Raacit niet bij, de btbe&dcunmen
Callantsoog in vroeger jaren.
In het vorige nummer van de Badbode
hebben we al het een en ander vermeld
over Callantsoog.
Het Aardrijkskundig Woordenboek der Ne-
derlanden van van der Aa 1841, waar we
het artikei uit overnamen, vermeldt verder:
Het dorp Calandsoog, Calansoog, Callants
oog, eertijds Callingen, daarna Callings-ooge
of Calling-ooge, ligt uur 'en N. van
Alkmaar, kant. en 13/4 u. NW van Schagen.
Het tegenwoordige dorp is eigenlijk Nieuw-
Calandsoog, want van het oude Calandsoog,
ook wel enkel het Ooge of 't Ooge ge-
naamd, dat volgens de kroniekschrijvers
door zekeren Ogens zoude gesticht wezen,
en een zeer welvarend dorp moet geweest
zijn, welks inwoners zoowel in den land-
bouw als in de zeevaart ruimschoots hun
bestaan vonden, is sedert eeuwen niets meer
aanwezig.
De eerste kerk stond, naar men wil, zoo
ver in zee, dat de inwoners slechts twee
wagens hooi op eenen dag van hunne meest
westelijk gelegene landen, dat is, die het
digst aan het duin lagen, konden te huis
halen. Nadat deze kerk door de zee weg-
gespoeld was, werd de tweede zoo veel
binnenwaarts gezet, dat men met eene stalen
boog niet in tweemaal tot aan het duin kon
schieten. Toen vond men er nog 533 mor-
gen (280 bund.) goed weiland en twee acht-
kante watermolens. Maar door den zooge-
naamden Allerheiligenvloed van het jaar
1570, is schier alles weggespoeld, zodat er
niets bleef staan dan de kerk. Deze werd
echter aanmerkelijk beschadigd en is diens-
volgens, in het jaar 1580, afgebroken.
Van dit oude dorp, dat zeer groot en volk-
rijk moet geweest zijn, zoodat het naar men
wil. 300 huizen zoude bevat hebben, heeft
men op het laatst der vorige eeuw, bij laag
water, nog de grondslagen, benevens de
overblijfselen van de voormalige kerk en
van andere gebouwen, alsmede doodkisten,
beploegde akkers enz. bespeurd. De tegen
woordige kerk werd, nadat de andere ge-
sloopt was, meer binnenwaarts gebouwd en
is thans bij de Hervormden in gebruik.
De dorpsschool wordt gemiddeld door een
getal van 40 kinderen bezocht.
Bij dit dorp begint de bekende Zanddijk,
die van daar Noordwaarts voortgaat tot
Den Helder en Huisduinen.
In het jaar 1614 werden in dit dorp 18
huizen en 4 schuren (hier boeten genoemd)
door de vlammen vernield.
Den 27 augustus 1799 werden, niet ver van
dit dorp, tussen de Groote Keeten en de
Kleine Keeten, onder begunstiging van een
allerhevigst vuur uit de gewapende schepen,
Engelsche en Russische troepen, door middel
van aan elkander vastgemaakte sloepen, aan
wal gezet; waarna er dadelijk een hevig
gevecht tusschen die troepen en de Neder-
landers plaats greep, hetwelk van 's morgens
vier tot 's avonds ten zes ure duurde, ten
gevolge waarvan de onzen zich genoodzaakt
zagen, na een verlies van veertien honderd
man, zoo aan dooden als gekwetsten en
vermisten, waaronder zeven en vijltig offi-
cieren, terug te trekken ten einde ene stel-
ling in de Zijpe te nemen; terwijl het ver
lies van den vijand, volgens zijne opgaaf,
uit ruim zeven honderd man aan verdron-
kenen, dooden en gekwetsten bestond.
Het wapen van Callantsoog bestaat uit
eenen rooden leeuw op een groen veld.
Ten overvloede wijzen wij er op, dat de
hier boven genoemde ligging van Callants
oog ten opzichte van Alkmaar en Schagen
niet bedoeld is voor het moderne verkeer.
De afstand vanuit Callantsoog naar Alk
maar is circa 25 km, naar Schagen om-
streeks 12 km. (red.)
Wist U
dat er dagelijks kinderen en ook volwassenen
op attent gemaakt moeten worden, dat zij
in zee tussen de kurklijnen moeten blijven?
dat de E.H.B.O.-gebouwen in Callantsoog
en Groote Keeten op het strand geplaatst
zijn om, indien nodig, zo efficient mogelijk
hulp te verlenen en NIET als speel- en
springplank dient voor U en Uw kinderen?
dat er een ideeen-bus geplaatst is in het
V.V.V.-kantoor?
dat er op het V.V.V.-kantoor wandel- en
fietskaarten verkrijgbaar zijn?
dat dit blad ook voor UW gasten bestemd
is, omdat de agenda voor Groote Keeten en
Callantsoog er iedere week in opgenomen
wordt?
dat ook buitenlandse gasten het ten zeerste
op prijs stellen als U die gasten van de
evenementen op de hoogte houdt?
dat ook losse nummcrs van dit blad ver
krijgbaar zijn a 25 cent per nummer?
dat alleen op het strand voor de paviljoens
toezicht op het baden in zee is en dan nog
alleen wanneer de blauwe vlag gehesen is?
Vuilnisc phaaldienst.
Van de gemeente-secretarie ontvingen we
bericht, dat met ingang van zaterdag 20 juni
gedurende de maanden juni, juli en augustus
ook op zaterdagen de vuilnis opgehaald zal
worden. We kunnen ons indenken dat vele
eigenaren van vakantie-onderkomens met
genoegen van deze mededeling notitie ne
men en ook hun gasten in zomerhuizen enz.
met de uitbreiding tot een tweede ophaal-
dienst bekend zullen maken.
De asemmers worden vanaf s morgens 7.30
uur geledigd.
N.Z.H.R.M.
DeNoord en Zuid Hollandse Reddingsmaat-
schappij heeft volgens haar orgaan, de Red-
dingsboot, een blad dat enkele malen per
jaar verschijnt, niet minder dan 13 motor-
reddingsboten en 14 motorstrandreddings-
boten en vletten. Een respectabel aantal,
als men weet dat deze boten uitsluiiend
door financie'e steun van partikulieren ge-
kocht en bemand kunnen worden.
Voor er echter een reddingswezen langs onze
kust was, hebben er zich vele vreemde ta-
ferelen afgespeeld. Een byzonder aardig
boekje Strandrovers, Jutters en Redders ver-
haalt over de voorgeschiedenis en geboorte
van het Reddingswezen.
In vroeger jaren, zo vertelt de heer Booy,
de schrijver van het boekj£, werden de schip-
breukehngen meestal aan een erbarmelijk lot
overgelaten, vermoord ofalsslaven gehouden.
Ook trachten de kustbewoners de pogingen
van de schipbreukelingen om het vege lijf
te redden, te verijdelen. Een schip, waarvan
niemand levend aan wal kwam, werd als
goed zonder eigenaar beschouwd. Er werd
na een schipbreuk geplunderd, geroofd en
soms gemoord Dat talrijke mensen bij scheeps-
rampen om het leven kwamen, werd als on-
vermijdelijk beschouwd.
In de 13e tot 14e eeuw begon men van over-
heidszijde tegen de plunderaars op te treden.
Maar vele wereldlijke en geestelijke Heren
lieten de strandroverij oogluikend toe, omdat
zij mede profijt hadden.
Enkele voorbeelden in 1367 riep de toen-
malige Paus de aartsbisschop van Bremen
ter verantwoording voor het feit, dat enkele
van zijn onderdanen twee met katoen gela-
den Hamburgse schepen ingepikt hadden.
Zelfs excommunicatie bracht geen verande-
ring in de houding van de aartsbisschop, die
zich niets van het pauselijk gezag aantrok.
In 1442 werd de heer van de kuststrook
„onze lieve, getrouwe heer Jan van Egmond"
uitgenodigd naar den Haag te komen om
verantwoording af te leggen over zijn on-
rechtmatig bezit van strandgoederen.
Een lichtpunt voor de schepelingen was wel
het eiland Texel. Er is bekend, dat in 1367
graaf Jan van Blois, heer van Texel geld
overmaakte aan Danziger en Elbinger koop-
lieden als vergoeding voor de lading van op
Texel gestrande schepen.
Maar over het algemeen blijkt, dat zelfs tot
ver in de 16e eeuw de schipbreukelingen
vervielen aan de heren van de kuststrook.
In een plakkaat van 1529 constateert Karel
V, dat degenen, die goederen of zeedriften
verdonkeremanen „tot selfs eygen baet ende
prouffijt" enz. „als dieven moeten wor
den gekenmerkt Hij acht de praktijk van
de „moordenaars en slavenhouders" (hieraan
waren de schipbreukelingen overgeleverd)
..tegen onze hoocheijt en oick tot achter-
deele van den voerseijden coopluyden, scip-
pers en de andere die deselve toebehoren'
en hij gelast de rentmeesters van de schat-
kist langs de kust te reizen ten einde de
strandroof, het moorden en handelen in
mensenlevens tegen te gaan. Maar de be-
volking was arm, en ieder schip was een
buitenkansje om wat geld in eigen zak te
steken.
Trouwens ook sommige zeelieden konden er
wat mee. Zo constateerde Pater Heynrich
Aloysz in 1570 dat vele zeelieden gewapend
met bijlen en andere wapens de wal (Texel)
op gingen en niet alleen de begijntjes uit
het klooster te Den Burg lastig vielen, maar
dat ook veel andere ingezetenen door het
optreden van de stoere zeelieden in groot
gevaar kwamen te verkeren.
Eerst in het jaar 1725 wordt door de Staten
van Holland en West-Friesland bevolen „dat
een yegelijck van onze onderdanen gehouden
sal sijn de Scheepen en Goederen, soo bin-
nen- als buytengaats in noodt sijnde, na sijn
vermogen alle hulp en bijstant te doen" Met
andere woorden, hier wordt voor het eerst
op de PLICHT gewezen om hulp te bieden.
Voor er echter een vereniging in het leven
geroepen was, om de schipbreukelingen voor
een wisse dood te behoeden, gingen er nog
tientallen jaren heen. Daarover willen we
een volgende keer nog eens iets schrijven.
Terras van een der Strandpaviljoens.