KERKDIENSTEN
GEREFORM. KERK, SCHAGEN
KATHOLIEKE KERK, 't ZAND
De omw/eg.
5tranddier\st E.H.B.O.
HERV. GEM. CALLANTSOOG
in de „Kerk van Johannes, de Evangelist".
ZONDAG 4 AUGUSTUS 1957.
8.30 uur v.m. JEUGD-DIENST.
Onderwerp
„Nooit ophouden met vragen".
Dorpsjeugd en Badgast-jongeren
worden vriendelijk uitgenodigd.
De dienst duurt ongeveer drie
kwartier.
10 uur v.m. KERKDIENST.
Onderwerp
„Tweede viool spelen".
7.30 uur avond. KERKDIENST.
Onderwerp
„Een koning verspeelde zijn kansen".
Predikantdr. L. D. Terlaak Poot
Pastorie Zeeweg 51. Tel. 324.
Gasten en belangstellenden, die de kerk
wensen te bezichtigen, wenden zich tot de
koster, de heer Jn. Schagen, Dorpsstraat 5.
Als U zondags de kerkklok hoort luiden,
dan duurt het nog li/2 uur voor de dienst
begint en een kwartier voor de dienst wordt
de klok weer geluidt.
ZOMER-BAZAAR.
Op a.s. woensdag 7 augustus gaat de burge
meester deze bazaar openen. Te 2 uur na
middags. De bazaar wordt gehouden in de
brandweer-loods aan de Lepelaarsweg.
Woensdag 7 augustus van 2—5 en van 7—10
en donderdag 8 augustus van 2—5 en van
7—10 uur. U zijt allen hartelijk welkom.
Woensdagavond 14 augustus is er weer
Community Singing in de kerk, 89 uur.
Medewerking van de heer C. Schadee, orga
nist te Den Helder.
Nieuwe badgasten vinden het wellicht in
teressant om iets te weten over ons oude
kerkje.
Nadat Callantsoog voor de tweede maal was
weggespoeld door de St. Elizabeths-vloed
(1570) begon men de dorpskerk te her
bouwen (pl.m. 1580) Men gebruikte stenen
van de vernietigde abdijkerk. Ook de bron
zen luidklok van 1494, gemaakt door meester
Gerrit van Wou, kwam weer in de toren.
In 1621 was de herbouw gereed.
Sinds de 10e eeuw droeg de dorpskerk de
naam van ,Kerk van Johannes, de
evangelist".
Een korte geschiedenis van Callantsoog treft
men, in dichtvorm, aan op het grote, oude
schild in de kerk, boven de ingang.
Pastorie Zeeweg 51) „Quamdiu".
Telefoon 02248-324.
Corn. Bockstraat
Zondag 4 aug. v.m. 10 en n.m. 7 uur
Ds. Jac. Plug
Contact-adres,
K. Unk, Zeeweg 47, Callantsoog.
Zondags, H. Mis 7 u., 8.30 u. en 10.30 u.
Iedere zondag iiï hotel Rademaker H. Mis
te 8.30 uur.
STRANDBELEVENISSEN.
Donderdagavond 11 uur trokken de „Strand
jutter" en ik er op uit. Een zoele zeewind
kwam ons tegemoet. We gingen naar de
„Zuid" en hielden de vloedlijn.
Van tijd tot tijd flitste de zaklantaarn even
aan en wierp zijn matte schijnsel op een
of ander voorwerp. Het werd getaxeerd,
maar meestal te licht bevonden en met
een „das niks" trokken we verder langs
de langzaam naderende lichtende branding.
Bij een van de dammen doemde een flink
brok hout op. Het licht van de lamp speel
de van links naar rechts en van rechts
naar links langs de balk en
Wat was dat voor een hoopje „vis" naast de
balk
Vergeten was hout en zee, want de vis
bleek een inktvis te zijn. Een vrij zeldzaam
„jutje" aan ons strand en het behoefde
niet achter het gemeentehuis gebracht te
worden.
Het was een manlijk exemplaar van de
gewone inktvis of zeekat (Sepia officinalis).
Lichaam langwerpig eivormig, enigszins
afgeplat, bijna geheel omzoomd door een
vin. Van de tien grijparmen zijn er twee
langer dan het lichaam, de andere acht
zijn vrij kort. Hoofdkleur geelbruinachtig
tot rozerood met witte vlekken langs de
hoofdlijn. De kop is iets donkerder. De
ogen zijn blauwachtig. De armen groen
achtig Inet witte vlekken. De ruggeplaat
(het zogenaamde zeeschuim) is ovaal, wit,
bestaande uit drie lagen. Lengte pl.m. 30
centimeter.
De inktvissen nemen de hoogste trap in
onder de weekdieren. Wanneer we een
exemplaar van naderbij beschouwen, mer
ken we allereerst rondom de bek een tien
tal met zuignappen voorziene vangarmen
op. Acht er van zijn kort en dienen voor
namelijk voor de voortbeweging. De twee
anderen zijn lang, intrekbaar en fungeren
als vangtoestel. Hiermede pakt de zeekat
andere dieren, vooral krabben en garnalen
en brengt ze naar de mond. Deze is voorzien
van stevige, horenachtige kaken, die aan
de snavel van een papegaai doen denken.
Hiermede worden de hardste schaaldieren
pantsers verbrijzeld en de inhoud van de
prooi wordt verder fijngewreven door een
wrijfplaat of radula, waarvan de tandjes
telkens vernieuwd worden, naarmate ze
afslijten.
Aan de buikzijde van de inktvis ziet men
een trechtervormig orgaan. Dit orgaan voert
naar een holte, waarin zich o.a. de kieuwen
bevinden. Nu zuigt de inktvis telkens water
naar binnen en voert het gebruikte water
door de trechter naar buiten. In gewone
gevallen is deze waterbeweging bijna niet
merkbaar. Wordt echter de inktvis in het
nauw gebracht, dan neemt hij veel water
in zijn lichaam op, spuit dit met volle
kracht door de trechter naar buiten en
door de terugstoot schiet het dier met
kracht naar achteren. In gewone gevallen
gebruikt de zeekat ook de vinnen om te
zwemmen. In de trechter mondt ook uit
de zogenaamde inktzak. Dit is een peer
vormige zak, die een bruin-zwarte vloei
stof bevat, de sepia. Verkeert de inktvis in
doodsgevaar, dan spuit hij wat van deze
sepia in het water, verspreidt daardoor een
donkere wcïk om zich heen en maakt van
de verwarring gebruik om zich in veilig
heid te stellen.
Evenals de schollen, kunnen ook de inktvis
sen door middel van kleurstofcellen of
chromatophoren hun huidskleur wijzigen en
daardoor de tint van hun omgeving tot op
zekere hoogte nabootsen. Vooral als het
dier geprikkeld wordt, zijn deze kleur
veranderingen interessant.
De voortplanting der zeekatten geschiedt
door eieren. Elk ei is in een zwart kapsel
besloten en van een vrij breed bandje voor
zien, waarmee het bevestigd wordt aan
wieren, stenen, enz. De spermatozoïden
zijn tot kapsels, zogenaamde spermatopho-
ren, verenigd, die door het mannetje door
middel van een der tentakels op het wijfje
overgebracht worden.
Vaak vinden we aan het strand de bekende
rugplaat van het dier, het zeeschuim.
In zuidelijke landen worden de zeekat en
zijn verwanten gevangen om als voedsel
te dienen. Bij ons zijn de dieren te zeldzaam,
om voor de visserij enig voordeel op te
kunnen leveren.
A. C. van Oord,
„De Garnekuul".
Ik had een afspraak met een ex-soldaat,
die pas terug was uit de Pacific. Hij was
er, evenals duizenden andere jonge knapen
op gebrand in de show-business te komen.
Ik zei hem, dat ik hem zou bellen als
er iets vrij kwam en vroeg hem me te
excuseren voor het korte onderhoud, daar
ik het druk had. Hij glimlachte en liep
naar de deur.
„Waarom grinnik je?", vroeg ik.
„Oh, niks", zei hij, „ik dacht toevallig aan
een andere knaap die ook zo'n haast had".
De manier waarop hij het zei, maakte me
nieuwsgierig.
„Vertel es van die knaap?", vroeg ik.
„Ach, hij was niet belangrijk", zei de ex-
soldaat, „hij en zijn vader hadden een stukje
land, dat ze bebouwden. De oude man
zocht z'n gemak. De zoon was meer actief.
Op een ochtend laadden ze hun wagen
vol groenten, spanden de os in en gingen
op weg naar de stad. De jonge knaap stel
de voor dag en nacht door te rijden, zodat
ze de volgende ochtend in de stad zouden
zijn. Hij bleef de os opjagen met een stok.
„Kalm aan", zei de oude man, „dan wordt
je ouder".
„Als we voor de anderen op de markt
komen", zei zijn zoon, „hebben we een
betere kans op goede prijzen".
Dc oude man trok zijn hoed in zijn ogen
en ging op de bok zitten slapen. Na vier
uur, toen ze ruim zes kilometer hadden
afgelegd, kwamen ze bij een klein huis
langs de weg. „Hier is het huis van je
oom", zei de vader, die wakker werd,
„laten we even stoppen en een praatje
maken".
De jongeman zat rusteloos op zijn stoel te
draaien terwijl de twee oude mannen een
uur lang over allerlei zaken babbelden.
Toen ze weer op weg gingen, nam de
vader de leidsels over. Bij een vork in de
weg leidde de oude man de os naar rechts.
„Als we linksaf gaan, is de weg korter",
zei de jongen. „Ik weet het", zei de oude
man, „maar deze weg is prettiger".
„Heb je helemaal geen respect voor de
tijd?", vroeg de zoon.
„Ik heb groot respect voor de tijd", zei
de oude man, „daarom gebruik ik hem zo
graag om naar de bloemen te kijken".
In de schemering hadden ze een veld be
reikt, dat er uitzag als één grote bloemen
tuin. „Laten we hier gaan slapen", zei de
oude man. „Dit is de laatste keer, dat ik
met je mee ga", zei de zoon, „je hebt eer
belangstelling voor bloemen, dan voor geld
verdienen". Nog voor zonsopgang schudde
de jongeman zijn vader wakker en ze
gingen weer op weg.
Anderhalve kilometer verder zagen ze een
boer, die probeerde zijn kar uit de sloot
te trekken. „Laten we hem even helpen",
zei de vader. „En nog meer tijd verliezen?",
vroeg de zoon.
„Hou je gemak", zei de oude man, „je
zou zelf es in een sloot terecht kunnen
komen". Toen ze de andere wagen de weg
op hadden getrokken, was het reeds acht
uur. Plotseling spleet een enorme lichtflits
de hemel. Daarna klonk de donder.
Achter de heuvels werd de lucht donker.
,,'t Ziet er naar uit, dat het in de stad
flink regent", zei de oude man.
„Als we er op tijd geweest waren, zouden
we nu uitverkocht zijn", gromde de zoon.
„Kalm aan", zei de oude man, „dan word
je ouder".
Ze kwamen niet voor de middag op de top
van de heuvel, die uitzicht bood op de
stad. Ze keken lange tijd naar beneden.
Eindelijk zei de jongeman, die zo'n haast
had: „Ik zie wat je bedoelt, vader".
Ze draaiden hun wagen om en reden weg
van wat eens de stad Hiroshima was ge
weest.
Uit Het Parool van 6 augustus 1955
(Vertaald door M. J. Oolbekkink.)
Billy Rose
ZONDAG 4 AUGUSTUS
10—14 uur.
G. de Vries
Mevr. De Vries
Guus Hollander
14—18 uur.
Ben de Wit
Nel Pangras
Gé Pangras
Gaat Pangras
Indien een verdwaald kind op de post is,
wordt er een blauwe vlag met witte letter
K. vanaf de tent gehesen.