F
-0-0-0-0—O O-O-O-0-0-0-0-O-0-0- O-O-O—O-O-0-0-0 - 0-O O-O-.0-0-0-O- G-0-0-0-0"
O JE V R IJ E ALKMAAR D-BR o
Nieuwsbulletin voer Alkmaar en omgeving
o Uitgave van: Het Parool, Vrij Nederland, en Robu o
-0-0-0-0-0-0- 0-6' o-o-o-o-o-o-o -o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-c-o-o-o-o-o-o-o-o- o-o-
No. 26/5S1 Donderdag, 15 Maart 1945
WIE flAAN DE WEG TIMMERT
Een groot deel van ons volk wordt vrijwel volkomen in beslag genomen door
eigen zorgen, waardoor men voor wat er in de wereld gebeurt slechts matige be
hang stelling over heeft. Eén ding blijft echter, ondanks alles hetzelfde, h.-'t
bekijken van en als gevolg daarvan het praten over degenen die aan de weg tv
meren. Dit komt des te meer tot uiting, daar juiste voorlichting ontbreekt en
daardoor meer dan ooit "gekletst11 wordt.
Het minst van dit "kletsen" gediend is een groep,welke in deze tijd wel aan
de weg timmert, maar voor wie het bekijken van en kletsen over zijn daden, le
ensgevaar beteekent, nj.de ondergrondsche werkers. Wij waarschuwden herhaal-
•."•lijk tegen het kletsgevaar, waardoor onder deze beste Nederlanders reeds zo
"••'vle onnoodiga slachtoffers werden gemaakt. Een andere groep,waarop de schijn
■'èrpers door Jan Publiek gsricht kunnen worden en waarover door het ontbreken
•va voldoende juiste voorlichting veel "gekletst" wordt, zijn onze bondgenoo-
n en hun daden. Wij weten niet - en voorlichting hierover beteekent inlich»
ing van den vijand - waarom het Russ.leger wacht met de aanval op Berlijn, ci
va.arom de Eng.-Ar.legers nog niet een nieuwe stormachtige opmarsch presteersrx
.-•coals ixi liet laatste kwartaal van het vorige jaar, waardoor mede wij in Wes
telijk en N. C.Nederland bevrijd zullen worden. Y/ij weten het niet, wij kunnen
het niet voldoende overzien, maar gepraat - dat dus veelal geklets is - word"
qr door iedereen en steeds over. Ook over den mof wordt gekletst. Hoe kan het
anders en de afkeer tegen onze Oostelijke buren groeit met den dag. Hoe begiii
pelijk en "juist" deze afkeer moge zijn, niet onbegrijpelijk maar wel veelal
onjuist en zeer funest is de afkeer die in Nederland groeit niet tegen de Oos
telijke buren, maar tegen onze naaste buren, die de boeren toch eigenlijk van
de stadsbewoners zijn.Ook zij behooren tot een groep, die in deze tijd aan de
weg timmert, die in het middelpunt van de belangstelling staat als wellicht
nooit te voren en dus veel bekijks en dus... zeer veel afkeuring ondergaat.
De boer neemt in deze tijd van voedselschaarste uit den aard der zaak esnte
voorrechte, een allerbelangrijkste, doch ook een zeer moeilijke plaats in ons
volksleven in. Ieder die wel eens "de beer op ging" heeft zijn onaangename er
varingen opgedaan. Ervaringen, die inderdaad soms die groeiende afkeer oegrij
pelijh reiken. Toch gelooven wedat de "stadsmensch" geneigd is "den boer"mo
menteel te zeer te benijden en te becritiseeren, echter ook hier zonder zich
voldoende van de feitelijke toestand rekenschap te geven en... te kunnen ge-,
ven. Probeert zich eens voor te stellen hoe het zou zijn, als, nadat U van
Uw bezit had uitgedeeld zooveel U kon, er dan nog niet alleen dagen-, maar we
xen- en maandenlang, onophoudelijk mensehen aan Uw deur klopten (letterlijk
om wéér te vragen, terwijl U niet méér geven kon. In een dergelijke situatie
bevinden zich zéér vele boeren en U kunt niet weten, of de boer die U met eer
nauw en een grauw van zijn erf stuurt (inderdaad, dat is niet noodig dit
doet nadat hij geholpen heeft wie en wat hij kon, terwijl hij tot het uiterst
'epriklceld is door de ellende die nu al maandenlang aan zijn huisdeur klopt.
Niet alleen hiermee heeft de boer momenteel zijn moeite en zorgen, hij heef
ook en meer d-n ooit voor zijn grond en zijn beesten. Wij weten allen,wat
beiden voor hem èn voor de toekomst van ons land beteekenen. Maar zijn grond
erarmde in deze jaren door inundaties, door gebrek aan goede en voldoende
meststoffen. Gok zijn veestapel ging in deze ja.ren sterk achteruit en ook nu
nog vordert de vijand steeds levering. Moet de boer hieraan gevolg geven of
niet Hem is b.v. bekend, dat de stadsbevolking het vleeschrantsoen bi "ter
noodig heeft (deskundigen maakten uit, dat 125 gr.vleesch per week en p.hooft
voldoende is om de stadsbevolking de noodzakelijke eiwitten te verschaffen er
dat onze huidige veestapel dit rantsoen kan leveren). Wanneer de boer n i e
levert, krijgt men in de stad dit noodzakelijke rantsoen zeker niet, terwijl
wanneer hij wel levert, er steeds de kans is, dat die levering ten voordeele
van den vijand is. Een dergelijk probleem doet zich voor bij de melklevering.
/eer velen gaan den boer op voor een flesoh melk. Deze wordt dan dikwijls ge
bruikt voor een kopje koffie en al is dat een heerlijke drank en al heeft de
melk op deze wijze aangewend ook waarde, noodzakelijker is het, dat de melk
komt daar waar ze het meest noodig is: bij zuigelingen, kleine kinderen en
s. moeders. Maar dezen, vooral in de stad, krijgen ze niet, doordat aan de
/'.ijvelfabrieken veel te weinig afgeleverd wordt - ja, ook door het halen var'
bw fleschje melk Wij en ook de boer kent het risico, dat bij aflevering
fabrieken de vi.iand de melk en boter in besl?.g neemt, d o ch 5e boe.-" •-•