Nimmer in de historie was er
zo'n verkeer op de Zuiderzee
Volkstoneel heeft een aparte functie
De vrouw als arbeidskracht
Geregelde" autodienst van
Enkhuizen naar Urk
Leider Ben Groeneveld werd
ter zijde geschoven
Wie werken wil, moet daartoe de
gelegenheid krijgen
De barre winter van 1929
25 jaar geleden begon de
winter volop
In Engeland strijdt men
voor gelijkstelling in
salariëring
URE 30 K.Ó ?eo
DONDERDAG 28 JANUARI 1954
TEVIGE SOEP
CT
■telt waarheen, slim-
„Ik voel er meer
'je", viel zijn mede-
„Je weet, wat ik
wendend, vervolgde
>ofd zal worden ge-
fijn, hoor", scham-
t haar zakdoek haar
illie gewaarschuwd".
VAN DIE Rnyco
KOKEN EN...
HULLEN
OP 20 JANUARI 1929, dus 25 jaar geleden, stond de trouwe Enkhui
zer garde „onder de visafslag" de situatie van het ogenblik te he
spreken. Drie dagen tevoren hadden twintig Enkhuizer vissers de net
ten nog naar zee gebracht, maar kregen daarna geen gelegenheid de
beug binnen te halen. De wind was gekrompen en het water rondom
de stad was door het ijs ingesloten. Later slaagden enkele vissers er
met veel moeite nog in wat materiaal als touwen en simmen binnen te
halen, maar honderden netten gingen verloren. Weldra konden de
havenvuren worden gedoofd, want de Zuiderzee was één verlaten ijs
vlakte. De barre winter van 1929 was begonnen..De kranten
van die dagen meldden dagelijks in het weerbericht toenemende vorst
en voorts hele series uitslagen van schaatswedstrijden. Op 30 Januari
trad de dooi in, maar slechts voor enkele dagen, want op 4 Februari
werd hier het kampioenschap van West-Friesland verreden. De felle
koudegolf bleef aanhouden. Zondag 10 Februari vroor het 's avonds
om acht uur 18 graden Fahrenheit en diezelfde nacht zelfs 32 graden.
IN DE ENKHUIZER haven lagen tal
van Urker schepen ingevroren en de
bemanningen hadden hun eiland niet
meer kunnen bereiken. Op 13 Febru
ari probeerde een groep van vijf Ur-
kers over het ijs Urk te bereiken. Drie
bereikten het doel; twee anderen keer
den 's avonds weer in de haven terug.
Kort voor Urk hadden zij een tamelijk
brede sloot „moeten nemen". Drie
waagden de sprong daarover, de an
dere twee durfden het niet aan. Dit
bericht was het signaal voor een in
tensief verkeer op de bevroren Zui
derzee.
De jongeren zeiden dat dit wel de
strengste winter sinds mensenheugenis
moest zijn, maar de ouderen hielden
het nog steeds op 1890 aan. De rij
melaar Siebe de Jong, die bijna dage
lijks door het wintertij werd geïnspi
reerd, schreef:
„Danwanneer je half bevroren
Thuis komt, zit daar heel bedaard
Opa bijna boven op de
Gloeiend hete insluithaard
En met korte kraakgeluidjes
(Hij is 80 jaren oud!)
Schept ie op en zegt: in 't neeg'tig
Was het wel driemaal zo koud
QP ZONDAG 16 Februari 1929 was
Enkhuizen als uitgestorven. De be
volking kon men vinden op het ijs in
het Krabbersgat en op het Enkhuizer
Zand. En op 20 Febr. opende Leo Ma-
ranus een „geregelde taxidienst Enk
hulzenUrk v.v. 's Middags om een
uur vertrok de auto met aan „boord"
de heren L. Maranus, P. v. Hurck, E.
Drijver en M. de Boer, vanuit het
Krabbersgat. Kort na het vertrek be
vroor de radiateur en werd verder ge
reden op luchtverkoeling. Een slee met
twaalf Urkers werd ingehaald en op
sleeptouw genomen. In de „Val van
Urk" was het ijs niet best en moest
een scheur van twintig centimeter
breedte worden overgestoken en met
een extra vaartje lukte dit. Om drie
uur werd Urk bereikt. Later in de
middag maakten meerdere autobezit
ters de tocht naar het eiland. De heer
Kornalijnslijper deed het per motor
rijwiel. Honderden maakten deze en
de volgende dagen de tocht per rijwiel,
zo ook de heer P. Sijbrandij en zijn
neefje, die per K.L.M.-vliegtuig van
Urk de reis naar Schiphol maakten.
In dat zelfde vliegtuig werd ook een
zieke Urker vrouw vervoerd, want het
eiland was geheel geïsoleerd.
J\]IET ALLEEN URK was vanuit Enk
huizen het doel van menige reis,
ook Stavoren was zeer in trek. De
heren E. Berghuis, G. Dekker en A.
Edelenbosch charterden een veldschuit,
die op een slede geplaatst werd. Zo
uitgerust pionierden zij naar de Friese
kust. Omstreeks 12 uur werd er ge
start. Het werd een zware tocht het
geen wel duidelijk blijkt uit het relaas,
dat de heren later aan de journalisten
gaven. „Omstreeks vijf uur in de mid
dag konden we niet meer. We hadden
het laatste uur slechts honderd meter
afgelegd. Na een korte beraadslaging
werd besloten de boot op het ijs achter
te laten en met de slee verder te gaan.
Omstreeks kwart voor zes was de zon
verdwenen en liepen we op de maan-
verlichte Zuiderzee, met nog geen
land in zicht. Doch Edelenbosch, die
een compas had meegenomen, was zo
zeker van zijn zaak, dat we ons gerust
aan zijn leiding toevertrouwden. Even
voor hall zeven doemde in de verte
een licht op en even daarna nog één
en nog één. Een zucht van verlichting
ontsnapte ons. Om kwart voor acht
stapten we op Staverse grond, alwaar
ons een hartelijk welkom werd bereid
door een groot aantal belangstellenden,
die telefonisch van onze komst op de
hoogte waren gesteld. We werden naar
de burgemeester van Stavoren ge
bracht, die ons complimenteerde en
een stevig glas klare aanbood.
Later maakten nog velen, o.a. de heer
L. Nieman en zijn zoons deze tocht.
VAN NIEUWJAARSDAG tot Donder
dag 21 Februari moest de Gerefor
meerde Kerk te Urk, die in die dagen
een predikantsvacature had, het zonder
geestelijke hulp stellen. De kerkeraad
verzocht de Classis Enkhuizen om een
predikant zodra de verbinding met
Urk mogelijk was. Twaalf kinderen
moesten nog gedoopt worden. Wel, de
toenmalige predikant, ds Hoek uit
Enkhuizen, wist een oplossing. Vrij
dagsmorgens om elf uur vertrok hij
per auto naar Urk, alwaar 's middags
om twee uur een doopbediening en
predikbeurt door hem werden vervuld,
's Middags om vijf uur stond de pre
dikant, na een voorspoedige overtocht,
weer op Enkhuizer bodem.
PNKHUIZEN en de nieuwe zeeweg
naar Urk stonden in deze dagen in
het grote nieuws. De landelijke bladen
dirigeerden hun speciale verslaggevers
naar de aloude Haringstad, waar de
verhalen op het ijs voor het grijpen
lagen. In grote opmaak werd verhaald
over het grote „fête d'hiver", het ijs-
feest, op het Enkhuizer Zand. Vreem
delingenverkeer, de IJsclub en parti
culieren werkten in spoed samen en
Midden op het Enkhuizer Zand,
was een grote dansvloer gelegd en
een groot pierement, meer dan
duizend kilogram zwaar, verzorgde
de dansmuziek.
het resultaat was, dat op het Zand een
dansvloer werd gelegd, waarop een
grbot pierement werd geplaatst. Daar
omheen tal van consumptietenten en
zelfs een zweef. De heer P. de Graaf
en zijn zoon Tjip brachten de bezoe
kers a raison van tien centen van het
vuur naar het feesterrein, waar de
drukte enorm was. Als veiligheids
maatregel zou bij gevaar vanaf het
Vuur een rode vlag worden uitgesto
ken. Na twee dagen van pret bleek
dat noodzakelijk, want toen viel de
dooi in. Echter ook weer voor een
korte periode, want reeds op 26 Febru
ari achtte de burgemeester van Urk
de tocht naar Enkhuizen per auto en
fiets weer mogelijk.
Op de 1ste Maart ging Kornalijn
slijper met een vracht van duizend
kilogram kolen per auto naar Urk en
deze tocht slaagde. Daags daarop ver
dronk de auto in de Val van Urk. Die
zelfde dag maakte de heer C. J. van
Kleeff uit Grootebroek met enkele
leden van zijn personeel, de heren D.
Gerritsen, W. H. Horsman, N. de Boer,
Gerrit Karemaker en C. Leegwater
per schaats de tocht EnkhuizenKam
pen. Om kwart over acht verliet men
Enkhuizen en 's middags om twee uur
werd Kampen bereikt.
QP DE 6e MAART viel voorgoed de
dooi in. De 65-jarige Groninger S.
Hartman wilde die dag toch nog pro
beren om van Enkhuizen over het ijs
naar Stavoren te gaan. Een drietal
Enkhuizer jongens, Jac. Visser, Teun
van Dam en Freek de Boer bood nij
Het vuurtje op de strekdam van
het Krabbersgat zat „warm" in het
ijs. De jotografen kiekten hier de
ganse dag groepen.
een bedrag van tweehonderd gulden
aan, wanneer zij hem op zijn expedi
tie wilden begeleiden, terwijl zij vier
honderd gulden zouden ontvangen als
de overkant werd bereikt. Men aan
vaardde het aanbod, maar bij de Ril
gekomen, kreeg het ijs zo'n verrader
lijke kleur, dat met spoed weer de vei
lige Enkhuizer wal werd gezocht.
Hartman betaalde prompt zijn twee
honderd gulden uit.
Dagelijks stonden de kranten vol
Üsverhalen van prettige, maar ook
ernstige aard. De 18jarige Y. van der
Witte uit Leeuwarden maakte op gym
schoenen de tocht van Stavoren naar
Enkhuizen. Bij aankomst bleken zijn
voeten bevroren te zijn en deze moes
ten in het S. v. L. Ziekenhuis worden
geamputeerd. Vaik gebeurde het ook,
dat na het invallen van de duisternis
nog mensen op de Zuiderzee vertoef
den en hulpexpedities werden dan uit
gezonden.
De barre winter van '29 is in deze
kwart-eeuw niet in gestrengheid over
troffen. Hoe koud het was blijkt ook
uit de omzetcijfers van de Enkhuizer
Gasfabriek.
In Februari 1929 werd 402.625 kg.
cokes meer afgeleverd dan in dezelfde
maand van het jaar tevoren. Woens
dags voor Paas, de 27ste Maart 1929,
kon de Veerdienst Enkhuizen, die meer
dan drie maanden gestaakt was, wor
den hervat. Maar nog ver in April
werd ijs in de Zuiderzee waargeno
men.
(Van onze
toneelmedewerker
CR was, en er is nog hi;
wijlen, een soi
„volkstoneel", dat m<
de goedkope romantie!
van halve- en hele-stui
vers-drama's geld t.rach
te kloppen uit het ge
brek aan ondersche-.
dingsvermogens bij eer-
deel van het uitgaan!
publiek. Het bona fide
volkstoneel daarentegen
dat eerst na de wereld
oorlog zijn officiële ei -
kenning kreeg door de
oprichting van het Ne
derlands Volkstoneel,
tracht de groepen van
onze volksgemeenschap,
die tot nu toe de officiële
theaters mijden, hetzij
uit een bepaald soort
schroom, hetzij daartoe
door de afgelegenheid
van hun woonplaats ge
dwongen, met de kunst
van het toneel langza
merhand vertrouwd te
maken. Het bezoek aan
de schouwburg moet voor
hen, die er financieel toe
bij machte zijn, iets even
vanzelfsprekends wor-
als in de meeste geval
len het bezoek aan de
bioscoop reeds is.
Om dit te bereiken
streeft het volkstoneel
naar een repertoire, dat
gemakkelijker aan
spreekt dan de gecom
pliceerde zielkundige
verwikkelingen van het
Ben Groeneveld: Eén van de leiders van het
verdwenen volkstoneel.
moderne toneel. Tevens probeert het
meer rekening te houden met de draag
kracht van zijn publiek dan het door
snee-toneelbedrijf. Dat het bona fide
volkstoneel een soort tweede rangs to
neel zou zijn voor de „volksklasse" is
een volkomen misvatting. En Ben Groe
neveld, een der leiders van het zo plot
seling verdwenen Ned. Volkstoneel,
steekt tegenover ons in zijn vlak boven
het water gelegen werkkamer, waaruit
men onder alle bo gbruggen van de
Amsterdamse Reguliersgracht door kan
zien, zijn verontwaardiging over deze
geringschatting niet onder stoelen of
banken.
Dat de voortzetting van ons eerste
offisiële volkstoneelgezelschap on
der de, het woord volkstoneel opzette
lijk vermijdende, naam „De Toneel
vereniging" nu zonder hem plaats
vindt, maakt hij niet tot een „persoon
lijk feit". Hij heeft, als toegewijd be
hartiger van het volkstoneel, de volks
ontwikkeling met overtuiging gediend
en niet in de eerste plaats het per
soonlijk welslagen gezocht. Niettemin
is dit abrupt einde aan een levensop-
gave, welke tevens een levensvervul
ling was, niet iets om gemakkelijk te
vergeten.
Groeneveld's bemoeienis met het
volkstoneel begon ongeveer vijfentwin
tig jaar geleden, toen Herman Bouber
met zijn Amsterdamse volksstukken ln
de hoofdstedelijke Plantage-Schouw
burg, van dit toneel de typische expo
nent was, als directeur, regisseur, ac
teur en auteur. In deze schouwburg was
hij de opvolger van Stoel en Spree, van
wie Marius Spree de belichaming was
van alle slechte tradities van het ro
mantisch toneel.
Bouber's verdiensten
HET VOLKSTONEEL van Bouber had
stellig verdiensten, vooral indien
men het vergelijkt met hetgeen voor
heen op deze planken daarvoor moest
doorgaan, doch het had het nadeel, dat
het niet de mensen bereikte, die met
het toneel als kunstuiting vertrouwd
moesten worden gemaakt. Een belang
rijk deel der bezoekers bestond uit ver
tegenwoordigers der gegoede burgerij,
die zich een avond kwamen amuseren
met de typische en kleurrijke eigen
aardigheden van een speciaal Amster
dams volksdeel. Maar toen Bouber veel
later in de Jordaan zijn „Bleke Bet",
„Oranje Hein" enz. ging spelen, bleek
men er daar niet van gediend te zijn.
Men vond, dat de Jordaners op een
goedkope manier bespottelijk werden
gemaakt.
Een evolutie van het volkstoneel be
tekende in 1930 de samenwerking van
Bouber en Groeneveld in het „Groot
Volkstoneel", dat de steun had van het
Instituut voor Arbeiders Ontwikkeling
en de Vara. Maar toen twee jaar later
de Vara haar, overigens vrij geringe,
steun introk, zette Ben Groeneveld het
met Bouber en soms tégen Bouber
doorgevoerd streven voort met „De
Jonge Spelers". Het „Groot Volksto
neel" had met „Stempel-Brüder" van
Duschinsky, „Massa-Mensch" van Ernst
Toller en „Nacht-asyl" van Maxim Gor
ki, een nieuwe koers gemarkeerd en was
zelfs, een novum, in de Amsterdamse
Stadsschouwburg doorgedrongen. „De
Jonge Spelers" accentueerden deze
nieuwe koers o.a. met „De matrozen van
Catarro" van Wolf. Zij vonden hun pu-
bleek voornamelijk in de rijen van
SDAP en moderne arbeidersbeweging.
Na de wereldoorlog
QROENEVELD'S jarenlange strjjd voor
een verantwoord volkstoneel leidde
er ais vanzelf toe, dat hij in het na de
wereldoorlog gestichte Nederlands
Volkstoneel een der leiders werd. De
toneelplannen van het kunstenaarsver
zet, omvatten vier gezelschappen en
een volkstoneel. Bij de uitvoering dier
plannen in de practijk is het Neder
lands Volkstoneel ten onrechte een
Assepoesterrol opgedrongen. Het moest
zich, tegen de oorspronkelijke opzet in, g}
grotendeels vergenoegen met de ac
teurs, die in de „grote" gezelschappen
niet aan bod konden komen, terwijl op
de subsidie aldra erg beknibbeld werd.
Niettemin is het Nederlands Volksto
neel erin geslaagd om een behoorlijk
repertoire op te bouwen. Afgewacht
moet natuurlijk worden of Defresne, de
nieuwe leider, erin zal slagen om de
fakkel van het verantwoorde volksto
neel brandende te houden en het gezel
schap te doen beantwoorden aan zijn
opgave tot stimulering van de belang
stelling voor het toneel van groepen,
die in het algemeen weinig de schouw
burg bezoeken. Doch dat aan het leider
schap van Ben Groeneveld op dit ter
rein nu, laat ons hopen: tijdelijk, een
einde is gekomen, lijkt ons in ieder
geval een belangrijk verlies, want hij
geloofde in de noodzakelijke taak van
het volkstoneel.
Harer Majesteits kruiser „De Ruy-
ter" ligt in Brest tot 29 Januari a.s. In
de morgen van die dag vertrekt de
kruiser naar Kalifase, waar hij van 5
tot 8 Februari zal liggen. Van 10 tot
13 Februari is „De Ruyter" in de
Amerikaanse marinebasis Norfolk en I
van 20 tot 23 Februari in Funchal op
Madeira.
„HET IS opvallend, hoeveel gemakkelijker een Amerikaanse vrouw
het probleem gezin-plus-werk opvat dan de Europese vrouw. Voor
haar is het louter een practische kwestie van tijdsverdeling, terwijl wij
het probleem nog altijd behangen met loodzware vooroordelen", lazen
wij onlangs in een verhandeling over het buitenshuis werken van de ge
trouwde vrouw. Wij zouden deze zelfde zin gaarne als uitgangsput wil
len nemen voor een kleine duik in het probleem „werkende vrouw",
waarvan het sub-probleem „werkende getrouwde vrouw" tegenwoordig
wel het meest brandende is.
Werkende vrouw zijn wij vrijwel al
len te eniger tijd geweest en wij hebben
daarbij opgemerkt, dat onze mannelij
ke collega's beter betaald werden dan
wij.
Wonderbaarlijkerwijze laat dit, op geen
enkele redeiijke grono berustende ver
schil, de meeste vrouwen siberisch. Het
wordt als een vaststaan fe;t aanvaard
er daarmee basta. De verklaring -an
deze onverschilligheid ligt waarschijn
lijk op het gebied der toekomstplannen
van de gemiddelde jonge vrouw.
meeste werken toch slee" ts tot het mo
ment, waarop zij zullen gaan trouwen.
Inmiddels vormen zij een spaarpotje,
waaruit dan een groter of kleiner deel
van de uitzet kan worden bekostigd.
Is dit laatste een goed argumen* om
te eisen wat haar kraentens gelijke pres
tatie toekomt, 't verregaande gebrek aan
interesse i< arbeid en bedrüf behoudt
de overhand. Deze zo grote groep drukt
door haar houding het inkomen van die
vrouwen, die om welke reden dan ook
niet trouwen en van haar, die na hun
huwelijk blijven doorwerken.
JN Engeland strijden de vakvereni
gingen reeds lang voor een volledige
gelijkstelling, erven uitgaande, dat het
In de eerste plaats redelijk is en in de
tweede plaats de mogelijkheid zal uit
sluiten van vervanging op grote sehia'
van mannen door vrouwen, om zo
doende tot een vermindering van de
productiekosten te komen.
Begrijpelijk is ook, dat de vakver
enigingen indertijd het eerst aanklop
ten bij hun eigen 'Labour regering.
Immers, de vrouwen in de Engelse
staatsdienst maken niet minder dan
een derde van het totaal aantal over-
heidsemployé's uit en ook zij ont
vangen een lager salaris dan hun man.
nelijke collegas. Minister Hugh Gaits-
kell, beheerder van de berooide Engel
se schatkist tijdens de Labour regering
wees de eis van de hand. Hij deelde
mee, dat gelijkstelling van salarissen
van vrouwelijke ambtenaren de schat
kist 25 millioen per jaar zou kosten,
maar dat voor hem nog zwaarder woog
het feit, dat de industrie ongetwijfeld
het voorbeeld van de staat zou moeten
volgen, waardoor de kostprijs van de
industrieële producten teveel zou stij
gen; begrijpelijk, wanneer wij beden
ken dat in geheel Groot-Brittannië van
de werkende bevolking een derde
vrouwen zijn, waaronder vele gehuw
den.
In Amerika was dit reeds lang een
normaal verschijnsel en ook daar is
het door de laatste oorlog sterk toege
nomen. Zeker een niet onbelangrijk
deel van de hoge levensstandaard in
de Verenigde Staten is te danken aan
het dubbele inkomen van vele gezin
nen en een verhoogde productiviteit
van het volk als geheel door toenemen
de benutting van vrouwelijke arbeids
krachten.
{RICHTEN wij nu eens de blik op Ne
derland. waar de werkende ge
trouwde vrouw nog steeds met een
enigszins scheel oog wordt aangeke
ken Om te beginnen is het altijd maar
een bepaalde categorie, welke door de
critici naar het huishouden wordt te
rugverwezen. Deze zelfde critici zou
den zeer verstoord zijn, wanneer b.v
alle getrouwde werkvrouwen er het
dweiltje bij neerlegden, omdat zij hun
hogere roeping in haar gezin moesten
gaan vervullen (en wat te denken van
de hogere roeping, als er geld te kort
is?) Ook zou een lange wachttijd in
de winkels, waar nu de vrouw de ge
hele dag meehelpt, hun geenszins be
vallen. En deze werkende, getrouwde
vrouwen, waarvan iedereen het wer
ken aanvaardt, vormen toch werkelijk
geen geringe groep: ca. 100.000 boerin
nen, 55 000 winkeliersters. 22.000 in di
verse beroepen, zegge en schrijve meer
dan 17H pet. van de ongeveer 1 mil
lioen getrouwde vrouwen die Neder
land rijk is.
Waarom dan de kennis en ervaring,
welke men als jonge vrouw heeft op
gedaan. teloor laten gaan in een com
plex van huishoudelijke bezieheden,
welke een groot gedeelte van ons op
zijn zachtst gesproken vervelender vindt
dan ons vroegere werk? Voor een
arbeidsverdeling van een aantal huis
houdelijke bezigheden is vrijwel iedere
weldenkende echtgenoot te vinden,
terwijl een beroepshalve aangetrokken
kracht het zware werk doet.
J7N de kinderen? Hier komt het
zwaarste geschut in het veld en hier
staan ook de meeste vrouwen machte
loos. Waar de vrouw, die de trappen
komt boenen en de kamer een goede
beurt komt geven, in die tijd haar kin
deren laat. of de vrouw, die de hele
dag op de markt staat om haar gezin
te onderhouden, komt weer niet ter
sprake. Goede crèches, goede bewaar
scholen en later de lagere school zul
len vaak een aanmerkelijk gunstiger
uitwerking op de kinderen kunnen
hebben dan een moeder, die geen kans
ziet een paar boodschappen te gaan
doen omdat het kind anders alleen is.
Maar de nadruk leggen wij hier op het
woordje goéde. Goede crèches zijn hier
in Nederland dan ook een eerste ver
eiste. En heus niet alleen voor wer
kende vrouwen. Wij hebben vele vrien
dinnen, die aan huis gekluisterd zijn
omdat zij geen weg weten met hun
spruit. Zij worden gedegradeerd tot
huissloven en dat zonder noodzaak. Het
wil ons voorkomen, dat zulke instel
lingen vrijwel overal van gemeentewe
ge rendabel te exploiteren zouden zijn.
Tot slot willen wij er op wijzen, dat
de arbeidsmarkt een vreemd aspect
zou gaan vertonen, wanneer morgen
aan de dag alle gehuwde vrouwen zich
geroepen zouden voelen te gaan ar
beiden. Dit is ook niet nodig of wen
selijk. Velen voelen zich gelukkig in
hun huishouding, maar evenzeer moe
ten de velen, die wèl willen werken,
daartoe de volle gelegenheid krijgen.
Zowel voor haarzelf als voor de Ne
derlandse economie zou dat van on
schatbare waarde zijn. Er is hier een
machti- reservoir van waardevolle ai
beidskrachten. dat zeker niet ongt
bruikt mag blijven.