Moet het eindexamen vervallen?
Afschaffing houdt gevaren in, doch
verbeteringen zijn gewenst
Lezers spreken
iBICAHPAV;
Qa-va-Seul
DE VERGETEN CATEGORIE
AAN HET WOORD
Een proefklasse-systeem
Het paard van Troje
binnenhalen
Laat ontwikkelingspeil
niet dalen
Handhaven
Contra extreme
vernieuwing
Houdt de practijk
in het oog
r
Pim, Pam Pom en de graafmachine
En nu de volgende kwestie
Is Nederland tegenover
Indonesië weerloos?
DOKTERS
Assistente
ADELAIDE HUMPHRIES
\^uvmu^
cluttfo dCMJthjwk!
j-^^rSinTover
1Sa^"hcts"A"kkTR")
Luister eens naar:
Radioprogramma
DONDERDAG 21 JANUARI 1954
LEf £ADIG herinner ik mij een gesprek met een van geet en die tegenzin maakt mij de studie moeilijk",
mijn leerlingen op de Alkmaarse Rijks H.B.S. Hij „ik ben niet paraat genoeg om in een korte tijd
zat in de vijfde klas, het was Februari of Maart en over alles te beschikken, wat ik weet en kan: ik moet
hij zwoegde voor zijn eindexamen. De jongeman be- rustig de tijd hebben om te zoeken en te overdenken
hoorde tot de goed-mid
delmaligen: hij was ieder
jaar overgegaan, soms
met de hakken over de
sloot, maar hij kwam er
in de eerste plaats
door zijn ijver en stevige
wil. „Ik kom er nooit", zei hij. En hij ontwikkelde
de volgende redenen voor die voorspelling:
„Ik kan niet zoveel tegelijk onthouden",
„ik vind het eigenlijk onzin, zoveel feiten in mijn
hoofd te stampen, die ik tóch binnenkort weer ver-
en die krijg je op een
examen niet",
„ik maak mij nerveus
en dan kun je niet meer
beschikken over al je
kennis."
Ondanks al deze be
zwaren werkte hij door en hij kwam er.
Is er veel veranderd onder de mensen uit de hoog
ste klas
Laat de vergeten categorie het ons vertellen. Wij
nemen zes getuigenissen op:
MAAR aanleiding van het examen-
probleem mijn mening: ik ben
tegen de examens, tenminste zoals ze
nu op de meeste scholen zijn. Het
schijnt mij toe, dat men in 1 uur de
kennis van b.v. Ned. literatuur niet
kan schatten, o.a. daar de geëxami
neerde waarschijnlijk hoogst nerveus
is; het komt daardoor meer dan eens
voor, dat iemand die in de klas tot de
beste leerlingen behoort, afgewezen
wordt.
In Arnhem is een waar geen
toelatingsexamen wordt gedaan, maar
de kinderen 2 of 3 weken in een proef
klas worden gezet en naar de resulta
ten van het werk, dat ze in de proef
klas gemaakt hebben, worden ze afge
wezen of toegelaten. Op zo'n manier
zou ik de eindexamens ook willen
hebben. De beoordeling van het werk
is dan natuurlijk geheel anders dan
die van de tegenwoordige eindexamens.
Ook zit er natuurlijk veel meer tijd
aan verbonden, des te meer, omdat het
gewenst is, dat de klassen uit niet
meer dan 6 of 7 geëxamineerden be
staan, daar er met grote klassen een
minder sterk contact zal bestaan tussen
examinator en geëxamineerde en er
zodoende geen juiste beoordeling kan
worden gegeven over deze. De klas
moet natuurlijk geleid worden door een
deskundige van het desbetreffende vak.
Doch voorlopig kan er nog niet aan
een dergelijke methode gedacht worden,
voornamelijk, omdat er in ons land
veel te weinig examinatoren zijn".
ELS SOETERS,
M.M.S. IV, Velsen N.
{-{ET AFSCHAFFEN van de eindexa
mens zie ik als het binnenhalen van
het paard van Troje: in plaats van de
verwachte verbetering zal eerder een
vermindering van de waarde van het
einddiploma optreden. Het is ellendig
genoeg, maar zonder de diverse diplo
ma's kom je niet ver meer. Al? dus de
beslissende cijferlijst afgeschaft wordt,
is een onmiddellijke reactie hierop, dat
men niet ten volle durft vertrouwen
op de rapporten, die dan de doorslag
zullen moeten geven. Trouwens, als
men de eindexamens zou willen af
schaffen, dan zouden ook, als men
doorredeneert, de proefwerken voor de
rapporten moeten verdwijnen. Want
het idee van een eindexamen is het
zelfde als dat van een proefwerk:
beide een herhaling van reeds beken
de stof. Waarom dan wèl de eind
examens en niét de proefwerken af
schaffen? Een argument, dat men zou
kunnen aanvoeren, is, dat de hoeveel
heid stof voor het eindexamen veel
groter is dan voor een proefwerk. Dit
is waar, maar door een juiste verdeling
en een voortdurend repeteren, indien
mogelijk onder toezicht van de leraren,
zal de inspanning voor de „grote slag"
aanmerkelijk verzacht kunnen worden.
Daarom ben ik er vóór, dat de eind
examens blijven zoals ze zijn.
Un homme qui pense, vaut deux!
HANS KAPER, Alkmaar.
J)OOR de vele ongunstige factoren
die de eindexamens beïnvloeden,
o.a. de zenuwen, zouden velen ze af
geschaft willen zien. Ze willen dan als
controle-middel het eindrapport met
een verklaring van de directeur en
leraren dat de leerling (e) geschikt is
Voor de maatschappij.
Afgezien van het feit dat deze be
oordeling niet altijd zuiver zal zijn, is
dit systeem volgens mij volkomen on
mogelijk. Hoe vervelend het ook is, de
eindexamens kunnen niet verdwijnen,
maar ze zullen eerder nog verzwaard
worden. De redenNederland is een
kleine mogendheid, die voor een groot
deel afhankelijk is van de grote mo.
gendheden. Op vele gebieden neemt
Nederland echter een wereldpositie in.
Eén daarvan is het hoge ontwikkelings
peil van ons volk, waardoor wij nog
danig een woordje in deze woelige we
reld meespreken. Naar mijn mening zal
bij het afschaffen van de eindexamens
dit peil zodanig dalen, dat dit in de
loop der jaren tot minder prettige ge
volgen kan leiden. Het is nu eenmaal
een feit dat we ons moeten richten
naar de „Groten". Dat is 's werelds be
loop. Willen we het hoofd boven water
houden en niet worden aangezien als
een energieloos volk, dan zullen we
daar hard voor moeten werken. Als de
eindexamens worden vervangen door
bovengenoemd systeem, dan leidt dit
tot duizend en één verschillende re
gelingen, waardoor de getuigschriften
hun waarde verliezen, omdat er geen
maatstaf is. Om at deze redenen zie
ik. de afschaffing van de eindexamens
als een maatschappelijke zonde".
P. B. S. KAT, 's-Gravenhage
MIJN MENING aangaande het onder
werp van deze keer is gauw gefor
muleerd. Ik ben nl. van oordeel, dat de
eindexamens, zoals deze thans aan mid
delbare scholen en andpre instellingen
van onderwijs worden afgenomen, ze
ker gehandhaafd dienen te blijven.
Wanneer we ook deze maatstaf laten
varen, dan ben ik erg bang, dat we met
ons onderwijs hard bergafwaarts gaan
en daarbij de waarde van het diplo
ma zullen verliezen. Geven we immers
de leraren der diverse scholen de be
voegdheid om aan het einde der cur
sus een diploma uit te reiken, zonder
dat daarop van hogerhand enige con
trole is, dan zou het wel eens kunnen
gebeuren, dat school A veel spoediger
een diploma afgeeft dan school B.,
daar de maatstaven van A veel minder
streng zijn dan die van B; terwijl toch
hetzelfde recht aan het diploma wordt
toegekend. Natuurlijk is het zeer hin
derlijk te noemen, wanneer een goede
leerling op het examen zit te knoeien,
door zenuwachtigheid of zo, ik meen
echter, dht examinatoren ook mensen
zijn en er dus zeker rekening gehouden
zal worden met allerlei bijzondere om
standigheden. Wil een diploma echter
waarde hebben, dan dienen er strenge,
voor allen gelijke maatstaven in acht
te worden genomen en dit zal bij even
tuele afschaffing dan ook zeker dwin
gend geregeld moeten worden. Waar
om eigenlijk afschaffing? Werkt het
systeem niet goed of zijn het meer de
leerlingen, die uit een soort gemak
zucht protesteren? Een diploma mag je
nu eenmaal niet cadeau krijgen, daar
voor moet prestatie worden geleverd
en wie dat om de een of andere re
den niet kan, die doet er beter aan
de school te verlaten en elders zijn heil
te zoeken. Nee vrienden, met al die te
gemakkelijke dingen komen we er niet;
laten we nu maar voorlopig ons eind
examen behouden en het onderwijs niét
verzwakken door dit soort maatregelen.
W. KOOIMAN,
A 105, Hensbroek (NH).
yiVE L'EMPEREUR! riep het Franse
volk. De keizer viel!!
Leve de vernieuwing! roepen onze
onderwijsvernieuwers, onze revolu-
tionnairen op onderwijsgebied en zij
scharen zich in grote drommen achter
hun wapperende vaandels om op te
trekken tégen die conservatieve
„schoolmeesters", die zich afzijdig hou
den van deze revolutie op onderwijs
gebied. En zij eisen, men kan het op
de borden, die zij meedragen lezen:
„Afschaffen van de topografie, de jaar
tallen, de gramaticaregels. Geef het
kind films, laat 't knutselen", zijn hun
argumenten. Het laatste bord eist in
felrode letters de afschaffing van de
eindexamens der middelbare en voor
bereidend hogere scholen. Hun rijen
groeien en hun liederen klinken steeds
luider. Waarom eisen die middeleeuw
se docenten der middelbare scholen,
dat hyt kind al die droge feitenkennis
moet leren; terug naar het meest ele
mentaire onderwijs! Een andere, klei
nere groep, de conservatieven, de an-
ti-reactionnairen, beleggen een mee
ting en wijzen op de vele doublures;
aan de hand van statistieken blijken
de „recidivisten" veelal „vernieuwings-
pro "'..cten" te zijn en daarom late men
het zo. Het eindexamen is er, zeggen
zij, opdat de oandidaat blijk geeft, vol
doende kennis van verschillende vak
ken te bezitten en de vereiste (mini
male) stof te beheersen. Dan is er
echter ook een zeer grote midden
partij, de gerr Hgden, die de noodza
kelijkheid van dit eindexamen inzien
en begrijpen, dat afschaffen (en wat
dan, geachte vernieuwers?) op te veel
punten botst. Laatst had ik de eer,
mijn opinie voor enkele afgevaardig
den van deze groep te verdedigen en
ik wees daarbij op:
a) herziening, zoals 't gehele onder
wijs naar een min of meer drastische
herziening schreeuwt, bv. stof beper
ken, enkele vakken facultatief stellen,
geleidelijker behandeling;
b) aan het diploma een rapport be
vestigen, dat een overzicht moet geven
van de persoonlijke op- en aanmerkin
gen van de betrok! 2 n leraren over de
betreffende leerling(e) inzake kennis,
ijver en doorzettingsvermogen; waar
door bovendien aan een dringende be
hoefte der maatschappij wordt tege
moet gekomen.
c) Het eindexamen in de huidige
vorm vertoont inderdaad fouten, daar
het geen zuiver beeld geeft en (exte
rieure) invloeden, o.a. zenuwen, het
cijfer teveel kunnen beïnvloeden; 't be
treffende cijfer wordt echter door
't rapport aangevuld, daar een in cij
fers uitgedrukte „goede" leerling (e)
ook aan andere, m.i. belangrijker eisen
moet voldoen, om te slagen in 't leven.
En men applaudiseerde.
Leve de vernieuwing! En de vernieu
wing zal vallen!
.■rv.ans,- -A- BEEK,
Heerenweg 46,
Schoorl.
JvJAAR mijn bescheiden mening is er
in het geheel geen reden om de
eindexamens van de middelbare scho
len, gymnasia en lycea af te schaffen.
Het eindexamen is in principe niet
fout. Ik zou zelfs willen beweren, dat
het op zichzelf een heel goede instel
ling is. Alleen, er is één „maar": Men
gaat tegenwoordig van de eindexamens
iets maken, wat nooit de bedoeling er
van geweest is. Men gaat steeds meer,
in sommige gevallen haast we) het on
mogelijke, van de candidaten eisen.
Men gaat de slachtoffers uitbenen over
allerlei onmogelijke en idiote proble
men, waarmee men in het later leven
de zo veelbesproken praktijk dus,
nooit .iets te maken zal krijgen. Op het
eindexamen van vandaag onderzoekt
men niet meer wat de candidaat weet.
Neen, men is er louter en alleen op
uit om er achter te komen wat hij
allemaal niet weet. En dat is mijns in
ziens de grote fout, die in de tegen
woordige eindexamens schuilt. Het
eindexamen is de meest geslaagde weg
om de candidaat op zijn geschiktheid
voor de praktijk te toetsen, maar men
moet er geen uitmoording van maken.
Het systeem zelf is goed en de bewe
ring, dat zenuwen de oorzaak van een
afwijzing kunnen zijn, moet men niet
al te zwaar opvatten. Dat men van te
voren zenuwachtig is, is heel normaal
dat men tijdens het examen nerveus
blijft, is beslist onnodig. Dat is de er
varing, die ik zelf bij mijn eigen eind
examen heb opgedaan.
HANS REINDERS
JvJA deze getuigenissen nog een korte
slotbeschouwing, punt-punts ge-
wijze
1. de kortheid van de ingezonden
stukken maakt plaatsing van mèèr mo
gelijk. 2. van de niet-geplaatste stuk
ken noem ik die van Greet Smit uit
Hoorn en F. Aroek uit AlkmaarGreet
wil ook de landelijke schriftelijke exa
mens handhaven, „vooral omdat an
ders op sommige particuliere scholen
de examens te gemakkelijk zullen wor
den gemaakt; het liefst zou zij drie
schriftelijke en twee mondelinge exa
mens willen zien dus meer stof voor
de examinatoren en gecommitteerde
voor een juiste beslissing; F. Aroek
vindt de huidige vorm van het examen
verouderd, omdat de leerstof zich zo
geweldig heeft uitgebreid: hij wil een
toenemende differentiëring op de scho
len en tenslotte een eindexamen over
de belangrijkste vakken.
3. Afschaffing wil niemand de eind
examens: men vreest daling van de
waarde van het einddiploma; vermin
dering van het ontwikkelingspeil voor
Nederlanders onaanvaardbaar); onge
lijke waardering op verschillende scho
len; verslapping van karakter; con
currentie van scholen, die belang heb
ben, in verband met de aanmelding
van leerlingen, bij een hoog procent
geslaagden en daarom de diploma's
min of meer cadeau geven„vernieu
wing", die verzwakking betekent.
4. Wel ziet men fouten in het tegen
woordige systeem: ze werden in het
begin van dit artikel al even aange
duid; en men noemt enkele verbete
ringen de stichting van een „proef
klas", dus een „uitgerekt examen" m
eerT andere" vorm; meer~hulp--van de
leraren bij de voorbereiding; mense
lijkheid bij de gecommitteerden; een.
onderwijsorganisatie met beperkter stof
en andere werkmethodende nood
zaak van een verklaring omtrent de
persoonlijkheid van de leerling naast
het diploma; invloed van de rapporten
op de examencijfers; vermijding van
onpractische leerstof.
Ergo: de vergeten categorie onder
werpt zich in 1954 met vreugde aan de
eindexamens. Veel succes!
IS HET, nu men er naar streeft Europa één te laten worden, ge
wenst, de nationale talen te vervangen door één taal? Zo ja, door
welke?
Brieven uiterlijk Maandag zenden aan: D. L. Daalder, Kom-
laan 8, Bergen (N.-H.).
(Advertentie Ing. Med.)
20. De commissaris van Dierendorp
was verbaasd toen hij professor Split-
ser zo plotseling op zijn bureau zag
verschijnen, maar hij was nog meer
verbaasd toen de professor over Billie
en Kareltje begon te spreken. „Die twee
gevangenen van U moeten daar een
put graven, heb ik gehoord", ging de
professor door. „En dat vinden wij, die
daar in de buurt wonen, allemaal erg
prettig. Vooral in een droge zomer zou
zo'n put een uitkomst voor ons zijn.
Jammer genoeg is die grond daar erg
hard en die twee nietsnutten zijn erg
lui. Zo zal het maanden duren, eer die
put diep genoeg is om er water uit te
kunnen halen". „Juist", zei de commis
saris. „Net goed voor die twee. Laat ze
maar werken voor de kost, al Is het dan
ook gevangeniskost!" „Jaja", zei de pro
fessor, „maar de boeren zitten te wach
ten op die put en ik ook.... voor mijn
tuin ziet U. enne..,. Nu heb ik een
graafmachine gebouwd, die dezelfde
put in een paar uur kan uitdiepen. En
nu wilde ik U vragen, zoudt U niet 'n
ander werkje voor die twee boeven
kunnen vinden?" „Tja, als dat zo zit",
peinsde de commissaris. „Maar ik moet
daarvoor natuurlijk toestemming heb
ben van de burgemeester. Die heeft mij
namelijk bevel gegeven, die twee aan
het werk te zetten!"
Plaatsing van deze stukken betekent
niet, dat de redactie met de inhoud
instemt. Zij acht kennisneming ervan
echter van algemeen belang en zij
ziet ze gaarne zoveel mogelijk met
volle naam ondertekend, v
Geachte Redactie,
Na de verschillende opzienbarende
berichten omtrent arrestaties van Ne
derlanders en Indische Nederlanders,
alsmede de talrijke berichten omtrent
aanvallen van benden in meer afgele
gen gebieden, verwoesting van Neder
landse kapitaalgoederen enz. enz.,
vraagt men zich onwillekeurig af, zijn
wij nu als Nederlanders die deze ge
bieden meer dan 300 jaar beheerd heb
ben met een volkomen onvoldoende
troepenmacht (waaruit toch wel in de
eerste plaats blijkt dat de bevolking
deze bezetting toch wel tamelijk goed
gezind moest zijn) zijn wij nu plotse
ling zo weerloos, dat wü ons al die
wandaden maar kalm moeten laten
welgevallen?
Zeker, wij hebben onder druk van
buitenaf misschien, maar meer nog
door de krankzinnige wil van idealis
tische hardlopers onder de Nederlan
ders, deze gebieden (m.i. al te haastig)
ontruimd, maar wij hebben ongetwij
feld nog invloed in deze gewesten en
zou bv. een grootscheepse emigratie
van Ambonezen naar N. Guinea, die
daar ongetwijfeld als toekomstige bur
gers, pioniersarbeid zouden kunnen
verrichten onder deskundige Nederlan-
se leiding, in de Zuid-Molukken vooral
dit Nederlands gezinde gevoel geen
krachtige stimulans geven?
Bovendien zou men dan aan de Au
stralische wens kunnen voldoen op
het gebied der defensie, om indien dat
nodig blijkt, deze Ambonezen en hun
ne nakomelingen in een soort nationale
reserve, militair te trainen en gereed
te houden.
Dit zou naar het oordeel van velen
meer nut en doel hebben dan het on
derhouden van een vrijwilligerskorps
voor Korea, waar Nederland niet hét
minste mee te maken heeft.
En wanneer onze regering, indien
deze tenminste naast internationaal
ook nog enigszins nationaal kan den
ken, van mening zou zijn dat hiervoor
de tijd nog niet gekomen is, zou het
dan geen tijd worden Indonesië eens te
laten voelen, dat wij zoiets zouden
kunnen doen, wanneer de vijandige
houding ten opzichte der Nederlanders
en Nederlandse eigendommen zou blij
ven doorgaan. Het is moeilijk na te
gaan welke represailles van de Indo
nesische regering ons meer zouden
treffen dan haarzelf, nu onze belan
gen toch vrijwel stelselmatig worden
afgebroken door volkomen verblinde
of onmachtige Indonesische regeer
ders.
Nijmegen, 16 Januari 1954.
B.H.
(Naam en adres van inzender zijn ons
bekend. Redactie)
42
„Wel!" zei mevr. Smythe (Smith)
opnieuw, echter niet meer zo hoog
hartig. Dokter Holbrook moest wel
prima zijn, anders zou hij het zich niet
kunnen veroorloven er zulke onhebbe
lijke assistenten op na te houden. Deze
vrouw was beslist niet „de bewuste".
Geruchten betreffende een zekere jon
gedame die als assistente bij dokter
Holbrook werkzaam was, hadden de
oren van mevrouw Smythe (Smith)
bereikt. Ze besloot te wachten, alleen
om te zien of er nog een ander meisje
was op wie de geruchten meer van
toepassing zouden zijn. En ook, omdat
ze niet wilde, dat van haar, zoals van
mevrouw Stoval werd rondgefluisterd,
dat ze ais patiënte was geweigerd.
„Ik zal nog even wacïJten", deelde
ze juffrouw Willows mee en schreed
terug naar haar plaats en haar tijd
schrift. Ze was blij dat ze aldus had
besloten, want juist op dat ogenblik
ging de deur open en kwam er een
jor.ge vrouw binnen.
„Het spijt me erg, dat ik te laat ben",
zei Betty-Jane zacht tot juffrouw Wil
lows, terwijl ze haastig door de wacht
kamer liep.
„Dat zou ik denken!" Juffrouw Wil
lows wierp haar een ontstemde blik
toe. Ze maakte een zijwaartse bewe
ging met haar hoofd in de richting van
de arme geduldige mevrouw Downey.
„Ik weet het wel", mompelde Betty-
Jane, terwijl ze haar mantel ophing,
maar haar stem klonk niet zeer boet-
DOOR
vaardig. Het leek er meer op, dat het
haar geen zier kon schelen, al had me
vrouw Downey voor eeuwig op haar
behandeling moeten wachten.
Juffrouw Willows wierp Betty-Jane
nog een blik toe. „Humm", dacht ze,
„wat scheelt haar? Roodgezwollen ogen
en een trillende stem. Ruzie met haar
vriend natuurlijk. De mensen moesten
hun privé-aangelegenheden buiten hun
werk weten te houden", vond juffrouw
Willows. Mevrouw Smythe (Smith)
had intussen bij het binnentreden van
Betty-Jane besloten dat „zij" dat onge
twijfeld moest zijn. Zë was heel jong
en knap, met een pruilmondje. Hele
maal niet het type waar een man als
dokter Holwood verliefd op zou kun
nen worden. Vooral niet, daar hij een
vrouw had die, volgens d= inlichtingen
van mevrouw Smythe, mooi en rijk en
heel gedistingeerd moest zijn Je wist
ook nooit wat een man in zijn hoofd
haalde.
Eén van de consulterende artsen tele
foneerde opnieuw. Juffrouw Wnlows
zei hem, dat de dokter nog steeds niet
aanwezig was, maar dat ze nem terug
zou bellen zodra hij er was. Kon hij
niet langer wachten? Ja, dat was erg
jammer. Ze wist dat het dokter Hol-
broek zeer zou spijten en er was zeker
een gegronde reden voor zijn wegblij
ven. Juffrouw Willows zou dan graag
een afspraak voor de volgende dag no
teren. Ze nam het toestel weer op en
gaf hetzelfde bericht door aan de
tweede consulterende arts. Vervolgens
liet ze meneer Hodicoper aan haar
schrijftafel komen.
„Het spijt me zeer", zei ze tot het
zenuwachtige mannetje, „maar zoudt u
een andere keer kunnen komen? Bij
voorbeeld overmorgen? Om kwart
over negen?"
Mijnheer Hodicoper slikte zijn
adamsappel weg, die wel het omvang
rijkste en zeker het zenuwachtigste
deel van hem was. Met enige moeite
bracht hij uit, dat dat denkelijk wel
zou gaan.
Juffrouw Willows dankte hem en
was juist bezig hem uit te laten toen
dokier Holbrook binnenkwam. Na
tuurlijk niet door dezelfde deur; de
dokter en soms ook juffrouw Hilary
gebruikten een andere deur, waardoor
ze de wachtkamer konden vermijden.
Vanuit zijn spreekkamer gaf dokter
Holbrook het signaal, dat juffrouw
Willows moest binnenkomen.
Blijkbaar wilde hij zijn patiënten,
die al zo lang hadden moeten wach
ten, niet laten merken, dat hun wacht
tijd voorbij was.
„Is Janice eh juffrouw Hilary
er al?" vroeg hij juffrouw Willows, zo
dra Ze was binnengetreden.
Ze wierp hem een blik toe. Goeie
hemel! Hij zag er bijna net zo ellendig
uit als Betty-Jane vanmorgen! De uit
drukking van zijn gezicht was gespan
nen, alsof de huid er strak overheen
was getrokken, teneinde geen emotie
te verraden. Juffrouw Willows zei, dat
juffrouw Hilary er nog niet was.
„Goed". De dokter slaakte een die
pe zucht en zijn gezicht ontspande zich.
Juffrouw Willows stond, om het zacht
jes uit te drukken, verbaasd. Ze zou
na alles wat ze gehoord had, hebben
gedacht, dat de dokter eerder verdrie
tig dan blij over dit bericht zou zijn.
„Laat het me weten zodra ze er ts",
zei dokter Holbrook. Juffrouw Willows
herinnerde hem er vervolgens aan, dat
hij zijn afspraak met de twee consul
terende artsen had gemist en voegde
erbij, dat ze een andere afspraak voor
overmorgen had gemaakt. Ze vroeg
hem of hij eerst mevrouw Smythe
(Smith) wilde zien die ook werke
lijk het eerst aan de beurt was of
juffrouw Susie Fox, die een andere
patiënte was.
„Dat doet er niet toe", gaf dokter
Holbrook ten antwoord. Zijn gezicht
kreeg weer die gespannen uitdrukking.
Was dat omdat Janice's naam was ge
noemd?
Juffrouw Willows liet juffrouw Fox
binnen. Er kwamen nog twee patiën
ten. Daarop verdween mevrouw Dow
ney om nog even een verlaat ontbijt te
gebruiken voordat ze bij de dokter zou
worden geroepen. Juffrouw Fox werd
afgehandeld en mevrouw Smythe
(Smith) stond op het punt het heilig
dom te betreden, toen Janice ver
scheen.
Ze kwam niet door de achterdeur. En
voorzover juffrouw Willows kon zien,
zag ze er net zo uit als anders, even
fris en netjes en aardig, chic maar niet
opzichtig. Janice was zo aantrekkelijk
en zo'n alleraardigst meisje.
„Het spijt me, dat ik zo Iaat ben",
zei Janice tot juffrouw Willows. Maar
evenmin als bij Betty-Jane klonk haar
stem spijtig. Juffrouw Willows irri
teerde het echter niet. JaniCp mocht
haar problemen hebben, zoals juffrouw
Willows heel goed zag, maar ze hield
ze vastbesloten voor zich.
Maar nu zei Janice zeer tot juffrouw
Willows verbazing: „Juffrouw Willows,
ik moet u iets vertellen."
Juffrouw Willows knikte. Ze had ge
leerd dat de mensen dikwijls meer
vertelden naarmate je minder vroeg.
(Wordt vervolgd.)
ijj I I I M I
wuiven, al# U
heid, opnspen oi een
en U hebt !f, gezonde
smaakloos, I
|snet, zeker
(Advertentie, ing Med.)
MUZIEKVERENIGING CON
CORD IA. Gedurende twintig mi
nuten zal men dit Oostzaanse mu
ziekcorps kunnen beluisteren. Het
komt met een programma voor
de microfoon, dat niet slechts
marsen en walsen bevat. Hoofd
schotel is Variaties in Dansvor
men, van Marcel Poot, een gema
tigd modern werk, dat vele kwa
liteiten vertoont. (Vrijdag 19.10
over Hilversum I, 402 m.)
VRIJDAG 22 JANUARI
HILVERSUM I. 402 m.: 7.00 VARA,
10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO.
1600 VARA. 19.30 VPRO, 21.00 VARA,
22.40 VPRO, 23.00—24.00 VARA. 7.00
Nieuws. 7.13 Gram. 8.00 Nieuws. 8.18
Gram. 8.45 Voor de huisvrouw. 9.00 Gym.
voor de vrouw. 9.10 Gram. 9.30 Water
stand. 9.35 Schoolradio. 10.00 „Kinderen
en mensen", causerie. 10.05 Morgenwij
ding. 10-20 Voor de kleuters. 10.40 Klein
koor. 10.55 Radiofeuilleton. 11.15 Gram.
11.35 Orgel en zang. 12.00 Gevar. mu
ziek. 12.30 Land- en Tuinbouwmedede-
lingen. 12-33 Sport en prognose. 12.48
Gram. 13.00 Nieuws. 13.15 Mededelingen
èn gram. 13.30 Amus.muziek. 14.00 Kook-
praatje. 14.20 Viool en piano. 14-50 Voor
dracht en muziek. 15.10 Kamerokest en
solist. 15.30 Lichte muziek. 16.00 Gram.
16.30 Muzikale causerie. 17.10 Voor de
jeugd, 17.40 Hawaiïanmuziek. 18.00
Nieuws. 18.15 Amus.muziek. 18.45 „De
Haverkist", hoorspel. 19.00 Kinderliedjes.
19.10 Gevar. muziek. 19,30 „Mensen en
conflicten", hoorspel met toelichting.
19.50 Berichten. 20.00 Nieuws. 20.05
Boekbespreking. 20.10 Kamerkoor. 20.25
„Benelux", causerie. 20.40 „De vrouwen
emancipatie", causerie. 21.00 Voor de
jeugd. 21.35 Lichte muziek. 22.00 Bui
tenlands weekoverzicht. 22.15 Rhythm,
muziek. 22.40 „Vandaag", causerie. 22.45
Avondwijding. 23.00 Nieuws.
HILVERSUM II, 298 m.: 7.00—24 00
NCRV, 7.00 Nieuws. 7.10 Gram. 7.15
Gym. 7.30 Gewijde muziek. 7.45 Een
wcord voor de dag. 8-00 Nieuws en weer
bericht. 8.15 Gram. 8.30 Tot Uw dienst.
8.35 Gram. 9.00 Voor de zieken. 9.30 Voor
de vrouw. 9,35 Gram. 10.30 Morgen
dienst 11.00 Sopraan en piano. 11.30
Gram. 12.00 Idem. 12.30 Land_ en Tuin-
bouwmededelingen. 12.33 Gram. 12.59
Klokgelui. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte mu
ziek. 13.35 Gram. 14'.00 Schoolradio. 14-30
Promenade-Orkest. 15.00 Gram. 15.15
Voordracht. 15.35 Strijkkwartet. 16.00
Tuinbouwpraatje. 16.15 Vocaal Ensemble
en sol. 16.40 Gram. 17.20 Mozartvleugel
en viool. 17.45 Friese uitzending. 18.00
Orkestconcert. 18.20 Gram. 18.45 Muziek
voor blazers. 19-00 Nieuws en weerbe
richt. 19.10 Regeringsuitzending: Verkla
ring en toelichting, waarin opgenomen
het emigratiepraatje door H. A. v. Luyk.
19-30 Gram. 20.00 Radiokrant. 20.20 Ka
merorkest, koor en sol. 21-20 Terugblik
op de Christ. Soc. Conferentie 1953.
21.40 Lichte muziek. 22.10 Vocaal dub-
belkwartet. 22.25 Langs wegen van kunst
en schoonheid. 22.45 Avondoverdenking.
23.00 Nieuws en S.O.S.-berichten.
Televisie-programma. AVRO. 20-15
Televizier. 20.25 Zes weken onder Neder
landse Emigranten. 20.40 Film. 21.10—
21.45 Cabaret.
SCHOENCRÈME - WRIJEWAS
KOPERPOETS
(Advertentie, Ing. Med.)