Hedennacht, een kwart eeuw geleden, brandde het Paleis voor Volksvlijt af I «tem kinderbriefje redde het circus van Bever In de tijd van enkele uren ging het glorieuze industrie-paleis ten onder Dr Sarphati de grote Amsterdammer Gebouw speelde lange tijd voorname rol in leven van hoofdstad H9? was dr Sarphati op het grootse idee gekomen, in de rommelige om geving aan het eind van de Utrechtse straat een cavaleriekazerne, bestaan de uit verschillende barakken, een dril- veld en een ossenmarkt vormden de naaste buren van de Utrechtse poort HK 'I was midden in dc nacht, dat de brand voor zover wjj ons herin neren, door onbekende oorzaak uit brak. Toen wij, door de brandweer uit ons bed gebeld, op het Frederiksplein aankwamen, brandde het Paleis als een houtmijt over dc volle breedte en diepte, dc volledige hoogte. Nu nog hoorden wij dezer dagen de opmerking maken, dat dit gebouw van ijzer en glas toeli wel wonderlijk snel opbrand de. Maar men moet niet vergeten, dat er inwendig heel wat hout in verwerkt was. Men denke alleen maar aan de toneelzaal. DOOR D. Kouwenaar OPENT 000DT R*dcjs 90 Sympathie k Neer lands oudste circus herrezen Ilonka Karoly het circusprinsesje HET IS vandaag 2!5 jaar geleden, dat in de nacht van 17 op 18 April 1929 te Amsterdam het Paleis voor Volksvlijt door brand werd ver- Woest. Een kwart eeuw! Men behoeft dus niet tot de ouderen en of oudsten te behoren, om zich die ramp, welke alom in den lande diepe indruk maakte, nog te herinne ren. Voor mijn geestesoog rijst het gebouw op, zo als het op het scherm van de schouwburgzaal geschilderd was ik denk door de bekende décorateur van het Pa leis, Jan Maandag, die lustige grappenmaker. Er is een tijd geweest, dHt de ene Amsterdammer aan de andere placht te vragen: „Heb je de nieuwste mop van Jan Maandag al gehoord?" De stichting van het Palcis voor Volksvlijt was naar bekend is te danken aan het initiatief van dr S. Sarphati (18131866) naar wien terecht de brede, royale, bij het Frederiksplein aansluitende, verkeers weg genoemd is (èn het park in de Pijp). Hij was een Amsterdammer van schitterend vernuft en nooit- aarzelend doorzettingsvermogen. Op velerlei gebied De meesten kennen hem alleen als de stichter van het Paleis voor Volksvlijt. Maar dr Sarphati was ook, naar Witkamp schrijft in zijn bekende boek „Am sterdam in schetsen", „stichter der bloeycnde Maatschappij van Landbouw en Landontginning, der schoone Inrighting voor Onderwijs in Koophandel en Nijverheid, der loffelijke Vereeniging voor Volksvlijt, der Maatschappij voor Meel- en Broodfabrieken". En van het Amstel-hótel, mogen wij er aan toevoegen. D« SARPHATI is dus de hefboom, de motor, geweest van veel goede. nuttige en schone werken, omstreeks het midden van de 19e eeuw, te Amsterdam en elders in den lande. Hij was de wekker van de heilzame kruchten, die toentertijd te Amsterdam ontwaakten. Want de tijd tvas er ook rijp voor. Men heeft wel eens gezegd, dat elke tijd de mensen voortbrengt, die hij nodig heeft. Dr Sarphati was er toen zo een. Am sterdam begon zijn wedloop naar de kroon van wereldstad, waarvan de grote Koloniale Tentoonstelling van 1118.'}, de enige echte wereldtentoon stelling die de hoofdstad ooit heeft gehad, een spfekeiid*'VoorÏÏéei vormde. En de trits: Paleis voor Volksvlijt, Hoge Sluis en Amstel-hótel. heel de omgeving trouwens van het Frederiksplein, legde daarvan een andere getuigenis af. een glorieus Industrie-paleis te stich ten? Zijn voornaamste inspiratie daar toe kreeg hij op de door hem bezochte Eerste Wereldtentoonstelling te Lon den, in 1851. Sterk onder de indruk daarvan richtte hij, na terugkomst, te Amsterdam, de reeds genoemde Ver eniging voor Volksvlijt op, met het doel hier geregeld tentoonstellingen op het gebied der Nederlandse nijverheid te houden. Eerst begon hij uiteraard op kleine schaal, en wel in de z.g. Apollozaal bij de Hogesluis. Maar toen de regering ook in dergelijke tentoon stellingen belang bleek te stellen, ver volgde hij alras de uitwerking en de voorbereiding van de uitvoering, van zijn plan geweldig en ontzagwek kend project een groot tentoonstel lingsgebouw voor de nijverheid te stichten, in de trant van het befaam de, wereldberoemde Chrystal Palace te Londen, waarmede het Paleis voor Volksvlijt, naar bekend is wat de voor naamste daarbij gebruikte bouwmate rialen: glas en ijzer, betreft, veel over eenkomst vertoonde. Het Koninklijk Huis: Koning Willem III, en diens oom prins Frederik, zoon van Willem I, schonken dadelijk hun bescherming aan het plan. Laatstge noemde verleende niet alleen zijn mo rele, maar ook zjjn financiële steun aan de uitvoering daarvan. Terecht is daarom het plein bij de Utrechtse poort later het Frederiksplein ge noemd. Maar nog treffender, althans van nog groter practischc betekenis, was dat, toen de inschrijving werd opengesteld, het benodigde millioen in enige uren voltekend was. ]\JADAT de prijsvraag voor het ge bouw min of meer mislukt was althans van de 10 plannen die in Ja nuari 1857 waren ingekomen, werd er geen de eerste prijs waardig gekeurd werden het maken van het ontwerp en de uitvoering daarvan opgedragen aan de architect-ingenieur Cornelis Outshoorn, die zich hier te lande reeds een goede naam had verworven o.m door de bouw van het Hoofdp ;an- toor te Amsterdam, de voorganger van de huidige .Perenburg", om het op zijn Amsterdams te zeggen. (Dit „Pa ren" duidt op de vorm der torens) En men moet zeggen, men mag erken nen. dat hij zichzelf met zijn ontwerp voor het Paleis voor Volksvlijt over troffen heeft. Witkamp getuigde ervan: ,,'t Genie van Cornelis Outshoorn spreekt zowel in den harmonischen samenhang, als in alle lijnen, de plaat sing van ramen, pilaren en torens, van spanten en karbeelen, van koepels en bogen, van balkons en vensters. Alles is met elkander in harmonie, alles verhoogt den verheven indruk, dien het eerste gezigt van den kolossalen bouw bij den beschoufver opwekt. Geen der Industriepaleizen te Londen en Parijs, te Miinchen en Dublin, te Manchester en New York paart zoo groote archi tectonische schoonheden aan eene zoo voortreffelijke en doelmatige inrig- ting geen boeit zoo door edele vor men". Ook al kan het latere geslacht niet meer woord voor woord dit oor deel van Sarphati's tijdgenoot onder schrijven, toch is het ook voor de vol gende generatie een zeer bijzonder bouwwerk van geheel eigen schoonheid gebleven. Haal het U nog eens voor de geest, zoals het zich op het Frede riksplein verhief een gelukkige af sluiting vormend van de Utrechtse straat met zijn hoge koepel, be kroond door het Victoriabeeld, zijn volle breedte tussen Oost- en West einde, zijn rond glazen dak van het hoofdgebouw, zijn peristyle aan het Frederiksplein, heel dit „kristallen" paleis van Amsterdam, met zijn luch tige vormen, ondanks zijn kolossale af metingen. Zelfs in zijn nadagen, toen het slecht onderhouden was, en het vooral zijn noodzakelijk kwastje verf ontbeerde, leverde het nog een glorieu ze aanblik. Althans naar mijn smaak! Maar misschien spelen mij daarbij oude, persoonlijke herinneringen par ten. £)E plechtige en feestelijke opening van het Paleis op 16 Augustus 1864 was uiteraard een grote gebeurtenis in het Amsterdam van die dagen. De hoogste autoriteiten van stad en land, met vooraan Prins Frederik, als ere- voorzitter van de Raad van Toezicht, en honderden genodigden waren aan wezig. Na de „jubel-ouverture" van Weber, hield dr Sarphati een lange rede, waarin hij de voorgeschiedenis van de totstandkoming schetste en hul de bracht aan de nagedachtenis van zijn medewerkers en medestanders van wie er hem tijdens de totstandkoming verschillende ontvallen waren. Dat hij bouwmeester Outshoorn zeer in de noogte stak sprak wel vanzelf. Later zou hij deze ook de bouw van het Am- stel-hötel opdragen. Dat is dus van dezelfde architect, maar diens ontwerp is slcchls gedeeltelijk uitgevoerd; het was veel groter van opzet. Dr Sarphati werd, naar prins Frederik meedeelde, door de Koning tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw benoemd. Het koor zong Handels „Halleluja" en tenslotte het „Lobgesang" van Mendels- sohn-Bartholdy, vertaald door dr J. P. Heije. De zangers en zangeressen wa ren leden van „Toonkunst" en Amstels Mannenkoor, onder leiding van Johan nes Verhulst. Wat al oude bekende namen doemen hierbij voor ons op! Des avonds werd weder in het Pa leis een muziekfeest gegeven, onder een verlichting van „duizenden gas vlammen". door de Stafmuziek van de Grenadiers en Jagers, onder Dunkier. en het Park-strijkorkest, onder leiding j van W. Stumpff. Om het Paleis bewo- j gen zich duizenden cn zij bewonderden in het bijzonder de thans „toover- agtig" verlichte koepel. Te half elf die avond werd op de Amstel een groot vuurwerk afgestoken. [)IT was het luisterrijk begin van het Paleis voor Volksvlijt. Maar die glorie ging haast over, om met Vondel te spreken. Het meest tragische hier van is misschien in de eerste plaats voor de stichter zelf (die reeds in 1866 overleed, nog vóór de opening van het Amstel-hótel) dat de stichting niet aan het doel dat dr Sarphati zich had voorgesteld en dat uitdrukking vond in de naam, heeft beantwoord. Van stonde af aan heeft ze daarbij met geldgebrek te worstelen gehad. Toch heeft het gebouw jarenlang in het Amsterdamse gemeenschapsleven een rol van "betekenis vervuld. Wij mogen in dit verband allereerst herinneren aan de „klassieke" concerten onder Joh. M. Coenen. onder Richard Hol en anderen, die in het gebouw de grote zaal met haar vermaard orgel plaats vonden. Later zijn verschilli ..de in wendige verbouwingen uitgevoerd, om het gebouw meer rendabel te maken, o.m. van eep afzonderlijke toneelzaal, een café, een 'olschaatsenbaan en nog andere. Tentoonstellingen, kermesses d'été, bal-masqué's en andere divertis sementen volgden elkaar in bonte rij. Natuurlijk zijn die verbouwingen wij bedoelen vooral de bouw van een afzonderlijke schouwburg daarin, waardoor de grote zaal, die als 't ware het schip van een kerk vormde, vrij wel gehalveerd werd aan de bouw kunstige eenheid van het Paleis, de grootse opzet van de architect, niet ten goede gekomen. Maar wel werd het Zo gebeurde het, zo moest het ge beuren, dat in no time het Paleis voor Volksvlijt n vuurzee was. Het toneel, de loges, de kleedkamers brandden, de galerijen en het podium in de concert zaal stonden in vuur en vlam; heel dit wonderwerk stond over de gehele lengte in licl* -laaie. Het was uiter aard met donderend geraas, en dit was zeker het hoofdmoment, hier zat zelfs symboliek in, dat de hoge koepel, die lang het gebouw of liever het ge hele stadsbeeld, beheerst had, instort te. En toen de volgende morgen de Amsterdammers wakker werden was het Palijs voor Volksvlijt welhaast ver dwenen, opeens als 't ware, gelijk een droompaleis uit Duizend-en-één- Nacht. Het was de gemeente Amsterdam, die zich al spoedig de eigendom ver zekerde van het vrijgekomen Paleis terrein en de daarbij behorende tuin en galerij. Hier zou het nieuwe stad huis van Amsterdam verrijzen! Maar nog altijd vindt men op die plek niets anders dart een vriendelijk plantsoen tje. En men is, nu juist dezer dagen, bezig de Galcry-winkels en de daar boven gelegen woonruimten weer wat on te kalefateren. Ziehier een spre kend voorbeeld van de verschillende belangr,,ke vraagstukken, waarvoor Amsterdam tegenwoordig geen oplos sing schijnt te kunnen vinden. "pENSLOTTE nog iets over twee merkwaardige onderdelen van het Paleis van Volksvlijt, die bij de ramp geweldige gebouw er natuurlijk, zoals niet vernield zijn. In de eerste plaats gezegd, lucratiever door. En after all ]lej prachtige orgel, Frans kunstwerk zouden wij, zouden de duizenden Am sterdammers die ervan genoten, zeker niet de schitterende toneelvoorstellin gen van Royaards en Saalborn, die er in plaats vonden, hebben willen missen. Een bijzonder en zeer noodzakelijk doel vervulde de overgebleven con certzaal daarbij als vergadergelegen heid voor 'zéér grote bijeenkomsten, massale volksvergaderingen, zo gezegd. Wij herinneren ons daarvan vooral goed de ledenvergaderingen van de Al gemeen Nederlandse Diamantbewer- kersbond, onder leiding van Henri Polak en Jan van Zutphen, als er dui zenden aanwezig waren. van internationale bekendheid, dat gelukkig moet men nu zeggen tien jaar vroeger, in 1919 dus, uit armoede verkocht was, verkocht om het te doen opstellen als wü ons niet vergissen in dc concertzaal van de sociëteit Vereniging te Haarlem. En in de twee de plaats de klok van het Paleis. Daar zat een geschiedenis aan vast. Ze werd geplaatst ter vervanging van de klok van de Utrechtse poort, toen die poort werd afgebroken, even als de meeste andere poorten, bij het Tot de historische branden in Nederland behoort die van liet Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. Het is ons een bijzondere eer een artikel over het Paleis en zijn onder gang te publiceren van de hand van de heer David Kou- wenaar, een van de be- kwaamste journalisten welke Amsterdam heeft gekend. De heer Kouwenaar was jaren- lang chef van de Amsterdam- se redactie van de Nieuwe Rotterdamse Courant. De redactie i slechten van de wallen van Amster dam. Het was nu Jacob van Lennep, die er de aandacht op vestigde, dat de verdwenen stadsuurwerken door ande re vervangen moesten worden. Nu was de toestand zo lach niet! dat de nachtwachts, wanneer zij het uur moesten rondroepen, eerst ergens moes ten gaan vragen hoe laat het was. Het gemeentebestuur zelf zorgde voor een ander uurwerk in een openbaar ge bouw in de Leidsebuurt ter vervanging van de klok in de Leidsepoort. Maar de klok in het Paleis voor Volksvlijt was een geschenk van een burger dezer stad. De gever was een vereerder van de destijds algemeen gevierde dichter en toneelschrijver. Daarom heeft de klok voor de eerste maal zijn slagen doen horen „ten zeven uur in den avond van 25 Augustus 1875, zijnde d» dag en het uur waarop Jacob van Lennep In 1868 de geest had gegeven". Dit ging met enige plechtigheid ge paard. Op het Frederiksplein had z'ch een menigte verzameld. Zodra de klok haar zeven slagen had doen horen, wer den krachtige fanfares geblazen. In het Paleis is die avond een buitengewoon concert gegeven, onder leiding van Joh. M. Coenen. Daarbij werd Schiller's „Lied von der Glocke", op muziek van Lindpüntner, uitgevoerd en het dicht stuk in de vertaling van Jacob van Lennep, door de heer Hedden voorge dragen. Deze Van Lennep-klok dus, is, uiterlijk onbeschadigd, na de brand teruggevonden te midden der treurigs overblijfselen der peristyle. Waar ze nu uithangt weten we niet. Ze is, voor zover wij weten, niet herplaatst! Bergen (N.H.), April 1954 D. KOUWENAAR KINDERBRIEFJE heeft Nederlands oudste circus gered. Toen circus Van Bever in vlammen was opgegaan en de directie twijfelde tussen de beslissing met de gespaard gebleven dieren bij anderen in engagement te gaan of het eigen circus weer op te bouwen, ontving zij een briefje van een jongetje uit het Brabantse plaatsje Made. Dit ventje had zijn spaarpot om gekeerd en de f 5.die hij stuurde, gingen vergezeld van een onbeholpen, maar spontaan schrijven. „Ik hoop dat U van de zomer toch weer zal spelen bij ons", stond er in. „In de vacht dat mijn circus verbrandde, heb ik geen traan gelaten", zei directeur Guus van Bever. „Ik wist dat de dieren gered waren en dat was voor mij het voornaamste. Maar toen ik dat briefje met die spaarcenten in handen kreeg, heb ik zeker wel een uur met de zakdoek aan mijn ogen gezeten zo pakte me dat aan. En 's nachts wist ik het ineens: We zouden doorzetten!" terkwartier heeft) verzekeren. Hij kwam een paar dagen geleden even langs met een paar smeed ijzeren staven ter versteviging van een paar wagenhoeken. De «iaat was goed maar ze moesten nog even gebogen worden. „O", zei Macofek- de-geweldige, „geef ze maar even hier". En voor de smid wist wat er gebeurde had hij het' metaal, rond de nek, keurig in de goede vorm gebogen! y AN BEVER is nooit een "circus geweest dat erg aan de weg tim merde. Het liet zich niet voorko men als het „grootste" of „beste", maar bij een groot deel van het Nederlandse publiek stond het aan geschreven als „het gezelligste". En daar hebben de Van Bevers altijd wél bij gevaren. In feite was het ook het „oudste" Nederlandse circus. Toen Lena en Guus van Bever in 1920 voor het eerst hun 2-master opbouwden aan de Dordtsche Straatweg in Rotter dam, had papa Harry van Bever („de koning der clowns") er al een goede veertig jaar circusdirecteur schap op zitten. Door hard werken er waren dagen van twintig voorstellingen per dag! is „Van Bever" in de loop der jaren van een paradetent-op-de-kermis uitge groeid tot een toonaangevende zaak op circusgebied. Terwijl anderen het Amerikaanse showelement hun tent binnenhalen is Van Bever steeds het oude paardenspel trouw gebleven. En in die goede, oude, houten kiosk, waar alles tot in de puntjes verzorgd was en Victor iedere avond voor een kleurig za'ndtapijt in de piste zorgde met het woord „welkom" in het mid den, hebben jaar-in jaar-uit dui zenden trouwe bezoekers hun hart aan de échte, ouderwetse circus kunst op kunnen halen! In deze kiosk is ook het klein dochtertje opgegroeid, Ilonka Ka- roly, het volbloed circusprinsesje. Een kind dat al op de paardenrug zat vóór het kon lopen. Later kocht ze van haar zakcentjes toffees en tracteerde er alle paarden op. Bij papa Emile ging ze op de „hope school". Haar begaafdheid was op vallend. Zódanig zelfs, dat Rivgling (btp-boss van 'the greatest shotv on earth', alias Ringlinp Bros, Barnum en Bailey Circus, USA) haar per se naar Amerika moest halen. Voor drie jaar zelfs! Sinds een dag of tien rijdt zij er een Lipizzaner in de midden-piste: hetgeen vele gro ten in het vak dit vijftien-lentes oude meiske benijden! yy,S Leenlje (zo heet ze thuis) over drie jaar voorgoed terug komt, heel wat ervaring rijker, dan lijdt het geen twijfel of binnen af zienbare tijd zal de leiding over het circusgemeenschapje op haar jonge schouders gelegd worden. Voor haar grootouders staat dit vast. Hélène en Guus van Bever hebben tegen die tijd zeer beslist de „pensioen gerechtigde leeftijd" bereikt en dat zij zich nu de moeite getroosten om het familiecircus weer in oude luister op te bouwen, doen zij voor namelijk in de wetenschap dat zij in hun kleinkind (twee-druppels water Hélène, Mme van Bpver) een ideale opvolgster zullen vinden. Maar inplaats van de houten kiosk, die gans en al in de vlam men is opgegaan, zal er dan voor Mile Ilonka een grote zes-masts- tent zijn om er de scepter over te zwaaien. Een chapiteau van 36 me ter die ruim duizend mensen méér kan bergen dan de oude zaak: een pracht stuk werk van de firma Ribbens uit Bergen op Zoom, waar- jnee Van Bever zich met één slag ónder de grootste circussen van Nederland plaatst. Vandaag wordt de splinternieu we tent in Venlo feestelijk in ge bruik genomen. Ook het pogramma dat Van Bever dit jaar presenteert is groots van allure. Marffa la Corse komt met haar leeuwen en tijgers uit Frankrijk, een beroemd komisch reknummer komt regel recht van Ringling, er zijn knappe en vaardige freuletjes in de lucht en op de rolschaats, kunstwielrij- ders, een groot jongleur. En dan komt Opa Wilke met zijn gezin en vier jockey-paarden. Iedere circus vriend weet dat met deze mensen het puikje van de Europese dres- seurs en circusbouwers zich ach ter de Van Bevers hebben ge schaard. Als de Wilke's ergens hun medewerking aan geven is dat niet voor £én enkel seizoen. „Ik was vijftien jaar bij mijn schoonbroer Gleich, 14 jaar bij Strassburger en in het circus van Guus zal ik mijn ogen wel sluiten", zegt de zestig jarige opa. Hijzelf nam de super visie over de nieuwe tent en de dressuur der paarden (40 in getal) op zich. Zijn kinderen Bubbi en Valesca brengen hun fraaie acro batiek te paard. En Valesca rijdt de hogeschool. Voor het eerst sinds lange tijd zal het Nederlandse publiek ten slotte ook weer geconfronteerd worden met een „sterke man". Dal hier geen sprake is van humbug kan de smid uit Terheij'den (in Brabant, waar Van Bever zijn win- j^LS vanavond in Venlo van Bever voor het eerst weer „opendoet" zal deze smid met zijn gezin op de voorste rij zitten. Ja, er rijden zelfs bussen uit Terheijden naar de Limburgse première. In de loop der jaren is er een warme band gelegd tussen de dorpsbewoners en de circusmensen. Onderduikers slie pen in de bezetting tussen de cir- cuspaarden en toen de watersnood vorig jaar ook Terheijden bedreig de heeft Guus met zijn wagens vee tot achter Tilburg gereden. Hij wou er toen niets voor hebben. En nu hij in de brandnacht al het hooi en stro voor zijn dieren in de vlammen zag opgaan, zijn deze boeren naar hèm gekomen met volle karren voer. „Wij krijgen van jou hetzelfde als jij van ons kreeg" zeiden ze en Guus kon zijn porte- monnaie laten zitten. Van de zomer gaan ze in Terheijden (het dorp van de bouwvakken) het winter kwartier opbouwen in de avond uren, zonder er een cent voor te vragen. De gemeentearchitect maakte gratis de tekeningen. Het was ook de Terheijdense bo venmeester die de stoot heeft ge geven tot de landelijke hulpactie. Van begin af aan heeft Guus van Bever er echter op gestaan om niet voor hem te gaan collecteren. Hij wist ook dat, met de talrijke acties van vundaag-de-dag, de fi nanciële steun niet groot zou kun nen zijn. Maar het is de sympathie van het hele Nederlandse circus- publick geweest die hij achter deze acties voelde. En met vertrouwen in de toekomst is hij dan ook weer begonnen. Aan een nieuw circus, met jong goed bloed in reserve. Maar toe zijn er van overtuigd dat in die grote, lichte tent de oude sfeer van de Van Bever's zal blij ven. De sfeer van het échte paar denspel FRITS VAN DIXHOORN. I V I I I (Advertentie, Ing. Med.) NXXX\XXXXXXVY\\\\XXXXXXXX\\XXXXXX\\\XX\XX\\\\X\XXX\W///////X//////////////////X///////yVO - -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1954 | | pagina 10