CALLANTSOOG
Zaterdag 26 augustus 1961t no* 12*
Redactie: Mevr. C. H. KLOOSTER BOER-ISAKSSON - Zeeweg 12 - Tel. 02248-323.
AbonnementenA. DE VROOM, p/a V.V.V.-kantoor. tel. 02248-338.
UitgaveVereniging voor Vreemdelingenverkeer - CALLANTSOOG.
Druk: Fa. K. VAN LOENEN 6 Zn. - Schagerbrug - Tel. 02247-272
-771
Een „hap en een snap".
Voor we aan het laatste artikel van deze
serie beginnen, willen we eerst de heer
Baken uit Winkel dank zeggen voor de
moeite en arbeid, die hij zich gegeven heeft
om ons lectuur en geschrift voor deze arti
kelen te verschaffen.
Het wandbord in het kerkje van Callants-
oog is hierdoor meer in de belangstelling
van velen komen te staan en ook de historie
van Callantsoog herleefde voor ons.
Om nu nog even naar het wandbord terug
te keren, het eindigt met de schone woorden
„Gaat nu en Leert uyt mij,
Dat niets hier Seeker staat,
Maar wat het Oogh besiet
Als tijdelijk vergaat.
Dies werkt Uw Zaligheyt
met Vreezen en met Beeven,
Voor Gods Alsiendend Ooch i
zoo zult Gij Eeuwigh Leevert.
Wij hebben U reeds in de laatste twee
artikelen laten zien dat, als deze woorden
uit het brein van de schenker, de heer Mr.
Jacob Coren van der Mieden zelf voortge
komen zijn, zij min of meer naar schijnhei
ligheid ruiken.
Mr. van der Mieden, de aanstichter van al
het kwaad, waarover wij in de laatste num
mers schreven, is enkele jaren na het geval
Harge, hier te lande te midden van de zijnen
gestorven. Blijkbaar heeft zijn vlucht niet
lang geduurd.
11 oktober 1743 werden alle ambten: bal
juw, dijkgraaf, houtvester, schout, secretaris,
rentmeester en strandvonder van het Mid-
denstrand, weer aan één man toevertrouwd,
t.w. aan Cornelis van Duysburg. Er was
ook een strandvonder voor het Zuiderstrand
en één voor het Noorderstrand. Dit was zo
ontstaan op 25 februari 1718, toen baljuw
Cornelis van den Heuvel wegens ouderdom
twee hulpstrandvonders werden toegevoegd.
Omstreeks de tijd van het proces Harge
waren Teunis Muller en Adriaan Jansz Blank
eveneens strandvonders.
Er kwamen vroeger vele strandingen voor;
zo b.v. in de jaren 1741 tot en met 1744,
blijkens de Inventaris van het Oud Archief,
niet minder dan 8, t.w.
17 januari 1741 de brigantijn de Lovely
Bethybegraven werden de aangespoelde
lijken van William Erskine en Charles Turner.
19 september 1742 het Oost-Indisch retour
schip Horstendael. De lading werd gelost;
het schip door storm uiteengeslagen. Hier
over ontstond een proces tussen de heren
van Callantsoog en de bewindhebbers van
de O.I.-Compngnie. Het ging er blijkbaar
om, het strandrecht van de heren van Cal
lantsoog te bewijzen.
17 oktober 1742 aangespoeld laken, karsaai
(grof gekeperd laken) en baai.
12 november 1742 gestrand het schip de
Silence, geladen met steenkool van Sunder-
land naar Rotterdam, kapitein John Dail.
8 februari 1743 de brigantijn Le Saveur,
geladen mei Spaanse wol, kapitein Antonie
Duller.
19 november 1744 het schip de Richard,
van Sunderland naar Rotterdam, geladen met
steenkool, kapitein John Anderson. Masten,
touw, zeilen, ankers, werden geborgen.
In 1744 ook gestrand het schip de Mary
Gold, geladen met koper, ijzer, lood en
balken, kapitein Philip Green.
18 december 1744 het aalschip de Princes
Royaal, schipper Otte Tjeerds, van Londen
naar Workum.
20 december 1744 het fluitschip de juffrouw
Anna, geladen met zout, kapitein Jan Mooije-
boer, van St. Ubes naar Amsterdam.
Wij zijn hiermede aan het einde gekomen
van een serie artikelen over de historie van
Callantsoog tot 1741.
Uit diverse reacties is ons gebleken, dat
deze artikelen bij veel lezers zeer op prijs
gesteld zijn. Wij wijzen er daarom nogmaals
op, dat het in de bedoeling ligt een bro
chure van een en ander uit te geven (met
of zonder aanvullingen. Voor diegenen, die
zich speciaal interesseren in de geschiedenis
van Noordhollands Noorderkwartier, ver
wijzen wij naar een boekje van de heer
Westenberg, dat kort geleden uitgekomen is.
De feesten.
Hoewel de weersomstandigheden de laatste
helft van augustus bepaald niet gunstig ge
noemd konden worden, hebben we toch
getracht enkele feesten in elkaar te zetten.
Allereerst werd in de week van 12-19 au
gustus een strandfeest georganiseerd. Dins
dagmiddag om half twee waren er slechts
enkele deelnemers, maar tegen drie uur
kwam er toch animo. Een 16-tal groepen,
bestaande uit 3 personen, b^gonn^r. ver
woed te scheppen om hun bouwwerk tegen
de opkomende vloed van 5 uur te bescher
men. Meters lange en hoge forten versche
nen er, diverse handen werden van blaren
voorzien, maar slechts het plaatsen van de
vlaggen, hetgeen op de berg gebeuren moest,
kon een einde aan de ijver maken. Aan
vankelijk leek het er op, dat de bergen aan
de zuidzijde de meeste kans hadden om met
vlag in top te blijven staan, maar door een
hevige strijd tussen opkomende vloed en
sterke wind uit tegenovergestelde richting
waren de broeders aan de noordzijde ge
lukkiger. Een troostprijs werd toegekend
aan de eigenaars van de vlag, die het eer
ste streek. De prijzen waren voor
le. Koob van Ravenzwaay, Peer Rosen-
boom en Peter Vos;
2e. Djurren Dinkla, Jaap van Ravenzwaay
en Wim Thijsse
3e. Harry Dik, Jan Frederik Dinkla en
Piet van Eek;
4e. Coco Rosenboom, Bert Timmer en Jan
van der Tooren.
De troostprijs was voor de meisjes Groot,
drie zusjes.
Woensdag 23 augustus werd er een vlieger
feest gehouden. Zoals ieder jaar ging de
„geluidswagen" door het dorp, een vrolijke
marsmuziek werd gespeeld. Om twee uur
was het verzamelen geblazen om gezamelijk
naar het „heitje" te gaan, waar traditiege
trouw het vliegerfeest plaats vond. Er wa
ren vliegers, die het direct deden, er waren
er die practisch niet meer te zien waren, er
waren er ook die na veel pogen toch niet
verder kwamen dan een 25 meter, er waren
er die vriendschap trachtten te zoeken met
die van hun kameraadjes, kortom, er ge
beurde van alles met de vliegers. Eén voor
deel heeft deze zomer dan toch maar opge
leverd. Andere jaren werd de wedstrijd nog
al eens afgelast omdat er geen wind was,
daar hebben we van het jaar in ieder geval
geen last van gehad. De jongens en meisjes
die meegegaan waren naar het „heitje"
kregen allen een „spekkie" en een ijsje.
Jammer dat er juist na het uitdelen van het
ijs een enorme stortbui kwam, die er de
schuld van was dat menig kind met een nat
pak thuis kwam. Maar overigens hadden de
kinderen ook woensdag een prettige middag.
Donderdag, de avond voor de heren der
schepping, schatgraven voor mannen, speci
aal georganiseerd door een brouwerij, met
als hoofdprijs een krat pils. Er waren zeer
veel deelnemers, die allen als ware goud
zoekers rond liepen te zoeken om toch maar
vooral een flesje met groen papiertje te vin
den. Op het laatst gevonden flesje was een
premie gesteld, die ook „niet voor de poes"
was, n.1. een fles wijn. De gelukkige was
de heer Jaasma. De hoofdprijs viel dit keer
op het briefje gemerkt R, waarvan de heer
Coopmans de gelukkige bezitter was. De
prijsuitreiking vond plaats in strandpaviljoen
Vos. Door het slechte weer gingen velen
direct na de uitreiking naar huis.