Schelde-Rijnverbinding werd een slepende kwestie Bonte staalkaart van wensen De schelpdier-kwekerijen en de visserij lijden groot nadeel België wenst goede verbinding van Schelde met de Rijn De uitdager Smgslov is zeker niet kansloos Gesprek van meer dan honderd jaar Oplossing schijnt in zicht Compromis over Moerdijkkanaal Na 3 uur insluiting geen lust meer tot inbreken Wordt Ballet Recital het Nationaal Ballet? Zesjarige jongen stak voorraadschuur in brand Actuele problemen uit de gemeente-financiën Wereldkampioenschap schaken Botwinnik mag niet te veel risico nemen Piet de Jongh won wegwedstrijd in België Alg. Bond van Ambtenaren Advies van de Delta-commissie Land-en tuinbouw zullen profiteren van groot zoetwa ter-reservoir De Engelse beker Port Vale komt iri de halve finale tegen West Bromwich Kwestie Voogd voor ereraad van KNZB DINSDAG 16 MAART 1954 (Van onze parlementaire redacteur) HET was waarlijk niet ongemotiveerd, toen onze minister van Buiten landse Zaken, mr D. U. Stikker, op 18 Januari 1951, in de Tweede Kamer zijn begroting verdedigend en over de door België gewenste Schelde-Rijnverbinding sprekend, zeide: „Ik zou slechts willen opmer ken, dat een verder voortgaande studie nauwelijks meer nieuwe ge zichtspunten zou kunnen opleveren". Want op dat ogenblik had liet tussen België en Nederland gevoerde gesprek over dit onderwerp al 105 jaar geduurd. Men kan moeilijk beweren, dat men niet voldoende tijd heeft gehad om tot positieve resultaten te komen. Dat men in langer dan een eeuw niettemin geen bevredigende oplossing heeft gevonden, moet dus wel het gevolg zijn van de ingewikkeldheid van het vraagstuk of eigenlijk moeten we zeggen „en" van het onverzettelijke vasthouden door België en Nederland aan hun onverzoenbaar lijkende standpunten. Langer dan een eeuw is de kwestie van de Schelde-Rijnverbinding slepend gebleven. Zij heeft zich tenslotte niet kunnen vrijhouden van sentimentsoverwegingen aan beide kanten'; meermalen deed zij de hartstochten hoog oplaaien en vielen er harde woorden over en weer. Thans schijnt toch de oplossing in zicht. Tijdens de onderhandelingen, die de heren Van Cauwelaert voor onze Zuiderburen en Steenberghe voor ons land in de afgelopen weken over de zaak gevoerd hebben, zou namelijk overeenstemming zijn bereikt. Maar het blijft de vraag, in hoeverre de beide regeringen, aan wie door de onderhan delaars een rapport over hun bespre kingen is aangeboden, de conclusies zullen aanvaarden en of de parlemen ten, wanneer zij over de kwestie te be slissen krijgen, een accoord zullen fi atteren. Zo ergens uit, dan is uit de langdurige historie van het nog altijd imaginaire Moerdijkkanaal, of Bene- luxkanaal, zoals de Schelde-Rijnverbin ding de laatste tijd wel vindingrijk ge noemd is, de wijze les te trekken, dat men de dag niet moet prijzen, vóór het avond is. Het vraagstuk van de Belgisch-Neder landse waterwegen en van de havens beperkt zich niet tot het Moerdijkka naal, ook de zogenaamde stop van Ter- naaien, en de sluizen bij Terneuzen vallen eronder. De Schelde-Rijnverbin ding heeft beide landen evenwel de meeste moeilijkheden bezorgd. JNDERDAAD staat men hier voor een schier onoplosbaar probleem, met economische, geografische, historische en allerlei andere aspecten. Bijna onop losbaar, omdat beide landen het gelijk aan hun zijde mengn te hebben en hun belangen sterk met elkaar strijden. Als men vraagt, wat België wil, wat het voor zijn economische ontwikkeling nodig acht, wat het daarvoor heeft ge daan (het legde spoorwegen aan, toen Nederland kanalen groef en merkt nu, dat het wat zijn scheepvaartwezen be treft, een achterstand heeft....); wat het eventueel wil offeren en men stelt dezelfde vragen voor Nederland (hier vreest men sterk de achteruitgang van onze havensteden, althans een minder snelle groei, als Antwerpen een betere verbinding naar de Rijn krijgt), dan komt men tot de conclusie, dat het een bijna onbegonnen werk is alle belan gen te combineren en daarbij tegelijk het algemeen, het Europees belang te handhaven. En dan spreken we nog niet eens van de technische oplossing van het water wegen- en havenprobleem. Aan pogingen om zowel volken rechtelijk om een groot woord te ge bruiken en economisch en ook om technische (wat dus de juiste loop van een eventueel nieuw aan te leggen verbinding betreft tot een accoord te geraken, heeft het niet ontbroken. Vóór de eerste wereldoorlog zijn meermalen, doch zonder succes, con tacten gelegd. Zij waren toen gericht op een gemeenschappelijke kanalisatie van de Limburgse Maas. Tussen de beide wereldoorlogen heeft men eveneens enige mislukte pogingen aangewend om overeenstemming te be reiken. In 1925 verwierpen de Neder landse Staten-Generaal het Belgische verdrag. HOEWEL de Belgische schepen steeds van het kanaal door Zuid-Beveland gebruik maken, heeft België zich toch formeel nimmer bij de' gang van zaken neergelegd. Vandaar, dat een Belgisch- Nederlandse ministersconferentie in Maart 1949 besloot weer eens een com missie te benoemen ter bestudering van de waterwegen en havenproble men. Het rapport van deze commissie, aangeduid als de commissie-Van Cau- welaert-Steenberghe, verscheen in 1951. De kwesties van de stop van Ter- naaien en de haven van Terneuzen ble ken niet veel moeilijkheden meer op te leveren. Het Moerdijkkanaal bleef het grote struikelblok vormen. Achter af heeft de Belgische regering ver klaard te dien aanzien nog altijd niet tevreden gesteld te zijn. En voor de derde maal eiste België in 1952, bij monde van de minister van Buitenlandse Zaken in de Senaat, dat Nederland op grond van de bepalingen van het scheidingsverdrag van 1839 voor een goede vervangende vaarweg van de Schelde naar de Rijn zou zorgen. Zelfs de bewoordingen, waarin dit ge schiedde, leken op die van een halve eeuw geleden. De kwestie werd bovendien in een geheel nieuw licht geplaatst, doordat België niet alleen meer zijn ontevre denheid betuigde over het Zuidelijk deel van de vaarweg van de Schelde naar de Rijn, maar de minister van Buitenlandse Zaken op 13 Mei 1952 in de Senaat de veronderstelling uitte, dat Nederland het voornemen had nieuwe werken uit te voeren in de tussenwate ren van de Schelde-Rijnverbinding. Deze werken zouden dan het Noorde lijke deel van de vaarweg moeten be treffen. gELGIë wenste een oplossing door een compromis. Opnieuw zijn de heren Van Cauwelaert en Steenberghe aan het onderhandelen gegaan. Hun conclu sies zijn aan de beide regeringen aan geboden en nu schijnen niet alleen de stop van Ternaaien en de haven van Terneuzen tot de opgeloste kwesties te behoren, niaar ook de Schelde-Rijn verbinding, waarvoor een kanaal zal worden gegraven. J\'a meer dan honderd jaar on derhandeling tussen België en Nederland over een voor onze Zuiderburen bevredigende ver binding van de Schelde met de Rijn schijnt men thans een com promis gevonden te hebben, dat als grondslag zou kunnen dienen voor een definitieve oplossing van deze moeilijke en onverkwikke lijke geschiedenis. Aan de beide regeringen is voor gesteld een Moerdijkkanaal te graven. Herhaaldelijk is dit Moer dijkkanaal „in het nieuws" ge weest. Op het ogenblik is dat opnieuw het geval en in de toe komst zal men er nog vaak over horen. Onze parlementaire redac teur heeft daarom in bijgaande beschouwing de achtergrond van de Belgisch-Nederlandsa bespre kingen belicht. |iV het verleden zijn verschillende tracé's voor een eventueel Moerdijkkanaal vastgesteld. Het rapport van de commissie-Van Cauwelaert-Steenberghe, dat in Februari 1951 aan de beide regeringen werd aangeboden, bevat een aantal kaarten, waarop telkens weer een andere loop van het kanaal is aangegeven. Tijdens de laatste Belgisch-Nederlandse onderhandelingen schijnt men tot overeenstemming gekomen te zijn over een project, dat het meest het op bovenstaand kaartje aangegeven tracé nabij komt. Op 17 Januari jl. is in de woning van C. K. in Overschie te Rotterdam een portefeuille met f 35,gestolen. Er was echter geen spoor van inbraak en het vermoeden rees dan ook dat iemand zich had laten insluiten, en door een raam weer vertrokken was. Bij het onderzoek bracht de politie het die avond gebrachte bezoek van de 23-jarige mej. J. van S. uit Pijnacker in verband met de diefstal. Inderdaad bleek dat zij de 28-jarige los-werk- man A. P. M. van H. eveneens uit Pijn acker had binnengelaten. Deze verborg zich in de gangkast, waar hij echter drie uur moest verblijven tot de familie, de grootouders van zijn vriendin, sliep. De lust om toen nog in het huis op verkenning uit te gaan was geheel ver dwenen en zo gauw mogelijk wilde hij de frisse lucht in. Bij het uit het raam stappen, trapte hij echter op kleding en dit leverde hem de onverwachte buit van een portefeuille met f 35,op. Zowel Van H. als mej. Van S. zijn gearresteerd. Het Tweede Kamerlid de heer Gort zak heeft aan de minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen de volgende schriftelijke vragen gesteld: 1. Is het juist, dat de commissie, die zou rapporteren over de samenstelling van het Nationale Ballet, thans rapport heeft uitgebracht? 2. Is het juist, dat in dit rapport ge adviseerd wordt het Ballet Recital (leidster mevr. S. Gaskell) als Natio naal Ballet te erkennen, al of niet met uitbreiding? 3. Zo ja, heeft de minister zich met dit voor velen onbegrijpelijke advies verenigd? Toen zijn vader op het land was zag de zesjarige Luppo T. te Kolham kans een doosje lucifers te bemachtigen. Hij stapte hiermee naar de schuur die ach ter de boerderij van zijn vader is ge legen en stak de zaak in brand. In een ommezien stond de grote voorraad schuur, die gevuld was met stro en hooi, alsmede met 200 hl pootaardappe- len, in lichter laaie. De brandweer van Slochteren was spoedig ter plaatse, doch kon niets uitrichten. Men be perkte de werkzaamheden tot het nathouden van het woonhuis en slaagde er in dit te behouden. De schade is aan zienlijk, doch wordt door verzekering gedekt. Op Dinsdag 30 Maart zal in het ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht een landelijke bijeenkomst worden gehouden van de sectie ge- meentefinanciën van het Instituut voor Bestuurswetenschappen. Behandeld wordt het onderwerp „Actuele proble men uit de gemeentefinanciën". Als in leiders zullen optreden de heren J. W. Quint, burgemeester van Brunssum en drs H. M. Franssen, administrateur ter Provinciale Griffie van Drente. MEISJE DOOR VRACHTAUTO OVERREDEN Een negenjarig meisje is gisteren In Amsterdam op een vierwielige vracht auto gesprongen, die achteruit een fa brieksterrein opreed. Het kind kwam te vallen en kreeg het linkerachterwiel over zich heen. In het O.L.V.-gasthuis bleek zij bij aankomst reeds te zijn overleden. (Speciale berichtgeving) NU WIJ aan de vooravond staan van de strijd om het wereldkampioen schap schaken tussen de titelhouder Michael Botwinnik en zijn uitdager Vasily Smyslov een strijd, die de gehele schaakwereld een paar maanden in spanning zal houden lijkt het wel aardig de geschiedenis van het wereldkampioenschap, welke nog geen eeuw oud is, in het kort de revue te laten passeren. Van een officiële wereld kampioen is eigenlijk voor het eerst sprake bij Wilhelm Steinitz, die in 1866 Andersen in een tweekamp versloeg (gewonnen 8, verloren 6, remise 0). Steinitz is tot 1894 in het bezit van de titel gebleven en in die periode heeft hij verschillende matches gespeeld met Black» burne 2 x, met Ziukertort 2 x, met Tschigorin 2 x en met Gunsberg welke hij alle won. Toen verscheen de 25-jarige Emanuel Lasker en versloeg de 58-jarige Steinitz met 105—4. Een twee jaar later in Moskou gespeelde revanchematch bracht Steinitz nog groter nederlaag, 10—2—5. £^ASKER heeft tot 1921 de scepter ge zwaaid, toen hij zijn staf aan Capa- blanca moest overdragen. Ook hij speelde verschillende tweekampenmet Marshall, Tarrasch, Janowski 2 maal en Schlechter, deze laatste ontmoeting eindigde in een gelijk spel. De match met Capablanca mag men feitelijk niet als serieus beschouwen. Het is de oudere schakers bekend, dat Lasker destijds het spel min of meer beu was. Hij had zijn titel reeds zonder strijd willen overdragen, hetgeen de schaak wereld niet aanvaardde. Velen zullen zich zijn. uitspraak herinneren dat brid gen, waarmede hij zich toen ijverig had bezig gehouden, mooier was dan schaken. Deze mening heeft hij later herzien. Capablanca heeft zich slechts zes jaar wereldkampioen mogen noemen. In 1927 verloor hij tegen veler verwach ting van Aljechin (6-3-25!). Men had gedacht, dat de bruisende onstuimige Aljechin zich tegen de koele Cubaan te pletter zou lopen, maar de Rus had zich in de huid van zijn tegenstander gestoken. Het verlies van zijn titel aan dr Euwe in 1935 en de herovering twee jaar later liggen een ieder nog vers in het geheugen. Op 25 Maart 1946 stierf Aljechin en nu was de schaakwereld zonder kam pioen. Tot dat tijdstip kon het wereld kampioenschap min of meer als een privé-aangelegenheid worden be schouwd. Immers de wereldkampioen maakte zelf uit met wie hij zou spelen. Doch nu kon de F.I.D.E. (Wereld- De wedstrijd GentGent voor ama teurs, georganiseerd door „Het Volk", is gewonnen door Piet de Jongh (Ned.). Hij legde de 128 kilometer van het circuit af in 3 uur 7 min. Tweede werd Callewaerts (B.) op 35 sec., derde Minne (B.) op 50 sec., vierde Desmedt (B.) z.t. en vijfde Van der Lycken (B.) op 1 min. 5 sec. De wedstrijd LeuvenGent voor on- afhankelijken, eveneens georganiseerd door „Het Volk" bracht ook een Ne derlandse zege. Jan van Osta ging als eerste over de streep met een tijd van 4 uur 21 min. voor de 169 km. Na hem klasseerden zich de Belgen Van den Bossche op 15 sec., Hamelynck op 1 min. 30 sec., Bernaerts op 1 min. 40 sec. en Dons op 1 min. 50 sec. (Van een medewerker) VERSCHENEN is de voorlopige be schrijvingsbrief voor het dit jaar te Rotterdam te houden driedaags con gres van de Algemene Bond van Amb tenaren, welke meer dan 62000 leden telt. Deze brief bevat niet minder dan 137 voorstellen, wensen en resoluties en (Vervolg pagina 1) DE studie van de commissie is nog niet zo ver gevorderd, dat zij een volledige, goed gefundeerde begroting van de afsluitdammen met inbegrip van de bijkomende werken kan overleggen. Wel is gebleken, dat deze kosten slechts weinig beïnvloed worden door de hoogte, die uiteindelijk aan de afdammingen zal worden gegeven. De commissie meent de kosten van het algehele complex van afsluitingswerken, van alles wat daarbij behoort en voorts met inbegrip van de noodzakelijke dijkversterkingen langs de Rotterdamse Water weg en de Wester Schelde te kunnen stellen op een bedrag van ander half tot twee milliard gulden. De tijd,die voor de uitvoering nodig is, hangt enerzijds af van de voortvarendheid, waarmede ook in verband met financiële overwegingen gewerkt kan worden en anderzijds van tegenslagen, die, gezien de aard en de plaats van de werken bij de zee, niet buiten beschouwing kunnen blijven. De commissie is van oordeel, dat technisch gezien, de werken in een periode van 20 a 25 jaar voltooid zullen kunnen worden. De commissie heeft zich ook georiën teerd omtrent de wijze, waarop de be staande dijken versteskt zouden moe ten worden en omtrent de daaraan ver bonden kosten, indien niet tot de af sluiting van de zeearmen besloten zou worden. In tegenstelling met de afdamming nemen hier de kosten in snelle mate toe bij vermeerdering van de verho ging. Als de dijken met tenminste 1 'A a 2 meter verzwaard zouden worden, zouden de kosten ongeveer gelijk zijn aan die van de afdammingen. Ook wat de duur der uitvoering betreft, ziet de commissie geen voordelen in het ver beteren van de bestaande dijken. Door de afdamming van de zeearmen ver krijgt men een hoofdwaterkering, be staande uit de korte, gesloten kustlijn, gevormd door duinen en dammen, die zonder bijzondere moeilijkheden ree^s direct de volledige sterkte zal kunnen verkrijgen, die voor de naaste toe komst nodig wordt geoordeeld. Het onderhoud van deze waterkering, die alle mogelijkheden van verdere verho gingen inhoudt, is eenvoudig en over zichtelijk. Daarachter ligt dan een tweede waterkering, gevormd door het tegenwoordige dijkenstelsel, dat gezien de functie, die het dan heeft te ver vullen, bij onvoorziene gebeurtenissen nog in staat zal zijn een ramp te keren of aanzienlijk te beperken. (JITERAARD zal de afsluiting van de zeearmen enige typische gevolgen hebben. Als zodanig verwacht men o.a. verandering van de stromingen voor de kust, enige verhoging van de storm vloedstanden in de omgeving der af sluitingen (bij Waterweg en Wester- Schelde echter niet meer dan enkele centimeters)verdwijning van het zand- bankengebied vóór de zeegaten en verbreding van het strand benoorden Westkapelle; toenemende bezwaren van. het ijs in het tifgesloten bekken, die echter te ondervangen zijn; voor zieningen moeten worden getroffen voor de waterlozingen; de visserij en de schelpdierkwekerijen zullen ernstig nadeel ondervinden en op het verlenen van tegemoetkomingen zal gerekend moeten worden. Onmiskenbare voordelen zijn aan eensluiting van de eilanden onderling en aan de vaste wal en ontsluiting van dit gebied door aan te leggen wegen. Land- en tuinbouw zullen profiteren van de vorming van een root zoetwater reservoir en langs de Nieuwe Waterweg zal de zoutgrens kunnen worden terug gedrongen. Achter de dijken wordt landaanwinning mogelijk en de gele genheid tot recreatie in het afgesloten watergebied neemt toe. vormt daarmede een bonte staalkaart van hetgeen zowel in de grote als in de kleine afdelingen leeft. Een andere technische berekening van de salarissen wordt door zes af delingen, o.a. Den Helder, geprefereerd, terwijl Wormerveer gaarne een ver plichte Kerstgratificatie zag vastge steld. Niet minder dan tien afdelingen (o.a. Breda, Enkhuizen en Medemblik) ver langen afschaffing van de standplaats aftrek (gemeente-classificatie). Ver strekkend is ook het voorstel-Steenwijk tot bevordering van de invoering van de vijfdaagse werkweek. Achttien afdelingen (w.o. Wormer veer) wensen een herziening van de vacantie c.q. van de vacantietoeslag. waarbij de voorgestelde maxima (Am sterdam f 75.en Doetinchem f 150. wel enigszins uiteenlopen. Waar een definitieve regeling van de ziektekostenverzekering (behalve voor het politiepersoneel) nog altijd niet tot stand is gekomen, wordt door dertien afdelingen daarop aangedrongen. Een tussenvoorstel van Zeist om de salaris- grens van verplicht- en zelfstandig verzekerden gelijk te trekken, Aan niet anders dan billijk worden genoemd. Een initiatief van ingrijpende aa^d is door Amsterdam genomen, dat van mening is, dat het billijk is te achten, dat waar de georganiseerde vakbewe ging zo nauw betrokken is bij de eco nomische vraagstukken en verbeterin gen, van ongeorganiseerden, die mede de vruchten plukken, een bepaald be drag op 't loon worde ingehouden. Het viel te verwachten, dat ook de viering van de Nationale feestdag niet op de agenda zou ontbreken. Amster dam, Den Helder, Medemblik, Meppel en Winschoten wensen deze dag ln volle glorie te herstellen, De actieve afdeling Den Helder zou voorts nog personeelsfondsen en een nieuwe rechtspositieregeling tot stand willen zien komen, terwijl 's Graven- hage op medezeggenschap van het rijks personeel aandringt. Over het punt „Pensioenen" kwamen vijftien voorstellen (w.o. drie van Vel- sen-IJmuiden) binnen. Er blijkt een krachtig streven te bestaan om tot fa cultatieve pensionnering op 60-jarige leeftijd te komen en het pensioen o.p.v. 1% procent per jaar diensttijd op twee procent zal worden gebracht schaakbond), die inmiddels groter be tekenis en kracht had gekregen, de zaak ter hand nemen. Het congres be sloot, dat voor de eerste maal de titel zou worden verspeeld in een zeskamp tussen Euwe, Fine, Reshevsky, Bot winnik, Keres en Smyslov, welke we gens verhindering van Fine een vijf kamp is. geworden. Daarna zou het verspelen van de titel volgens een door de F.I.D.E. vastgesteld schema geschie den. Botwinnik won en was daarmede de eerste wereldkampioen onder FIDE- verband. yOOR de eerste maal moest hij in 1951 zijn titel verdedigen tegen de winnaar van het candidatentornooi David Bronstein. De tot het einde spannende match bleef onbeslist en daarmede behield Botwinnik zijn titel. Botwinnik, de man, die steeds ge neigd is het initiatief aan zich te trek ken, complicaties niet uit de weg gaat, integendeel risico durft te nemen, vónd in Bronstein volgens dr Euwe de diepste denker van alle schakers een gelijkgestemd partner. Dit leidde tot buitengewoon levendige partijen, waarin soms langs afgronden werd ge gaan. Wat zal de kamp tegen Smyslov ons te zien geven? Smyslov heeft in zekere zin meer de aard van Capablanca. Zijn spel is niet zo spectaculair als dat van Botwinnik, maar.... oersolide en wee de tegenstander, die zich blootgeeft. Die neemt hij in zijn greep om hem niet meer los te laten. Daarbij is hij geweldig sterk in de verdedigings kunst. i Alles zal o.i. afhangen van de hou ding van Botwinnik. Blijft deze bij zijn gewone stijl, dan geven wij Smyslov een kans. Bepaalt Botwinnik zich ech ter tot een kalme, solide opzet, dan zullen er vele remises komen en zal het Smyslov vermoedelijk niet geluk ken Botwinnik van zijn troon te stoten. Het tempo is, naar bekend, 2'/j uur voor 40 zetten per speler. Smyslov speelt de eerste partij, welke Dinsdag avond in de Tsjaikovsky-zaal te Mos kou wordt gespeeld, met wit. De uit dager moet 12Va punt veroveren om Botwinnik de titel afhandig te maken Botwinnik heeft aan 12 punten vol doende om de wereldtitel te behouden. De loting voor de halve finales voor de Engelse beker heeft uitgewezen, dat West Bromwich Albion op het ter rein van Aston Villa tegen Port Vale uitkomt en dat de winnaar van Leices- ter CityP-eston North End waar schijnlijk op Manchester City's veld het tegen Sheffield Wednesday of Bol ton Wanderers moet opnemen. Beide ontmoetigen staan voor Zater dag 27 Maart op het programma. Het zal voor Port Vale, de dappere derde-klasser uit de Midlands, de der de keer in de strijd om de beker zijn dat het een ploeg uit de eerste divi sie tegenover zich vindt. Bepaald ge lukkig is het dit keer met de loting niet geweest, want West Bromwich Albion met de kans op de „doublé" in zicht zal wel heel moeilijk te verslaan blijken. Overigens ziet men met interesse de strijd tussen de so lide verdediging van Port Vale, welke in een totaal van 39 beker- en compe titiewedstrijden slechts 17 goals tegen kreeg, en de zeer sterke aanval van West Bromwich tegemoet. Mocht West Bromwich Albion zege vieren en er zijn weinigen die daar aan twijfelen dan krijgt de club wel een bijzonder goede kans op het winnen van de beker en van het lea guekampioenschap, in één seizoen, een prestatie die door Aston Villa in 1897 voor het laatst werd verricht. De „kwestie Voogd" is nog steeds niet ten einde. Nu de commissie van beroep van de KNZB zich onbevoegd heeft verklaard het beroep van de heer G. Voogd tegen de uitspraak van de strafcommissie inzake het geschil tussen genoemde waterpoloscheidsrech- ter en de AZ en PC. (Amersfoort) te behandelen, heeft het bestuur van de KNZB besloten een ereraad in te stel len. De heer Voogd had beroep aangete kend tegen de hem door de strafcom missie opgelegde boete van f 7.50. De commissie van beroep heeft het be roep echter niet willen behandelen met het motief dat na de uitspraken van de protestcommissie en de straf commissie de mogelijkheden tot appèl volgens het huishoudelijk reglement waren uitgeput. Het bondsbestuur is echter van mening dat de heer Voogd door deze gang van zaken niet vol doende in de gelegenheid is gesteld zich te verweren en heeft daarom be sloten een ereraad de kwestie opnieuw te laten bestuderen. Hoe de samen stelling van dit colDge zal zi'n, is nog niet bekend. Het is echter waar schijnlijk, dat de commissie van be roep verzocht zal worden leden voor deze ereraad aan te wijzen. Eventueel zal de ereraad worden gevoi..nd door personen buiten de KNZB.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1954 | | pagina 3