ZATERDAG-BIJV03G3EL van:
D_ E V R IJ 3A l K M AAR DER
3 Maart 1945, No. 16/581
-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-0-
OM DE TOEKOMST _VAN_
Onder dit opschrift vonden wij in een nog niet algemeen onaer onze lezers ver
spreid nummer van "Vrij Nederland" een Belangrijk artikel, waaruit wij het
volgende overnemen.
"In dezen bezettingstijd hebben wij geleerd welk een belangrijke plaats de
volksschool inneemt in het leven der natie. De strijd dien de onderwijzers te
gen de gelijkschakeling hebben gevoerd, heeft minder tot de verbeelding der
massa's gesproken dan b.v. het verzet der artsen en studenten, maar het is daar
om niet minder belangrijk. Het is een van de binnenlandsche fronten, waarop de
vijand vrijwel een volledig echec geleden heeft. De gelijkschakeling van onze
scholen is mislukt. Van nazi-propaganda in de klas is vrijwel geen sprake .Ter
wijl ons .geheele volksleven onder Duitsch beheer werd gebracht, pers en radio
werden gemuilkorfd, de jeugdorganisaties ontbonden, enz. bleef de volksschool
een van de kernpunten van waarlijk vaderlandsche en democratische opvoeding,
waar alles werd hoor, gehouden wat op straat werd vertrapt, in de krant ontkend
n door de nazi-propaganda belasterd en bevuild. In een van de meest woe ste en
harre tijden van onze geschiedenis hebben de onderwijzers de herinnering aan
..recht en menschelijkheid levend gehouden en daarmee een wezenlijk en onmisbaar
element van onze beschaving, van elke beschaving, voor de toekomst bewaard,
/at is hun eer en wij kunnen er niet. dankbaar genoeg voor zijn."
iet artikel houdt zich verder bezig met de door de honger en de tuchteloosheid
onder de jeugd aangerichte verwoestingen. De Duitschers zijn de toestand niet
meer meester, wijl intusechen in Nederland de anarchie toeneemt. Wal doen de
kerken en de verzetsbeweging wat zij kunnen, maar dat is onvoldoende als niet
oolc andere groepen initiatieven nemen en het organisatorische werk verlichten.
Het blad wijst dan op de volgende mogelijkheid daartoe.
"Het is duidelijk dat de huidige situatie zeer groote gevaren voor de jeugd
met zich brengt-. Over de honger spraken we reeds, maar de demoralisatie werkt
niet minder verwoestend. En dit geldt zoowel de jongere kinderen als de oude
ren van 14 tot 18 jaar en dus geldt het beroep dat wij op den volksonderwijzer
doen mutatts mutandis ook voor den leeraar van middelbare school en nijverheids
onderwijs.
Toen ons volk door het nationaal-socialisme werd bedreigd waren het o.m. de
scholen, aie daartegen een dam opwierpen. Thans bedreigt ons opnieuw een moor
dende vijand, maar de schol.en zijn dicht en de onderwijzers, evenals de rest
van ons volk, zijn fourageeren. Wie zal zich nu het lot van onze kinderen
aantrekken Wie zal ze beschermen tegen de verwoestende demoralisatie Het
gezin Natuurlijk i Maar dat dreigt zelf ten prooi te vallen aan den vijand
en voert een strijd op leven en dood tegen honger en koude.
Het antwoord is duidelijk. De bijzondere hulp van den onderwijzer kan hier
niet gemist worden. Hier ligt een geweldige taaie, die niet mag verwaarloosd
worden. Zij zullen opnieuw en thans voor de tweede maal in één bezettingstijd,
onze jeugd moeten redden. Wij kennen de moeilijkheden. Wij weten dat het niet
gemakkelijk is kinderen in een koude .klas gezelligheid te brengen. Wij begrij
pen dat het met hongerige magen slecht rekenen is. uok de onderwijzers hebben
hun gezin waar de nood ni.jpt en de vader erop uit moet. Maar terwille van de
'oskomst van ons volk vragen wij hier bewust het offer. Het offer dat de solda
den en de ondergrondsche strijders op hun wijze brengen.
Hlaannog is het niet te laat Misschien moeten er nieuwe wegen gezocht wor~
oen. Dat kan 1 Misschien zullen de kinderen moeten worden samengebracht in een
•srwarmde huiskamer, door ouders welwillend afgestaan. Misschien zal een gere
geld huisbezoek veel klaswerk moeten vervangen. Misschien dat dan ook een warm
woord een wanhopige moeder kan troosten en nieuwe kracht.geven.
Het welzijn van onze jeugd, dat is de toekomst van ons volk, ligt voor een
groot deel in handen van onze onderwijzers. Laten zij hun hoe ge roeping besef-
ion en in dit woeste getij nog een klein eiland van rust scheppen voor onze
hinderen, een plek waar nog ruimte is voor hun droomen, het sprookje nog ge
hoord kan worden en alle herinnering aan liefde en waarheid, aan gezag en men-
ohelijkheid nog niet is gestorven."
-o-o-o-