donderdag 15 december 1988
Uitgave: Vereniging voor Vreemdelingenverkeer Bad Callantsoog,
Jewelweg 8 - Postbus 10 - 1759 ZG Callantsoog - Tel. 02248-1541
Red.: Mevr. C. H. KLOOSTERBOER-ISAKSSON, Prévinaireweg 4A - Tel. 02248-1323
Druk: PLUKKER, SCHAGEN Telefoon 02240-13034
Hoop
In de twintiger jaren ontstond een stroming ,,de
Morele Herbewapening", welke trachtte de men
sen op te wekken om bij zichzelf de fouten te er
kennen en te verbeteren met inachtname van de
gehoorzaamheid aan de absolute morele normen.
Over de gehele wereld probeerden mannen en
vrouwen hun medemensen ervan te overtuigen
dat alleen bij een constructieve geestelijke opvat
ting en handelswijze de destructieve krachten
zouden verdwijnen. Helaas kwam schijnbaar een
abrupt einde aan hun streven.
In de jaren '40-'45 werden miljoenen mensen ver
moord. Velen de z.g. displaced persons zwierven
na de capitulatie door Europa.
Op de tiende december 1948 werd door de Ver
enigde Naties de Universele verklaring van de
Rechten van de Mens aangenomen. Deze resolu
tie was het directe gevolg van de Tweede Wereld
oorlog. Een van de hoofdpunten is: alle mensen
zijn gelijkwaardig, ongeacht huidskleur, af
komst, geloof of politieke beschouwing. Het leek
zo eenvoudig om aan de opbouw te beginnen.
Niets is echter minder waar. Nu in het jaar 1988
verlaten nog steeds mensen om geloofs- of poli
tieke overtuiging huis en haard.
Via de pers, de radio en televisie worden we op de
hoogte gehouden van het nieuws, dat veelal uit
kommer en kwel bestaat. Er gaat geen dag voor
bij, waarop we niet geconfronteerd worden met
ellende. Milieurampen, overstromingen, hongers
nood en aardbevingen, waarbij duizenden doden
vallen. Voeg bij die mondiale natuurrampen en
dreigingen van binnenlandse oorlogen, het pro
bleem van de alcohol-, drugs- en gokverslaafden,
de omstandigheden van de daklozen dan kan er
niet direct gesproken worden van veel resultaat
van de zo goed bedoelde opstelling voor mensen
rechten.
Als we in enger verband de soms moeilijke, fami
lie of gezinssituatie nemen, de landelijke en
stadsproblemen, dan valt er weinig te juichen.
Vanzelfsprekend laat al die ellende ons niet onbe
roerd. Vooral aan het eind van het jaar rond
Kerstmis staan we er bij stil. Er worden speciaal
in de maand december kerstzangdiensten gehou
den, kerstvieringen voor eenzamen, humanitaire
verenigingen en kerkelijke instanties zetten zich
in voor „een gast aan tafel". Unicef verkoopt
wenskaarten, waarvan de opbrengst bestemd is
voor in nood verkerende kinderen. Het zijn goed
bedoelde uitingen van mensen die het leven van
de dolenden enige fleur willen geven.
De mens is van nature echter egoistisch. Het per
soonlijke verdriet, de lege plaats, de zorg om kin
deren, de werkloosheid drukken wel degelijk een
stempel op het leven. Een leven dat niet een aan
eenschakeling van vreugde en geluk geeft. Men
denkt dat rijkdom geluk brengt en streeft ernaar
zoveel mogelijk te bezitten. Er worden steeds
mooiere dingen gekocht, grote diners gegeven,
maar op den duur raakt men daarvan verzadigd.
Toch wil men steeds meer, grotere auto, tweede
woning, camper, zeilboot, hogere lonen. Zo gaat
de vreugde die het leven geeft, het geluk dat de ja
ren van het volwassen zijn, zouden moeten bren
gen, hopeloos verloren. Als men zich realiseert
dat anderen soms meer problemen moeten ver
werken, zal de persoonlijke omstandigheid beter
te dragen zijn. Het is logisch dat het gemis van
een dierbare rond Kerstmis en de Jaarwisseling
groot is. Het alleen zijn in deze tijd van het jaar
erger gevoeld wordt, dat de lidtekens nooit ver
dwijnen.
Ondanks zorgen, verdriet, pijn kan er toch iets
van dankbaarheid zijn als men terug ziet op een
leven waarin eensgezindheid, vreugde en geluk
bracht. Zo blijft er voor iedereen een sprankje
hoop. Een Chinese filosoof Loe-sin drukt het als
volgt uit:
,,Ik geloof dat het moeilijk is te zeggen of er zo
iets als hoop bestaat of niet. Hoop is net als een
weg op het platteland. Er was NOOIT een weg,
maar als veel mensen over een pad wandelen,
komt er vanzelf een weg".
Door de eeuwen heen, ook nu in het jaar 1988,
hebben veel mensen die weg gevonden. Zij heb
ben zich de zorgen, het lijden, de honger en pijn
van anderen aangetrokken. Zij proberen hoop te
geven in de meest ellendige omstandigheden. We
denken aan artsen zonder grenzen, aan een vrouw
als moeder Teresa, die als non al ruim veertig jaar
werkt onder de armsten der armen.
Als een ieder zich inzet voor een constructieve op
bouw van de samenleving, als de rechten van de
mens gerespecteerd worden en als allen de „land
weg" betreden, dan kan er Kerstmis gevierd wor
den, in het geloof dat de hoop op uitkomst aan
de horizon licht. Diep in ons hart is er iets dat ge
looft in het goede, het Licht in de duisternis, het
nieuwe Leven dat komt rond Kerstmis.
Dan gaan we naar de Nachtmis om te horen hoe
Jozef en Maria naar Bethlehem gingen. Zij had
den er niet om gevraagd, maar er was een gebod
van Keizer Augustus, dat er een volkstelling ge
houden werd in het gehele Romeinse Rijk.
De stamvader van Jozef was Koning David, die in
Bethlehem gewoond had. Men moet zich dat eens
voorstellen. Als wij mensen van de twintigste
eeuw naar ons stamland zouden moeten om in het
bevolkingsregister ingeschreven te worden. Er
zou een opstand uitbreken.
Jozef en Maria gingen gehoor gevend aan het be
vel op weg. Het was geen comfortabele reis. De
wegen waren slecht en Maria verwachtte haar
eerste kind. Slechts een ezeltje hadden ze om Ma
ria te dragen.
Zij waren niet de enigen, die in de stad aankwa
men. Er was nergens plaats, er was geen enkel on
derkomen te vinden. Een boer, die nog een soort
trekkershut op zijn land had staan gaf toestem
ming om in die hut te overnachten. Wat een te
leurstelling na zo'n vermoeiende reis. De hut was
smerig achtergelaten door vorige bewoners. Er
was geen enkel comfort, erger nog er lag slechts
wat stro in ccn hoek. Omdat Maria doodmoe
was, ging zij daarop liggen. Daar in die hut werd
haar kind geboren, het kind dat Gods zoon moest
zijn. Ze had zich wel een andere geboorteplaats
voorgesteld. Toch gebeurde er het wonder. Er
kwamen engelen, het werd overal licht en het ge
zang: „Ere zij God, vrede op aarde" klonk door
tot in de hut.
Ook gingen de engelen te middernacht naar de
vee-oppassers, herders, om van de geboorte van
het Goddelijk Kind te vertellen. Samen met de en
gelen gingen de herders naar de hut om het Kind
te aanschouwen en voor hem te knielen.
Moge de geboorte van de zoon van Jozef en Ma
ria, de aankondiging van een sprankje hoop in
een nieuw Leven zijn.
Gezegende Kerstmis.
Na de storm
Toen de storm was uitgeraasd
vond ik in mijn herfstbos naast
veel gebroken, dorre takken
die ik toch had moeten kappen,
ook jonge bomen, die 't geweld
van de wind niet had geveld,
die het net hadden gehouwen,
maar wier kroon zo was geschonden
dat ze voor altijd in hun wonden
van de storm vertellen zouden.
M. Mourik
uit: Poëzieroute