Place de la Concorde: hart van Parijs mooiste plein ter wereld Belgen zijn verzot op titels Paradijs nacht IRBEID Naam werd vele malen veranderd KRONIEK VAN PARIJS (2) Op wier hoofden zullen kroontjes dalen Vorsten braken het hoofd over een monument Titel- en lintjesregen DE TIJDEN worden milder. De guil lotine wordt afgebroken. De bas- Ter overdenking 25 MAART Ires EAU ALKMAAR gratie HET GOED! X oedels J d treft doel [EL. 5935 'jschool [oelemeij bij ZATERDAG 30 MAART 1934 [)E PLACE DE LA CONCORDE is een groots en prachtig plein. Het bezit alles wat het tot groots en prachtig stempelen kan: vorstelijke toegangswegen. Langs de Champs Elysées met aan het eind de Are de Triompbe. Door de tuinen van de Tuilerieën, begrensd door het Louvre. Langs de Rue Royale, met de Madeleine in de rug- En komend over de Seine uit de richting van de Chambres des Deputes. Het bezit evenwicht in zijn balustrades en in bet zo uiteenlopende beeldbouwwerk, toont zuivere lijnen in de gebouwen die het omringen- Het is enorm. Het beslaat 62.500 m2 en toch voelt men er zich niet verloren. Want er is sfeer de sfeer van bet verleden, die zich niet laat verdringen door het moderne verkeer, waarvan de Place de la Concorde een centrum is geworden. In bet midden staat de Obelisk van Luksor, vier en dertig eeuwen oud, als een waarschuwende vinger wijst hij ten hemel, aan weerszijden geflankeerd door twee imposante fonteinen, die dag en nacht stromend het bloed trachten weg te spoelen van de 2800 Fransen, die op deze plek onder de guillotine het leven lieten. IN 1748 gaf Lodewijk XV toestemming tot het oprichten van zijn ruiterstand beeld. Aanleiding daartoe was de vrede van Aken, die een einde maakte aan de Oostenrijkse Successie-oorlog. De koning koos als plaats voor dat beeld een toen nog verlaten en rommelig terrein, even buiten de stnd, maar dat van meet af aan Place Louis XV werd genoemd. Acht en twintig verschillende ontwerpen werden de koning voorgelegd, maar geen enkel kon zijn goedkeuring wegdragen. Totdat eindelijk het plan van de architect Gabriel het won. Vier diepe grachten kwamen om het plein te liggen, begrensd door stenen balustrades, onderbroken door acht paviljoens, waarop eerst veel later de Franse stedemaagden zouden komen te zitten. De grachten bleven droog en werden met bloemen en bomen beplant, waarvan de kruinen des zomers een groene rand rond het plein vorm den. Twee grote paleizen, symmetrisch van stijl, aan weerszijden van de rue Royale, waren bestemd voor voorname gasten van het hof en ambassadeurs. Rechts is thans het Ministerie van Marine en links het beroemde Hotel Crillon, de „Automobile Club de France" en de Amerikaanse Ambassade. De Place de la Concorde. (Van onze Brusselse correspondent) HET SOCIALISTISCHE kamerlid Jos van Eynde luisterde onlangs aandachtig naar de interpellatie van een zijner partijgenoten aan bet adres van de Katholieke minister van Buitenlandse Zaken, toen de interpellant onderbroken werd door een streng uitziend heerschap met een grote zwarte haardos. Zodra de heer Van Eynde de tegen spreker in het vizier kreeg, beet hij hem toe: „Koest blijven, mijnheer De Vleeschauwer, anders wordt gij geen baron!" Door deze uitlating herinnerde bet „enfant terrible" van het Belgische parlement er' aan, dat er te Brussel een distributie van adellijke titels in de lucht hangt en dat de namen van de candidaten een publiek geheim uitmaken. VIJFTIEN JAAR later werd het standbeeld ingewijd. Het stond op een voetstuk, dat Pigalle op vier hoe ken versierd had met allegorische fi guren, voorstellende Kracht, Voor zichtigheid, Rechtvaardigheid en Vre delievendheid. De oproerige stemming van het Parijse volk, dat toen al niet meer koningsgezind was, uitte zich in spotrijmen en smaadschriften op het beeld van de vorst, in wie men slechts de verkwistende minnaar van een Pompadour en een Dubarry zag. Op een morgen vond men het volgen de opschrift op het voetstuk: „grotesque monument, infame pié- dertal „les vertus sont a pied, le vice est a cheval" De Belgen zijn altijd tuk geweest op onderscheidingen. Deze laatste worden dan ook niet toegekend naar aanlei ding van een of andere sporadische lintjesregen. Zuinigheid is hier uit den boze. Ze zijn heus niet zo bijster schaars, de Belgen wier knoopsgat ge tooid is met lintjes van alle kleuren van de regenboog. Een paar jaar gele den vond de regering, dat de kwestie van de lintjes-inflatie toch moest wor den bestudeerd. Sedertdien werden be paalde schikkingen getroffen om de toekenning van onderscheidingen vooral wat de nationale ordes betreft enigszins te contingenteren. Ondanks alles is het voor hem, die zijn tijd maar weet af te wachten, toch niet zo'n daverende prestatie een decora tie te bemachtigen. Een kleine elite onder de fijnproevers interesseert zich dan ook veel meer voor het neusje van de zalm. Men moet echter heel wat pij len op zijn boog hebben om een adel lijke titel in de wacht te slepen. Nu is het in België min of meer de gewoonte geworden, dat het Staats hoofd ter gelegenheid van elke nor male parlements-ontbinding enkele eminent geachte persoonlijkheden in de adelstand verheft. Volledigheidshalve dient hier aan -te worden toegevoegd, dat het thans de eerste keer na de be vrijding zal zijn. dat de titels door de koning zelf worden toegekend. In 1949 kwamen weliswaar een graaf (de voor malige ministerpresident Pierlot! en enke'e baronnen (vooral linkse politici) uit de bus, maar het eigenaardige was, dat deze titels werden verleend door Prins-Regent Karei. In een Brussels conservatief blad trekt men zelfs enigs zins minachtend de neus op voor dit soort Ersatz-adel „de la Régence". Wat men in de oude adellijke families In België zijn er behalve de vele baron nen en graven nog twee hertogelijke en vier prinselijke families over de nieuwbakken edellui denkt, is ons nooit ter ore gekomen, maar men kan het raden. Wie zullen thans de gelukkigen zijn? Verscheidene namen worden de laatste weken genoemd. De loslippige Jos van Eynde heeft er één verme'd: de voor malige minister van Koloniën en Bin nenlandse Zaken, prof. dr A. Vleesch auwer, één der paladijnen van de zaak van Leopold III. Als andere candidaten met klinkende namen worden o.a. ge noemd: dr Frans van Cauwelaert, voor zitter van de Kamer van Volksverte genwoordigers en de minister van Bui tenlnndse Zaken, prof. dr Paul van Ze land. Nu denke men niet, dat adellijke titels alleen maar worden toegekend aan politici. Vooraanstaande indus triëelen. oud-kolonialen enz. kunnen in België ook een kroontje ontvangen en hetzelfde geldt voor markante figuren uit de wereld van kunst en cultuur. Meaterünck was graaf. James Ensor was baron en de bekende portrettist Isidoor Opsomer is eveneens baron Om een titel te bemachtigen is het helemaal niet nodig een daartoe als het ware voorbestemde naam een „naam met scharnieren" zoals Staatsminister Kamiel Huysmans het eens zei te dragen. Op het gebied van de namen heerst trouwens in België de grootste willekeur. In Nederland hebben alle namen, die met „van" beginnen een kleine ,v" zonder dat die honderddui zenden blauw bloed in hun anderen voelen bruisen. In België hangt de schrijfwijze doorgaans af van een gril van de gemeentelijke ambtenaar die de naam van de nieuwgeborenen op schreef. Terwijl men in Nederland van den Berg heet, kan men in België bo vendien ook nog Van Den Berg, Vanden Berg en Vandeberg heten. Men begrijpt echter dat een Vanden Berg, die een kroontje in de lucht ziet zweven, voortaan alleen nog maar zweert bij Vanden Berg. Men beelde zich niet in, dat alle uit verkorenen hoe gelukkig zij ook mo gen zijn met de titel, die hun in de schoot viel zich met hun nieuwe waardigheid terugtrekken in hun ivo ren toren. Brussel heeft sedert 1936 een zeer populaire burgemeester. Het is een gezellige, kleine oude heer, die gaarne allerlei buurtfeesten inwijdt en het daarbij niet onder zijn waardigheid acht menig fleurig „Brusseleske" met een klinkende zoen te belonen. Vorig jaar werd de burgemeester van de hoofd stad baron Joseph van de Meulebroeck. Zelf stelt hij de promotie zeer op prijs. Een zoen van een echte baron zal de Brusselse kermiskoninginnen boven dien dubbel aangenaam zijn. Maar in de volksmond blijft baron Joseph van de Meulebroeck toch voortleven met zijn vroegere naam „de Jef". reliefs van Pigalle, aan het voetstuk, worden hersteld. Het plein wordt let terlijk aangeveegd. Het krijgt een nieuwe naam: Place de la Concorde. Toen de Terreur voorbij was, liet Napoleon op de Place de la Concorde zijn zegevierende troepen defileren. Een tweede „Vrijheid", gelijkelijk broos en breekbaar als de vorige en even lelijk, komt op het voetstuk te staan. Het verdwijnt weer als Napo leon bij de eeuw-wisseling decreteert, dat in alle departementen triomf-zui len zullen worden opgericht naar het voorbeeld van de Nationale Zuil, die de Place de la Concorde zal sieren. La Colonne Nationale heeft het ech ter nooit verder gebracht dan een maquette en La Place Louis XV La Place de la Révolution La Place de la Concorde werd onder de Res tauratie: Place Louis XVI. De 3e Mei 1826 werd de eerste steen gelegd voor een monument gewijd aan de nage dachtenis van die vorst en zijn gezin. Het werd nooit afgemaakt! Na de Juli-revolutie heette het plein weer: Place de la Concorde. Intussen bleef De voet van de obelisk met op de achtergrond de Chambre des Deputes. In 1770 was de aanleg van het plein zover gevorderd, dat de feesten kon den worden- georganiseerd. Zoals ge schiedde ter gelegenheid van het hu welijk van de Dauphin met Marie Antoinette. Het feest, dat besloten werd met een grandioos vuurwerk, eindigde in een verschrikkelijke cata strophe. Er ontstond brand tussen het publiek, de toeschouwers werden in de omringende grachten gedrongen, waar ze niet uit de weg konden en honderden kwamen daarbij om. Nood lottig voortekenDit zelfde plein zag de hoofden vallen van de hoofdper sonen van dat feest, Lodewijk XVI en Marie Antoinette. De Revolutie haalt het gehate standbeeld neer en op het voetstuk verrijst een lelijk gekleurd beeld van stuc, de Vrijheid voorstellend. De guillotine komt er naast te staan. De beul Sanson heeft zijn handen vol. Bij decreet wordt bepaald, dat de guillotine er permanent blijft staan. Het mes wordt er 's avonds uitge haald en 's morgens weer ingezet Het café Brutus, dat zich op het plein vestigt, heeft een drukke klandizie van toeschouwers, die wat te verteren hebben en verhuurt toneelkijkers. Het plein heet nu Place de la Ré volution. De Place de la Concorde gezien vanuit de tuin van de Tuileriën De stedemaagd Strasbourg het voetstuk leeg een zwijgend ver wijt en Louis Philippe stond voor de beslissing wat er uiteindelijk op zou moeten komen. Deze voorzichtige vorst wikte en woog en liet eindelijk de keuze vallen op de Obelisk van Luksor, een geschenk aan Frankrijk van de Egyptische koning Mehernet Ali. En het gemis aan politieke kleur verklaart misschien het behoud van de Obelisk. In zoverre was het een wijze keuze, waaraan nog nooit ie mand aanstoot heeft genomen. Op een zonnige herfstdag in het jaar 1836 neemt Louis-Philippe met zijn gezin plaats op het balcon van het Ministerie van Marine om de plaatsing van de Obelisk bij te wo nen. De kabels spannen zich en lang zaam, draaiend om de spil in het voetstuk, richt de monoliet zich tril lend en sidderend op, om dan als een stenen pronknaald zijn rustpunt te vinden tegen het grijs van de Pa rijse hemel boven zich. Een dichte menigte op de Place de la Concorde juicht Enkele jaren later zal dezelfde Louis Philippe, maar dan onttroond en veracht, vermoeid en gedesilusion- neerd, in een huurrijtuig plaats ne men, dat aan de voet van diezelfde Obelisk op een vrachtje staat te wach ten, om hem naar St. Cloud te bren gen. En rondom hem op de Place de la Concorde dringen gewapende ke rels op, met door kruit besmeurde gezichten, met wrede, harde ogen, die roepen: „weg met de koning!" Zo staat daar de Obelisk, volgeliou- wen met de heldendaden van Ramses en Sesostris. Volgens zijn geboorte- acte is hij meer dan 3400 jaar oud. Die leeftijd schijnt wel de juiste te zjjn. Maar men ziet het hem niet aan. Onveranderd jeugdig is het eeuwen oude aanschijn van deze grijsaard. Tussen de Madeleine en de Chambre des Députés, twee imitaties van Griek se bouwkunst, temidden van monu menten, die qua leeftijd bij hem ver geleken parvenu's zyn, verheft hjj zich boven alle tyden uit, enigszins verveeld misschien, maar onaantast baar en vol heimwee naar het eeuwi ge azuur van de Egyptische hemel. Op de acht paviljoens, die tientallen jaren leeg bleven staan, werden in de loop der tijden rijzige vrouwen figuren geplaatst, als vertegenwoordi gers van acht van de grootste Franse stedenLyon, Marseille, Bordeaux, Nantes, Rouen, Brest, Lille en Stras bourg. J-JET PLEIN wisselt nog een paar maal van naam, maar het wordt toch uiteindelijk weer aan de Een dracht la Concorde gewijd. Een dracht, die er nimmer was en nog steeds niet is. Niet in Frankrijk en nergens ter wereld. Het aanschouwt vele beroeringen, vele dramatische momenten in de geschiedenis van het land. De opkomst en de val van het Tweede Keizerrijk. De verwoesting van het Palais des Tuileries. De ver nedering, een Pruisisch kampement op de Place zelf te moeten verdragen. Het verlies van de Elzas in de oorlog van 1870. Jaar-in-j aar-uit werd dit verlies door de Ligue des Patriottes herdacht door ieder jaar opnieuw in groten getale naar de Place de le Con corde op te trekken, er de stede maagd Strasbourg met rouw te om floersen en witte bloemen, symb ol van hoop, aan haar voeten te leggen. Aan het einde van de eerste we reldoorlog werden de op de Duitsers veroverde kanonnen op de Place de la Concorde, opgesteld en aan het volk vertoond. Nog in 1934 verzamel den de Parijzenaars zich begin Fe bruari op het plein om hun aanval tegen Palais Bourbon te beginnen. En gedurende de bevrijdingsdagen van Parijs in Augustus 1944 was de Place de la Concorde het schouwto neel van een hevige, ongeordende strijd, waarna de Duitse vlag werd neergehaald van „la plus belle place du monde". Er is geen mooier plein ter wereld dan de Place de la Concorde. Deze wijde ruimte van grijs en wit laat een onbeschrijflijk vorstelijke indruk achter, alleen beheerst door die ver starde spits in het midden, die de zonne-uren telt en met zijn schaduw de tijd markeert op het grauwe asfalt. En als de avond valt dan glijden de autolampen over het plein als vuurvliegen en nog later, in de stilte van de nacht en van de don kere verlatenheid, klatert er alleen het water in de fonteinen. 9. NIERSTRASZ Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn." LUKAS 23 42 QVER de wereld, zoo zegt een schrijf- ster, trekt een hele schare men sen op zoek naar het Paradijs; daar gaan ze, de sterken en de zwakken, de fieren en gebogenen, de zieken en ge zonden, ouden en jongen en ze zoeken het Paradijs". In deze woorden vindt U onthuld de levensdrang en levensdrift, het levens geheim van alle mensen. We mogen soms wel eens schelden op het leven, we mogen heel het leven soms onzin nig vinden, diep in ons hart menen we het niet en dromen van een andere wereld, waarin liefde heerst en vrede, een wereld zonder moeite en verdriet, teleurstelling en tegenslag. En het blijft niet maar bij een on vruchtbaar dromen, we zijn ook bereid er onze beste krachten voor te geven en als het moet, er de zwaarste offers voor te brengen. Hebben we echter met al ons worstelen de Paradijsingang al ontdekt en met al ons zoeken het ge luksland eindelijk gevonden? Och, zoals zo dikwijls, we staan ons zelf in de weg, we zoeken het in de verkeerde richting en velen, het zoe ken moe, liggen als vogels met gebro ken vleugels langs de weg, cynisch, bitter, ontgoocheld. Toch is er voor pessimisme geen plaats, want er is een Paradijs, er is een land van geluk, waar geen smart is en geen lijden, geen ziekte en geen zonde, zelfs geen dood. De Bijbel is het boek van het Pa radijs. In de eerste hoofdstukken van de Bijbel wordt ons de mens getoond, die in blanke onschuld, in zuivere har monie met God en de wereld leefde in de Paradijsheerlijkheid. Tot het mis ging. Tot de mens zelf de harmonie verstoorde. Hij werd door eigen zonde uit het Paradijs verdreven en hem bleef slechts de herinnering.... De aarde werd een toneel van bloed en tranen, van lijden en leed, van mis daad en geweld. Lees de courant, luis ter naar de radio. En toch, midden in deze vreselijke wereld gaat ons hart uit naar een hogere, een betere wereld, we worden verteerd door heimwee naar een Paradijs. Goddank, het laatste hoofdstuk van de Bijbel laat ons zien, dat er een Pa radijs is, een tuinstad, waar geen oor log is en geen onrecht, waar geen ziekenhuizen zijn en geen begraaf plaatsen en alle tranen van onze ogen worden afgewist. En in het midden van de Bijbel en in het midden van de Joom Jahwae, de dag tussen de morgen en avond der wereld, daar hangt Gods Zoon aan het kruis, die door Zijn lijden en sterven o wonderdiep Mysterie van Gods Recht en Gods Liefde de toegang tot het Paradijs voor zondaren ontsluit. De moordenaar ontdekt in zijn laatste nood, wie Jezus is. Hij spot niet mee. Tegenover Jezus lichtende heilig heid ziet hij de schuld van eigen zon de. Ik hang hier waardig hetgeen ik gedaan heb, maar deze heeft niets on behoorlijks gedaan. En dan pleit hij cp de goedheid, de genade van Jezus: „Here, gedenk mijner wanneer Gij in Uw koninkrijk komt". Een zondebelijdenis en geloofsver- wachting en een dringend beroep op Jezus vlak voor de poort van de dood. Dit Evangelie wijst allen, die zoeken, de weg naar het Hemels Paradijs, het is de weg van zondebelijdenis en ge loof in Jezus en leert U leven nu en hier en ondanks alles in grote blijd schap, vanwege het Godsrijk dat komt. J.H. EN VAN ION 4693 SREIS onze EIZEN naar TSERLAND. ne. gen. Tel. 303 lONCORDIA te ïvertoning demogelijkheden .chiedt door een If heeft bezocht, ïvang 19.30 uur. EREN? 1 ERPAKKING [ZING NAAR Z .EFOON 2683 'oninklijke nuiden. an de am- in voor de op 25 en 26 e OPEL heb- maf heden op 25 jaren er- ur geven wij ïeorie en ver aal ingerient. ir - Tel. 5935 ROVINCIALE kte kan een itemmen. i een andere incie Noord- EN GAAN ARBEID! n alle inlich- -.21, tel. 5730 tel. 2536. 28, tel. 6219. RIL bij het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1954 | | pagina 5