Eindelijk heeft de lente een klop
op de deur gegeven
En de
dieren
bezig te
in de Hout
ontwaken
zijn
Twee Korea-strijders keerden
in Alkmaar terug
Lezers spreken
Van belhamel tot
dierenbeschermer
Door Tj. N. Adema
Benauwde uren op de
20ste Juli
Opening practijkschool
Wieringermeer
Wederwoord aan
een stadgenoot
Li
ZATERDAG 24 APRIL 1954
DE GEMEENTE IS een reusachtig bedrijf, dat koopt en verkoopt en
op velerlei wijze tracht een zo groot mogelijke winst te maken. Het
concurreert o.a. voor de vestiging van industrieën met andere be
drijven en het etaleert zijn geschiktheid als woonplaats door een grote
sortering kerken en scholen en door een etalage van groen en bloemen
in plantsoenen en perken. Die plantsoenen worden, als onderdeel van
het bedrijf, apart beheerd al staat wel vast, dat dit deel niet direct
winstgevend kan zijn. Plantsoenen brengen geen geld op, zij kosten
elk jaar een belangrijk bedrag aan onderhoud, maar zij zijn een grote
attractie, niet alleen omdat zij de longen van de stad zijn, maar ook
omdat het prettig is te wonen in een gemeente, die door groen en bloe
men het aanzien van een tuinstad heeft gekregen.
^LKMAAR MAG DANKBAAR zijn
voor een zo groot en zo keurig on
derhouden stadspark als onze Hout.
In de wniter steken de zware hoge
bomen er hun knoestige armen drei
gend naar de grauwe luchten en staan
alle heesters er met hun kale takken
en twijgen als een bladloos en schijn
dood overschot van vergane schoon
heid. Maar in deze voorjaarstijd breekt
het nieuwe leven zich baan in talloze
grote en kleine knoppen, het frisse
groen schiet overal uit het schijnbaar
dorre hout, hier en daar pronkt al een
heestertje in een fris kleedje en vlamt
er een struik met helgele bloemetjes,
die een lust voor de ogen zijn.
Het voorjaar wekt wat dood en ver
gaan leek tot nieuw leven en dat is
niet alleen bij de planten te consta
teren, maar ook bij de dieren.
DE GROTE ATTRACTIE van de Hout
is, dat zij niet alleen een wandelpark
maar ook een dierenpark is. Zoals het
nieuwe leven zich weer in bomen en
struiken openbaart, zo is er op het
ogenblik hoewel nog onzichtbaar
voor de argeloze wandelaars een
voorjaarsdrift onder de dieren, een ac
tiviteit, die er op wijst, dat zij zich
alle van hun plichten bewust worden,
dat zij voor een nieuwe generatie heb
ben te zorgen.
De cavia's, die de gehele winter niet
buiten geweest zijn, zitten in hun
zwarte, witte en bruine bontmanteltjes
op het ontsluiten van de kooideuren te
wachten. Er zijn door woningnood en
overbevolking een aantal aan weten
schappelijke instituten verkocht, maar
er bleven er nog vijf en tachtig, die
de bezoeker die hun winterverblijf be
treedt met snuffelsnuit.jes nieuwsgierig
opnemen. Acht jonge beestjes liggen in
de kinderkamer en er lopen nog di
verse kraamvrouwen rond. die nog
vóór het opengaan der hokken de ere
naam van „Moeder" zullen dragen.
Op de eerste etage wonen de duiven,
de witte Hagenaars, die de stad van
herkomst niet verloochenen en deftig
en gewichtig rondstappen. Van de 29
dieren zijn er verscheidene die broe
den en uit rode aarden schalen komt
hier en daar het snaveltje van een
klein vogeltje te voorschijn, dat zich
wijd openspert als de moeder haar
baby met een of andere onherkenbare
lekkernij komt verrassen.
JN DE FAZANTENKOOIEN, achter
het stevige groene raster, is ogen
schijnlijk weinig nieuws, maar ook
hier heeft het voorjaar de klop op
de deur laten horen. De oudere exem
plaren van de zilverfazant kunnen een
dertigtal eieren leggen, de jonge on
geveer '18 tot 20. Zij verstoppen ze
onder de lage, driekantige hokjes,
maar de eieren worden daar wegge
haald en later uitgebroed door de
krielkippetjes, die hier in de Hout van
allerlei gevogelte belangeloos de taak
van broedster hebben overgenomen.
De Horsfieldfazant, de diamant- en de
goudfazant, de Lady Amherst en an
dere zijn hier vertegenwoordigd en in
de grote middenkooi, waar velerlei in
landse en uitheemse vogels bedrijvig
langs elkaar vliegen en elkaar, on
danks een Babylonische fluitverwar-
ring. uitstekend schijnen te begrijpen,
trekken voornamelijk de parkieten en
de Agepornessen de aandacht. Het zijn
groene vogels met rode snavels, die
ijverig de basten lostrekken van de
hier in de grond gestoken wilgentak-
ken en daarvan een nest vlechten in
de groen geschilderde houten kooitjes.
In de kanarie-afdeling stappen een
paar Californische kuifkwartels be
drijvig heen en weer. Zij hebben een
bruin jasje aan en een hoedje op,
3at al is het dan niet naar de laat
ste mode met een sierlijk veer-
kuifje gegarneerd is. Ook zij zijn aan
de leg, maar de krielkippetjes zullen
voor de joyeuse entree van de jonge
vogeltjes moeten zorgen. Hier en daar
vliegt een zebravinkje met een zwart
en wit gestreept staartje, maar zij ge
ven de verzorgers van de Hout niet
zoveel moeite als de zilverfazant, om
dat de haan daarvan sterke kanibalis-
tische eigenschappen vertoond heeft.
f)E PLUIMGRAAF VAN de Hout, de
heer S. C. Erkamp, de man, die alle
dieren en hun gewoonten kent en over
alles dag aan dag zijn wakend oog laat
gaan, houdt met de boswachter, de
heer H. Siebenga, elke avond tussen
zes en acht de fazantenkooi in het
oog.
Dat is de tijd, dat het vrouwtje haar
eieren gaat leggen en de sterke voe
ding van deze dieren kan de oorzaak
geweest zijn, dat de haan dan vol on
geduld naast zijn eega staat en als een
jitgehongerde iekkerbek op het ei aan
valt als het nog nauwelijk het vogel
lichaam heeft verlaten.
Dan is er een wedloop tussen de
haan en de mens, die dat ei voor het
nageslacht tracht te redden. Als alle
hanen waren als deze zou de fazanten
soort door kinderloze huwelijken spoe
dig tot het verleden behoren.
Korhoenders zijn in gevangen
schap" zeer moeilijk tot broeden te
krijgen. De boswachter wil het pro
beren en als het hem lukt mag op
nieuw getuigd worden, dat van Alk
maar de victorie is begonnen.
^AN EENDEN IS er in onze Hout geen
gebrek. Er zijn tal van Carolina-een-
den, die met hun bonte veren hun Japanse
afkomst verraden. Men heeft bijzonder ge
vlochten fuikkorven voor hen in de bomen
gehangen, waar deze eenden niet ge
stoord kunnen worden.
Diverse soorten zoeken het lager bij
de grond. Hier en daar liggen in het
grote gazon van de hertenkamp enkele
plankjes, waar een bezoeker argeloos over
heen stapt. Als de pluimgraaf ze oplicht,
blijkt er een grote partij- eendeneieren
onder te liggen. Een dikke witte moeder
eend zit als Diogenes in een tonnetje, dat
met de zijkant half ingegraven is en
overal zijn onzichtbare nesten, die alleen
door een onderaards gangetje te bereiken
zijn.
De stronk van een oude boom, die door
de Februaristorm geveld is, blijkt achter
een stukje plaatijzer de broedplaats van
een eend te zijn, overal staan driehoekige
grondnesten en het eilandje zit vol broe
dend gevogelte, eenden en ganzen, witte
en Canadese, Chinese Knobbelganzen, Non
ganzen, Kolganzen met witte borsten,
witte Landganzen en Rietganzen.
De aanstaande vader van het Canadese
paar vliegt met uitgestrekte vleugels krij
send op de watervogels af, die te dicht iri
de buurt van zijn wettige echtgenote ko
men. De zwanen schrikken er even van,
maar trekken er zich verder weinig van
aan. De ganzen in de buurt zoeken haastig
een goed heenkomen als zij de woedende
buurman op zich af zien stormen.
Veertien bergeenden wachten rustig hun
tijd af. Zij hebben de natuur van konijnen
en zoeken rust en veiligheid liefst onder
de grond. Er is een onderaards gangetje,
dat in een broedplaats uitkomt, waarin
momenteel een argeloze witte eend zit.
Zodra de bergeenden aan broeden toe zijn,
zullen zij de witte zonder meer op straat
zetten. Daar is geen woningvordering,
geen kantonrechter of deurwaarder voor
nodig. De bewoonster wordt er eenvoudig
uitgejaagd en krijgt zelfs geen gelegen
heid een deel van de inventaris i«ee te
nemen.
Zo is de wet der natuur, eigenlijk veel
eenvoudiger dan alle verordeningen, die
de mensen gemaakt hebben, al geeft ze
dan ook niet de zekerheid, dat niemand
er door gedupeerd wordt.
CR ZIJN ANDERE geboden, welke hier
voortdurend overtreden worden: „gij
zult niet stelen" en „gij zult niet doden".
Overal in de hoge bomen zitten de nes
ten van eksters, Vlaamse gaaien en andere
diefachtige vogels, die op, de eieren en de
kuikentjes loeren. Ze worden zoveel mo
gelijk weggeschoten, waarna alleen de
zware nesten en de slordige nesten der
houtduiven in de naakte takken der bomen
nog zichtbaar blijven.
De heer Erkamp. die alle vogelgeluiden
kent, wees ons het nest van een winter
koninkje, op het goudhaantje na het klein
ste vogeltje. Er zitten een paar van die
nesten in bomen, waar iedere wandelaar
ze zien kan, maar ze niet opmerkt, al
blijft hij er vlak voor staan kijken.
In het berghuisje op het gazon heeft
een winterkoninkje alvast het nest van
een zwaluw gebruikt. Hij heeft het zonder
toestemming van de huurcommissie en
van de bouwpolitie in beslag genomen en
het voor eigen gebruik binnenskamers
veranderd. Een schuwe merel, die haar
nestje tussen een paar ijzeren palen bouw
de, is blij als zij ons weer op de rug kan
kijken. Overal in de hertenkamp en in de
lanen van de Hout zijn nestkooitjes opge
hangen. De nieuwe fazantenhokken vol
kalkoenen en hoenders yan allerlei rassen
en soorten zijn bestemd om de kinder
kamers van de Hout te worden, omdat
alle pas uitgekomen dieren er onderge
bracht zullen worden.
De zieke iepen op het terrein zijn door
met gaas beschermde jonge berken ver
vangen. Hier en daar huppelt een boom
kruipertje als een miniatuur aapje tegen
de brede stam van een oude boom op en
pikt insecten uit de bast. Dierlijk voedsel
voor de kuikens zal hier weldra in grote
hoeveelheden nodig zijn en bedorven vlees
moet worden aangevoerd om voortdurend
verse maden te kunnen krijgen.
De pauwen, die trotser op hun veren
dan op hun stemmen kunnen zijn. wor
den door hun zware lange staarten
niet belemmerd hun nachtverblijf in
de bomen te zoeken. De pauw in de
bruidsjapon met de sleep van zwarte
veren is in de oorlogsjaren overleden,
de blauwe met haar witte borst is een
kweekproduct, maar bij pauwen wordt
bewaarheid, dat kille scnoonheid niet
altijd samengaat met liefelijkheid cn
charme.
[)E VOORNAAMSTE bewoners van
het fraaie gazon zijn de herten. De
werden is bijna achter de rug. Zij snoe
pen nog wat van de basten van iepen-
takken, die ze bij lange repen aftrek
ken. De bast is zoet en vol vitaminen
en de hinden kauwen er even smakelijk
op als kinderen op een plukje zoethout.
IN DE VIJVER van Westerlicht zijn
een paar wilde eenden neergestre
ken, die over Alkmaar als woonplaats
zeer tevreden blijken. Op het midden
stuk van de vijver is een van de nieu
we korven der Carolina's geplaatst,
maar wij blijven er niet lang naar kij
ken. De pluimgraaf brengt ons achter
Westerlicht cn de Zweedse barakken
waar. door kippengaas afgerasterd, een
zwanennest is.
Moeder Zwaan zit breeduit op het
nest en haar trouwe echtgenoot staat
er in aggressieve houding naast, de
machtige vleugels gevechtsklaar om
ongewenste bezoekers zo snel mogelijk
over de schutting van zijn tuintje te
jagen.
De gemeente heeft op het ogenblik
drie stel teeltzwanen en een stel jonge,
die voor een nog komende generatie
zullen zorgen. Het tweede echtpaar
broedt aan de Troelstrakade en het
derde op de boerderij van de heer
Blokker in de Egmondermeer.
Van een uitheems soort bewoners
van de Hout valt op het ogenblik wei
nig te vertellen. Het zijn de apen, die
goed door de winter zijn gekomen en,
evenals de mensen, in deze gure dagen
nog graag een poosje bij de kachel
blijven zitten. Er is een stel meerkat
ten en er zijn vier Javaanse waaronder
twee jonge diertjes.
\yiJ HERINNEREN ON£ uit onze
jonge jaren, dat er ergens in Ne
derland een oude boswachter was, die
een klein hondje had, dat altijd twin
tig passen vóór hem uit liep. Dank zij
dat hondje had de brave man een ge
makkelijk baantje want het was alge-
Deze woedende zwaan stapt als
één brok dreiging op onze foto
graaf af, die naar de mening van
het dier te dicht het nest naderde.
Foto Jaap Schoen)
grote grasvlakte is het domein van de
ze sierlijke slanke dieren, waarvan hier
een kudde van negentien stuks loopt.
Er zijn twee grote bokken met horens,
die aan een kapstok doen denken en
twee kleine bokjes, die het nog zonder
de uiterlijke tekenen van hun manne
lijke superioriteit moeten stellen.
De vijftien hinden zijn allen van
eigen teelt. Slechts de bokken zijn ge-
importeerd en moeten van tijd tot tijd
worden vervangen om te nauwe fami
lierelaties in de toekomst te voorko
men. Evenals bij de mensen is ook bij
de dieren bloedverversing een eerste
vereiste.
In November zijn er in de herten
kamp diverse paren in het huwelijk
getreden, waarbij polygamie ooglui
kend is toegestaan, en van 16 tot 25
Juni worden er een zevental baby's
verwacht. Misschien zijn het er enkele
meer of minder, want bij deze slanke
grasieuze hinden de natuurlijke
mannequins onder de dieren blijft
ook de taillewijdte van de aanstaande
moeders vrij normaal, zodat men zich
wel eens kan vergissen. De tijd waar
in deze licht gebouwde dieren met hun
mooie, trouwhartige ogen op suikerbie
ten, haver en veekoeken getracteerd
In het nog wat aarzelende licht
van de lentezon steken de herten
de spitse neuzen omhoog. Het is
alsof ze de lente, die nog niet echt
wil doorzetten, proberen te ruiken
(Foto Jaap Schoen)
meen bekend en als het gepasseerd was
en even later „plotseling" de boswach
ter om het hoekje verscheen, zaten alle
baldadige knapen als zoete jongens
naast elkaar op een bankje.
Alkmaar heeft een plantsoenwacht
in groene uniform, met het karakteris
tieke jagersveertje op de hoed die
zijn taak op een andere wijze vervult.
Er wordt in de Hout al heel wat min
der vernield sedert de heer Siebenga
op zijn fiets het park doorkruist.
Zeer streng wordt opgetreden tegen
wielrijders, die over de duidelijk aan
gewezen voetpaden rijden en er wordt,
met volledige medewerking van de he
ren Tamis en Wijchers, die met het ge
meentelijk toezicht op de plantsoenen
belast zijn, een geheel andere tactiek
gevolgd om aan de baldadigheid van
de jeugd hier een einde te maken.
£R VERSCHIJNT van tijd tot tijd een
jongen in het park met een catapult
waarmee hij met, grote trefzekerheid
schiet op de talrijke roodborstjes, me
zen en nestvogels die momenteel onze
Hout bevolken. Hij heeft er al een
twintigtal gedood maar zodra deze ge
weldenaar verschijnt wordt hij dade
lijk op verboden wapens gefouilleerd,
die onherroepelijk in beslag worden
genomen.
De boswachter is niet meer de enige
die zijn gangen nagaat. De heer Sieben
ga heeft zich de medewerking verze
kerd van een groep jongens uit de
buurt, wier baldadige neigingen ver
anderd zijn in liefde voor de natuur
sedert hij ze over het dierenleven ver
teld heeft en hen vele bijzonderheden
heeft laten bekijken.
Ze hebben al een clubje gevormd
met een dubbel stel voorzitters, secre
tarissen en penningmeesters om allen
zoveel mogelijk een verantwoordelijke
functie te kunnen geven. In de Muziek-
tuin of als dat niet mag op de bank
jes van de Hout wordt geregeld met
deze knapen vergaderd. Alle nestkast
jes in dat deel van het park, al dan
niet door de jongens zelf vervaardigd,
zijn door hen opgehangen en worden
om de veertien dagenonder toezicht
van de heer Siebenga door de club
leden gecontroleerd.
Ieder betaalt een stuiver contributie
en voor dat geld wordt een vogelboek
gekocht, dat om beurten door de jon
gens wordt meegenomen en gelezen.
Zij lopen als onbezoldigde medewer
kers door de Hout en zijn fel gebeten
op alle kwajongens, die daar iets dur
ven vernielen of verstoren.
Het is de bedoeling van de boswach
ter de Hout in vier zones te verdelen
en vier clubs te vormen, die elk een
afzonderlijk deel van het park onder
hun toezicht zullen krijgen. Zo leert
men de jeugd waarderen en bescher
men wat zij tot dusver in onnadenkend
heid vernield heeft.
Het mag een unicum worden ge
noemd een zwanennest met eieren
te fotograferen. De witte vogels
laten zich niet gemakkelijk van de
eieren verwijderen en slechts dank
zij de aanwezigheid van de heer
Erkamp, die met de beesten op
zeer goede voet staat kon dit
plaatje worden gemaakt.
(Foto Jaap Schoen)
JN DIT PARK MET zijn vele dieren,
die van dag tot dag een deskundig#
verzorging leiden, kan men geen amb
tenaar met vaste diensturen plaatsen,
De tegenwoordige pluimgraaf, de heer
Erkamp, was reeds als jongen de ver*
trouwde hulp van zijn overleden voor
ganger de heer De Vries. Hij is als 1
ware in de Hout geboren en getogen,
kent er planten en dieren en heeft de
liefde voor de natuur, die voor dit
ambt een eerste vereiste is.
Alkmaar mag zich gelukkig prijzen
voor de verzorging en bewaking van
ons zo keurig onderhouden stadspark
de mannen te hebben gevonden, die et
nu met deskundig oordeel en volle tot
wijding dagelijks werkzaam zijn.
i
Twee verheugde kleuters en hun dolgelukkige moeder stonden nog
nadat het middernachtelijk uur van de afgelopen nacht reeds was aan
gebroken gebogen over de fraaie souvenirs, die hun juist teruggekeerde
vader en echtgenoot, korporaal J. Koppes (30) van het Nederlandse
Detachement Verenigde Naties voor hen uit het verre Japan had mee
gebracht. Zij hadden uit vreugde de woning Overdiestraat 21 van bin
nen en buiten versierd, waarbij vader's stoel, die sedert 3 April van
het vorige jaar onbezet was gebleven, eens extra onder handen was
genomen.
„Ik ben als Jan Sadja (Jan de sol
daat) weggegaan en als korporaal te
ruggekomen, zo vertelde de heer Kop
pes. Toen ik naar Korea vertrok, had
ik een zwaardere tijd voorzien, dan ik
thans achter de rug heb, wat intussen
niet wegneemt, dat wij in de nacht
van 20 Juli jl. benauwde uren hebben
beleefd. Reeds 's avonds om 10 uur be
gon een woedende aanval van de Chi
nezen, die geen acht sloegen op hun
zware verliezen en hun eerste forma
ties ongewapend over de voor onze
stellingen liggende mijnenvelden joe
gen. Zwaar gewapende tegenstanders
passeerden mij op weinige passen af
stand, doch ik schoot niet om mijn
positie niet te verraden. Onze gehele
compagnie zou verloren zijn gegaan,
indien de schutter van een Amerikaan
se tank de Chinezen niet tot de terug
tocht had gedwongen. Juist toen in de
morgen de aanval tot staan was ge
bracht, wat ons vijf doden kostte,
kreeg ik van mijn vrouw bericht, dat
er een dochtertje was geboren".
Overigens gedragen de Chinezen zich
zeer sportief. Zij zullen b.v. nooit vu
ren als wij een gewonde uit het voor
terrein halen. De Noordkoreanen heb
ben een geheel andere mentaliteit.
Een week na de zware aanval trad
de wapenstilstand in. Wij hebben toen
onze stellingen achterwaarts verlegd en
deze opnieuw opgebouwd.
Nadien is er niets bijzonders meer
gebeurd. Ik heb in mijn leven veel
tegenslag ondervonden, zegt deze
bruingebrande en meermalen gedeco
reerde soldaat, maar ik hoop nu bin
nenkort als landbouwer naar Canada
te kunnen emigreren. Zou dit echter
op het laatste moment mislukken, dan
wil ik de opleiding tot beroepsonder
officier volgen.
In de woning van het gezin Schilder,
Baansingel 87, heerste ook al grote
vreugde, omdat de 21-jarige Piet, één
van de tien kinderen, eveneens be
houden is teruggekeerd. Tijdens de
zware Chinese aanval van 20 Juli werd
Piet door een springende granaat aan
de voet en het achterlijf gewond, zo
dat hij enige weken in het Zweedse
hospitaal in Poesan moest worden
verpleegd. Toen hij daaruit onjslagen
word, was de wapenstilstand een feit
geworden en werd hij als hulp-fourier
aangesteld, een druk baantje omdat de
zeer verspreid liggende mannen van
het N.D.V.D. driemaal per week van
schone kleren moesten worden voor
zien. Piet roemt de goede vriendschap,
die er in het bijzonder met het Franse
detachement heeft bestaan.
Wat ik niet gemakkelijk zal verge
ten, is de behandeling, die wij op onze
thuisreis aan boord van de overigens
prachtige Franse boot „La Marseillai
se" ondervonden.
Wij waren met meer dan 200 man
in de voorpunt samengedrongen en
moesten met zijn allen in de derde laag
van één der ruimen slapen, een toe
stand, die ik mensonwaardig noem.
Dan was de uitreis met de Noorse
„Skaubryn" veel beter. Maar op beide
schepen hadden we Franse koks. En
terwijl deze jonge soldaat met zijn
handen een afwerende beweging
maakt, gebruikt hij de bij onze man
nen uit Korea zo geijkte term: „Daar
heb ik „balen" (tabak) van.
Plaatsing van deze stukken betekent
met, dat de redactie met de inhoua
instemt. Zij acht Kennisneming ervan
echter van algemeen belang en zy
ziet ze gaarne zoveel mogelijk met
volle naam ondertekend.
De practijkschool voor Landbouw
mechanisatie te Wieringermeer zal
Maandag 3 Mei om 14 uur door de
directeur-generaal van de Landbouw
ir A. W. v. d. Plarsche officieel wor
den geopend.
Stadgenoot, ik las met aandacht
Uw beschouwing over 't feest
En, ik moet U eerlijk zeggen
Ik denk in de zelfde geest.
Eerlijk, 't is mij óók een raadsel
Waarom alles wat men doet
Om het feest goed te doen slagen
Steeds van elders komen moet.
Daarom kan ik best begrijpen
Dat een deel der middenstand
Voor de actie die gemaakt wordt
Niet spoedig raakt in brand.
Dat men met bepaalde dingen
Ergens anders beter slaagt
Dan in Alkmaar is best moog'lijk,
Maar wél mag eens afgevraagd
Of er helemaal niets deugt hier,
Of men hier totaal niets kan
En of 't juist zoveel moet kosten,
Want daar krijgt men rillingen van.
Zo is 't ook met de herinn'ring
Die de schooljeugd krijgt present.
Had ons raadslid Koster-Schouw het
Toen niet bij het juiste end?
'k Weet niet hoe tientallen jaren
Thuis een schoolfeestbeker stond
En 'k ben dankbaar, dat men 't
toen NIET
Zonde van de centen vond.
Nee, ik kan ook lang niet prijzen
Alles wat men m deze deed,
Hadden ze ons tonnenstelsel
Maar naar elders uitbesteed...!
Maar trots deze dingen, dichter,
Werk ik er toch graag aan mee
Om het stadfeest te doen slagen,
Zeg ik „Ja!" en nimmer „Nee!"
Want ons stadsfeest kan pas slagen
Als een elk zich daaraan geeft
En ik meen, dat onze stad daar
Ook een beetje recht op heeft.
Ik weet zeker, dat na jaren
Onze jeugd, van deze tijd,
Daar nog trots van zal gewagen.
Dit is een onlooch'baar feit
Spreekt men nóg niet van
„Oud Alkmaar"
Dat hier was vóór veertig jaar?
Zo is ook het feest van aanstonds
Heus véél meer dan een gebaar.
Laat dan alles niet naar wens gaan,
Wij zijn er toch niet alléén?
Laten w' onze plicht dan kennen
Tegenover het gemeen.
En, waar 't mij vóór alles om ging
Is. dat men zich gééft, spontaan!
Opdat 't niet zo'n saai„ boel wordt,
Daar komt het vooral op aan.
Want men kan het mooi versieren
En het me'"en o -n r-
Het zal nimmer waarlijk feest zijn
Als ontbreekt het echte vuur!
JAHÜUN.