P. J. RENOOIJ ZN PAG. 6 „WINTERBADBODE' VRIJDAG 25 DECEMBER 1953 ci-let 3^.erót}eeót van een jutten3 Hendrik Mooij ging nog even naar de „kant van duin". Ontelbare malen maakte hij deze wandeling al in z'n leven. Niet om de altijd mooie zee te zien of om de zon te zien ondergaan. Nee, hij deed dit „ambts halve". Hij was jutter en leefde van wat de zee prijsgaf. Ruige Henk noemden ze hem in het dorp en die bijnaam kreeg hij niet alleen om zijn grote borstelsnor, stop pelbaard en rossige bos haren op z'n hoofd. Ook in zijn doen en laten was hij ruig. In de luwte van een takkenscherm tuurde hij langs de kustlijn en zag met genoegen de grauwe wolkenmassa's, die vanuit het westen aanjoegen, „'t Wordt stormweer en da's maar goed ok", bromde de Ruige in zich zelf. Herfststormen waren er niet geweest en er was zodoende weinig door hem verdiend. Aan de horizon tekende zich het silhouet van een schoener af In gedachten liep Henk het smalle duinpad af. „Storm weer die schoener deklast!" Hij passeerde de eerste huizen van het dorp. Enkele olielampen waren al aange stoken. De luiken waren nog niet dicht zodat je nog naar binnen kon kijken. Afgunstig gluurde hij in de gezellige kamers en dacht aan zijn eigen kachel, die nu wel uit zou zijn. Voor het huis van de dominee bleef hij met een schok staan. Verbluft keek de grote kerel naar een kleine kerstboom. Op deze vooravond van Kerstmis waren de kaarsjes ontstoken. Heldere kinder stemmetjes zongen „Stille Nacht". In ge dachten verzonken kwam Hendrik thuis- Het viel hem op, hoeveel hij in z'n armzalig kluizenaars bestaantje miste. Nog nooit had hij iets om gezelligheid gegeven, om het Kerstfeest had hij gelachen en nu, wat ge beurde er nu Ging hij er nu toch nog over piekeren Het duurde die avond een hele tijd voor hij insliep. Lang duurde zijn on rustige slaap niet. Door het slaan van een luik werd hij wakker. Hij realiseerde zich dat het water wassende moest zijn en als een geroutineerd jutter wist hij, dat dan de buien sterk in kracht toenamen. Er bestond dus een kans op buit. Snel stapte hij uit zijn bed. Toen hij op het strand kwam beukten zware golven reeds tegen de duinen op, zodat hij meerdere malen ijlings de duinhelling op moest vluchten. Het gebulder van de storm klonk hem als muziek in de oren. Hij voelde zich hier thuis en genoot van de zoute lucht, die hem in de neus prikte. Zijn ogen priem den door de inktzwarte duisternis. Het zou vast een goede nacht worden. De zee was er tenminste ruw genoeg voor. Misschien strandde er wel een schip Dan stond hem rijke buit te wachten. Anderen zouden zich wel uitsloven om de mensen er af te halen. Hij zou zich achter de duinen schuil houden. Vandaaruit zou hij in de gaten houden, waar de spullen heen spoelden. Zo in zich zelf pratend zeulde hij moeizaam door het mulle zand verder. Hagelstenen suisden op hem toe. Hij zette zijn kraag hoog op en trok zijn pet over de oren. Zo trotseerde hij de bui. Plotseling zag hij temidden van de kokende golven een lichtje. Of verbeeldde hij zich dat nu Neen. toch was het echt. Het groeide. Hendrik richtte zich in zijn volle lengte op. Het wijdopengesperde ogen tuurde hij naar dat licht. Onwillekeurig kwam het beeld van de vorige avond, dat kerstboompje in het huis van de dominee, in zijn gedachten. Langzaam doofde het licht uit en spoedig was alles weer donker. Hendrik trilde, dit was nu zijn kans. Want hij begreep dat de schoener op een zandbank was geslagen en dat men nu met een toorts de aandacht van de kust trachtte te trekken. Dat kon buit betekenen Weer dat licht in de verte. Opnieuw riep het herinneringen bij hem wakker. Hij keek strak naar dat flauwe schijn sel in de verte en zag er een kerstboompje in. Even aarzelde hij. Hier blijven of.... Plotseling nam hij een besluit. Hij holde duinen op en af. In het dorp sloeg hij met de vuisten op de luiken en schreeuwde: „De boot moet varenDe mensen waren wel wat verwonderd. Ruige Henk, die zich nooit met het redding- werk bemoeide, wat sloofde die zich nu uit Een kwartier later begon de moeilijke tocht naar de strandingsplaats. Even gleed nog zijn blik langs het strand Vier paarden trokken de boot en de mannen hielpen zoveel ze konden. De Ruige hoorde je steeds boven alles uit. Hij liep vooraan bij de paarden en maande tot de grootste spoed. Het begon juist te dagen, toen de reddingboot tegenover de verloren schoener aankwam. Enkele mannen verklaarden, dat het onmogelijk was, om met zo n zee een redding te wagen. „On mogelijk? Niks is onmogelijk!" klonk een schorre stem. „Ik ga en wie nog meer Het was Henk, die geen deel uitmaakte van de vaste bemanning, maar nu het eerste aan de riemen zat. En wijzend in de richting van het steeds meer gehavende schip riep hij „Zie je die arme donders in het want zitten Hoor je ze om hulp roepen We moeten het proberen Het werd geprobeerd. Een keer, twee keer sloeg de boot terug, maar de derde keer kwamen ze door de branding. Zijn prachtig voorbeeld stimuleerde ook de anderen. Langzaam naderden ze het wrak. Bijna juichend klonk de stem van de Ruige: „Wij komen- jullie halen. Nog even hoor De eerste tocht namen ze elf man over. Gelukkig nam de storm in kracht af. En was de tweede tocht minder zwaar. Alle opvarenden werden gered en nadat ze door hulpvaardige burgers naar het dorp waren geleid, bleef één man nog even achter. Het was Ruige Hendrik. Hij keek naar het wrak dat nu zo dicht bij leek. Een paar grote tranen biggel den langs zijn wangen. Wild veegde hij ze met zijn mouw af. Even gleed nog zijn blik langs het strand, dat nu bezaaid was met lading en wrakhout. Toen keerde hij zich om en ging naar huis met lege handen JAN DE JUTTER. NED. HERV. GEM. CALLANTSOOG Ook dit jaar willen wij onze zieken en een zamen een Kerstgroet brengen. Zonder Uw hulp in natura of in geld zou dit niet mo gelijk zijn Mogen wij ook deze keer weer op Uw medewerking rekenen Bij voorbaat hartelijk dank U kunt Uw gaven doen toekomen aan het Bestuur van de Ned. Herv. Vrouwenver eniging en wel bij voorkeur vóór24 Dec. a.s. aan één der volgende adressen: Mevr. Kooger Dorpsweg 24 Mevr. Kooy Dorpsweg 6 Mevr. Kruit Dorpsplein 37 Mevr. Roggeveen Op 't Landweg 17 Mevr. Sikkema Dorpsplein 8 Callantsoog Dec. 1953 Wist U, DAT de uitvoering van de „muziek" en de „zang" NIET zal plaats vinden op 2e Kerstdag. De zaal van Ben de Vries is niet geheel klaar. Het muzikaal gebeuren is nu vastgesteld op 30 Januari. DAT het grootste aantal gasten aanwezig was op 1 Augustus. DAT dit aantal toen 1338 bedroeg. Vorig jaar bedroeg dit aantal (op 9 Augustus) 1040. DAT er aan de Zeeweg het komende jaar nog negen huizen en een paar zomerhuisjes gebouwd zullen worden. DAT er eind Januari door alle dorpelingen „gedouched" zal kunnen worden. DAT de eerste gasten in April verschenen en de laatsten in October verdwenen. Wij wensen heel de burgerij gewis Van harte al wat wenselijk is En op haar levenspad Een rijke kleurenschat Van RENOOY's verf en vernis SCHILDERSBEDRIJF Tel. 02247-223, Schagerbrug Foto H. ROTGANS Dank zij de prachtige en energieke medewerking van muziek, brandweer, hoteleigenaar, onderwijzend personeel, ouders en verder alle ingezetenen van onze gemeente slaagde het St. Nicolaasfeest dit jaar uitstekend. Hier ziet U Sint met zijn knecht en de Burgemeester op het bordesje voor het raadhuis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1953 | | pagina 6