SPAAR-
De gedenkwaardige reis
van Schipper Boniekoe.
Zondagsgedachte
Lmmb Mr. R. Houwink mmmmm
Levensaanvaarding.
Een kind op een heuvel van sneeuw
VAN DER PLAATS
RUKSPOST
SPAARBANK
PANKQ
HET „HOLLAND'S
GLORIE" DER 17e EEUW.
De ondergang van de
„Nieu Hoorn"
WAT In onze dagen Jan de Har-
tog's „Holland's Glorie" ls. dat
was in de zeventiende eenw onge
twijfeld het „Jonrnael ofte Ge-
denokwaerdige beschrüvinghe van-
de Oost-Indische Reyse van Wil
lem Ysbrantsz. Bontekoe van Hoorn.
Begrijpende veel wondertijeke en
gevaerlijcke saecken hem daerin-
wedervaren,"
Dit ln 1646 voor de eerste maal te
Hoorn verschenen boek trok reeds da
delijk de belangstellng en minstens
dertig herdrukken volgden in dezelfde
eeuw. terwijl er later nog wel een vijf
en twintig de drukpers verlieten.
En dat kan ook moeilijk anders, want
als er ooit lectuur is geweest, die on
zen voorvaderen wel moést boeien, dan
is het dit onopgesmukte reisverhaal
van Schipper Bontekoe, dat ln tegen
stelling met andere journalen uit die
dagen met een vaardige en vlotte
pen geschreven werd.
De reis van de „Niou-Hoorn".
HET was 28 December 1618. toen
Schipper Bontekoe de reede
Texel verliet met het schip genaamd
„Nieu-Hoorn". groot 1100 ton en be
mand met 206 opvarenden ofwel „eters"
zooals in die tijden de bemanning
werd aangeduid.
Kaap de Goede Hoop werd na ver
schillende maanden varen bereikt, na
dat zich vele ..ongemakken" en „zwa
righeden" hadden voorgedaan, zooals
b.v. een storm van meer dan veertien
dagen lang. Scheurbuik, roode loop en
meer van dergelijke gevreesde matro-
zenziekten waren echter aan de orde
van den dag en het was noodzakelijk
een eiland aan te doen. teneinde ge
nezing te zoeken door het eten van
vruchten. In de buurt van Madagas-
car ging men op een onbewoond
eiland aan land. dat een paradijs in
zakformaat bleek te zijn. want niet
leen leverde het eiland vleesch en
drinkwater maar de zeelleden
„vonden oock mede een afloo
pent water, daar groote aaien in
waren. Het volck trocken haer
hemden uyt en hielen die soo open
in 't afloopent water, en vlnghen-
se alsoo ln haer hemden
heel lecker van smaeck."
NOO een eiland werd aangedaan en
te langen leste wa# de bemanning
weer zoo frisch en gezond alsof men
juist uit Holland was vertrokken.
Elf maanden, nadat men Patria had
verlaten, kwam men ter hoogte van
Straat Soenda en het was op 19 No
vember 1619 dat den Schipper het jam-
merlilkste „toeval" van zijn reis trof.
De botteliers-maat moest namelijk in
Van Geld en Goed.
Ook in de afgeloopen week kenmerkte
de aandeelenmarkt zich door een onver
schillig voorkomen. Obligaties waren
over het geheel genomen iets beter gedis
poneerd.
De voornaamste gebeurtenissen van deze
week op financieel gebied vormen welde
publicatie van het verslag van de Ned.
Bank en van de A.K.U. Daarnaast ver
melden wij nog de wijziging van de
Bankwet.
De ons toegemeten ruimte laat niet toe,
op deze belde Interessante verslagen diep
ln te gaan, weshalve wij zuilen volstaan
met enkele punten daaruit te releveeren.
Eén van do mededeellngen, welke onze
lezers wel het meest zal Interesseeren, ls
die met betrekking tot de waardeverhou
ding gulden-mark. De President deelt ln
zijn verslag namelijk mede, dat den laat-
sten tijd een sterk oppotten van marken
vi"! waar te riemen, hetgeen veroorzaakt
werd door geruchten als zou de gulden
gedevalueerd en aan de mark gelijkge
steld worden. De door den President op
dit punt geraadpleegde Dultsche autori
teiten hebben hem echter bij herhaling
de verzekering gegeven, dat van een der
gelijk bedrog ten nadeele van het Neder-
landsche volk geen sprake kan zijn.
Het kan een iegelijk slechts tot tevre
denheid stemmen, dat met deze verkla
ring van gezaghebbende autoriteiten, aan
deze booze geruchten thans eens en voor
altijd eiken grond ontnomen ls!
Verder dringt de President aan op een
verscherping der prljsbeheerschingsmaat-
regelen en pielt hij ln het kader van de
verdediging der valuta voor de Invoering
van nieuwe belastingen.
Het verslag van de A.K.U. is uiteraard
van een geheel verschillend karakter en
laat een geheel anderen toon hooren. De
winsten bleven bij die van het vorig jaar
ten achter. De kostprijs steeg, terwijl de
verkoopprijzen hetzelfde bleven. Tenge
volge v. d. verplichte overdracht v. h. Ja-
pansche belang der A.K.U. werd een ver-
lies van een klein mllUoen gulden gele
den. Zoo daalden deze bruto inkomsten
met ruim f 4 mtUloen, welke daling groo-
tendeels gecompenseerd werd door een
lagere reserveering voor belastingen. Het
dividend werd bepaald op 4(v. j. 6V«).
De vooruitzichten laten zich moeilijk
bcoordeelen. Vermoedelijk zullen de re
sultaten 'n verdere achteruitgang te zien
geven. De directie deelt dienaangaande
echter niets mede.
Do Mulnck Keizer declareerde 3(v. j
6,4V.), Heybroek (v. j. 4°/o). Chamotte
Unie 4"/» (uit dlv. res (v. J. 61/.), Ned. Bank
f 55.— (v. J. f 51,—}, NillmiJ. van 1859
t 25.— op aand. A (v. J. ld.) en Amst-
levcn f 51.99 (v. J. f 25,—) dividend, ter
wijl Tabak Enthoven het dividend pas
seerde (v. J. 5" en met een verlies sloot
van f 18.571,—.
Amsferdamsche Beurs.
FON DS
Meden
v k
4 Nadert 1940 I)
3
10 iö/lfl
4 Nederl. 1941
1
02»V-,
3 li Nederl. 1941
1 ■u'/w
1U0 VB'
3!.; Nederl. 1942
10J"
lOUi/j
33 NederJ. 1938
9 4-1
9 Ai
3 Ned.-Indië 1937
94W,o
9S
Amsterdamsche Bank
141
141
Ned. Ind. Handelsbank
1 0
13
Alg. Kunstz. Unie
H-
18
van Berkel
i 5
Ifv
Cpr.t. Calv.é
191
1
Wilton Feijenoord
21?
'37
Holland Amerika Lijn
150
15H
Ned. Scheepvaart Unif
1 2'/«
i 2'
3'/., Arnh.sche Hyr
02'
3 V; Fr -Gron. Hvp
02-
10
3 V. Haarl Hyp.
0
•1)2'/.
3V, National Hyp
1021/4
102'/,
3''"*^ Rottcrd, Hvp.
l i
Hl?i/
3' r Hy
1 2
,1'/,
3V» Westl. Hyp.
luz'/«
•02'/<
het donkere ruim een kan brandewijn
pompen, maar de knetterende vetkaars
die hij met zich droeg, spatte een vonk
in het vat. Dadelijk vatte de drank
vlam, het vat „borst aan stucken" en
het brandende nat vond een weg
naar het ruim, waar de kolen voer de
smidse waren opgeslagen. Vandaar
breidde de brand zich snel uit. om ten
slotte de kruitkamer te bereik °n. waar
men doende was overigen veel te
laat de vaten buskruit overboord te
werpen. Het mocht niet baten, want de
driehonderd vaten, die nog over waren,
zorgden voor een ontploffing, waarbij
„het schip sprongh aan hondert duy-
sent stukken".
„Ick stonde, doen 't aengingh, bij
de groote hals boven op 't schip en
omtrent 60 personen stonden recht
voor de groote mast,... die werden
al te samen wegh genomen en aan
hutspot(l) geslagen.... En lek, Wil
lem Ysbrantsz. Bontekoe. doe ter
tijdt schipper, vloogh mede in de
lucht: wiste niet ^eter of ick most
daer mede sterven. Ick stack mijn
handen en armen nae de hemel en
riep „Daer vaer ick heen. o Heer 1
weest mij arme sondeer genadigh!""
Maar zoover was het nog niet met
onzen Bontekoe, want wonder boven
wonder werd hij met nog een drenke
ling zwaar gewond opgepikt door de
sloep, die reeds vóór de ramn, even
als de groote boot. het schip had ver
laten. Aangezien men echter „liever
met en bij malcander" wilde sterven,
besloot men het geheele gezelschap ge
redden in totaal twee en zeventig
in de groote boot te vereenigen. De
geheele mondvoorraad bestond uit 7 8
pond brood en de ontberingen waren
natuurlijk vele en 10 dagen na de ramp
was de nood zoo hoog gestegen, dat
men het besluit nam de jongens maar
te slachten. Bontekoe wist dit „gruwe
lijk opzet" nog drie dagen te keeren
en waarachtig, ontdekte men binnen
dien tijd een' onbewoond eiland in de
buurt van Sumatra. waar men kokos
noten vond. Natuurlijk aten de uitge
hongerde kerels veel te veel. met het
gevolg, dat men zonder uitzondering
des nachts zoo'n pijn in de maag kreeg
„dat het scheen of wij barsten mos
ten,"
Beproevingen op Sumatra.
C UMATRA werd bereikt, maar nog
is alle ongeluk niet ten einde. Een
overval van vijandige inboorlingen
brengt het aantal der geredden op 56
terug, die dan echter Batavia, het doel
der reis. bereiken en waar Bontekoe de
stoute schoenen dient aan te trekken
om zijn oud-stadgenoot Jan Pietersz.
Coen het verlies van zijn schip te gaan
melden
Dat was niet zoo'n prettige boodschap,
maar Coen was tevreden over het be
leid van den schipper „Wat helpt het:
dat is een groot ongheluck." zoo zeide
Coen en hij noodt Bontekoe aan zijn
disch. Spoedig daarna krijgt, de kro
niekschrijver een nieuw schip onder
zijn hoede, om daarop verschillende
kleine reizen te maken. Later trekt hij
naar China. Japan, de Phillppijnen
enz., om steeds nieuwe avonturen te
beleven, om eindelijk na zeven lange
jaren, op 15 November 1625. in Zeeland
weer voet op Nederlandschen bodem
te zetten.
Zelden is er een journaal ver
schenen, zoo onderhoudend geschre
ven en zoo vlot van stijl als het
journaal van Bontekoe, waarvan wU
U In korte trekken iets vertelden,
en dat een getuigenis aflegt van
den moed cn de standvastigheid
onzer voorvaders uit de Gouden
Eeuw, die met recht ook IJzeren
Eeuw genoemd mag worden.
In de parken cn plantsoenen van
Rotterdam rijpt bet koren. Het
wuivende graan geeft aan deze
wendeloorden een buitengewone aan
trekkelijkheid CNF-Hof-Pax in
ZIJ WERKEN
voor ons dagelijksch
brood.
DE plaats, welke de landarbei
der thans in de samenleving
inneemt, is wel een heel andere
dan die van voorheen. Wii behoe
ven nog niet zoo heel ver terug
te gaan in de geschiedenis om
den landarbeider te zien als
iemand, die zijn werkkracht ver
kocht raison van een dubbeltje,
drie stuivers per uur met wat
magere kaasranden of dikke
darmen op den koop toe en die
eigenlijk leefde bij de gratie van
den boer. Voor zoover
men dan het ploete
ren van den vroegen
morgen tot den la
ten avond zelfs zon
der uitzicht op eenig
materieel gewin als
ïeven wilde kenmerken.
Thans Ls het werk van den
landarbeider nog even hard en
even zwaar, ook nu kromt zijn
rug nog gestaag bij de bewer
king van den bodem, doch thans
weet hij zich naast den boer een
volwaardig lid van onze volks
gemeenschap, waarvan hij een
onmisbaar onderdeel is.
De jonge kerel, dien wij spra
ken, was zich dit bewust gewor
den, zulks in tegenstelling met
vele van zijn oudere collega's,
voor wie de „nieuwe tijd" nog
niet open ging en die nog voort
zeulen in den tredmolen van al
den dag.
Of hij dan geen grieven had?
Wel zeker had hij die en zoo
achtte hij de geldelijke beloo
ning voor zijn arbeid nog niet
aangepast aan het niveau van
dezen tijd. Doch hij kon de din
gen zien in het raam van de om
standigheden en in hem leefde
het besef, dat Rome niet in één
dag was gebouwd. Ongetwijfeld,
oordeelde hij, zal straks en voor
al na den oorlog nog veel ten
gunste van zijn positie worden
geregeld, wat nu noodzakelijker
wijze achterwege blijven moest.
Inderdaad, in de nieuwe
maatschappij, die verrijst op de
puinhoopen van de oude, zal de
landarbeider niet langer loon
slaaf zijn, doch zal hij 'als een
der elementaire werkers voor
ons dagelijksch brood de plaats
innemen, welke hem rechtens
toekomt. Hoe het zij de land
arbeider zwoegt voort; ook h ij
weet. dat w ij eten door z ij n
arbeid.
door
Zr is iets vreemds met het leven van
den mensch; leta, waardoor het zich
principieel en fundamenteel onder
scheidt van het leven der hoogere die
ren, waarmee het overigens ln biolo-
gischen zin zooeel overeenkomst heeft,
dat men meer dan eens heeft gemeend
den mensch voor een gedegenereerde
diersoort te moeten houden,
Dit vreemde in het leven van den
mensch is dat h ij over z ij n le
ven nadenken kan Honger en
liefde mogen hem voortdrijven ln den
levensstroom, zoolang hij leeft en hem
nergens uiteindelijke rust gunnen, er
zijn oogenbllkken. waarop hij aan den
oever geworpen wordt en de wateren
hem voorbij trekken. Er zijn oogen-
blikken. waarop zijn hand peinzend het
sprankelend water schent en het. ver
zonken ln droomen. door de vlnge--
glippen laat.
De mensch leeft niet alleen hij
kan ook als het ware bulten zijn
leven treden en het overschouwèn.
zoodat het lijkt, of hij een ander dan
zichzelf is. De mensch kan zichzelf tot
een vreemde worden en deze ontdek
king van het eigene als het vreemde
brengt een diepe huivering teweeg,
want zij brengt ons in aanraking met
het mysterieus probleem der mensrhe-
lijke vrijheid, waartegen de wijsheid
van zoovele knapne koppen ~ds aan
scherven is gegaan.
De mensch lééft niet a n. hij
„heeft" ook een leven, hij kan er iets
mee doen. Hij kan het „verknoeien"
en hij kan het „gebruiken". Hii kan
het gebruiken ten eigen behoeve én ten
bate van anderen. HU kan het aan
vaarden als een opdracht en hij kan
het laten liggen als Iets dat hem in
den grond van de ?aak niet aangaat
en waarvan hi1 aan niemand verant
woording schuldig is.
Beide dingen kan hi.1 doen en ten
minste éénmaal In zlln leven komt hii
voor deze keuze te staan zlin leven
te laten liggen, zooals het ligt en h»t
te leven zooals het zich volgens den
fnatuurlijken weg van den minster
weerstand leven laat. óf het oo te ne
men en het te aanvaarden als een on-
dracht. die men ontvangen heeft
en waarbij men verantwoord e-
lljk wordt gesteld.
Men kan het ook zoo zeggen elke
mensch ontvangt met het feit zijner ge
boorte een opdracht ten aanzien van de
levensgemeenschap ln welker midden
hij geboren werd. maar het staat hem
vrij deze opdracht al dan niet te aan
vaarden. wanneer hij tot de Jaren des
onderscheids gekomen Is.
Geheel onze opvoeding behoort er
dan ook op gericht te zijn. onze kinde
ren bewust te maken van de Dersoon-
liike en de algemeéne opdracht, die zij
met het feit hunner geboorte door hun
bijzondere talenten en karaktereigen
schappen en door hun naar tijd en
olaats bepaald mensch-zljn hebben
ontvangen, zoodat zij. aan het begin
Het moderne rekt bet leven van het
oude Een dezer dagen werd In de
gemeentelijke gaskamer van Arnhem
de bekende collectie boerenwagens
uit het openluchtmuseum roet bleuw-
zuurgas van houtworm bevrijd. Een
der wagens wordt In de gaskamer
gereden CNF-Stevens-Pax ro
staande van hun volwassenheid, rede
lijkerwijs tot een levensaanvaarding ln
sociaal-ethischen zin kunnen komen en
niet w'Uoos uitgeleverd zijn aan de
doemonie van hun eigen ik.
Levensaanvaarding ls dus geen zaak
van Jci wil alleen, al Is het ..waag
stuk v i den wil" onvermijdelijk. Men
moet van de ondrneht. van „ziin"
opdracht hebben gezien, anders be
zit men geen kracht genoeg om het op
e nemen tegen het biologisch geweld
van Uefdo en honger, dat ons onvoor
waardelijk dwingen zal en ons tel
kens weer dwingt IJ n wegen te
gaan.
En is onze opvoeding in dit opzicht
ooit voltooid Hebben wij het niet
steeds noodig. ons bewust te m»k«n
van het fett. dat wij menschen met een
verantwoorde'iike levensopdracht zlln
Hoe vaak willen wij. als de moeilijkhe
den komen, er niet onderuit en alleen
maar ..leven" Hoe vaak willen wil
dan niet vergeten, dat wij eenmaal als
man of vrouw, als vader of moeder, als
..arbeider" of als „intellectueel" het
leven aanvaarden, hier en nu. en niet
in het een of ander luilekkerland, waar
ons de gebraden ganzen tn den mond
vliegen 1
Het zou geen zin hebben thans over
'evensnanvaarding te spreken Indien
daarmee een fatalistische aanvaarding
van .deze wereld" ware gemeend
Hoe zou men iemand mogen aanpra
ten. genoegen te nemen met zooveel
bloed en tranen I Maar wel moet wor
den gezegd en mnet juist nCi worden
gezegd dat wfj ondanks alles bij
onze levensondracht blijven moeten.
Wee den man. die thans de ridder-
Hikheid van zijn man-zijn vergeet Wee
de vrouw, die thans de deugd harer
kuischheid verloochent Wee do moe
ders en vader, die thans hun óuder-
nlichten verzaken Wee den arbeider
en den intellectueel, die thans hun nost
verlaten, omdat „de goede, oude tijd"
hun andere dingen had beloofd ZU
allen roenen slechts de chaos over hun
ne hoofden en over die van hun kin
deren.
Levensaanvaarding, nuchter en con
creet is het eerste wat wij noodig heb
ben. om staande te hliiven in de stor
men van dezen tijd. Wie zich nu leven
laat. Is verloren.
SPORTREVUE VAN DE WEEK.
Het verplichte school
zwemmen.
En nu is toch werkelijk de zomer ge
komen. Kijkt u maar eens naar de ka
lender: we zitten al ln Juli. Of lees maar
in de krant: we doen weer examen. Of
zit maar ln den trein: we gaan weer met
vacantie.
Ofnog beter: hoort U maar eens
de juichende kreten ln de zwembaden!
Want daar heerscht thans de grootste
jolijt. Daar leeft de jeugd zich uit' Daar
spartelen de jongens en meisjes in
het nat, uren lang, en na een nat half
uurtje gaan ze liggen zonnen. Om bruin
te worden.
En intusschen doen ze gezondheid op
voor vele maanden.
Het zijn niet allen zwemmers, die de
baden bevolken; het zijn nog meest ba
ders, die zich niet in het diepe bassin
wagen. En zoolang dat nog niet het ge
val ls. heeft de Ned. Zwembond nog een
grootsche taak: iederen Nederlander
zwemmer maken. Maar we gaan den
goeden kant op; we krijgen elk jaar
meer zwemmers. Wat ook noodig is in
ons waterrijke land.
Maar hoe is het gesteld met het school
zwemmen? Ik merk er zoo bitter wei
nig van. Ik kan me natuurlijk niet be
zig houden met het leerplan van een
school, maar ik zou toch wel willen, dat
elke klas minstens twee uur per week
werkelijk verplicht zwemmen kreeg
Desnoods verplicht baden, als er geen
gelegenheid is, om zwemles te krijgen.
Want die twee uren per week geven een
schat aan gezondheid; in die twee uren
kan de zon zijn weldadige warmte op
de kleine, jonge lichamen laten Inwer
ken en nog maanden na 't seizoen zullen
de jongen en het meisje voordeel heb
ber van deze twee kosu-Mjire uurtjes,
die zeker met weggegooid z.iin
O
Straks, over niet te langen tijd, krij
gen we in Leiden de nationale kam
pioenschappen. En een week later zul
len de beste zwemmers en zwemsters
van Nederland elkaar opnieuw ontmoe
ten, maar dan ln Alkmaar. Het Alkmaar-
sche DAW bestaat namelijk 25 jaar en
ter eere van dit jubileum zullen de zoo
genaamde revanche-wedstrijden in Alk
maar gehouden worden. Als kijkspel
zullen deze waarschijnlijk nog veel boei
ender zijn dan de echte kampioenschap
pen, omdat in Alkrflaar slechts de meest
attractieve nummers verz.wommen zul
len worden, zooals de 100 en 200 meter,
vrije slag, schoolslag, e.d., en verder na
tuurlijk de spectaculaire nummers, die
de estafettes nu eenmaal zijn.
Dat kan straks een mooi zwemfestijn
worden ln het hartje van Noord-Hollandl
O
Hoorn heeft zijn groot concours-hip-
pique aangekondigd, dat een waar feest
belooft te worden. De Inschrijvingen
zijn tenminste van dien aard. dat het
publiek prachtig paardenmateriaal te
zien zal krijgen.
Na Hoorn komt Opmeer, dat natuur
lijk zijn jaarlljksch concours houdt en
al draagt dit vermoedelijk meer het ka
rakter van een Noordhollandsch paar-
denfestijn. ook het Noordhollandsche
paard en de Noordhollandsche sjees,
wagen en kar. alsmede het Noordhol
landsche boerentuig zijn waard om be
wonderd te worden.
En dan. twee dagen na Opmeer, om
het juist te zeggen, Woensdag 28 Juli,
volgt Alkmaar met zijn concours-hip-
pique. Een jaar geleden bracht Alkmaar
het beste, wat er op het gebied van de
paardenfokkerij te bieden was en toen
bleek de publieke belangstelling zeer
groot. Thans ls men in Alkmaar nog een
stap verder gegaan en heeft men aan
het concours-hippique een springcon
cours verbonden, verdeeld in twee ru
brieken: allereerst zullen de leden der
rijvereenlgingen hun kunnen toonen en
daarnaast zal er een springconcours zijn
voor alle Nederlandsche paarden. En
dat laatste zal vermoedelijk wel het
grootste attractienummer van Alkmaar
zijn.
Dan gaan we tennissen! Over veertien
dagen begint in Alkmaar het Jaarlijksche
tennistournooi, dat dit jaar, zeker wat
het aantal inschrijvingen betreft, groo-
ter dan ooit zal worden. Er fijn dan ook
vier volle speeldagen voor dit toumooi
uitgetrokken!
Maar niet alleen, dat het aantal in
schrijvingen buitengewoon groot ls, ook
de kwaliteit der spelers is beter dan in
jaren het geval waa. Eigenaardig: ter
wijl de voetbal het competitiespel ver
als nummer één kent. is de tenniscom-
petitie slechts bijzaak: meer een gezellig
onder-onsje voor de spelers. En terwijl
de voetbal een tournooi als een aardig
intermezzo beschouwt, is 't tennistour
nooi het groote gebeuren in de tennis
wereld. En zoo zal het wel altijd
blijven.
De oorzaak? Vermoedelijk zal het hem
hier ln zitten, dat de tennissport meer
de individueele sport is; de enkeling kan
hier iets bereiken en dat ls met voetbal
niet 't geval. De enkeling kan zich uit
leven in de tennissport, kan zijn karak
ter in het spel leggen. Dat kan de voet
baller vrijwel niet; hij is ondergeschikt
aan 't geheel, moet 't systeem spelen,
dat de trainer heeft bedacht. Ook al gaat
hem dit niet best af. Maar.het voet
balseizoen is gesloten en dus praten we
niet meer over dit spel met den bal
We wachten liever zes weken. Dan, da
de groote vacantie. gaat het spel weer
beginnen!
TN Barcelona bezocht ik jaren
geleden den wereldreiziger José-
cl-Caballo. Een pientere, jonge
Spanjaard bracht mij naar zijn wo
ning, die aan den - uitersten rand
van de stad stond. De zon ging
juist onder toen ik aankwam en
Caballo keek in zijn voortuin pein
zend uit over de vlakte naar het
kleurenspel aan den horizon.
Dien nacht zou lk ln allen eenvoud
zijn gast zijn. Ik moest mij vergenoe
gen met een divan, die „weinig mee
gaf". zooals de grijze Barccloon schert
send opmerkte. Ik schikte mij gaarne,
want een ontmoeting met menschen als
José-el-Caballo, die den glans eener
edel verwerkte ervaring in hun oogen
dragen, behoort tot de zeldzaamheden
De aanleiding tot het.verhaal, dat hij
mij deed en dat ook het voornaamste
onderwerp van mijn simpele vertelling
zal zijn. was een wel zéér toevallige
Hij zei mij terloops iets over een Ma-
drileen. dien hij zeer gaarne lijden
mocht, doch wien het de laatste Jaren
niet voor den wind was gegaan. Ik
probeerde gelijk men dat vaak doei
Caballo te troosten mot de wat dof
geworden wijsheid, dat de lijden voor
bijgaan en dat dus ook voor zijn
vriend de slechte dagen weer cenmaa'
*ot het verleden behooren zouden.
Glimlachend keek José-el-Caballo mij
aan. schudde langzaam zijn hoofd en
zei
..Amigo mio. de mensch zegt dat de
t ij d c n voorbijgaan, maar de tijden
zeggen, dat de mensch voorbijgaat
En als je mij vraagt, geloof ik. dat de
:'den <*e'i'k hebben."
Ik "'-een naar ir'1" notït ^kje en
wilde die treffende woorden opschrij-
waar verhaal uit Tibet, door
H. P. VAN DEN AARDWEG
ven, maar Caballo legde zijn hand op
de mijne en waarschuwde
„Denk er om. dat die mooie uitspraak
geen vinding van mij is."
Niet van u?"
„Neen."
En toen kreeg ik te hooren. dat Ca
ballo, die zijn kennissen over de ge
heele wereld bezit, enkele weken ge-
'cden een Boeddhistisch monnik te gast
■"ad gehad, die Juist van een reis door
het geheimzinnige Tibet was terugge
keerd. Hij had daar een bezoek ge
bracht aan den Mount Kailas, den be
roemden heiligen Sneeuwberg, die in
het machtige landschap blinkt als een
enorme kegel van gcoolijst zilver. En
van dezen monnik, Ragula geheeten,
bad José-e'-Caballo enkele Tibetaan-
sche gezegden geleerd, die grooten in
druk op hem gemaakt hadden. Dat van
len mensch en den tijd was er één
van. Maar het diepst was Caballo ge-
'-effen geworden door een haast on-
geloofe'üke ervaring, die Raaide er
gens in het steenkoude land van Tibet
bad ongedaan En met zijn melodieuse
icluid. waarin de Spaansche klanken
ds juweelen fonke'den, begon José-el-
Caba'lo aan de vo'gende geschiedenis:
..ln de sted Darchen vond Raaula
die doo'- en door verkleumd was. bij
nen dno-'n-men Tibotaan. die met zijn
gezin in een soort tent leefde, een tij
delijk onderdak. Toen hij 's morgens
ontwaakte en eens rondkeek, merkte
hij de dochter op van zijn gastheer
een kind, dat hoogstens drie jaar oud
kon zijn. Het kleintje, dat in de ver
schrikkelijke kou alleen maar bedekt
was door een dun vachtje, lag hem
met groote oogen aan te staren. Nau
welijks had zij gezien, dat hij wakker
geworden was of ze sprong op en ren
de weg en ging buiten plat op een hoop
sneeuw liggen. Na een poosje keerde
zij terug en kroop weer onder haar
9chamel dekentje. Toen Ragula een be
weging maakte alsof hij wilde opstaan,
sprong het kind opnieuw op. holde
weer naar buiten, waar zij voor de
'weede maal plat in de sneeuw ging
liggen."
„Ragula," vervolgde Caballo. „be
greep natuurlijk niets van dit vreemde
icdrag en hij kon het kind. dat een ge
heel andere taal sprak dan hij. ook niet
om een verklaring vragen. Hij nam
echter aan. dat de dreumes, die hem
nog nooit tevoren gezien had. bang
"oor hem was zooals dat met kleine
kinderen ten opzichte van vreemden
wel vaker gebeurt. *s Middags raakte
hij. door middel van een tolk, in ge
sprek met zijn Tlbetaanschen gastheer
=n vertelde dezen wat hij met het
dochtertje beleefd had. „Zie ik er zoo
vreesaanjagend uit, dat zij bang voor
mij moet zijn?" vroeg hij. De Tibetaan
barstte in een schaterlach uit. Bang?
Dat was zijn dochtertje heelemaal niet
geweest. Neen, de zaak van dat weg
rennen en In de sneeuw gaan liggen
zaf heel anders. Héél anders
José-el-Caballo wachtte even voor
hij verder ging en vol spanning kc-ek
ik den bejaarden reiziger de woorden
uit den mond.
„Kijk." hervatte Caballo. „in Tibet
leven groote honden, die net zoo ge
vaarlijk zijn als wolven en gemakkelijk
een mensch kunnen verscheuren. Zoo'n
hond nu bezat de Tibetaansche gast
heer van Ragula. Het dier lag buiten,
om 'de tent te bewaken en had des
nachts de gewoonte zich, behalve zijn
neus en ooren. geheel te laten insneeu
wen. Het kleintje, dat Ragula niet
waarschuwen kon. omdat zij zich niet
verstaanbaar kon maken was bevreesd,
dat hij de tent verlaten zou cn het
woeste beest hem voor een indringer
zou aanzien en aanvallen. Daarom was
zij. telkens wanneer zij dacht, dat Ra
gula zou opstaan, boven op den hond
gaan liggen om hem tegen te houden.
En dit is geen fantasie." besloot José-
«1-Caballo, „maar de zuivere waarheid.
Wat een wondere wijsheid, nietwaar.
In een kind van dien leeftijd!"
Ik knikte sprakeloos en keek ont
roerd naar de maan. die als een roode.
rijpe vrucht aan den avondhemel van
^nanje stond.
En toen wij samen de woning bin
nengingen om bij het schijnsel van een
schemerlamp en het genot van een glas
koele cervezza neg wat na te praten,
zei José-el-Caballo mij: „O Ja, dat is
waar ook. de Tibetanen hebben nog
zoo'n prachtig gezegde „Een kinder
ziel ls als een bloem uit een Toover-
landzij kan onverwachts in den
schoonsten bloei staan."
Zóó weinig?
Jnderdood zóó weinig'' is
ons ontwoord op de vaak
gestelde vraag of reeds
voor zoo'n bescheiden
premie een levensverzeke
ring bij „De CenJrole" kon
worden afgesloten. Vraag
eens om onze tarieven.
•DE CENTRALE»
NedeAland
RljfliU»*! 28, Dan Haag
We hadden nog
wat échte iheel
verklapt P|m
Dlérmee vergeleken we van
der Plaats' thee-surrogaat. En
na eindeloos proeven en keuren,
zei ieder enthousiast: „Héér
lijk en pittig! Bijna even lekker,
gcurfg en aromatisch 1" Da's
w5ar! Proef 't maar!
Aehttim karaat»
OEB PLAATS' KOFFIEBRANDERIJEN
CN THEEHANDEL
?°STSP^
SPAARBANKBOEKJE
BUDE
HEI SPAARBANKLOKET IS
OOK NA 5 UUR GEOPEND
o
V008_V fcM
„rV.O^et\
fa» -v V»
Daarom moet Ueens
even voor Mina Bak-
graag ruiken! Wéér
je ook komtoveral die lek
kere baklucht! Nou, dan weet
U het even goed als Mina hé?
Waar je zóó iets ruikt, daar
wordt PANKO gebruikt 1