe je binnen
kort weer eens een keertje mee?
Tiny Huisman uit Alkmaar doet ook
voor de eerste maal mee. Hartelijk
welkom in onze kring, Tiny! Je op
lossing is best, hoor! En dat vind ik
erg knap van een meisje van acht
jaar. Met je tekeningetjes ben ik blij
en het mooie postpapier heb ik ook
heel erg bewonderd. De puzzle van
deze week zal misschien iets te moei
lijk voor je zijn, maar er komt wel
weer eens een gemakkelijker raadsel.
Gré Schoemaker uit Westgrafdijk
is een oude bekende. Ja, hoor, jij
kunt nog best meedoen met ons ru
briekje. Mijn gelukwensen met je ver
jaardag komen helaas twee weken te
laat. Fijn, dat het je zo best bevalt
op de huishoudschool. Je kunt al een
lekker maaltijdje kokerellen,, zeg
Leuk, dat je een beukenootje hebt
Ingesloten. Trouwens, je hele brief
staat in het teken van de herfst. Wat
heb je daar iets moois van gemaakt
Ik laat je brief aan iedereen zien.
Dat mag toch wel, hè? De kabouter
en het elfje op de paddestoel zijn ook
to enig en kleurig. En dan daarnaast
het gedichtje. Zo is het ook: 's win
ters onder het licht van de lamp kan
het binnen zo knus en prettig wor
den.
En dan hebben we hier weer twee
nieuwe nichten uit Alkmaar. Aller
eerst Elsje de Vries, die me verraste
met een goede oplossing, op mooi
postpapier en een tekening. Fijn, dat
je die schrijfmachine tóch hebt ge
vonden
Toosje de Vries is natuurlijk een
zusje van Elsje. Hartelijk welkom in
onze kring, nieuwe nicht! Heb je al
flink wat kinderpostzegels verkocht?
Wat leuk, dat je broertje en je zusje
in de kinderoptocht de herfst voor
stelden. Je oplossing is goed, hoor!
Bedankt voor de tekening, ook al op
luik mooi postpapier!
Mijn trouwe neef Frans van Til uit
Alkmaar schreef een lange brief. Wat
heeft je broer veel gekregen op zijn
verjaardag, zeg! Nee, ik ben niet op
de foto gekomen, zoals jij. Ik vind het
erg moeilijk te kiezen tussen Amster
dam en Hindelopen. Het hangt er
natuurlijk van af bij wie je gaat
logeren. Je hebt een aardig buur
meisje, hé? De Alkmaarsche Courant
staat niet op de Voorburgwal, hoor!
Zoek zelf maar uit waar dan wel.
O ja, je oplossing is bijna goed, maar
niet helemaal! Jammer, hè?
Nellie Schutte uit Westgraftdijk is
een oude bekende. Gezellig, weer een
briefje van je te krijgen. Zwemmen
is fijn, hè? Maar die plank.... Oei,
wat is die hoog! En toch is het niet
moeilijk. Je laat je maar gewoon
vallenWat een leuk postpapier heb
je, zeg! Vooral dat geschulpte randje
vind ik zo mooi. Dag, Nellie
Herman Wiekhart uit Den Helder is
erg blij met het mooie boek dat hij
won. Leuk, dat je mij dat even schrijft,
Herman! En nog wel zo'n keurig
epistel!
Van Marietje en Cilientje Briars uit
Amsterdam kreeg ik een lange brief
met een goede oplossing. Jullie heb
ben nu toch zeker je prijs al ontvan
gen? Anders moet je mij het even
schrijven! Het is nog helemaal niet
koud, hè? Ga maar veel buiten spelen,
dat is gezond! Wil je mijn groeten aan
je ouders en zusjes overbrengen?
Geer Zeilemaker uit Sijbekarspel
vond de puzzle ditmaal niet moeilijk.
Je oplossing is dan ook goed! Heb je
het gezellig gehad met je vriendinne
tje? Ik heb zo'n idee dat jullie samen
veel plezier hebben gemaakt! Mies de
Muis heb je knap nagetekend. Schiet
je al flink op metje weet wel"?
O ja, je postpapier is schattig.
Nellie van Leyen uit Obdam heeft
leuke dingen geknutseld van kastan
jes, zoals een spin, een egel en een
kameel. Zelfs vogeltjes met een staart
en vleugels. Dat lijkt me moeilijk! Ge
lukkig heb je kastanjes gekregen van
een vriendinnetje, want bij jou in de
buurt waren ze niet te vinden. En ik
had ze maar voor het oprapen: Nu niet
meer hoor, want de bomen zijn al leeg.
Fijn, dat je weer helemaal beter bent.
Zo'n akelige kou ook, hè? Maar nu is
het lekker zacht weer en kun je fijn
buiten spelen. Bijna zou ik vergeten
U-L»
Van boven naar beneden staan
hier zeven rijen letters. Wan
neer je de rijen los van elkaar
op en neer schuift is er de mo
gelijkheid dat je, van links
naar rechts gelezen, zes Hol
landse woorden vormt. Deze
woorden staan dan alle onder
elkaar. Wil je het eens pro
beren? Teken het figuur dan
over en knip de rijen los. Je
zult de zes woorden dan spoedig
vinden.
te vertellen dat je oplossing goed ls,
knap zo!
Zus Bulthuis uit Westwoud schreef
een gezellige brief, die zij met een
herfsttekening versierde. Ja, de bos
sen beginnen nu al kaal te worden.
Verkoop je veel kinderpostzegels? Bij
mij is dezer dagen ook een meisje met
een lijst aan de deur geweest. Wil je
je broertje op zijn verjaardag uit mijn
naam feliciteren? Hoe was het met het
raadsel. Heb je je daar maar niet aan
gewaagd? Je andere tekeningen vind
ik ook erg mooi. Dank je wel. Zus!
Mijn trouwe nicht Dea Kramer
stuurde een goede oplossing en een ge
zellige brief. Hartijk gelukgewenst met
twee feestelijke gebeurtenissen: jouw
verjaardag en de trouwdag van je
ouders. Wat een fijne week! Als je bij
alle drukte nu nog maar tijd vindt
deze regeltjes even te lezen. Hoe was
het kinderpartijtje? Ik wilde wel, dat
ik er bij had kunnen zijn. Ja, wat zou
dat leuk zijn als ik zo maar eens even
bij je kon komen binnen wippen.
Maarik woon niet in Zaandam!
Arie Droog uit Kolhorn zond een
goede oplossing, een mooie tekening
en een lange brief. Dank je wel, Arie!
Heb je een prettige herfstvacantie ge
had? Fijn, dat je nu al in een aard-
rijkskundeschrift mag werken. Zorg
maar dat het erg netjes wordt. En
misschien krijg je van je tante ook.nog
eens een atlas. Dat zou reusachtig zijn!
Dan kun je Wieringerwerf op de kaart
opzoeken. Dag, Arie!
Van Jaap Ambuul uit Julianadorp
ontving ik een goede oplossing en een
lange brief. Leuk zeg, die kleine krab
bel van de ophaalbrug. Wat een bof,
dat je naar de kermis mocht! En je
bent bijna overal in geweest? Nu, dan
kan ik me voorstellen, dat je genoten
hebt! Was er ook een zweefmolen?
yOOR HET HUIS van veldwachter
Franssen stond een prachtige pere
boom. Er stonden in het dorp wel
meer perebomen, maar die boom van
de veldwachter was wel iets héél bij
zonders. Daar groeiden peren aan zo
groot en zó lekker, dat niet één van
de dorpsjongens verzuimde er bege
rige blikken naar te werpen.
Dat die boom nu juist in de tuin
van de veldwachter moest staan! Dat
ontnam iedere jongen de moed om te
proberen zo'n heerlijke vrucht te be
machtigen. Als op school iemand zijn
gedachten niet bij de les kon houden,
dan kwam dat door de pereboom van
de veldwachter, als de kruideniers
knecht veel te lang met de boodschap
pen weg bleef, dan kwam dat door de
pereboom van de veldwachter
kortom als de boom van de veldwach
ter vol heerlijke sappige peren hing,
waren de jongens van het dorp uit
hun doen.
Zo ook nu. „Kunnen we het toch
niet op de één of andere wijze pro
beren", zei Willem Lange tot zijn
vrienden. „Laat iemand gewoon aan
bellen en een paar peren vragen
maar ik niet!", voegde hij er meteen
aan toe, „want de veldwachter heeft
me gisteren in de klokketoren zien
zitten!"
„En ik ook niet", zei Jan Flipse,
„want er is een ruit gebroken bij het
voetballen en de veldwachter denkt
dat ik het gedaan heb!".
„Dan blijf jij alleen over, Piet", zei
Willem. „Kom zeg, wees flinkik
vind dat je wat voor je vrienden over
moet hebben". Piet mopperde eerst
nog wel wat. Veel voelde hij er niet
voor, maar hij wilde zich toch ook
niet laten kennen en met z'n drieën
stapten ze even later naar het huis
van de veldwachter toe. „Wij blijven
achter de heg staan, schuin onder de
pereboom!", zei Jan Flipse nog. „Doe
je best hoor!" Piet stapte de tuin in.
Hij schraapte twee maal zijn keel en
trok toen aan de bel.
Even later werd de hele deurope
ning gevuld door de dikke veldwach
ter met zijn grote snor. „Wat wil je,
knaap!', vroeg hij. „Ikstotterde
Piet. „Wijik, bedoel ik.... zou U
asjeblieft willen vragen een.... een
stuk of drie peren van U te mogen
hebbenmeneer Franssenwij-
ik bedoel ik heb zo'n trek in een p...
in een stuk of drie peren....!"
De wenkbrouwen van de veldwach
ter gingen op en neer. „Jij bent Piet
van Dalen hèzei hij tenslotte.
„Oh jaen wat wil je nu eigenlijk
één of drie peren„Alsals
het kan drie meneerzei Piet ze
nuwachtig, „want.... ehziet u....
ehéén is zo weinig„Mooie
meneer ben jij!", riep de veldwachter
nu. „Echt bescheiden ben je niet
als je nu één peer komt vragen dan
valt daar nog over te denken, maar
drieJe kunt er één krijgen maar
dan ook afgemarcheerd hè!" Piet dacht
aan zijn twee vrienden. Eén peer met
zijn drieën loonde de moeite niet
daar moest iets op verzonnen worden.
„Goed meneer Franssen!", zei Piet
daarom. „Ik zal 'm zelf wel plukken.
Heeft U misschien een laddertje bij
de hand?"
„Laddertjeladdertje!" zei Frans
sen verontwaardigd. „Kun jij niet
eens boomklimmenvooruit, ik ga
met je meeSamen met de veld
wachter liep Piet de voortuin is. „Hoe
veel krijg je er?", fluisterde Willem
door de heg heen. „Zul je wel zien".
Moeder Muis zegt op een avond:
„Ja, ons huis wordt veel te klein,
'k Kan me hier maar amper roeren,
Zou er heus niets beters zijn1"
„Hmmm". bromt Pa, „laat me eens
denken
'k Zal eens neuzen in de buurt,
Wellicht kan ik nog iets vinden,
Dat aan niemand is verhuurd".
Pa Muis heeft het goed bekeken.
Hij is toch zo'n slimme baas!
Weet je waar hij komt te wonen?
In een grote ronde kaas
Die ligt daar zo fijn te geuren
In de kelder op het rek.
Ma komt met de kleintjes keuren
En ze peinst: ,,'t Is lang niet gek."
Van de ochtend tot de avond
Knaagt nu de familie Muis,
En hoe meer er wordt geknabbeld,
Hoe meer vordert ook het huis!
Zo woont dan het hele troepje
Knus en warmpjes bij elkaar,
't Lijkt een ideale woning.
Tocher is één groot bezwaar.
Want er zal een dagje komen,
Niet zo héél ver in 't verschiet,
Dat de kaas wordt aangesneden
Maar dat weet Pa Muis nog niet!
PAULIEN.
antwoordde Piet zacht. Hij sprong
naar de onderste tak, hees zich er bo
venop en zat weldra hoog in de pere
boom. „Je hoeft niet zo hoog te klim
men!', zei de veldwachter. „Er hangen
genoeg peren beneden!" „Ik heb er al
één, meneer Franssen!", riep Piet te
rug, die helemaal tussen de bladeren
verscholen zat. „Ik zal 'm in mijn zak
steken". Vanuit de boom zag Piet zijn
vrienden aan de andere kant van de
heg staan. Hij zag ook dat er een tak
volbeladen met peren juist hoog bo
ven hun hoofden buiten de heg stak.
Ineens liet hij zich voorover tuime
len, greep zich aan de tak vast, slin
gerde naar een andere tak en tuimel
de tenslotte kopje over, naast de veld
wachter in het gras. Een regen van
peren vergezelde hem. .Wei alle dien
ders op een stokjeriep de veld
wachter woedend. „Wat stelt dat voor,
jongeman!" „Ik viel meneer de veld
wachter!", stotterde Piet. „Ik zal gauw
alle peren voor U oprapen!" Hij ver
zamelde een mand vol peren voor de
veldwachter. „Hu", bromde deze. „Het
valt nogal meeik moest vanmid
dag tóch peren plukkenlaten we
alleen nog even buiten gaan kijken.
Misschien liggen er nog wel peren aan
de andere kant van de heg!" „Ik denk
van niet!", veronderstelde Piet.
„Ik geloof, dat de peren allemaal in
Uw tuin zijn gevallen." Je hebt ge
lijk" zei meneer Franssen, toen hij de
achterkant van zijn heg inspecteerde.
„Er ligt er niet één hieren nu op
gemarcheerd hé!" „Ja meneeren
dank U wel hoor", lachte Piet.
Het duurde even voordat Piet zijn
vrienden gevonden had. Ze zaten ach
ter een paar struiken en konden eerst
niets zeggen, omdat ze hun monden
vol hadden. „Jij bent' een slimmerd!",
zei" Willem eindelijk glunderend: „Je
had alleen even moeten waarschu
wen", lachte hij. „Ik kreeg een knaap
van een peer boven op mijn hoofd."
De jongens smulden verder, maar
toen ze opstonden riep Piet: „En tóch
heb ik er één extra voor de moeite,
de grootste die er in de boom zat!"
En hij haalde triomfantelijk de nog
gekregen peer uit zijn zak.
Een mooi spelletje was het echter
niet, want de peren waren genomen
en niet gekregen.
153. Was de vorige stoot van de
kastelein een sensatie geweestdeze
werd fenominaalü Nauwelijks had de
waard de bal over het groene laken
gestoten, of deze klotste tegen de
tweede bal aan. Deze sprong precies
in de open mónd van Piet Pakkum!
En alsof dat nog niet genoeg was, be
landde de derde bal op het hoofd van
de baron en stuiterde vandaar tok.
op het hoofd van Klaartje Kakatoe
en ping op de de harde schedel
van Tijs Bok. tn de eerste bal sprong
op Pam's hoofd om vandaar weer terug
te kaatsen op het groene laken. „To
verij!!!" gilde de verschrikte waard.
Piet Pakkum kon niets zeggen. Hij
stond maar gekke geluiden te maken
met de biljartbal in zijn mond en hij
was zo van streek, dat het nog een
hele tijd duurde, eer hij hem uitspu
wen kon. Klaartje Kakatoe kreeg het
eerst haar spraak terug. „Een stukje
schrijven over het mooie spel van me
neer", gilde ze met overslaande stem.
„Nou, maar dat komt in orde hoor!
Een bevel tot inhechtenisneming moes
ten ze voor jou uitschrijven!" De
waard kon haar geen antwoord geven.
De schrik was hem op zijn stemban
den geslagen en er kwam slechts een
hees gejammer uit zijn keel. „Goeie",
zuchtte de baron. „Het ergste is nog,
dat Miesje me nooit zal willen geloven,
als ze dit hoort". En Pam? Die was
alleen maar boos, omdat er óók op zijn
hoofd een bal gestuiterd was. Had
Ali niet een beetje beter kunnen uit
kijken?"
(Advertentie Ing. Med.)
F\E LESSEN in Engels, die onder de
titel „Listen and speak" door de
Engelse Radio werden uitgezonden,
zijn op uitstekende wijze voortgezet
met het 3e, 4e, 5e en 6e deel, die nu in
druk zijn verschenen en wel bij de
N.V. Drukkerij Semper Avanti" te
's Gravenhage. Voor hen, die zich gaar
ne willen bekwamen in wat vlottere
conversatie in de Engelse taal, zijn deze
goed uitgevoerde deeltjes van klein
tweehonderd pagina's met veel succes
te gebruiken. Er is inderdaad heel wat
uit te leren, vooral voor wat betreft de
echt-Engelse uitdrukkingen en zins
wendingen.
JAARBOEKEN vormen gewoonlijk vrij
J droge kost, maar de Sticusa (de
Stichting voor de Culturele Samenwer
king tussen - Nederland, Indonesië, Su
riname en de Nederlandse Antillen) is
er in geslaagd van haar jaarboek 1952
een aantrekkelijk en lezenswaardig ge
heel te maken. Men treft er bijdragen
van Indonesische en Surinaamse jon.
geren aan, onder meer een gevoelig ge
schreven novelle van de Indonesische
auteur Pramudya Anante Tur. Verder
zijn er verscheidene interessante artike
len van deskundige schrijvers over de
geschiedenis etc. van genoemde landen.
Roei ze alt, met wortel en tak.
Neem Kruschen.
Jaar-in, jaar-uit en al tientallen ja
ren lang, vonden tienduizenden baat
en verlichting bij Kruschen Salts.
De kleine dagelijkse dosis Kruscher
doet het. Juist omdat Kruschen re
gelmatig gebruikt wordt, stimuleert
het de bloedzuiverende organen en
geeft ze de regelmaat van een klok.
Kruschen is geen wondermiddel. De
zes minerale zouten hebben ieder
hun eigen tunctie en gezamenlijk
brengen ze Uw ledematen die bevrij
ding van stramheid en pijn. Adv. I.M.
Miesje heeft al vaak
geschilderd,
Soms heel mooi en
soms ook niet.
Maakte bloemen, potjes,
planten,
Schilderde ook langs
de vliet.
Ook vandaag gaat Miesje
werken.
,,'t Wordt?', zegt ze,
„een mooi portret...
En als het erg mee valt,
Wordt er ook een
lijstje omgezet!"
Maarhet wil maar
héél niet vlotten.
Het gaat niet naar
Miesje haar zin.
't Moet een mooie neger
worden,
Maar Mies ziet het niet
er in.
Dan wordt 't muisje
ongeduldig
„Bah", roept ze,
„ik schei er uit!"
Gooide kwaad een fles
met inkt,
Naar de mislukte
negersnuit
„Pats", daar vliegt
de fles aan stukken.
„Maar", roept Miesje,
„dat is wat!"
Deze vlek maakt alles
goed zeg!
Wat een mooie kop
is dat!"
9)
„U kunt de doodsoorzaak dus niet
vaststellen?" vroeg de inspecteur Bij-
vank.
,Nee, dat kan ik niet zonder autopsie".
„O juist, dan weet ik genoeg".
Dokter Vermeer nam afscheid en ging
heen'
„Juffrouw de Wilde", sprak inspecteur
Bijvank dan, „ik zal mijn collega wiens
taak dat is, want ik heb op het ogen
blik geen dienst en ik zit daar ook he
lemaal niet in, even telefonisch inlich
ten en dan zal die wel met de wagen
komen en het lijk in beslag nemen. U
voelt wel, dat is enkel een formaliteit,
maar daar is niet aan te ontkomen".
„Nee, dat oegrijp ik", antwoordde
Marta zacht met nog een blik op het
nu wat vreemd verwrongen gelaat van
Victor met die half geopende mond. Het
gezicht was in die korte tijd zo veran
derd, dat ze het, als ze er nu plotseling
voor gesteld werd, nauwelijks zou her
kennen.
Inspecteur Bijvank wisselde nog een
paar woorden met de restaurantchef en
verliet dan de kamer. Toen zei de chef:
„Ja, juffrouw de Wilde, dan is het
het beste, dat vcij ook maar gaan in af
wachting van de kómst van de politie
wagen en dan doe ik de deur zo lang
op slot. Als u dan nu nog even met mij
naar het tafeltje terug gaat, dan kun
nen we daar de kleren halen en wacht
u dan in de lounge tot ik u kom waar
schuwen. Het is wel een heel tragisch
slot van een opgewekt samenzijn".
Ze hadden Inmiddels de kamer ver
laten en de chef begeleidde haar al
pratend naar het verlaten tafeltje.
Daar stond het dessert, een puddinkje
met een bleke roze saus en een schaal
tje met fruit, nog onaangeroerd en de
twee half geleegde glazen wijn.
Het gaf haar ineens een snijdend ge
voel van machteloze ellende. Maar ze
voelde toch ook, dat dit nu allemaal bij
elkaar voor haar teveel was. Ze kon
het niet tegelijk verwerken. Als een
grote schreeuw was dit, maar zo schel
en verscheurend en onverwacht, dat 't
haar alleen nog maar apathisch maakte
en ze alles verder werktuiglijk deed,
zonder dat iets haar beroerde.
Maar toen ze met de hulp van de chef
haar kleren en die van Victor van de
kapstok had genomen en hij haar hielp
in haar mantel, wendde ze zich toch af
van het tafeitje; ze durfde er niet meer
naar te kijken.
Even later zat ze beneden in de
lounge met haar tasje in de hand zo
maar voer zich uit te staren en ze had
een vaag gevoel dat ze het eigenlijk
zelf niet was, doch telkens gingen de
woorden doe. haar brein: Victor is
dood..,. Victor is dood.... Victor is
dood
Die avond, om elf uur, kwam ze bij
Jeanne en Herman.
Jeanne was haar zuster, Herman ter
Wege, -me's echtgenoot, was arts en
iiad daar een goede buurtpraktijk.
Tóen de politie het lijk van Victor
haalde, had Marta van de betrokken
inspecteur gedaan gekregen, dat die
haar met een wagen van de politie nog
even naar Victors flat in de Rijnstraat
bracht, teneinde daar haar suitcase, ci
tybag, regenmantel en paraplu weer op
te halen. Er was al dadelijk een won
derlijke verstorven eenzaamheid daar
op dit flat geweest; ze was blij dat ze
hem verlaten kon.
Marta had Jeanne opgebeld en ge
vraagd of ze nog komen kon en dat
werd dadelijk goed gevonden.
De verhouding tussen de twee zusters
was altijd heel innig geweest en ook met
haar zwager Herman kon Marta het
best vinden.
Ze werd nu dan ook weer allerharte
lijkst ontvangen door Jeanne, die haar
opendeed.
„Kom binnen, kind, kom binnen!"
Jeanne's stem juichte bijna. „Dat is
nu nog eens leuk; we hebben elkaar in
geen eeuw gezien! Waar kom je van
daan? Ja, hang je regenjas maar op en
je manteltje en je hoed, leuk hoedje
is dat, straks eens passen. O, die bagage
komt zo wel terecht, die brengt Her wel
naar de logeerkamer. Daar is-ie al. Her,
hier hebben we de verloren dochter!"
Hij was nu ook uit de kamer in de
gang gekomen ter mede-verwelkoming
en hij drukte Marta de hand.
Even later zaten ze gedrieën in de
huiskamer, waar het opwekkend naar
vers gezette koffie geurde.
Marta zonk eigenlijk met een zucht
van moeheid in de aangeboden chester
field en nam gretig de sigaret, welke
Herman haar dadelijk aanbood.
„Ik ben vanmiddag van Parijs geko
men", ver' elde ze dan, „maar ik heb een
heel nare belevenis gehad en daarom
belde ik jullie nog zo laat. Anders was
ik morgen wel gekomen".
Ze was eerst van plan geweest om
maar niets te vertellen van haar samen
zijn met Victor, maar ze bedacht, dat
diens plotseling overlijden toch bekend
zou word n en misschien wel als een
sensationeel berichtje in de kranten kon
komen met een hoofd: Bekend geleerde
plotseling overleden, of zo iets.
Dan was het nog maar beter het hen
te vertellen, ze waren trouwens volko
men op de hoogte met de vriendschap
pelijke verhouding tussen haar en Vic
tor; Jeanne, echt vrouwelijk, had er wel
eens hoopvol, zij het half plagend, op
gezinspeeld, dat het misschien nog wel
eens „iets zou worden".
Van het bestaan van de G.B.A. wisten
Jeanne en Herman niets af: Marta had
alleen verteld, dat ze met professor de
Raat, wiens assistent ze immers in Delft
was geweest, werkte aan een uitvinding
van hem, waarvoor ze wel eens op reis
moest om laboratoria en bibliotheken te
bezoeken. Dat was nu ook het geval ge
weest en derhalve was het ook heel
natuurlijk, dat ze van de trein komend,
dadelijk het eerst naar professor de
Raat was gegaan om rapport uit te
brengen. Van de vermissing van haar
tasje repte ze natuurlijk niet, maar
over het tragische gebeuren in het
restaurant vertelde ze zonder enige te
rughouding.
„Kind, wat vreselijk voor je!" kreet
Jeanne, een kop koffie bij haar neer
zettend.
„Had hij van te voren helemaal niet
geklaagd?" vroeg Herman.
„Volstrekt niet! Wat kan dat nu ge
weest zijn?"
Hij haalde zijn schouders op.
„Och, er zijn zoveel mogelijkheden.
Embolie, nartverlamming door een of
andere oorzaak. Ik weet van de man
niets af. Alleen begrijp ik niet hoe hij
uiterlijk zo kon veranderen. Zijn ge
zicht, zo verwrongen zoals je zei. Dat
wijst meer op een soort intoxicatie.
Maar zo erg, dat is toch welEnfin,
ik weet het niet, de sectie zal het wel
uitmaken. Heeft hij nog familie?"
(Wordt vervolgd.)
Dr. H. J. WESTERINK heeft bij J.
H. Kok N.V. te Kampen een boek
je doen verschijnen, dat op honderd
en twaalf pagina's een voortreffelijke
samenvatting geeft van wat er mo
menteel aan zekerheden en veron
derstellingen ten aanzien van de
Bijbel bestaat. De schrijver behan
delt van de voornaamste boeken van
het Oude en het Nieuwe Testament
de ontstaangeschiedenis en toont aan,
dat er heel wat met de tekst van
het Woord Gods is gebeurd, voordat
wij haar in de huidige vorm in han
den kregen. Niet alleen hebben He
breeuwse, Aramese en Griekse schrij
vers vaak naar willekeur met de
geschriften der grote voorgangers
gehandeld, maar ook de katholieke
Vulgaatvertaling heeft heel wat wij
zigingen ondergaan. De bijbelweten
schap richt zich thans in hoofdzaak
op het ontdekken van de tekst, die
het origineel zo veel mogelijk be
nadert, waarbij zij vaak steun ont
vangt van zeer oude handschriften.
Het boekje eindigt met een vrij
uitgebreid hoofdstuk over de wor
ding van de Nederlandse bijbelver
talingen.
De schrijver is er in geslaagd, een
zeer moeilijke stof op zeer eenvou
dige maar verantwoorde wijze samen
te vatten. Zijn boekje is niet alleen
bedoeld voor vaktheologen, maar zal
ook stellig bij belangstellende leken
zijn weg vinden.
PIANOTRIO van Tsjaikowsky.
Zuiver romantisch: de componist
trekt zich al dadelijk niets van
het oude vormschema aan, maar
begint met een stuk met een ele
gisch karakter een van de
fraaiste klaagzangen uit de mu
ziekgeschiedenis. Het tweede en
laatste deel is een reeks van
meesterlijke variaties, die haar
afsluiting vindt in een prachtige
coda. Zaterdag 10.15, over Hil
versum I, 402 m).
ZATERDAG 24 OCTOBER
HILVERSUM I, 402 m.: 7.00-24-00
KRO. 7-00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Ge
wijde muziek. 7.45 Morgengebed en Litur
gische kalender. 8.00 Nieuws en weer
berichten. 8-15 Gram. 9.00 Voor de huis
vrouw. 9.35 Waterstanden. 9.40 Gram-
10.00 Voor de keuters. 1015 Gram. 11.00
Voor de zieken. 11.45 Gram. 12.00 An
gelus. 12.03 Gram. 12.30 Land- en Tuin-
bouwmededelingen. 12.33 Gram. 12.55
Zonnewijzer. 13.00 Nieuws en Katholiek
nieuws. 13-20 Amus.muziek. 14.00 Boek
bespreking. 14.10 Tophits. 14-20 Engelse
les. 14.40 Mannenkoor. 15.00 Kroniek van
Letteren en Kunsten. 15.40 Fanfarecorps.
16.00 Orgelconcert. 16.30 „De Schoonheid
van het Gregoriaans". 1700 Voor de
jeugd. 17.50 Sportuitslagen. 18.00 Voor de
jeugd. 18.15 Journalistiek weekoverzicht.
18-25 Lichte muziek. 18.45 Buitenlandse
correspondenties. 19.00 Nieuws. 19-10
Gram. 19.20 Parlementair overzicht. 19.30
Gram. 20.25 De gewone man. 20 30 „Licht
baken", causerie. 20-50 Gram. 21.00 Ge-
var. programma. 21.50 Actualiteiten. 22.00
Luisterwedstrijd. 22 30 „Wij luiden de
Zondag in". Avondgebed en Liturgische
kalender. 23.00 Nieuws. 23.15 Nieuws in
Esperanto. 23-22—24.00 Gram.muziek.
HILVERSUM H, 298 m.: 7.00 VARA,
10.00 VPRO, 10.20 VARA, 19.30 VPRO,
20.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 710
Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gram. 8.00 Nieuws.
8.18 Gram. 8-55 Voor de vrouw. 9.00 Gym.
voor de vrouw. 9.10 Gram. 10-00 „Tijde
lijk uitgeschakeld", causerie. 10.05 Mor
genwijding. 10.20 Voor de arbeiders in de
continubedrijven. 11.30 Altviool en piano.
12-00 Lichte muziek. 12.30 Land- en Tum-
bouwmededelingen. 12.33 Gram. 13.00
Nieuws. 13.15 Vara-varia. 13.20 Dans
muziek. 13.45 Sportpraatje. 14.00 Orgel
er, zang. 14-25 Gronings programma. 14.50
Volksmuziek. 15.15 „Van de wieg tot het
graf". 15.30 Dansmuziek. 16.00 Muzikale
causerie. 16.15 Kamerorkest en solist 17.00
Weekjournaal. 17.30 Gram. 1800 Nieuws
en commentaar 18.20 Dansmuziek. 18 40
RegeringsuitzendingZoeklicht op de Wes.
terse Defensie. 19.00 Artistieke Staal
kaart 19.30 „Passepartout", causerie.
10.40 „De Heidense wereld, waarin het
Christendom ontstond", causerie 19-55
„Deze week", causerie. 20.00 Nieuws.
20.05 Gevar. programma 22.00 Socialis
tisch commentaar. 22.15 Franse muziek.
22.40 „Onder de pannen", hoorspel. 23-00
Nieuws, 23.15—24.00 Gram.muziek.