Moet het eindexamen vervallen? Afschaffing houdt gevaren in, doch verbeteringen zijn gewenst Lezers spreken iBICAHPAV; Qa-va-Seul DE VERGETEN CATEGORIE AAN HET WOORD Een proefklasse-systeem Het paard van Troje binnenhalen Laat ontwikkelingspeil niet dalen Handhaven Contra extreme vernieuwing Houdt de practijk in het oog r Pim, Pam Pom en de graafmachine En nu de volgende kwestie Is Nederland tegenover Indonesië weerloos? DOKTERS Assistente ADELAIDE HUMPHRIES \^uvmu^ cluttfo dCMJthjwk! j-^^rSinTover 1Sa^"hcts"A"kkTR") Luister eens naar: Radioprogramma DONDERDAG 21 JANUARI 1954 LEf £ADIG herinner ik mij een gesprek met een van geet en die tegenzin maakt mij de studie moeilijk", mijn leerlingen op de Alkmaarse Rijks H.B.S. Hij „ik ben niet paraat genoeg om in een korte tijd zat in de vijfde klas, het was Februari of Maart en over alles te beschikken, wat ik weet en kan: ik moet hij zwoegde voor zijn eindexamen. De jongeman be- rustig de tijd hebben om te zoeken en te overdenken hoorde tot de goed-mid delmaligen: hij was ieder jaar overgegaan, soms met de hakken over de sloot, maar hij kwam er in de eerste plaats door zijn ijver en stevige wil. „Ik kom er nooit", zei hij. En hij ontwikkelde de volgende redenen voor die voorspelling: „Ik kan niet zoveel tegelijk onthouden", „ik vind het eigenlijk onzin, zoveel feiten in mijn hoofd te stampen, die ik tóch binnenkort weer ver- en die krijg je op een examen niet", „ik maak mij nerveus en dan kun je niet meer beschikken over al je kennis." Ondanks al deze be zwaren werkte hij door en hij kwam er. Is er veel veranderd onder de mensen uit de hoog ste klas Laat de vergeten categorie het ons vertellen. Wij nemen zes getuigenissen op: MAAR aanleiding van het examen- probleem mijn mening: ik ben tegen de examens, tenminste zoals ze nu op de meeste scholen zijn. Het schijnt mij toe, dat men in 1 uur de kennis van b.v. Ned. literatuur niet kan schatten, o.a. daar de geëxami neerde waarschijnlijk hoogst nerveus is; het komt daardoor meer dan eens voor, dat iemand die in de klas tot de beste leerlingen behoort, afgewezen wordt. In Arnhem is een waar geen toelatingsexamen wordt gedaan, maar de kinderen 2 of 3 weken in een proef klas worden gezet en naar de resulta ten van het werk, dat ze in de proef klas gemaakt hebben, worden ze afge wezen of toegelaten. Op zo'n manier zou ik de eindexamens ook willen hebben. De beoordeling van het werk is dan natuurlijk geheel anders dan die van de tegenwoordige eindexamens. Ook zit er natuurlijk veel meer tijd aan verbonden, des te meer, omdat het gewenst is, dat de klassen uit niet meer dan 6 of 7 geëxamineerden be staan, daar er met grote klassen een minder sterk contact zal bestaan tussen examinator en geëxamineerde en er zodoende geen juiste beoordeling kan worden gegeven over deze. De klas moet natuurlijk geleid worden door een deskundige van het desbetreffende vak. Doch voorlopig kan er nog niet aan een dergelijke methode gedacht worden, voornamelijk, omdat er in ons land veel te weinig examinatoren zijn". ELS SOETERS, M.M.S. IV, Velsen N. {-{ET AFSCHAFFEN van de eindexa mens zie ik als het binnenhalen van het paard van Troje: in plaats van de verwachte verbetering zal eerder een vermindering van de waarde van het einddiploma optreden. Het is ellendig genoeg, maar zonder de diverse diplo ma's kom je niet ver meer. Al? dus de beslissende cijferlijst afgeschaft wordt, is een onmiddellijke reactie hierop, dat men niet ten volle durft vertrouwen op de rapporten, die dan de doorslag zullen moeten geven. Trouwens, als men de eindexamens zou willen af schaffen, dan zouden ook, als men doorredeneert, de proefwerken voor de rapporten moeten verdwijnen. Want het idee van een eindexamen is het zelfde als dat van een proefwerk: beide een herhaling van reeds beken de stof. Waarom dan wèl de eind examens en niét de proefwerken af schaffen? Een argument, dat men zou kunnen aanvoeren, is, dat de hoeveel heid stof voor het eindexamen veel groter is dan voor een proefwerk. Dit is waar, maar door een juiste verdeling en een voortdurend repeteren, indien mogelijk onder toezicht van de leraren, zal de inspanning voor de „grote slag" aanmerkelijk verzacht kunnen worden. Daarom ben ik er vóór, dat de eind examens blijven zoals ze zijn. Un homme qui pense, vaut deux! HANS KAPER, Alkmaar. J)OOR de vele ongunstige factoren die de eindexamens beïnvloeden, o.a. de zenuwen, zouden velen ze af geschaft willen zien. Ze willen dan als controle-middel het eindrapport met een verklaring van de directeur en leraren dat de leerling (e) geschikt is Voor de maatschappij. Afgezien van het feit dat deze be oordeling niet altijd zuiver zal zijn, is dit systeem volgens mij volkomen on mogelijk. Hoe vervelend het ook is, de eindexamens kunnen niet verdwijnen, maar ze zullen eerder nog verzwaard worden. De redenNederland is een kleine mogendheid, die voor een groot deel afhankelijk is van de grote mo. gendheden. Op vele gebieden neemt Nederland echter een wereldpositie in. Eén daarvan is het hoge ontwikkelings peil van ons volk, waardoor wij nog danig een woordje in deze woelige we reld meespreken. Naar mijn mening zal bij het afschaffen van de eindexamens dit peil zodanig dalen, dat dit in de loop der jaren tot minder prettige ge volgen kan leiden. Het is nu eenmaal een feit dat we ons moeten richten naar de „Groten". Dat is 's werelds be loop. Willen we het hoofd boven water houden en niet worden aangezien als een energieloos volk, dan zullen we daar hard voor moeten werken. Als de eindexamens worden vervangen door bovengenoemd systeem, dan leidt dit tot duizend en één verschillende re gelingen, waardoor de getuigschriften hun waarde verliezen, omdat er geen maatstaf is. Om at deze redenen zie ik. de afschaffing van de eindexamens als een maatschappelijke zonde". P. B. S. KAT, 's-Gravenhage MIJN MENING aangaande het onder werp van deze keer is gauw gefor muleerd. Ik ben nl. van oordeel, dat de eindexamens, zoals deze thans aan mid delbare scholen en andpre instellingen van onderwijs worden afgenomen, ze ker gehandhaafd dienen te blijven. Wanneer we ook deze maatstaf laten varen, dan ben ik erg bang, dat we met ons onderwijs hard bergafwaarts gaan en daarbij de waarde van het diplo ma zullen verliezen. Geven we immers de leraren der diverse scholen de be voegdheid om aan het einde der cur sus een diploma uit te reiken, zonder dat daarop van hogerhand enige con trole is, dan zou het wel eens kunnen gebeuren, dat school A veel spoediger een diploma afgeeft dan school B., daar de maatstaven van A veel minder streng zijn dan die van B; terwijl toch hetzelfde recht aan het diploma wordt toegekend. Natuurlijk is het zeer hin derlijk te noemen, wanneer een goede leerling op het examen zit te knoeien, door zenuwachtigheid of zo, ik meen echter, dht examinatoren ook mensen zijn en er dus zeker rekening gehouden zal worden met allerlei bijzondere om standigheden. Wil een diploma echter waarde hebben, dan dienen er strenge, voor allen gelijke maatstaven in acht te worden genomen en dit zal bij even tuele afschaffing dan ook zeker dwin gend geregeld moeten worden. Waar om eigenlijk afschaffing? Werkt het systeem niet goed of zijn het meer de leerlingen, die uit een soort gemak zucht protesteren? Een diploma mag je nu eenmaal niet cadeau krijgen, daar voor moet prestatie worden geleverd en wie dat om de een of andere re den niet kan, die doet er beter aan de school te verlaten en elders zijn heil te zoeken. Nee vrienden, met al die te gemakkelijke dingen komen we er niet; laten we nu maar voorlopig ons eind examen behouden en het onderwijs niét verzwakken door dit soort maatregelen. W. KOOIMAN, A 105, Hensbroek (NH). yiVE L'EMPEREUR! riep het Franse volk. De keizer viel!! Leve de vernieuwing! roepen onze onderwijsvernieuwers, onze revolu- tionnairen op onderwijsgebied en zij scharen zich in grote drommen achter hun wapperende vaandels om op te trekken tégen die conservatieve „schoolmeesters", die zich afzijdig hou den van deze revolutie op onderwijs gebied. En zij eisen, men kan het op de borden, die zij meedragen lezen: „Afschaffen van de topografie, de jaar tallen, de gramaticaregels. Geef het kind films, laat 't knutselen", zijn hun argumenten. Het laatste bord eist in felrode letters de afschaffing van de eindexamens der middelbare en voor bereidend hogere scholen. Hun rijen groeien en hun liederen klinken steeds luider. Waarom eisen die middeleeuw se docenten der middelbare scholen, dat hyt kind al die droge feitenkennis moet leren; terug naar het meest ele mentaire onderwijs! Een andere, klei nere groep, de conservatieven, de an- ti-reactionnairen, beleggen een mee ting en wijzen op de vele doublures; aan de hand van statistieken blijken de „recidivisten" veelal „vernieuwings- pro "'..cten" te zijn en daarom late men het zo. Het eindexamen is er, zeggen zij, opdat de oandidaat blijk geeft, vol doende kennis van verschillende vak ken te bezitten en de vereiste (mini male) stof te beheersen. Dan is er echter ook een zeer grote midden partij, de gerr Hgden, die de noodza kelijkheid van dit eindexamen inzien en begrijpen, dat afschaffen (en wat dan, geachte vernieuwers?) op te veel punten botst. Laatst had ik de eer, mijn opinie voor enkele afgevaardig den van deze groep te verdedigen en ik wees daarbij op: a) herziening, zoals 't gehele onder wijs naar een min of meer drastische herziening schreeuwt, bv. stof beper ken, enkele vakken facultatief stellen, geleidelijker behandeling; b) aan het diploma een rapport be vestigen, dat een overzicht moet geven van de persoonlijke op- en aanmerkin gen van de betrok! 2 n leraren over de betreffende leerling(e) inzake kennis, ijver en doorzettingsvermogen; waar door bovendien aan een dringende be hoefte der maatschappij wordt tege moet gekomen. c) Het eindexamen in de huidige vorm vertoont inderdaad fouten, daar het geen zuiver beeld geeft en (exte rieure) invloeden, o.a. zenuwen, het cijfer teveel kunnen beïnvloeden; 't be treffende cijfer wordt echter door 't rapport aangevuld, daar een in cij fers uitgedrukte „goede" leerling (e) ook aan andere, m.i. belangrijker eisen moet voldoen, om te slagen in 't leven. En men applaudiseerde. Leve de vernieuwing! En de vernieu wing zal vallen! .■rv.ans,- -A- BEEK, Heerenweg 46, Schoorl. JvJAAR mijn bescheiden mening is er in het geheel geen reden om de eindexamens van de middelbare scho len, gymnasia en lycea af te schaffen. Het eindexamen is in principe niet fout. Ik zou zelfs willen beweren, dat het op zichzelf een heel goede instel ling is. Alleen, er is één „maar": Men gaat tegenwoordig van de eindexamens iets maken, wat nooit de bedoeling er van geweest is. Men gaat steeds meer, in sommige gevallen haast we) het on mogelijke, van de candidaten eisen. Men gaat de slachtoffers uitbenen over allerlei onmogelijke en idiote proble men, waarmee men in het later leven de zo veelbesproken praktijk dus, nooit .iets te maken zal krijgen. Op het eindexamen van vandaag onderzoekt men niet meer wat de candidaat weet. Neen, men is er louter en alleen op uit om er achter te komen wat hij allemaal niet weet. En dat is mijns in ziens de grote fout, die in de tegen woordige eindexamens schuilt. Het eindexamen is de meest geslaagde weg om de candidaat op zijn geschiktheid voor de praktijk te toetsen, maar men moet er geen uitmoording van maken. Het systeem zelf is goed en de bewe ring, dat zenuwen de oorzaak van een afwijzing kunnen zijn, moet men niet al te zwaar opvatten. Dat men van te voren zenuwachtig is, is heel normaal dat men tijdens het examen nerveus blijft, is beslist onnodig. Dat is de er varing, die ik zelf bij mijn eigen eind examen heb opgedaan. HANS REINDERS JvJA deze getuigenissen nog een korte slotbeschouwing, punt-punts ge- wijze 1. de kortheid van de ingezonden stukken maakt plaatsing van mèèr mo gelijk. 2. van de niet-geplaatste stuk ken noem ik die van Greet Smit uit Hoorn en F. Aroek uit AlkmaarGreet wil ook de landelijke schriftelijke exa mens handhaven, „vooral omdat an ders op sommige particuliere scholen de examens te gemakkelijk zullen wor den gemaakt; het liefst zou zij drie schriftelijke en twee mondelinge exa mens willen zien dus meer stof voor de examinatoren en gecommitteerde voor een juiste beslissing; F. Aroek vindt de huidige vorm van het examen verouderd, omdat de leerstof zich zo geweldig heeft uitgebreid: hij wil een toenemende differentiëring op de scho len en tenslotte een eindexamen over de belangrijkste vakken. 3. Afschaffing wil niemand de eind examens: men vreest daling van de waarde van het einddiploma; vermin dering van het ontwikkelingspeil voor Nederlanders onaanvaardbaar); onge lijke waardering op verschillende scho len; verslapping van karakter; con currentie van scholen, die belang heb ben, in verband met de aanmelding van leerlingen, bij een hoog procent geslaagden en daarom de diploma's min of meer cadeau geven„vernieu wing", die verzwakking betekent. 4. Wel ziet men fouten in het tegen woordige systeem: ze werden in het begin van dit artikel al even aange duid; en men noemt enkele verbete ringen de stichting van een „proef klas", dus een „uitgerekt examen" m eerT andere" vorm; meer~hulp--van de leraren bij de voorbereiding; mense lijkheid bij de gecommitteerden; een. onderwijsorganisatie met beperkter stof en andere werkmethodende nood zaak van een verklaring omtrent de persoonlijkheid van de leerling naast het diploma; invloed van de rapporten op de examencijfers; vermijding van onpractische leerstof. Ergo: de vergeten categorie onder werpt zich in 1954 met vreugde aan de eindexamens. Veel succes! IS HET, nu men er naar streeft Europa één te laten worden, ge wenst, de nationale talen te vervangen door één taal? Zo ja, door welke? Brieven uiterlijk Maandag zenden aan: D. L. Daalder, Kom- laan 8, Bergen (N.-H.). (Advertentie Ing. Med.) 20. De commissaris van Dierendorp was verbaasd toen hij professor Split- ser zo plotseling op zijn bureau zag verschijnen, maar hij was nog meer verbaasd toen de professor over Billie en Kareltje begon te spreken. „Die twee gevangenen van U moeten daar een put graven, heb ik gehoord", ging de professor door. „En dat vinden wij, die daar in de buurt wonen, allemaal erg prettig. Vooral in een droge zomer zou zo'n put een uitkomst voor ons zijn. Jammer genoeg is die grond daar erg hard en die twee nietsnutten zijn erg lui. Zo zal het maanden duren, eer die put diep genoeg is om er water uit te kunnen halen". „Juist", zei de commis saris. „Net goed voor die twee. Laat ze maar werken voor de kost, al Is het dan ook gevangeniskost!" „Jaja", zei de pro fessor, „maar de boeren zitten te wach ten op die put en ik ook.... voor mijn tuin ziet U. enne..,. Nu heb ik een graafmachine gebouwd, die dezelfde put in een paar uur kan uitdiepen. En nu wilde ik U vragen, zoudt U niet 'n ander werkje voor die twee boeven kunnen vinden?" „Tja, als dat zo zit", peinsde de commissaris. „Maar ik moet daarvoor natuurlijk toestemming heb ben van de burgemeester. Die heeft mij namelijk bevel gegeven, die twee aan het werk te zetten!" Plaatsing van deze stukken betekent niet, dat de redactie met de inhoud instemt. Zij acht kennisneming ervan echter van algemeen belang en zij ziet ze gaarne zoveel mogelijk met volle naam ondertekend, v Geachte Redactie, Na de verschillende opzienbarende berichten omtrent arrestaties van Ne derlanders en Indische Nederlanders, alsmede de talrijke berichten omtrent aanvallen van benden in meer afgele gen gebieden, verwoesting van Neder landse kapitaalgoederen enz. enz., vraagt men zich onwillekeurig af, zijn wij nu als Nederlanders die deze ge bieden meer dan 300 jaar beheerd heb ben met een volkomen onvoldoende troepenmacht (waaruit toch wel in de eerste plaats blijkt dat de bevolking deze bezetting toch wel tamelijk goed gezind moest zijn) zijn wij nu plotse ling zo weerloos, dat wü ons al die wandaden maar kalm moeten laten welgevallen? Zeker, wij hebben onder druk van buitenaf misschien, maar meer nog door de krankzinnige wil van idealis tische hardlopers onder de Nederlan ders, deze gebieden (m.i. al te haastig) ontruimd, maar wij hebben ongetwij feld nog invloed in deze gewesten en zou bv. een grootscheepse emigratie van Ambonezen naar N. Guinea, die daar ongetwijfeld als toekomstige bur gers, pioniersarbeid zouden kunnen verrichten onder deskundige Nederlan- se leiding, in de Zuid-Molukken vooral dit Nederlands gezinde gevoel geen krachtige stimulans geven? Bovendien zou men dan aan de Au stralische wens kunnen voldoen op het gebied der defensie, om indien dat nodig blijkt, deze Ambonezen en hun ne nakomelingen in een soort nationale reserve, militair te trainen en gereed te houden. Dit zou naar het oordeel van velen meer nut en doel hebben dan het on derhouden van een vrijwilligerskorps voor Korea, waar Nederland niet hét minste mee te maken heeft. En wanneer onze regering, indien deze tenminste naast internationaal ook nog enigszins nationaal kan den ken, van mening zou zijn dat hiervoor de tijd nog niet gekomen is, zou het dan geen tijd worden Indonesië eens te laten voelen, dat wij zoiets zouden kunnen doen, wanneer de vijandige houding ten opzichte der Nederlanders en Nederlandse eigendommen zou blij ven doorgaan. Het is moeilijk na te gaan welke represailles van de Indo nesische regering ons meer zouden treffen dan haarzelf, nu onze belan gen toch vrijwel stelselmatig worden afgebroken door volkomen verblinde of onmachtige Indonesische regeer ders. Nijmegen, 16 Januari 1954. B.H. (Naam en adres van inzender zijn ons bekend. Redactie) 42 „Wel!" zei mevr. Smythe (Smith) opnieuw, echter niet meer zo hoog hartig. Dokter Holbrook moest wel prima zijn, anders zou hij het zich niet kunnen veroorloven er zulke onhebbe lijke assistenten op na te houden. Deze vrouw was beslist niet „de bewuste". Geruchten betreffende een zekere jon gedame die als assistente bij dokter Holbrook werkzaam was, hadden de oren van mevrouw Smythe (Smith) bereikt. Ze besloot te wachten, alleen om te zien of er nog een ander meisje was op wie de geruchten meer van toepassing zouden zijn. En ook, omdat ze niet wilde, dat van haar, zoals van mevrouw Stoval werd rondgefluisterd, dat ze ais patiënte was geweigerd. „Ik zal nog even wacïJten", deelde ze juffrouw Willows mee en schreed terug naar haar plaats en haar tijd schrift. Ze was blij dat ze aldus had besloten, want juist op dat ogenblik ging de deur open en kwam er een jor.ge vrouw binnen. „Het spijt me erg, dat ik te laat ben", zei Betty-Jane zacht tot juffrouw Wil lows, terwijl ze haastig door de wacht kamer liep. „Dat zou ik denken!" Juffrouw Wil lows wierp haar een ontstemde blik toe. Ze maakte een zijwaartse bewe ging met haar hoofd in de richting van de arme geduldige mevrouw Downey. „Ik weet het wel", mompelde Betty- Jane, terwijl ze haar mantel ophing, maar haar stem klonk niet zeer boet- DOOR vaardig. Het leek er meer op, dat het haar geen zier kon schelen, al had me vrouw Downey voor eeuwig op haar behandeling moeten wachten. Juffrouw Willows wierp Betty-Jane nog een blik toe. „Humm", dacht ze, „wat scheelt haar? Roodgezwollen ogen en een trillende stem. Ruzie met haar vriend natuurlijk. De mensen moesten hun privé-aangelegenheden buiten hun werk weten te houden", vond juffrouw Willows. Mevrouw Smythe (Smith) had intussen bij het binnentreden van Betty-Jane besloten dat „zij" dat onge twijfeld moest zijn. Zë was heel jong en knap, met een pruilmondje. Hele maal niet het type waar een man als dokter Holwood verliefd op zou kun nen worden. Vooral niet, daar hij een vrouw had die, volgens d= inlichtingen van mevrouw Smythe, mooi en rijk en heel gedistingeerd moest zijn Je wist ook nooit wat een man in zijn hoofd haalde. Eén van de consulterende artsen tele foneerde opnieuw. Juffrouw Wnlows zei hem, dat de dokter nog steeds niet aanwezig was, maar dat ze nem terug zou bellen zodra hij er was. Kon hij niet langer wachten? Ja, dat was erg jammer. Ze wist dat het dokter Hol- broek zeer zou spijten en er was zeker een gegronde reden voor zijn wegblij ven. Juffrouw Willows zou dan graag een afspraak voor de volgende dag no teren. Ze nam het toestel weer op en gaf hetzelfde bericht door aan de tweede consulterende arts. Vervolgens liet ze meneer Hodicoper aan haar schrijftafel komen. „Het spijt me zeer", zei ze tot het zenuwachtige mannetje, „maar zoudt u een andere keer kunnen komen? Bij voorbeeld overmorgen? Om kwart over negen?" Mijnheer Hodicoper slikte zijn adamsappel weg, die wel het omvang rijkste en zeker het zenuwachtigste deel van hem was. Met enige moeite bracht hij uit, dat dat denkelijk wel zou gaan. Juffrouw Willows dankte hem en was juist bezig hem uit te laten toen dokier Holbrook binnenkwam. Na tuurlijk niet door dezelfde deur; de dokter en soms ook juffrouw Hilary gebruikten een andere deur, waardoor ze de wachtkamer konden vermijden. Vanuit zijn spreekkamer gaf dokter Holbrook het signaal, dat juffrouw Willows moest binnenkomen. Blijkbaar wilde hij zijn patiënten, die al zo lang hadden moeten wach ten, niet laten merken, dat hun wacht tijd voorbij was. „Is Janice eh juffrouw Hilary er al?" vroeg hij juffrouw Willows, zo dra Ze was binnengetreden. Ze wierp hem een blik toe. Goeie hemel! Hij zag er bijna net zo ellendig uit als Betty-Jane vanmorgen! De uit drukking van zijn gezicht was gespan nen, alsof de huid er strak overheen was getrokken, teneinde geen emotie te verraden. Juffrouw Willows zei, dat juffrouw Hilary er nog niet was. „Goed". De dokter slaakte een die pe zucht en zijn gezicht ontspande zich. Juffrouw Willows stond, om het zacht jes uit te drukken, verbaasd. Ze zou na alles wat ze gehoord had, hebben gedacht, dat de dokter eerder verdrie tig dan blij over dit bericht zou zijn. „Laat het me weten zodra ze er ts", zei dokter Holbrook. Juffrouw Willows herinnerde hem er vervolgens aan, dat hij zijn afspraak met de twee consul terende artsen had gemist en voegde erbij, dat ze een andere afspraak voor overmorgen had gemaakt. Ze vroeg hem of hij eerst mevrouw Smythe (Smith) wilde zien die ook werke lijk het eerst aan de beurt was of juffrouw Susie Fox, die een andere patiënte was. „Dat doet er niet toe", gaf dokter Holbrook ten antwoord. Zijn gezicht kreeg weer die gespannen uitdrukking. Was dat omdat Janice's naam was ge noemd? Juffrouw Willows liet juffrouw Fox binnen. Er kwamen nog twee patiën ten. Daarop verdween mevrouw Dow ney om nog even een verlaat ontbijt te gebruiken voordat ze bij de dokter zou worden geroepen. Juffrouw Fox werd afgehandeld en mevrouw Smythe (Smith) stond op het punt het heilig dom te betreden, toen Janice ver scheen. Ze kwam niet door de achterdeur. En voorzover juffrouw Willows kon zien, zag ze er net zo uit als anders, even fris en netjes en aardig, chic maar niet opzichtig. Janice was zo aantrekkelijk en zo'n alleraardigst meisje. „Het spijt me, dat ik zo Iaat ben", zei Janice tot juffrouw Willows. Maar evenmin als bij Betty-Jane klonk haar stem spijtig. Juffrouw Willows irri teerde het echter niet. JaniCp mocht haar problemen hebben, zoals juffrouw Willows heel goed zag, maar ze hield ze vastbesloten voor zich. Maar nu zei Janice zeer tot juffrouw Willows verbazing: „Juffrouw Willows, ik moet u iets vertellen." Juffrouw Willows knikte. Ze had ge leerd dat de mensen dikwijls meer vertelden naarmate je minder vroeg. (Wordt vervolgd.) ijj I I I M I wuiven, al# U heid, opnspen oi een en U hebt !f, gezonde smaakloos, I |snet, zeker (Advertentie, ing Med.) MUZIEKVERENIGING CON CORD IA. Gedurende twintig mi nuten zal men dit Oostzaanse mu ziekcorps kunnen beluisteren. Het komt met een programma voor de microfoon, dat niet slechts marsen en walsen bevat. Hoofd schotel is Variaties in Dansvor men, van Marcel Poot, een gema tigd modern werk, dat vele kwa liteiten vertoont. (Vrijdag 19.10 over Hilversum I, 402 m.) VRIJDAG 22 JANUARI HILVERSUM I. 402 m.: 7.00 VARA, 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 1600 VARA. 19.30 VPRO, 21.00 VARA, 22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7.00 Nieuws. 7.13 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18 Gram. 8.45 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym. voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.30 Water stand. 9.35 Schoolradio. 10.00 „Kinderen en mensen", causerie. 10.05 Morgenwij ding. 10-20 Voor de kleuters. 10.40 Klein koor. 10.55 Radiofeuilleton. 11.15 Gram. 11.35 Orgel en zang. 12.00 Gevar. mu ziek. 12.30 Land- en Tuinbouwmedede- lingen. 12-33 Sport en prognose. 12.48 Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen èn gram. 13.30 Amus.muziek. 14.00 Kook- praatje. 14.20 Viool en piano. 14-50 Voor dracht en muziek. 15.10 Kamerokest en solist. 15.30 Lichte muziek. 16.00 Gram. 16.30 Muzikale causerie. 17.10 Voor de jeugd, 17.40 Hawaiïanmuziek. 18.00 Nieuws. 18.15 Amus.muziek. 18.45 „De Haverkist", hoorspel. 19.00 Kinderliedjes. 19.10 Gevar. muziek. 19,30 „Mensen en conflicten", hoorspel met toelichting. 19.50 Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05 Boekbespreking. 20.10 Kamerkoor. 20.25 „Benelux", causerie. 20.40 „De vrouwen emancipatie", causerie. 21.00 Voor de jeugd. 21.35 Lichte muziek. 22.00 Bui tenlands weekoverzicht. 22.15 Rhythm, muziek. 22.40 „Vandaag", causerie. 22.45 Avondwijding. 23.00 Nieuws. HILVERSUM II, 298 m.: 7.00—24 00 NCRV, 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15 Gym. 7.30 Gewijde muziek. 7.45 Een wcord voor de dag. 8-00 Nieuws en weer bericht. 8.15 Gram. 8.30 Tot Uw dienst. 8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor de vrouw. 9,35 Gram. 10.30 Morgen dienst 11.00 Sopraan en piano. 11.30 Gram. 12.00 Idem. 12.30 Land_ en Tuin- bouwmededelingen. 12.33 Gram. 12.59 Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte mu ziek. 13.35 Gram. 14'.00 Schoolradio. 14-30 Promenade-Orkest. 15.00 Gram. 15.15 Voordracht. 15.35 Strijkkwartet. 16.00 Tuinbouwpraatje. 16.15 Vocaal Ensemble en sol. 16.40 Gram. 17.20 Mozartvleugel en viool. 17.45 Friese uitzending. 18.00 Orkestconcert. 18.20 Gram. 18.45 Muziek voor blazers. 19-00 Nieuws en weerbe richt. 19.10 Regeringsuitzending: Verkla ring en toelichting, waarin opgenomen het emigratiepraatje door H. A. v. Luyk. 19-30 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Ka merorkest, koor en sol. 21-20 Terugblik op de Christ. Soc. Conferentie 1953. 21.40 Lichte muziek. 22.10 Vocaal dub- belkwartet. 22.25 Langs wegen van kunst en schoonheid. 22.45 Avondoverdenking. 23.00 Nieuws en S.O.S.-berichten. Televisie-programma. AVRO. 20-15 Televizier. 20.25 Zes weken onder Neder landse Emigranten. 20.40 Film. 21.10— 21.45 Cabaret. SCHOENCRÈME - WRIJEWAS KOPERPOETS (Advertentie, Ing. Med.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1954 | | pagina 2