Eindelijk heeft de lente een klop op de deur gegeven En de dieren bezig te in de Hout ontwaken zijn Twee Korea-strijders keerden in Alkmaar terug Lezers spreken Van belhamel tot dierenbeschermer Door Tj. N. Adema Benauwde uren op de 20ste Juli Opening practijkschool Wieringermeer Wederwoord aan een stadgenoot Li ZATERDAG 24 APRIL 1954 DE GEMEENTE IS een reusachtig bedrijf, dat koopt en verkoopt en op velerlei wijze tracht een zo groot mogelijke winst te maken. Het concurreert o.a. voor de vestiging van industrieën met andere be drijven en het etaleert zijn geschiktheid als woonplaats door een grote sortering kerken en scholen en door een etalage van groen en bloemen in plantsoenen en perken. Die plantsoenen worden, als onderdeel van het bedrijf, apart beheerd al staat wel vast, dat dit deel niet direct winstgevend kan zijn. Plantsoenen brengen geen geld op, zij kosten elk jaar een belangrijk bedrag aan onderhoud, maar zij zijn een grote attractie, niet alleen omdat zij de longen van de stad zijn, maar ook omdat het prettig is te wonen in een gemeente, die door groen en bloe men het aanzien van een tuinstad heeft gekregen. ^LKMAAR MAG DANKBAAR zijn voor een zo groot en zo keurig on derhouden stadspark als onze Hout. In de wniter steken de zware hoge bomen er hun knoestige armen drei gend naar de grauwe luchten en staan alle heesters er met hun kale takken en twijgen als een bladloos en schijn dood overschot van vergane schoon heid. Maar in deze voorjaarstijd breekt het nieuwe leven zich baan in talloze grote en kleine knoppen, het frisse groen schiet overal uit het schijnbaar dorre hout, hier en daar pronkt al een heestertje in een fris kleedje en vlamt er een struik met helgele bloemetjes, die een lust voor de ogen zijn. Het voorjaar wekt wat dood en ver gaan leek tot nieuw leven en dat is niet alleen bij de planten te consta teren, maar ook bij de dieren. DE GROTE ATTRACTIE van de Hout is, dat zij niet alleen een wandelpark maar ook een dierenpark is. Zoals het nieuwe leven zich weer in bomen en struiken openbaart, zo is er op het ogenblik hoewel nog onzichtbaar voor de argeloze wandelaars een voorjaarsdrift onder de dieren, een ac tiviteit, die er op wijst, dat zij zich alle van hun plichten bewust worden, dat zij voor een nieuwe generatie heb ben te zorgen. De cavia's, die de gehele winter niet buiten geweest zijn, zitten in hun zwarte, witte en bruine bontmanteltjes op het ontsluiten van de kooideuren te wachten. Er zijn door woningnood en overbevolking een aantal aan weten schappelijke instituten verkocht, maar er bleven er nog vijf en tachtig, die de bezoeker die hun winterverblijf be treedt met snuffelsnuit.jes nieuwsgierig opnemen. Acht jonge beestjes liggen in de kinderkamer en er lopen nog di verse kraamvrouwen rond. die nog vóór het opengaan der hokken de ere naam van „Moeder" zullen dragen. Op de eerste etage wonen de duiven, de witte Hagenaars, die de stad van herkomst niet verloochenen en deftig en gewichtig rondstappen. Van de 29 dieren zijn er verscheidene die broe den en uit rode aarden schalen komt hier en daar het snaveltje van een klein vogeltje te voorschijn, dat zich wijd openspert als de moeder haar baby met een of andere onherkenbare lekkernij komt verrassen. JN DE FAZANTENKOOIEN, achter het stevige groene raster, is ogen schijnlijk weinig nieuws, maar ook hier heeft het voorjaar de klop op de deur laten horen. De oudere exem plaren van de zilverfazant kunnen een dertigtal eieren leggen, de jonge on geveer '18 tot 20. Zij verstoppen ze onder de lage, driekantige hokjes, maar de eieren worden daar wegge haald en later uitgebroed door de krielkippetjes, die hier in de Hout van allerlei gevogelte belangeloos de taak van broedster hebben overgenomen. De Horsfieldfazant, de diamant- en de goudfazant, de Lady Amherst en an dere zijn hier vertegenwoordigd en in de grote middenkooi, waar velerlei in landse en uitheemse vogels bedrijvig langs elkaar vliegen en elkaar, on danks een Babylonische fluitverwar- ring. uitstekend schijnen te begrijpen, trekken voornamelijk de parkieten en de Agepornessen de aandacht. Het zijn groene vogels met rode snavels, die ijverig de basten lostrekken van de hier in de grond gestoken wilgentak- ken en daarvan een nest vlechten in de groen geschilderde houten kooitjes. In de kanarie-afdeling stappen een paar Californische kuifkwartels be drijvig heen en weer. Zij hebben een bruin jasje aan en een hoedje op, 3at al is het dan niet naar de laat ste mode met een sierlijk veer- kuifje gegarneerd is. Ook zij zijn aan de leg, maar de krielkippetjes zullen voor de joyeuse entree van de jonge vogeltjes moeten zorgen. Hier en daar vliegt een zebravinkje met een zwart en wit gestreept staartje, maar zij ge ven de verzorgers van de Hout niet zoveel moeite als de zilverfazant, om dat de haan daarvan sterke kanibalis- tische eigenschappen vertoond heeft. f)E PLUIMGRAAF VAN de Hout, de heer S. C. Erkamp, de man, die alle dieren en hun gewoonten kent en over alles dag aan dag zijn wakend oog laat gaan, houdt met de boswachter, de heer H. Siebenga, elke avond tussen zes en acht de fazantenkooi in het oog. Dat is de tijd, dat het vrouwtje haar eieren gaat leggen en de sterke voe ding van deze dieren kan de oorzaak geweest zijn, dat de haan dan vol on geduld naast zijn eega staat en als een jitgehongerde iekkerbek op het ei aan valt als het nog nauwelijk het vogel lichaam heeft verlaten. Dan is er een wedloop tussen de haan en de mens, die dat ei voor het nageslacht tracht te redden. Als alle hanen waren als deze zou de fazanten soort door kinderloze huwelijken spoe dig tot het verleden behoren. Korhoenders zijn in gevangen schap" zeer moeilijk tot broeden te krijgen. De boswachter wil het pro beren en als het hem lukt mag op nieuw getuigd worden, dat van Alk maar de victorie is begonnen. ^AN EENDEN IS er in onze Hout geen gebrek. Er zijn tal van Carolina-een- den, die met hun bonte veren hun Japanse afkomst verraden. Men heeft bijzonder ge vlochten fuikkorven voor hen in de bomen gehangen, waar deze eenden niet ge stoord kunnen worden. Diverse soorten zoeken het lager bij de grond. Hier en daar liggen in het grote gazon van de hertenkamp enkele plankjes, waar een bezoeker argeloos over heen stapt. Als de pluimgraaf ze oplicht, blijkt er een grote partij- eendeneieren onder te liggen. Een dikke witte moeder eend zit als Diogenes in een tonnetje, dat met de zijkant half ingegraven is en overal zijn onzichtbare nesten, die alleen door een onderaards gangetje te bereiken zijn. De stronk van een oude boom, die door de Februaristorm geveld is, blijkt achter een stukje plaatijzer de broedplaats van een eend te zijn, overal staan driehoekige grondnesten en het eilandje zit vol broe dend gevogelte, eenden en ganzen, witte en Canadese, Chinese Knobbelganzen, Non ganzen, Kolganzen met witte borsten, witte Landganzen en Rietganzen. De aanstaande vader van het Canadese paar vliegt met uitgestrekte vleugels krij send op de watervogels af, die te dicht iri de buurt van zijn wettige echtgenote ko men. De zwanen schrikken er even van, maar trekken er zich verder weinig van aan. De ganzen in de buurt zoeken haastig een goed heenkomen als zij de woedende buurman op zich af zien stormen. Veertien bergeenden wachten rustig hun tijd af. Zij hebben de natuur van konijnen en zoeken rust en veiligheid liefst onder de grond. Er is een onderaards gangetje, dat in een broedplaats uitkomt, waarin momenteel een argeloze witte eend zit. Zodra de bergeenden aan broeden toe zijn, zullen zij de witte zonder meer op straat zetten. Daar is geen woningvordering, geen kantonrechter of deurwaarder voor nodig. De bewoonster wordt er eenvoudig uitgejaagd en krijgt zelfs geen gelegen heid een deel van de inventaris i«ee te nemen. Zo is de wet der natuur, eigenlijk veel eenvoudiger dan alle verordeningen, die de mensen gemaakt hebben, al geeft ze dan ook niet de zekerheid, dat niemand er door gedupeerd wordt. CR ZIJN ANDERE geboden, welke hier voortdurend overtreden worden: „gij zult niet stelen" en „gij zult niet doden". Overal in de hoge bomen zitten de nes ten van eksters, Vlaamse gaaien en andere diefachtige vogels, die op, de eieren en de kuikentjes loeren. Ze worden zoveel mo gelijk weggeschoten, waarna alleen de zware nesten en de slordige nesten der houtduiven in de naakte takken der bomen nog zichtbaar blijven. De heer Erkamp. die alle vogelgeluiden kent, wees ons het nest van een winter koninkje, op het goudhaantje na het klein ste vogeltje. Er zitten een paar van die nesten in bomen, waar iedere wandelaar ze zien kan, maar ze niet opmerkt, al blijft hij er vlak voor staan kijken. In het berghuisje op het gazon heeft een winterkoninkje alvast het nest van een zwaluw gebruikt. Hij heeft het zonder toestemming van de huurcommissie en van de bouwpolitie in beslag genomen en het voor eigen gebruik binnenskamers veranderd. Een schuwe merel, die haar nestje tussen een paar ijzeren palen bouw de, is blij als zij ons weer op de rug kan kijken. Overal in de hertenkamp en in de lanen van de Hout zijn nestkooitjes opge hangen. De nieuwe fazantenhokken vol kalkoenen en hoenders yan allerlei rassen en soorten zijn bestemd om de kinder kamers van de Hout te worden, omdat alle pas uitgekomen dieren er onderge bracht zullen worden. De zieke iepen op het terrein zijn door met gaas beschermde jonge berken ver vangen. Hier en daar huppelt een boom kruipertje als een miniatuur aapje tegen de brede stam van een oude boom op en pikt insecten uit de bast. Dierlijk voedsel voor de kuikens zal hier weldra in grote hoeveelheden nodig zijn en bedorven vlees moet worden aangevoerd om voortdurend verse maden te kunnen krijgen. De pauwen, die trotser op hun veren dan op hun stemmen kunnen zijn. wor den door hun zware lange staarten niet belemmerd hun nachtverblijf in de bomen te zoeken. De pauw in de bruidsjapon met de sleep van zwarte veren is in de oorlogsjaren overleden, de blauwe met haar witte borst is een kweekproduct, maar bij pauwen wordt bewaarheid, dat kille scnoonheid niet altijd samengaat met liefelijkheid cn charme. [)E VOORNAAMSTE bewoners van het fraaie gazon zijn de herten. De werden is bijna achter de rug. Zij snoe pen nog wat van de basten van iepen- takken, die ze bij lange repen aftrek ken. De bast is zoet en vol vitaminen en de hinden kauwen er even smakelijk op als kinderen op een plukje zoethout. IN DE VIJVER van Westerlicht zijn een paar wilde eenden neergestre ken, die over Alkmaar als woonplaats zeer tevreden blijken. Op het midden stuk van de vijver is een van de nieu we korven der Carolina's geplaatst, maar wij blijven er niet lang naar kij ken. De pluimgraaf brengt ons achter Westerlicht cn de Zweedse barakken waar. door kippengaas afgerasterd, een zwanennest is. Moeder Zwaan zit breeduit op het nest en haar trouwe echtgenoot staat er in aggressieve houding naast, de machtige vleugels gevechtsklaar om ongewenste bezoekers zo snel mogelijk over de schutting van zijn tuintje te jagen. De gemeente heeft op het ogenblik drie stel teeltzwanen en een stel jonge, die voor een nog komende generatie zullen zorgen. Het tweede echtpaar broedt aan de Troelstrakade en het derde op de boerderij van de heer Blokker in de Egmondermeer. Van een uitheems soort bewoners van de Hout valt op het ogenblik wei nig te vertellen. Het zijn de apen, die goed door de winter zijn gekomen en, evenals de mensen, in deze gure dagen nog graag een poosje bij de kachel blijven zitten. Er is een stel meerkat ten en er zijn vier Javaanse waaronder twee jonge diertjes. \yiJ HERINNEREN ON£ uit onze jonge jaren, dat er ergens in Ne derland een oude boswachter was, die een klein hondje had, dat altijd twin tig passen vóór hem uit liep. Dank zij dat hondje had de brave man een ge makkelijk baantje want het was alge- Deze woedende zwaan stapt als één brok dreiging op onze foto graaf af, die naar de mening van het dier te dicht het nest naderde. Foto Jaap Schoen) grote grasvlakte is het domein van de ze sierlijke slanke dieren, waarvan hier een kudde van negentien stuks loopt. Er zijn twee grote bokken met horens, die aan een kapstok doen denken en twee kleine bokjes, die het nog zonder de uiterlijke tekenen van hun manne lijke superioriteit moeten stellen. De vijftien hinden zijn allen van eigen teelt. Slechts de bokken zijn ge- importeerd en moeten van tijd tot tijd worden vervangen om te nauwe fami lierelaties in de toekomst te voorko men. Evenals bij de mensen is ook bij de dieren bloedverversing een eerste vereiste. In November zijn er in de herten kamp diverse paren in het huwelijk getreden, waarbij polygamie ooglui kend is toegestaan, en van 16 tot 25 Juni worden er een zevental baby's verwacht. Misschien zijn het er enkele meer of minder, want bij deze slanke grasieuze hinden de natuurlijke mannequins onder de dieren blijft ook de taillewijdte van de aanstaande moeders vrij normaal, zodat men zich wel eens kan vergissen. De tijd waar in deze licht gebouwde dieren met hun mooie, trouwhartige ogen op suikerbie ten, haver en veekoeken getracteerd In het nog wat aarzelende licht van de lentezon steken de herten de spitse neuzen omhoog. Het is alsof ze de lente, die nog niet echt wil doorzetten, proberen te ruiken (Foto Jaap Schoen) meen bekend en als het gepasseerd was en even later „plotseling" de boswach ter om het hoekje verscheen, zaten alle baldadige knapen als zoete jongens naast elkaar op een bankje. Alkmaar heeft een plantsoenwacht in groene uniform, met het karakteris tieke jagersveertje op de hoed die zijn taak op een andere wijze vervult. Er wordt in de Hout al heel wat min der vernield sedert de heer Siebenga op zijn fiets het park doorkruist. Zeer streng wordt opgetreden tegen wielrijders, die over de duidelijk aan gewezen voetpaden rijden en er wordt, met volledige medewerking van de he ren Tamis en Wijchers, die met het ge meentelijk toezicht op de plantsoenen belast zijn, een geheel andere tactiek gevolgd om aan de baldadigheid van de jeugd hier een einde te maken. £R VERSCHIJNT van tijd tot tijd een jongen in het park met een catapult waarmee hij met, grote trefzekerheid schiet op de talrijke roodborstjes, me zen en nestvogels die momenteel onze Hout bevolken. Hij heeft er al een twintigtal gedood maar zodra deze ge weldenaar verschijnt wordt hij dade lijk op verboden wapens gefouilleerd, die onherroepelijk in beslag worden genomen. De boswachter is niet meer de enige die zijn gangen nagaat. De heer Sieben ga heeft zich de medewerking verze kerd van een groep jongens uit de buurt, wier baldadige neigingen ver anderd zijn in liefde voor de natuur sedert hij ze over het dierenleven ver teld heeft en hen vele bijzonderheden heeft laten bekijken. Ze hebben al een clubje gevormd met een dubbel stel voorzitters, secre tarissen en penningmeesters om allen zoveel mogelijk een verantwoordelijke functie te kunnen geven. In de Muziek- tuin of als dat niet mag op de bank jes van de Hout wordt geregeld met deze knapen vergaderd. Alle nestkast jes in dat deel van het park, al dan niet door de jongens zelf vervaardigd, zijn door hen opgehangen en worden om de veertien dagenonder toezicht van de heer Siebenga door de club leden gecontroleerd. Ieder betaalt een stuiver contributie en voor dat geld wordt een vogelboek gekocht, dat om beurten door de jon gens wordt meegenomen en gelezen. Zij lopen als onbezoldigde medewer kers door de Hout en zijn fel gebeten op alle kwajongens, die daar iets dur ven vernielen of verstoren. Het is de bedoeling van de boswach ter de Hout in vier zones te verdelen en vier clubs te vormen, die elk een afzonderlijk deel van het park onder hun toezicht zullen krijgen. Zo leert men de jeugd waarderen en bescher men wat zij tot dusver in onnadenkend heid vernield heeft. Het mag een unicum worden ge noemd een zwanennest met eieren te fotograferen. De witte vogels laten zich niet gemakkelijk van de eieren verwijderen en slechts dank zij de aanwezigheid van de heer Erkamp, die met de beesten op zeer goede voet staat kon dit plaatje worden gemaakt. (Foto Jaap Schoen) JN DIT PARK MET zijn vele dieren, die van dag tot dag een deskundig# verzorging leiden, kan men geen amb tenaar met vaste diensturen plaatsen, De tegenwoordige pluimgraaf, de heer Erkamp, was reeds als jongen de ver* trouwde hulp van zijn overleden voor ganger de heer De Vries. Hij is als 1 ware in de Hout geboren en getogen, kent er planten en dieren en heeft de liefde voor de natuur, die voor dit ambt een eerste vereiste is. Alkmaar mag zich gelukkig prijzen voor de verzorging en bewaking van ons zo keurig onderhouden stadspark de mannen te hebben gevonden, die et nu met deskundig oordeel en volle tot wijding dagelijks werkzaam zijn. i Twee verheugde kleuters en hun dolgelukkige moeder stonden nog nadat het middernachtelijk uur van de afgelopen nacht reeds was aan gebroken gebogen over de fraaie souvenirs, die hun juist teruggekeerde vader en echtgenoot, korporaal J. Koppes (30) van het Nederlandse Detachement Verenigde Naties voor hen uit het verre Japan had mee gebracht. Zij hadden uit vreugde de woning Overdiestraat 21 van bin nen en buiten versierd, waarbij vader's stoel, die sedert 3 April van het vorige jaar onbezet was gebleven, eens extra onder handen was genomen. „Ik ben als Jan Sadja (Jan de sol daat) weggegaan en als korporaal te ruggekomen, zo vertelde de heer Kop pes. Toen ik naar Korea vertrok, had ik een zwaardere tijd voorzien, dan ik thans achter de rug heb, wat intussen niet wegneemt, dat wij in de nacht van 20 Juli jl. benauwde uren hebben beleefd. Reeds 's avonds om 10 uur be gon een woedende aanval van de Chi nezen, die geen acht sloegen op hun zware verliezen en hun eerste forma ties ongewapend over de voor onze stellingen liggende mijnenvelden joe gen. Zwaar gewapende tegenstanders passeerden mij op weinige passen af stand, doch ik schoot niet om mijn positie niet te verraden. Onze gehele compagnie zou verloren zijn gegaan, indien de schutter van een Amerikaan se tank de Chinezen niet tot de terug tocht had gedwongen. Juist toen in de morgen de aanval tot staan was ge bracht, wat ons vijf doden kostte, kreeg ik van mijn vrouw bericht, dat er een dochtertje was geboren". Overigens gedragen de Chinezen zich zeer sportief. Zij zullen b.v. nooit vu ren als wij een gewonde uit het voor terrein halen. De Noordkoreanen heb ben een geheel andere mentaliteit. Een week na de zware aanval trad de wapenstilstand in. Wij hebben toen onze stellingen achterwaarts verlegd en deze opnieuw opgebouwd. Nadien is er niets bijzonders meer gebeurd. Ik heb in mijn leven veel tegenslag ondervonden, zegt deze bruingebrande en meermalen gedeco reerde soldaat, maar ik hoop nu bin nenkort als landbouwer naar Canada te kunnen emigreren. Zou dit echter op het laatste moment mislukken, dan wil ik de opleiding tot beroepsonder officier volgen. In de woning van het gezin Schilder, Baansingel 87, heerste ook al grote vreugde, omdat de 21-jarige Piet, één van de tien kinderen, eveneens be houden is teruggekeerd. Tijdens de zware Chinese aanval van 20 Juli werd Piet door een springende granaat aan de voet en het achterlijf gewond, zo dat hij enige weken in het Zweedse hospitaal in Poesan moest worden verpleegd. Toen hij daaruit onjslagen word, was de wapenstilstand een feit geworden en werd hij als hulp-fourier aangesteld, een druk baantje omdat de zeer verspreid liggende mannen van het N.D.V.D. driemaal per week van schone kleren moesten worden voor zien. Piet roemt de goede vriendschap, die er in het bijzonder met het Franse detachement heeft bestaan. Wat ik niet gemakkelijk zal verge ten, is de behandeling, die wij op onze thuisreis aan boord van de overigens prachtige Franse boot „La Marseillai se" ondervonden. Wij waren met meer dan 200 man in de voorpunt samengedrongen en moesten met zijn allen in de derde laag van één der ruimen slapen, een toe stand, die ik mensonwaardig noem. Dan was de uitreis met de Noorse „Skaubryn" veel beter. Maar op beide schepen hadden we Franse koks. En terwijl deze jonge soldaat met zijn handen een afwerende beweging maakt, gebruikt hij de bij onze man nen uit Korea zo geijkte term: „Daar heb ik „balen" (tabak) van. Plaatsing van deze stukken betekent met, dat de redactie met de inhoua instemt. Zij acht Kennisneming ervan echter van algemeen belang en zy ziet ze gaarne zoveel mogelijk met volle naam ondertekend. De practijkschool voor Landbouw mechanisatie te Wieringermeer zal Maandag 3 Mei om 14 uur door de directeur-generaal van de Landbouw ir A. W. v. d. Plarsche officieel wor den geopend. Stadgenoot, ik las met aandacht Uw beschouwing over 't feest En, ik moet U eerlijk zeggen Ik denk in de zelfde geest. Eerlijk, 't is mij óók een raadsel Waarom alles wat men doet Om het feest goed te doen slagen Steeds van elders komen moet. Daarom kan ik best begrijpen Dat een deel der middenstand Voor de actie die gemaakt wordt Niet spoedig raakt in brand. Dat men met bepaalde dingen Ergens anders beter slaagt Dan in Alkmaar is best moog'lijk, Maar wél mag eens afgevraagd Of er helemaal niets deugt hier, Of men hier totaal niets kan En of 't juist zoveel moet kosten, Want daar krijgt men rillingen van. Zo is 't ook met de herinn'ring Die de schooljeugd krijgt present. Had ons raadslid Koster-Schouw het Toen niet bij het juiste end? 'k Weet niet hoe tientallen jaren Thuis een schoolfeestbeker stond En 'k ben dankbaar, dat men 't toen NIET Zonde van de centen vond. Nee, ik kan ook lang niet prijzen Alles wat men m deze deed, Hadden ze ons tonnenstelsel Maar naar elders uitbesteed...! Maar trots deze dingen, dichter, Werk ik er toch graag aan mee Om het stadfeest te doen slagen, Zeg ik „Ja!" en nimmer „Nee!" Want ons stadsfeest kan pas slagen Als een elk zich daaraan geeft En ik meen, dat onze stad daar Ook een beetje recht op heeft. Ik weet zeker, dat na jaren Onze jeugd, van deze tijd, Daar nog trots van zal gewagen. Dit is een onlooch'baar feit Spreekt men nóg niet van „Oud Alkmaar" Dat hier was vóór veertig jaar? Zo is ook het feest van aanstonds Heus véél meer dan een gebaar. Laat dan alles niet naar wens gaan, Wij zijn er toch niet alléén? Laten w' onze plicht dan kennen Tegenover het gemeen. En, waar 't mij vóór alles om ging Is. dat men zich gééft, spontaan! Opdat 't niet zo'n saai„ boel wordt, Daar komt het vooral op aan. Want men kan het mooi versieren En het me'"en o -n r- Het zal nimmer waarlijk feest zijn Als ontbreekt het echte vuur! JAHÜUN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1954 | | pagina 8