Schelde-Rijnverbinding werd
een slepende kwestie
Bonte staalkaart van wensen
De schelpdier-kwekerijen en de
visserij lijden groot nadeel
België wenst goede verbinding
van Schelde met de Rijn
De uitdager Smgslov is zeker
niet kansloos
Gesprek van meer dan honderd jaar
Oplossing schijnt in zicht
Compromis over
Moerdijkkanaal
Na 3 uur insluiting
geen lust meer
tot inbreken
Wordt Ballet Recital het
Nationaal Ballet?
Zesjarige jongen stak
voorraadschuur in brand
Actuele problemen uit de
gemeente-financiën
Wereldkampioenschap schaken
Botwinnik mag niet te
veel risico nemen
Piet de Jongh won
wegwedstrijd
in België
Alg. Bond van Ambtenaren
Advies van de Delta-commissie
Land-en tuinbouw zullen
profiteren van groot
zoetwa ter-reservoir
De Engelse beker
Port Vale komt iri de
halve finale tegen
West Bromwich
Kwestie Voogd voor
ereraad van KNZB
DINSDAG 16 MAART 1954
(Van onze parlementaire redacteur)
HET was waarlijk niet ongemotiveerd, toen onze minister van Buiten
landse Zaken, mr D. U. Stikker, op 18 Januari 1951, in de Tweede
Kamer zijn begroting verdedigend en over de door België gewenste
Schelde-Rijnverbinding sprekend, zeide: „Ik zou slechts willen opmer
ken, dat een verder voortgaande studie nauwelijks meer nieuwe ge
zichtspunten zou kunnen opleveren". Want op dat ogenblik had liet
tussen België en Nederland gevoerde gesprek over dit onderwerp al
105 jaar geduurd.
Men kan moeilijk beweren, dat men niet voldoende tijd heeft gehad
om tot positieve resultaten te komen. Dat men in langer dan een
eeuw niettemin geen bevredigende oplossing heeft gevonden, moet dus
wel het gevolg zijn van de ingewikkeldheid van het vraagstuk of
eigenlijk moeten we zeggen „en" van het onverzettelijke vasthouden
door België en Nederland aan hun onverzoenbaar lijkende standpunten.
Langer dan een eeuw is de kwestie van de Schelde-Rijnverbinding
slepend gebleven. Zij heeft zich tenslotte niet kunnen vrijhouden van
sentimentsoverwegingen aan beide kanten'; meermalen deed zij de
hartstochten hoog oplaaien en vielen er harde woorden over en weer.
Thans schijnt toch de oplossing in
zicht. Tijdens de onderhandelingen, die
de heren Van Cauwelaert voor onze
Zuiderburen en Steenberghe voor ons
land in de afgelopen weken over de
zaak gevoerd hebben, zou namelijk
overeenstemming zijn bereikt. Maar
het blijft de vraag, in hoeverre de beide
regeringen, aan wie door de onderhan
delaars een rapport over hun bespre
kingen is aangeboden, de conclusies
zullen aanvaarden en of de parlemen
ten, wanneer zij over de kwestie te be
slissen krijgen, een accoord zullen fi
atteren. Zo ergens uit, dan is uit de
langdurige historie van het nog altijd
imaginaire Moerdijkkanaal, of Bene-
luxkanaal, zoals de Schelde-Rijnverbin
ding de laatste tijd wel vindingrijk ge
noemd is, de wijze les te trekken, dat
men de dag niet moet prijzen, vóór het
avond is.
Het vraagstuk van de Belgisch-Neder
landse waterwegen en van de havens
beperkt zich niet tot het Moerdijkka
naal, ook de zogenaamde stop van Ter-
naaien, en de sluizen bij Terneuzen
vallen eronder. De Schelde-Rijnverbin
ding heeft beide landen evenwel de
meeste moeilijkheden bezorgd.
JNDERDAAD staat men hier voor een
schier onoplosbaar probleem, met
economische, geografische, historische
en allerlei andere aspecten. Bijna onop
losbaar, omdat beide landen het gelijk
aan hun zijde mengn te hebben en hun
belangen sterk met elkaar strijden. Als
men vraagt, wat België wil, wat het
voor zijn economische ontwikkeling
nodig acht, wat het daarvoor heeft ge
daan (het legde spoorwegen aan, toen
Nederland kanalen groef en merkt nu,
dat het wat zijn scheepvaartwezen be
treft, een achterstand heeft....); wat
het eventueel wil offeren en men stelt
dezelfde vragen voor Nederland (hier
vreest men sterk de achteruitgang van
onze havensteden, althans een minder
snelle groei, als Antwerpen een betere
verbinding naar de Rijn krijgt), dan
komt men tot de conclusie, dat het een
bijna onbegonnen werk is alle belan
gen te combineren en daarbij tegelijk
het algemeen, het Europees belang te
handhaven.
En dan spreken we nog niet eens van
de technische oplossing van het water
wegen- en havenprobleem.
Aan pogingen om zowel volken
rechtelijk om een groot woord te ge
bruiken en economisch en ook om
technische (wat dus de juiste loop
van een eventueel nieuw aan te leggen
verbinding betreft tot een accoord
te geraken, heeft het niet ontbroken.
Vóór de eerste wereldoorlog zijn
meermalen, doch zonder succes, con
tacten gelegd. Zij waren toen gericht
op een gemeenschappelijke kanalisatie
van de Limburgse Maas.
Tussen de beide wereldoorlogen heeft
men eveneens enige mislukte pogingen
aangewend om overeenstemming te be
reiken. In 1925 verwierpen de Neder
landse Staten-Generaal het Belgische
verdrag.
HOEWEL de Belgische schepen steeds
van het kanaal door Zuid-Beveland
gebruik maken, heeft België zich toch
formeel nimmer bij de' gang van zaken
neergelegd. Vandaar, dat een Belgisch-
Nederlandse ministersconferentie in
Maart 1949 besloot weer eens een com
missie te benoemen ter bestudering
van de waterwegen en havenproble
men. Het rapport van deze commissie,
aangeduid als de commissie-Van Cau-
welaert-Steenberghe, verscheen in 1951.
De kwesties van de stop van Ter-
naaien en de haven van Terneuzen ble
ken niet veel moeilijkheden meer op
te leveren. Het Moerdijkkanaal bleef
het grote struikelblok vormen. Achter
af heeft de Belgische regering ver
klaard te dien aanzien nog altijd niet
tevreden gesteld te zijn.
En voor de derde maal eiste België
in 1952, bij monde van de minister van
Buitenlandse Zaken in de Senaat, dat
Nederland op grond van de bepalingen
van het scheidingsverdrag van 1839 voor
een goede vervangende vaarweg van
de Schelde naar de Rijn zou zorgen.
Zelfs de bewoordingen, waarin dit ge
schiedde, leken op die van een halve
eeuw geleden.
De kwestie werd bovendien in een
geheel nieuw licht geplaatst, doordat
België niet alleen meer zijn ontevre
denheid betuigde over het Zuidelijk
deel van de vaarweg van de Schelde
naar de Rijn, maar de minister van
Buitenlandse Zaken op 13 Mei 1952 in
de Senaat de veronderstelling uitte, dat
Nederland het voornemen had nieuwe
werken uit te voeren in de tussenwate
ren van de Schelde-Rijnverbinding.
Deze werken zouden dan het Noorde
lijke deel van de vaarweg moeten be
treffen.
gELGIë wenste een oplossing door een
compromis. Opnieuw zijn de heren
Van Cauwelaert en Steenberghe aan
het onderhandelen gegaan. Hun conclu
sies zijn aan de beide regeringen aan
geboden en nu schijnen niet alleen de
stop van Ternaaien en de haven van
Terneuzen tot de opgeloste kwesties te
behoren, niaar ook de Schelde-Rijn
verbinding, waarvoor een kanaal zal
worden gegraven.
J\'a meer dan honderd jaar on
derhandeling tussen België en
Nederland over een voor onze
Zuiderburen bevredigende ver
binding van de Schelde met de
Rijn schijnt men thans een com
promis gevonden te hebben, dat
als grondslag zou kunnen dienen
voor een definitieve oplossing van
deze moeilijke en onverkwikke
lijke geschiedenis.
Aan de beide regeringen is voor
gesteld een Moerdijkkanaal te
graven. Herhaaldelijk is dit Moer
dijkkanaal „in het nieuws" ge
weest. Op het ogenblik is dat
opnieuw het geval en in de toe
komst zal men er nog vaak over
horen. Onze parlementaire redac
teur heeft daarom in bijgaande
beschouwing de achtergrond van
de Belgisch-Nederlandsa bespre
kingen belicht.
|iV het verleden zijn verschillende tracé's voor een eventueel Moerdijkkanaal
vastgesteld. Het rapport van de commissie-Van Cauwelaert-Steenberghe,
dat in Februari 1951 aan de beide regeringen werd aangeboden, bevat een
aantal kaarten, waarop telkens weer een andere loop van het kanaal is
aangegeven. Tijdens de laatste Belgisch-Nederlandse onderhandelingen
schijnt men tot overeenstemming gekomen te zijn over een project, dat het
meest het op bovenstaand kaartje aangegeven tracé nabij komt.
Op 17 Januari jl. is in de woning van
C. K. in Overschie te Rotterdam een
portefeuille met f 35,gestolen. Er
was echter geen spoor van inbraak en
het vermoeden rees dan ook dat iemand
zich had laten insluiten, en door een
raam weer vertrokken was.
Bij het onderzoek bracht de politie
het die avond gebrachte bezoek van de
23-jarige mej. J. van S. uit Pijnacker in
verband met de diefstal. Inderdaad
bleek dat zij de 28-jarige los-werk-
man A. P. M. van H. eveneens uit Pijn
acker had binnengelaten. Deze verborg
zich in de gangkast, waar hij echter
drie uur moest verblijven tot de familie,
de grootouders van zijn vriendin, sliep.
De lust om toen nog in het huis op
verkenning uit te gaan was geheel ver
dwenen en zo gauw mogelijk wilde hij
de frisse lucht in. Bij het uit het raam
stappen, trapte hij echter op kleding
en dit leverde hem de onverwachte
buit van een portefeuille met f 35,op.
Zowel Van H. als mej. Van S. zijn
gearresteerd.
Het Tweede Kamerlid de heer Gort
zak heeft aan de minister van Onder
wijs, Kunsten en Wetenschappen de
volgende schriftelijke vragen gesteld:
1. Is het juist, dat de commissie, die
zou rapporteren over de samenstelling
van het Nationale Ballet, thans rapport
heeft uitgebracht?
2. Is het juist, dat in dit rapport ge
adviseerd wordt het Ballet Recital
(leidster mevr. S. Gaskell) als Natio
naal Ballet te erkennen, al of niet met
uitbreiding?
3. Zo ja, heeft de minister zich met
dit voor velen onbegrijpelijke advies
verenigd?
Toen zijn vader op het land was zag
de zesjarige Luppo T. te Kolham kans
een doosje lucifers te bemachtigen. Hij
stapte hiermee naar de schuur die ach
ter de boerderij van zijn vader is ge
legen en stak de zaak in brand. In een
ommezien stond de grote voorraad
schuur, die gevuld was met stro en
hooi, alsmede met 200 hl pootaardappe-
len, in lichter laaie. De brandweer van
Slochteren was spoedig ter plaatse,
doch kon niets uitrichten. Men be
perkte de werkzaamheden tot het
nathouden van het woonhuis en slaagde
er in dit te behouden. De schade is aan
zienlijk, doch wordt door verzekering
gedekt.
Op Dinsdag 30 Maart zal in het ge
bouw voor Kunsten en Wetenschappen
te Utrecht een landelijke bijeenkomst
worden gehouden van de sectie ge-
meentefinanciën van het Instituut voor
Bestuurswetenschappen. Behandeld
wordt het onderwerp „Actuele proble
men uit de gemeentefinanciën". Als in
leiders zullen optreden de heren J. W.
Quint, burgemeester van Brunssum en
drs H. M. Franssen, administrateur ter
Provinciale Griffie van Drente.
MEISJE DOOR VRACHTAUTO
OVERREDEN
Een negenjarig meisje is gisteren In
Amsterdam op een vierwielige vracht
auto gesprongen, die achteruit een fa
brieksterrein opreed. Het kind kwam
te vallen en kreeg het linkerachterwiel
over zich heen. In het O.L.V.-gasthuis
bleek zij bij aankomst reeds te zijn
overleden.
(Speciale berichtgeving)
NU WIJ aan de vooravond staan van de strijd om het wereldkampioen
schap schaken tussen de titelhouder Michael Botwinnik en zijn
uitdager Vasily Smyslov een strijd, die de gehele schaakwereld een
paar maanden in spanning zal houden lijkt het wel aardig de
geschiedenis van het wereldkampioenschap, welke nog geen eeuw oud
is, in het kort de revue te laten passeren. Van een officiële wereld
kampioen is eigenlijk voor het eerst sprake bij Wilhelm Steinitz, die
in 1866 Andersen in een tweekamp versloeg (gewonnen 8, verloren 6,
remise 0). Steinitz is tot 1894 in het bezit van de titel gebleven en in
die periode heeft hij verschillende matches gespeeld met Black»
burne 2 x, met Ziukertort 2 x, met Tschigorin 2 x en met Gunsberg
welke hij alle won. Toen verscheen de 25-jarige Emanuel Lasker en
versloeg de 58-jarige Steinitz met 105—4. Een twee jaar later in
Moskou gespeelde revanchematch bracht Steinitz nog groter nederlaag,
10—2—5.
£^ASKER heeft tot 1921 de scepter ge
zwaaid, toen hij zijn staf aan Capa-
blanca moest overdragen. Ook hij
speelde verschillende tweekampenmet
Marshall, Tarrasch, Janowski 2 maal
en Schlechter, deze laatste ontmoeting
eindigde in een gelijk spel. De match
met Capablanca mag men feitelijk niet
als serieus beschouwen. Het is de
oudere schakers bekend, dat Lasker
destijds het spel min of meer beu was.
Hij had zijn titel reeds zonder strijd
willen overdragen, hetgeen de schaak
wereld niet aanvaardde. Velen zullen
zich zijn. uitspraak herinneren dat brid
gen, waarmede hij zich toen ijverig
had bezig gehouden, mooier was dan
schaken. Deze mening heeft hij later
herzien.
Capablanca heeft zich slechts zes jaar
wereldkampioen mogen noemen. In
1927 verloor hij tegen veler verwach
ting van Aljechin (6-3-25!). Men had
gedacht, dat de bruisende onstuimige
Aljechin zich tegen de koele Cubaan
te pletter zou lopen, maar de Rus had
zich in de huid van zijn tegenstander
gestoken.
Het verlies van zijn titel aan dr
Euwe in 1935 en de herovering twee
jaar later liggen een ieder nog vers in
het geheugen.
Op 25 Maart 1946 stierf Aljechin en
nu was de schaakwereld zonder kam
pioen. Tot dat tijdstip kon het wereld
kampioenschap min of meer als een
privé-aangelegenheid worden be
schouwd. Immers de wereldkampioen
maakte zelf uit met wie hij zou spelen.
Doch nu kon de F.I.D.E. (Wereld-
De wedstrijd GentGent voor ama
teurs, georganiseerd door „Het Volk",
is gewonnen door Piet de Jongh
(Ned.). Hij legde de 128 kilometer
van het circuit af in 3 uur 7 min.
Tweede werd Callewaerts (B.) op 35
sec., derde Minne (B.) op 50 sec.,
vierde Desmedt (B.) z.t. en vijfde
Van der Lycken (B.) op 1 min. 5 sec.
De wedstrijd LeuvenGent voor on-
afhankelijken, eveneens georganiseerd
door „Het Volk" bracht ook een Ne
derlandse zege. Jan van Osta ging als
eerste over de streep met een tijd van
4 uur 21 min. voor de 169 km. Na
hem klasseerden zich de Belgen Van
den Bossche op 15 sec., Hamelynck
op 1 min. 30 sec., Bernaerts op 1 min.
40 sec. en Dons op 1 min. 50 sec.
(Van een medewerker)
VERSCHENEN is de voorlopige be
schrijvingsbrief voor het dit jaar te
Rotterdam te houden driedaags con
gres van de Algemene Bond van Amb
tenaren, welke meer dan 62000 leden
telt. Deze brief bevat niet minder dan
137 voorstellen, wensen en resoluties en
(Vervolg pagina 1)
DE studie van de commissie is nog niet zo ver gevorderd, dat zij een
volledige, goed gefundeerde begroting van de afsluitdammen met
inbegrip van de bijkomende werken kan overleggen. Wel is gebleken,
dat deze kosten slechts weinig beïnvloed worden door de hoogte, die
uiteindelijk aan de afdammingen zal worden gegeven.
De commissie meent de kosten van het algehele complex van
afsluitingswerken, van alles wat daarbij behoort en voorts met inbegrip
van de noodzakelijke dijkversterkingen langs de Rotterdamse Water
weg en de Wester Schelde te kunnen stellen op een bedrag van ander
half tot twee milliard gulden. De tijd,die voor de uitvoering nodig is,
hangt enerzijds af van de voortvarendheid, waarmede ook in verband
met financiële overwegingen gewerkt kan worden en anderzijds
van tegenslagen, die, gezien de aard en de plaats van de werken bij de
zee, niet buiten beschouwing kunnen blijven.
De commissie is van oordeel, dat technisch gezien, de werken in
een periode van 20 a 25 jaar voltooid zullen kunnen worden.
De commissie heeft zich ook georiën
teerd omtrent de wijze, waarop de be
staande dijken versteskt zouden moe
ten worden en omtrent de daaraan ver
bonden kosten, indien niet tot de af
sluiting van de zeearmen besloten zou
worden.
In tegenstelling met de afdamming
nemen hier de kosten in snelle mate
toe bij vermeerdering van de verho
ging. Als de dijken met tenminste 1 'A
a 2 meter verzwaard zouden worden,
zouden de kosten ongeveer gelijk zijn
aan die van de afdammingen. Ook wat
de duur der uitvoering betreft, ziet de
commissie geen voordelen in het ver
beteren van de bestaande dijken. Door
de afdamming van de zeearmen ver
krijgt men een hoofdwaterkering, be
staande uit de korte, gesloten kustlijn,
gevormd door duinen en dammen, die
zonder bijzondere moeilijkheden ree^s
direct de volledige sterkte zal kunnen
verkrijgen, die voor de naaste toe
komst nodig wordt geoordeeld. Het
onderhoud van deze waterkering, die
alle mogelijkheden van verdere verho
gingen inhoudt, is eenvoudig en over
zichtelijk. Daarachter ligt dan een
tweede waterkering, gevormd door het
tegenwoordige dijkenstelsel, dat gezien
de functie, die het dan heeft te ver
vullen, bij onvoorziene gebeurtenissen
nog in staat zal zijn een ramp te keren
of aanzienlijk te beperken.
(JITERAARD zal de afsluiting van de
zeearmen enige typische gevolgen
hebben. Als zodanig verwacht men o.a.
verandering van de stromingen voor de
kust, enige verhoging van de storm
vloedstanden in de omgeving der af
sluitingen (bij Waterweg en Wester-
Schelde echter niet meer dan enkele
centimeters)verdwijning van het zand-
bankengebied vóór de zeegaten en
verbreding van het strand benoorden
Westkapelle; toenemende bezwaren
van. het ijs in het tifgesloten bekken,
die echter te ondervangen zijn; voor
zieningen moeten worden getroffen
voor de waterlozingen; de visserij en
de schelpdierkwekerijen zullen ernstig
nadeel ondervinden en op het verlenen
van tegemoetkomingen zal gerekend
moeten worden.
Onmiskenbare voordelen zijn aan
eensluiting van de eilanden onderling
en aan de vaste wal en ontsluiting van
dit gebied door aan te leggen wegen.
Land- en tuinbouw zullen profiteren
van de vorming van een root zoetwater
reservoir en langs de Nieuwe Waterweg
zal de zoutgrens kunnen worden terug
gedrongen. Achter de dijken wordt
landaanwinning mogelijk en de gele
genheid tot recreatie in het afgesloten
watergebied neemt toe.
vormt daarmede een bonte staalkaart
van hetgeen zowel in de grote als in
de kleine afdelingen leeft.
Een andere technische berekening
van de salarissen wordt door zes af
delingen, o.a. Den Helder, geprefereerd,
terwijl Wormerveer gaarne een ver
plichte Kerstgratificatie zag vastge
steld.
Niet minder dan tien afdelingen (o.a.
Breda, Enkhuizen en Medemblik) ver
langen afschaffing van de standplaats
aftrek (gemeente-classificatie). Ver
strekkend is ook het voorstel-Steenwijk
tot bevordering van de invoering van
de vijfdaagse werkweek.
Achttien afdelingen (w.o. Wormer
veer) wensen een herziening van de
vacantie c.q. van de vacantietoeslag.
waarbij de voorgestelde maxima (Am
sterdam f 75.en Doetinchem f 150.
wel enigszins uiteenlopen.
Waar een definitieve regeling van de
ziektekostenverzekering (behalve voor
het politiepersoneel) nog altijd niet tot
stand is gekomen, wordt door dertien
afdelingen daarop aangedrongen. Een
tussenvoorstel van Zeist om de salaris-
grens van verplicht- en zelfstandig
verzekerden gelijk te trekken, Aan niet
anders dan billijk worden genoemd.
Een initiatief van ingrijpende aa^d
is door Amsterdam genomen, dat van
mening is, dat het billijk is te achten,
dat waar de georganiseerde vakbewe
ging zo nauw betrokken is bij de eco
nomische vraagstukken en verbeterin
gen, van ongeorganiseerden, die mede
de vruchten plukken, een bepaald be
drag op 't loon worde ingehouden.
Het viel te verwachten, dat ook de
viering van de Nationale feestdag niet
op de agenda zou ontbreken. Amster
dam, Den Helder, Medemblik, Meppel
en Winschoten wensen deze dag ln
volle glorie te herstellen,
De actieve afdeling Den Helder zou
voorts nog personeelsfondsen en een
nieuwe rechtspositieregeling tot stand
willen zien komen, terwijl 's Graven-
hage op medezeggenschap van het rijks
personeel aandringt.
Over het punt „Pensioenen" kwamen
vijftien voorstellen (w.o. drie van Vel-
sen-IJmuiden) binnen. Er blijkt een
krachtig streven te bestaan om tot fa
cultatieve pensionnering op 60-jarige
leeftijd te komen en het pensioen o.p.v.
1% procent per jaar diensttijd op twee
procent zal worden gebracht
schaakbond), die inmiddels groter be
tekenis en kracht had gekregen, de
zaak ter hand nemen. Het congres be
sloot, dat voor de eerste maal de titel
zou worden verspeeld in een zeskamp
tussen Euwe, Fine, Reshevsky, Bot
winnik, Keres en Smyslov, welke we
gens verhindering van Fine een vijf
kamp is. geworden. Daarna zou het
verspelen van de titel volgens een door
de F.I.D.E. vastgesteld schema geschie
den. Botwinnik won en was daarmede
de eerste wereldkampioen onder FIDE-
verband.
yOOR de eerste maal moest hij in
1951 zijn titel verdedigen tegen de
winnaar van het candidatentornooi
David Bronstein. De tot het einde
spannende match bleef onbeslist en
daarmede behield Botwinnik zijn titel.
Botwinnik, de man, die steeds ge
neigd is het initiatief aan zich te trek
ken, complicaties niet uit de weg gaat,
integendeel risico durft te nemen, vónd
in Bronstein volgens dr Euwe de
diepste denker van alle schakers
een gelijkgestemd partner. Dit leidde
tot buitengewoon levendige partijen,
waarin soms langs afgronden werd ge
gaan.
Wat zal de kamp tegen Smyslov ons
te zien geven? Smyslov heeft in zekere
zin meer de aard van Capablanca. Zijn
spel is niet zo spectaculair als dat van
Botwinnik, maar.... oersolide en wee
de tegenstander, die zich blootgeeft.
Die neemt hij in zijn greep om hem
niet meer los te laten. Daarbij is hij
geweldig sterk in de verdedigings
kunst. i
Alles zal o.i. afhangen van de hou
ding van Botwinnik. Blijft deze bij zijn
gewone stijl, dan geven wij Smyslov
een kans. Bepaalt Botwinnik zich ech
ter tot een kalme, solide opzet, dan
zullen er vele remises komen en zal
het Smyslov vermoedelijk niet geluk
ken Botwinnik van zijn troon te stoten.
Het tempo is, naar bekend, 2'/j uur
voor 40 zetten per speler. Smyslov
speelt de eerste partij, welke Dinsdag
avond in de Tsjaikovsky-zaal te Mos
kou wordt gespeeld, met wit. De uit
dager moet 12Va punt veroveren om
Botwinnik de titel afhandig te maken
Botwinnik heeft aan 12 punten vol
doende om de wereldtitel te behouden.
De loting voor de halve finales voor
de Engelse beker heeft uitgewezen,
dat West Bromwich Albion op het ter
rein van Aston Villa tegen Port Vale
uitkomt en dat de winnaar van Leices-
ter CityP-eston North End waar
schijnlijk op Manchester City's veld
het tegen Sheffield Wednesday of Bol
ton Wanderers moet opnemen.
Beide ontmoetigen staan voor Zater
dag 27 Maart op het programma.
Het zal voor Port Vale, de dappere
derde-klasser uit de Midlands, de der
de keer in de strijd om de beker zijn
dat het een ploeg uit de eerste divi
sie tegenover zich vindt. Bepaald ge
lukkig is het dit keer met de loting
niet geweest, want West Bromwich
Albion met de kans op de „doublé"
in zicht zal wel heel moeilijk te
verslaan blijken. Overigens ziet men
met interesse de strijd tussen de so
lide verdediging van Port Vale, welke
in een totaal van 39 beker- en compe
titiewedstrijden slechts 17 goals tegen
kreeg, en de zeer sterke aanval van
West Bromwich tegemoet.
Mocht West Bromwich Albion zege
vieren en er zijn weinigen die daar
aan twijfelen dan krijgt de club
wel een bijzonder goede kans op het
winnen van de beker en van het lea
guekampioenschap, in één seizoen, een
prestatie die door Aston Villa in 1897
voor het laatst werd verricht.
De „kwestie Voogd" is nog steeds
niet ten einde. Nu de commissie van
beroep van de KNZB zich onbevoegd
heeft verklaard het beroep van de
heer G. Voogd tegen de uitspraak van
de strafcommissie inzake het geschil
tussen genoemde waterpoloscheidsrech-
ter en de AZ en PC. (Amersfoort) te
behandelen, heeft het bestuur van de
KNZB besloten een ereraad in te stel
len.
De heer Voogd had beroep aangete
kend tegen de hem door de strafcom
missie opgelegde boete van f 7.50. De
commissie van beroep heeft het be
roep echter niet willen behandelen
met het motief dat na de uitspraken
van de protestcommissie en de straf
commissie de mogelijkheden tot appèl
volgens het huishoudelijk reglement
waren uitgeput. Het bondsbestuur is
echter van mening dat de heer Voogd
door deze gang van zaken niet vol
doende in de gelegenheid is gesteld
zich te verweren en heeft daarom be
sloten een ereraad de kwestie opnieuw
te laten bestuderen. Hoe de samen
stelling van dit colDge zal zi'n, is
nog niet bekend. Het is echter waar
schijnlijk, dat de commissie van be
roep verzocht zal worden leden voor
deze ereraad aan te wijzen. Eventueel
zal de ereraad worden gevoi..nd door
personen buiten de KNZB.