Bermuda's een aards paradijs Bescherm Uw auto Versterken de communisten de druk op West-Berlijn? Van boerenknecht tot generaal Joe, de barman, vertelt de vreemde historie van de eilanden De Grote Drie naar een zonovergoten land Het jaartal van de ontdekking is onbekend T\ Een concurrent D Einde en begin Heeft breuk in coalitie grote gevolgen Lemmer: te belangrijk" MILOJE MILOJEVIC Verdeeldheid Troebel water ZATERDAG 28 NOVEMBER 1953 FEN eeuwig zingende branding vormt de grens van de prachtige tropen-eilanden de Bermuda's. Zachtjes wuivende palmen, strak getekend tegen de diep blauwe lucht, wenken de reiziger naar dit uiterst modern geoutilleerde vacantie-centrum. Voor velen zijn de Bermuda-eilanden onbekend, en men weet niet waar ze precies liggen. Geheel onbekend zijn ze momenteel niet meer, ze staan door het jongste bezoek van Koningin Elizabeth van Engeland en de a.s. conferentie van de Grote Drie in het brandpunt der publieke belangstelling. De Bermuda's liggen in de At lantische Oceaan pal ten Oosten van de beruchte Kaap Hatteras en op dezelfde hoogte als de Azoren. Veel stormen moeten de Bermuda's trotseren, letterlijk en figuurlijk, het figuurlijke zal echter door de tijd op de achtergrond raken; maar de echte stormen uit de Oceaan donderen soms met een snelheid van 125 kilometer per uur over de eilanden heen. Ze vervolgen hun weg, de aarde sidderend achterlatend. Schepen hebben het soms zwaar te verduren, verscheidene zijn op de verraderlijke riffen van de Bermuda's te pletter gelopen. JACHTJES glijdt het bootje over de spiegelgladde baai, aan de kim rijzen de heuvels achter een nevelig waas, omhoog. Indrukwek kende wolkenbanken drijven statig, als een statie-koets, over het vredige landschap. Piepend, bewegen de rie men met een nijdig rhythme in de dollen, het geplas in het water is het enige ge luid wat de intense stilte verstoort. In. de verte ligt Hamilton, de hoofdstad van de Bermuda-eilanden te bla. keren in de zon; het doel van de reis nadert. De pas sagier, die door de veerman naar de stad wordt ge bracht, tuurt met verlangen de ogen naar de huizen. „Hoe lang is het nog va ren?" vraagt hij. De veerman neemt er de tijd voor. Hij neemt zijn meerschuimen pijp uit de tandeloze mond en zegt „On. geveer nog vijftien minuten, mijnheer" „Vindt U het hier mooi, op onze eilanden, mijnheer?" vraagt hij. „Ik kan geen woorden vinden om mijn bewonde ring te uiten", zegt de reizi ger; „kijk daar Hamilton eens mooi liggen, en die zeil jachten als statige zwanen scheren zij over het vrater. Het lijkt of er geen woelige wereld bestaat". Langzamerhand nadert men de stad, het geroezemoes van het stadsleven is nu flauw hoorbaar. Met een handige zwaai draait de veerman aan de steiger. „Dank U wel, mijnheer", zegt hij aan zijn pet tikken de, als de reiziger hem be taalt. Palmen langs de wegen buigen gedwee hun kruinen voor de wind, het aange name klimaat lokt veel in woners op straat. Luchtig gekleed lopen rijke Ameri kaanse touristen over de boulevards te wandelen met bewondering opkijkend naar de trotse ceders. FT de bar „The Old Timer" is het nog stil. Joe de barman hangt ver veeld te suffen op zijn tapkast, niets ziende staart hij voor zich uit. Ge ruisloos stopt een grote Amerikaanse limousine voor zijn zaak. Joe veert op, plotseling is hij één en al activi teit. Buigend loodst hij de klanten zijn bar in. „We zullen het je ge makkelijk maken", zegt een van de klanten. „We gaan op de krukken aan de bar zitten, dan behoef je niet te lopen." „Zeg Joe", zegt een ander, „we hebben in de stad van je ge hoord, je bent een afstammeling van oude kolonisten; nu, terwijl je met ons een potje drinkt, moet je ons de geschiedenis van de eilanden vertellen, wil je dat?" „Natuurlijk heren, tijd heb ik ge noeg. daar niet van, maar ik zal maar zeggen, eerst dan maar in schenken, hè, en daarna een ver haaltje." Instemmend knikken de bezoekers. Het verhaal van Joe, de barman luidde ongeveer als volgt. „Een vast jaartal over de ontdek king van de eilanden kan ik U niet zeggen, men neemt aan dat om streeks 1500 de Spanjaard de Bermu- dez het eerst voet aan wal heeft gezet. Door hevige stormen werd hij naar de eilanden voortgestuwd, drei gend dreunde de branding op de riffen, iedereen aan boord zag het einde voor ogen. Doch wonder boven wonder kwamen ze er zonder kleer- schuren af, ze richtten een verblijf op en installeerden zich zo goed en zo kwaad als dat ging. Na verloop van tijd verlieten zij de Duivels eilanden op een vlotje, alles achter latende. De eilanden raakten weer in het vergeetboek tot 1609. In dat jaar omstreeks Juni, vertrok een Engels handels-eskader, onder bevel van George Somers, uit het Moederland naar Amerika. Nabij de Bermuda's werd het verband tussen de schepen, door een vliegende storm verbroken, acht schepen kwamen door het noodweer heen, doch het negende leek spoorloos verdwenen. Wat was van het laatste schip ge worden? Inziende dat men het scnip niet kon houden, liet George Somers het op de kust van een der eilan den vastlopen? Allen brachten het er heelhuids af. Een gedwongen ver blijf van jaren volgde. Men onder nam twee pogingen per vlot het vaste land van Amerika te bereiken. De eerste mislukte jammerlijk, de tweede echter zette de kroon op het werk. De Bermuda's kregen daar door bekendheid, sommige kolonis ten gingen eens een kijkje nemen en vonden het wel de moeite waard voor goed te blijven. Men ging zich op de land- en tuinbouw toeleggen en voor een te beginnen tabaks-cul tuur liet men slaven uit Amerika overkomen. Aan het einde van de achttiende eeuw kreeg het bekendheid als va- cantie-centrum. Het heerlijke kli maat bleef geen geheim; diverse Amerikaanse millionnairs gingen daar hun vacantie doorbrengen. Daardoor werden de ogen van mijn voorouders geopend", vertelde Joe verder. „Ze gooiden landbouwge- CANADA, U.S.A. reedschappen in een hoek en stamp ten in korte tijd talrijke hotels en recreatie-oorden uit dé grond." Tijdens de laatste oorlog zijn de Bermuda-eilanden een belangrijk steunpunt voor de geallieerde' oor logsvloot in de Atlantische Oceaan geweest. Eigenlijk zijn de Bermuda's een Engelse kroonkolonie, doch eco nomisch zijn de eilanden van de Ver. Staten afhankelijk. EEN klein plezier-wagentje getrok ken door een paard verlaat rate lend de stad, achterop zit een jong paartje dat de wittebroodsweken op de Bermuda's doorbrengt. Langzaam hobbelt het voertuig door de omge ving, iedereen geniet met volle teu gen van de schoonheid der natuur. Voor de man die het paard bestuurt is het steeds nieuw. Hij raakt nooit uitgekeken. Na verloop van tijd rijden ze door het heuvelland, een prachtig panorama ontvouwt zich voor hun ogen. Beneden hen ligt Hamilton. „Vroeger", vertelt de koetsier: „be stond Hamilton niet. De enige stad was St. George. Op een ander eiland. Omstreeks 1800 stichtte gouverneur Hamilton deze stad." De Pembroke Valley heeft zich op haar mooist uitgedost, kleurige plantsoenen breken het effen wit der stad. De oude St. John kerk ver heft trots haar toren naar de strakke lucht, de in 1621 gebouwde kerk is reeds zoveel gerestaureerd, dat van het ware karakter niet veel is over gebleven. Kalm sjokt het paard heuvel op, heuvel af; in de verte ontwaart men witte, deinende vel den met lelies. De lucht is bezwan gerd door de zwaar geurende bloe men. Van Januari tot Mei wedijvert het landschap van Bermuda met onze Hollandse bollenvelden; dui zenden snijbloemen worden jaar lijks door de lucht naar Amerika geëxporteerd en vormen voor de Bermuda's een goede bron van in komsten. Bamboe-gewassen, slanke palmen en hoge ceders wisselen el kaar af. Niemand spreekt een woord. Verwondering straalt uit de ogen van het bruidspaar en schuchter vragen zij zich af, of ze het voor recht genieten in een aards paradijs rond te rijden. Ze bewonderen de vaak rotsachtige stranden, het wordt hun daarbij vergund de koraaltuinen te bezichtigen. Het glasheldere, EIS DIT MERK POLISHES-CLEANERS-WAXES. Zorg dat Uw auto niet van het winterweer heeft te lijden. Bescherm lak- en chroomwerk tegen alle weersinvloeden. Dat spaart Uw kostbare auto. Niet Iedere auto kan op dezelfde wijze worden behandeld. VALMA heeft echter voor elke auto het Juiste onderhouds middel. Vraag Uw garagehouder. (Advertentie Ing. Med.) blauwachtige water opent voor deze jonge mensen haar schoonheid. Bont gekleurde vissen spelen hun spel tussen de riffen, en verdwijnen in de diepste schaduwen iE AVOND daalt, wonderlijke aan het zwerk, de zeilers op de tal rijke baaien wenden het roer en varen naar huis; touristen die van de stilte in de heuvels hebben ge noten trekken weer naar hun hotels. Sommigen dwalen nog even door de stad met haar echt tropisch ka rakter. De grote, ruime huizen heb ben vreemde trapvormige daken, want eik druppeltje regenwater moet worden opgevangen. De Ber muda's beschikken namelijk niet over voldoende voorraden drink water. Dit is Hamilton de hoofdstad van de Bermuda-eilanden, een stad zon der een tak van industrie. Nergens ziet men fabrieksschoorstenen rook uitbraken. Negentig procent van de inwoners leeft van de toeristen. Daarbij is Hamilton een belangrijk internationaal knooppunt voor alle trans-Atlantische telegraafkabels, hetgeen straks tot gevolg heeft, dat eventuele berichten betreffende de aanstaande conferentie in korte tijd in Europa bekend zullen zijn. Gelijk in ons land gaat op Ber muda twee van de drie inwoners op de fiets naar het werk. Het korte wegennet van 155 km. maakt het gebruik van veel auto's onmoge lijk; bussen hebben indertijd de ruim 40 km. lange spoorweg geheel ver drongen. Het trans-Atlantisch vlieg verkeer maakt doorgaans op de uit stekende vliegvelden een tussen landing, alvorens de grote sprong over de Oceaan te maken. Koningin Elizabeth, die met haar gemaal een reis door het Gemenebest maakt, sprak in het parlement van de Bermuda-eilanden een rede uit. Geheel links de hertog van Edinburgh. (Van onze correspondent te Berlijn). JJE KWESTIE der regeringsvorming in het „land" Berlijn is na wekenlange politieke koehandel beslist. De sociaal-democraten zijn uit de West-Berlijnse regering getreden en daarmede is een einde gekomen aan een politiek, waarmede alle partijen zich aan de baar van de kortelings overleden opperburgemeester Reuter, nog tot elke prijs solidair verklaarden. Met het stoffelijk omhulsel van prof. Reuter werd vrijwel gelijktijdig ook zijn politiek ten grave gedragen, die voor de viersectorenstad zulke gunstige resul taten afwierp. De grote coalitie der drie Berlijnse partijen is uit eengevallen en overgebleven is een regering van christen-democra ten en liberalen, die tezamen in de senaat over een meerderheid van vijf stemmen beschikken. Het nieuwe opperhoofd is nu dertien maanden lang dr. Schreiber, een man uit Adenauer's partij, die volgens beoordelingen van verschillende zijden over meer goede wil dan vermogens schijnt te beschikken. Maar dit is niet zo catastrofaal. Over een goed jaartje wordt er in Berlijn weer ge stemd en tot dan toe zal het wel nauwelijks iemand gelukken ernstige brokken te maken. H. STEENSMA, Wil doen veel Maar van de andere gewezen coa- litie-partners kan men zeker niet hetzelfde zeggen. Sommige toonaan gevende christen-democraten, zoals de fractie-voorzitter Ernst Lemmer, betreuren de breuk met de socialis ten en hopen slechts, dat Schreiber en zijn nog sterker rechtsstaande liberale medewerkers niet aan het experimenteren slaan. Lemmer is be ducht, dat zijn partijgenoot Schrei ber met de hulp der liberalen nu eens „schoon schip" zal gaan maken en zo het vormen van een grote coalitie het volgend jaar bij voor baat verhindert. West-Berlijn is weliswaar een „land" voor de Bondsrepubliek officeel HET UITEENVALLEN der grote coalitie wordt hier in het alge meen betreurd. Men kan misschien een uitzondering maken voor de li beralen. Deze hebben de noodzake lijkheid van nauwe politieke samen werking met de sociaal-democraten vanwege de bijzondere politieke si tuatie van Berlijn eigenlijk nooit in gezien en zijn daarom nu ook de enigen, die een vreugdedans uitvoe ren, omdat zij de sociaal-democraten kwijt zijn. (Van onze Haagse redactie) EEN EN VEERTIG jaar was de Joegoslaaf, die in dat Haagse hotel tegenover ons zat een man in de kracht van zijn leven. Hij had dat voor Noorderlingen typische en ook interessante „Balkan"-gezicht: verweerd, door de zon ge bruind, diepe rimpels en plooien, zware, borstelige wenkbrauwen, gitzivart haar en donkeremelancholieke ogen. Het was heel gemakkelijk deze korte, gedrongen gestalteals een eenvoudige boerenknecht voor te stellen. Want dit en niet meer dan dit is Miloje Milojevic tot zijn 24ste jaar geweestOp de naar water dorstende berggron- den rondom het Servische ge huchtje Ursula heeft hij geploe terd voor een armzalig bestaan. Geld was er vrijwel niet; alles, tot de betaling toe, geschiedde in natura. En nu, nog geen zeventien jaar, nadat hij achter de ploegstaart tussen de mystieke bergen van Servië liep? Miloje Milojevic con stateert het slechts als een ver schijnsel, als een onontkoombaar iets, waarvan hij de eer graag aan anderen laat.. „Ik ben luitenant- generaal in het Joegoslavische leger, lid van de Generale Staf en commandant van de troepen, die aan de Zuidoostelijke grens van mijn land gelegerd zijn Kortaf klinkt zijn stem, die ge wend is bevelen te geven. Bondig, doch nooit zelf verheerlijkend zijn trouwens al zijn antwoorden. Welk een carrière! Van boeren knecht tot generaal; van rechter hand van een machteloze Servi sche pachter tot rechterhand van de machtige maarschalk Tito, een andere self-made Joegoslaaf. Tito en zijn dappere partisanen driehonderdduizend van hen hebben het leven op het slagveld gelaten hebben een grote rol in het bestaan van Miloje Miloje vic gespeeld. De man, die bij het uitbreken van de oorlog tegen Duitsland nog korporaal was, doorliep in een ongekend snel tempo alle legerrangen. In 1941 werd hij kapitein in de onsterfe lijk geworden Levacki-.compagnie; in 1942 bevelvoerend off icier van de even beroemde derde Kraguje- vac-compagnieop wier vanen de plaatsnamen Knica en Bumbare- vog Brda met bloed zijn geschre ven. Als commandant van de 21ste Servische Divisie beëindig de Miloje Milojevic tenslotte zijn veelbewogen partisanencarrière. Doch niet, nadat men hem om zijn weergaloze moed tot nationale held had uitgeroepen en ook tot bevrijder van de Joegoslavische hoofdstad, Belgrado. yOOR het Duitse schroot is deze Joegoslavische verzetsheld niet gespaard gebleven. Zijn gelaat draagt er de onuitwisbare sporen van, want het licht van zijn rech teroog ts uitgeblust. In 1943, juist op het moment, dat hij in een vliegtuig wilde stappen om zijn land op de conferentie in Cairo te vertegenwoordigen, ontsprong hij op het nippertje de dood, toen een Duitse bom in zijn onmiddellijke nabijheid explodeerde. Zijn vriend en medestrijder, de door de Joego- slaven nog steeds herdachte ver zetsleider, Lola Ribac, stierf in zijn armen. Met horten en stoten en met bijna merkbare tegenzin zijn de antwoorden er uit gekomen. Want Miloje Milojevic praat niet graag over het verleden. „Het verleden is voorbij en moet daarom rus ten", zegt hij simplistisch, maar toch ook wijsgerig. „Het heden is veel belangrijker Wat is het heden? Zijn hobbies misschien? De generaal heeft ze niet en heeft er ook geen behoefte aan. Zijn werk om het Joegoslavische leger te helpen opbouwen, acht hij als zijn grootste hobby. „Vroe ger", zegt hij met de eerste lach, die wij aan zijn gezicht kunnen onttrekken, „hield ik van het voetbalspelMaar ik ben bang dat mijn leeftijd en alle gebreken van dien mij niet meer in staat stellen anderhalf uur lang achter een bal aan te hollen Het probleem Triest ligt zeker ook in het heden. Het is een pro bleem van de dag zelfs, brandend als vurige kolen. Miloje Miloje vic heeft het volgende krachtige en ook veelzeggende commentaar: „Het is mijn heilige overtuiging, dat de kwestie Triest in der minne geschikt zal wordenJoego slavië is sterk beschikt zelfs over het sterkste leger in Europa op Rusland naDit is geen propaganda, doch een werkelijk heid, waarop wij ons verheugen Waren we zwak geweest, dan was de zaak beslist heel anders gelo pen Geen verwijten aan het adres van Engeland, Amerika of Italië komen uit de mond van de kleine generaal. Geen grootspraak ook en geen verbitterde woorden. Als een hartstochtelijke, doch niet door slaande nationalist zoekt hij dit wereldprobleem te analyseren vanuit een gezichtshoek, die Rus land noodlottig is geworden en die het Westen sterker heeft gemaakt: de kracht namelijk van een door zelfverdediging en zelfontplooiing groot geworden natie. zelfs „buitenland" met bijvoorbeeld onafhankelijke politie- en toldien- sten maar van de andere kant is het feitelijk niet meer dan een ge halveerde millioenenstad, die door een gemeenteraad wordt geregeerd. De bevoegdheden der stedelijke com mandanten zijn in West-Berlijn veel groter dan die der hoge commissa rissen in West-Duitsland. De senato ren zijn in feite heel gewone wet houders. Daarom heeft Lemmer er ook altijd de nadruk op gelegd, dat men de betekenis van het verdelen der zetels in het gemeentebestuur niet mocht overdrijven. Dikwijls ont stond de laatste weken een situatie, alsof de regering van een grote mogendheid moest worden gevormd. Terecht beschouwt Lemmer een der gelijke overdrijving als schadelijk voor de onderlinge politieke ver standhouding, temeer nog omdat deze door de bevolking in het geheel niet wordt begrepen. Zij verlangt een sociaal vooruitstrevende politiek en gelijktijdig het afbreken van de bu reaucratische partijdictatuur der so cialisten in het gemeentebestuur. 90% van alle belangrijke baantjes zijn door sociaal-democraten bezet, alhoewel zij minder dan de helft der kiezers achter zich hebben. IN de socialistische partij is de toe stand nog verwarder dan bij de christelijk-democraten. Bij de socia listen bestaan twee ongeveer even sterke groepen, die geheel verschil lende wegen willen inslaan. De ene stelt de samenwerking met anders denkenden op de voorgrond, is onder andere voorstandster der EDG en stelt zich bijvoorbeeld op het stand punt, dat de proletariër in de oude zin des woords feitelijk niet meer be staat en het partijprogram naar dit inzicht moet worden gewijzigd. De andere volgt daarentegen nog steeds de stoere politiek van' wijlen Schu macher. Zij is tegen de EDG, stelt eisen vóór verplichtingen, is de voe dingsbodem voor een proletarisch nationalisme, leeft in de roes van de socialistische eeuw en is uitsluitend bereid aan een regeering deel te ne- nemen, wanneer deze haar program ongewijzigd overneemt. Deze groep heeft het in Berlijn met één stem van de andere gewonnen en zo kwam een einde aan de grote coalitie. Met welke bedenkelijke argumenten ge opereerd werd, blijkt onder andere hieruit, dat een vooraanstaand lid der socialistische partij verweten werd een ontvangst der geallieerden te hebben bezocht. Deze voortdu rend toenemende arrongantie kan men overigens vrijwel overal con stateren. DE COMMUNISTEN in Oost-Berlijn hebben het uiteenvallen der gro te coalitie vanzelfsprekend in alle toonaarden bejubeld. Zij zijn on middellijk actief geworden én heb ben de socialisten tot nauwe samen werking uitgenodigd. Alhoewel de communistische vakbeweging de Oost-Duitse arbeiders veertien dagen geleden officieel heeft doen weten, dat eisen om loonsverhoging niet mo gen worden gesteld, heeft zij de so cialisten in West-Berlijn voorgesteld loonsverhogingen, een verbetering der steungelden en kersttoelagen te eisen. „Weg met de Schreiber-senaat, de senaat van de openlijke reactie en de dictatuur der concernheren!" heet het in een officiële oproep der communisten tot de socialisten. Deze zullen op geen aanbiedingen tot sa menwerking ingaan, alleen reeds omdat tussen socialisten en commu nisten de vele duizenden socialisten staan, die in de Oost-Duitse gevan genissen zuchten. De nu ontstane toestand vereist echter de hoogste waakzaamheid. De Oost-Duitse com munisten zouden hun druk op West- Berli.m belangrijk kunnen gaan ver sterken, wat gezien de moeilijke positie, waarin deze stad en haar bevolking zich bevinden, niet zonder gevolgen zou kunnen blijven. Ont staan in West-Berlijn twee elkaar fel bestrijdende kampen, dan kan Moskou zich gereed maken de ap pel op te vangen, waarnaar het al zo lang heeft verlangd. Het is daar- ™-,ue-J?°u.el?' ua,f P)atifiing en bezon nenheid het beleid in West-Berlijn tot de naaste verkiezingen bepalen en de kleine coalitie zich van bra- vourstukies onthoudt, die een van alle zijden bedreigde, niet eens zo sterke vestiging als de drie Weste- lilke sectoren van Berlijn zich nu eenmaal niet kunnen veroorloven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1953 | | pagina 9