CALLANTSOOG cH.onclenplezier Zaterdag 10 Augustus 1957 No 7 U/eer of geen u/eer. Ik zag, 10 jaar plattelandsvrouw/en (6) Iets over zee-anemonen. Administratie: R. KOELEMEIJ, Dorpsplein 34, Tel. 02248-—338, b,g.g. 245 Druk: Fa. K. VAN LOENEN Zn. Schagerbrug Telefoon 02247—272 Tot nu toe hebben wij steeds bij onze wan delingen ons dorp aan de Noordzijde ver laten. Deze keer gaan we eens met onze wandeling beginnen aan de Zuidkant van het dorp. We volgen de weg langs hotel De Vries en komen dan op de Zuid-Schinkeldijk. Die volgen we tot de woning van jachtopziener Van Honschooten en slaan daar af de Uit- landse weg in. Deze grindweg loopt rechtuit naar de Zijperzeedijk. Aan de rechterzijde ligt hier en daar een boerderij, terwijl U links in de verte Callantsoog ziet liggen. Wat dichterbij, links vooruit, ziet U het Kooibos waar we laatst aan de andere kant voorbij gelopen zijn. De Uitlandse weg is een vrij lange rechte weg en aan het einde vindt U een driesprong. Hier loopt U recht door, want de weg rechts voert U langs de Zijperdijk weer terug naar de Zuid- Schinkeldijk. Als U nu even doorloopt komt U weer bij een driesprong en hier nemen we de weg links, de Westerweg, welke we al eens vanaf de andere kant doorgelopen zijn. We passeren nu ook weer het Luttik- duin met zijn bunkers, doch houden maar steeds dezelfde weg en laten zo het Luttik- duin achter ons. Al gauw komen we nu op de Abbestederweg die rechtstreeks paar Callantsoog voert, maar deze nemen we niet. Rechtdoor gaan we op Abbestede aan tot we op de Rechtendijk komen, de weg die we de vorige week volgden tot aan de duinen. We nemen ook nu weer een stukje deze weg, maar gaan na een poosje rechtsaf de Voorweg op die ons met een boog langs Hoeve „Oranje Vrijstaat" voert in de rich ting van Grote Keeten. Iets voorbij deze boerderij staat een klein huisje en hier gaan we de Mineweg op, recht op de duinen aan. Aan het eind van deze weg kunnen we rechtdoor over de duinen naar het strand en daarlangs naar Callantsoog terug. Ook kunnen we gewoon de Duinweg volgen. De strandwandeling is wel iets langer, maar is ook veel mooier, vooral nu U weet wat er zoal op het strand kan aanspoelen. We nemen dus maar het strand en bereiken zo na een wandeling van ongeveer twee uur weer ons uitgangspunt. G. d. V. 's avonds vele huisjes om mij heen met verlichte vensters, daarachter wist ik onze badgasten. Die verlichte; ramen is heel ge woon. Wij houden er van onze gordijnen open te houden. We doen een paar schemerlampjes aan, praten gezellig met elkaar en kijken zo af en toe eens naar buiten naar de lucht. We zien dan de wolken, of de sterren of de maan, maar we zien altijd wel iets wat ons boeit, daarom sluiten wij de gordijnen niet. Maar ik zag ook vensters die wel door gor dijnen afgesloten werden. Iedere avond zo tegen acht uur gingen prompt alle gor dijnen toe. Ik wist daar brachten Zweedse families hun vakantie door. Ik moest toen denken aan hun vaderland, waar het om deze tijd van het jaar niet donker wordt. Als deze mensen dus het „Avond worden" willen beleven, sluiten zij, door de gordijnen dicht te doen, het daglicht buiten en zeg gen „het is Avond". Daar moest ik aan den ken toen ik dat zag. N. Wij weten niet of U, geachte gasten, het al hebt opgemerkt, dat verschillende Callants- oger dames thans zeer lichtvoetig langs en over de Callantsoger dreven huppelen, maar het geheim daarvan is ontsluierd op de feestavond van de plattelandsvrouwen. De dames beoefenen énkele avonden per week de huisvrouwen-gymnastiek. Maar thans werd ons onthuld, dat ook de ochtend gymnastiek aller aandacht vraagt. Zo blijven onze dames fit en het was dan ook weer Mevr. Lastdrager, die de dames in pyama, begeleid door muziek en zang, hun ochtend oefeningen liet maken. Onze nieuws gierigheid dwingt ons om de vraag te stellen, of die zelfde dames, die toen in dat gevorderde avonduur, zo blij en vrolijk hun oefeningen maakten, met de begeleidende zang, dit ook zo doen als 's morgens pas de wekker is afgegaan en zij hun zalig bedje moeten verlaten. Een vraag die natuurlijk nimmer zal worden beantwoord. Doet er niet toe, ieder der aanwezige man nen die hun vrouw daar zo zag sporten, weet voor zich zelf wel, hoe de lucht staat, bij het opstaan. Het domein van de vrouw is de keuken en in die keuken is heel wat te kijk. Dat heb ben wij gezien en gehoord, maar daarover een volgende keer meer. Een jonge hond, een speelziek beest, Die nooit de stad was uitgeweest, Mocht met zijn baas en vrouwtje mee, Twee weken lang naar strand en zee. „Daar is, zo zei het vrouwtje blij „Dat stomme dier eens heerlijk vrij De heenreis was iets wat de hond Nu niet bepaald een pre tje vond, Hij voelde zich niet al te kwiek, Maar misselijk en wagenziek. De pret kwam later op de dag, Toen hij voor 't eerst de Noordzee zag! Zo zonder riem of band of wat, Te rennen langs het zilte nat, Dat sloeg hem in zijn honden-bol, En maakte hem gewoonweg dol Hij raasde als een wervelwind, Tot schrik van menig spelend kind. Hij hapte naar een meeuwen-vlucht, En sprong de gaten in de lucht. Hij proefde van het zoute nat, Foei, wat een vieze smaak was dat Een strandbal sleurde hij nog mee, En beet die onderweg in twee. Ook vloerde hij een oude heer, En nog het een en ander meer. Maar eind'lijk was zijn kracht aan 't end, En 't was bij baas' en vrouwtjes tent, Dat hij vermoeider dan een hond, Een plaatsje om te rusten vond A. S. de V. De kleurenpracht der zee-anemonen behoort stellig tot de schoonste verschijnselen van het onderzeese leven. Denkt U nu niet dat men deze wonderlijke zeewezens alleen in tropische zeeën aan treft. Zelfs aan onze eigen golfbrekers kun nen we een eenvoudige vorm van de zee anemoon vinden. Deze soort is weliswaar niet erg indruk wekkend 't zijn maar kleine dingen en de kleuren die variëren van bruin-groen tot vuil-wit, zijn weinig opvallend. Maar aardig en sierlijk zijn deze eenvoudige zee-bloemen toch. Wist U, dat de zee-anemoon, evenals de vele andere soorten met bloemennamen zoals zeedahlia, zee-lelie, zee-chrysanth enz., iedere plantaardige eigenschap mist De benaming „vleesetende plant" is dan ook voor deze wezens volstrekt fout. Wel vestigen sommige soorten zich voorgoed met een steel in de zeebodem, maar anderen bewegen zich vrij. De leefwijze is overigens bij de verschillende zeebloemen vrijwel hetzelfde. Ze vangen evenals de kwallen, met behulp van hun van netelcellen voorziene vangarmen hun prooi. Met diezelfde vangarmen wordt het voedsel naar de mond gebracht, waarna het spoedig in e en inwendige holte wordt verteerd. Men heeft eens aardige proeven met zee anemonen genomen, waarbij men achter eenvolgens een stukje vis of vlees op de tentakels bracht en een oneetbaar voor werpje, b.v. een glazen kraaltje. Het eerste werd prompt opgenomen het kraaltje werd echter afgestoten. Maar nu komt het aardige drenkt men van tevoren het oneetbare voorwerpje in een smaakstof, b.v. vlees-extract, dan nam de zee-anemoon het wél op. En had men te voren een overigens geschikte voedingsstof smaakloos gemaakt, dan werd deze niet aanvaard. Men kan dus wel aannemen, dat er be paalde chemische prikkels van de smaak stoffen uitgaan, die de tentakels in beweging brengen. En gaat U nu eens op de koppen van onze dammen naar zee-anemoontjes speuren Op de plaatsen waar bij eb nog zo'n klein vijvertje tussen de bewierde steenblokken achterblijft, vindt U ze vast en zeker. En misschien ziet U op die plekjes nog veel meer zeebewoners, zoals krabben en garnaaltjes en zeesterren. Maar pas op voor de glibberige stenen A. S. de V. MIDDENSTANDS-DIPLOMA. Janny Rietvink kan „zakenvrouw" worden. Zij behaalde dezer dagen het zo begeerde middenstands-diploma. Onze felicitatie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Badbode voor Callantsoog | 1957 | | pagina 1