ZATERDAG-31TVCE-5EL VAN:
3 E V R IJ 3 AL IC M _A A RJO S R_
'as April' '1943, No 64/629
Ook dit keer ie one Zaterdag-bijvoegsel aan de toekomst gewijd. Beide
artikelen, v. n epeciale medewerkers, trachten door het maken van een verge
lijking, de toekomstige situatie in Nederland te peilen. Beider conclusies
zijn niet optimistisch, doch in plaats van ens^te deprimeeren, moet ons dit
tot nog grooter krachtsinspanning aanzetten. Nü om onze volkskracht zooveel
mogelijk te behouden, straks om deze weer zcc hoog mogelijk op te voeren.
Daarvoor zal ieder zich tot het uiterste hehhen in te spannen, niemand's
energie kan daarbij gemist worden.
DE LES VAN 1813.
In deze dagen, nu onze bevrijding zich steeds meer als realiteit begint
af te teekenen, gaan de gedachten van diegenen voor wie onze rijke geschie
denis geen doode letter is, maar levend bezit, onwillekeurig terug naar dat
andere jaar onzer nationale wedergeboorte: 1813. De ons ingeschapen drang
de bonte veelheid der verschjjnselen beter te begrijpen door te zoeken naar
de eenheid die hen zin verleent, noopt tot vergelijkingen. Nu zi.jn zulke
vergelijkingen op het gebied der historie zeer verleidélijk, maar ook ge
vaarlijk. V/ie 1945 al te klakkeloos met 1813 vergelijkt, is zoo licht ge
neigd rond te zien naar een "Van Hogendcrp-f iguur"een ie tv/at legendari
sche "held", waarvan alle heil moet lcomen. Een dergelijke figuur zou in
onze huidige toestand niet passen Van Hogendorp's groote verdienste v/as
in 1813 hex initiatief te hebben jenomen voor de vorming van een Voorloo-
pig Algemeen Bestuur. Zonder dit, zouden wij geen wettige regeering hebben,
liepen wij gevaar door de Bcndgenooten als veroverd gebied te worden be
schouwd. Door het wij ze besluit van Vorstin en Regeering in de tragische
Meidagen van 1940 tijdig de ballingschap te verkiezen boven capitulatie,
i3 dit netelig probleem ons thans bespaard. Er is thans geen ledige regee-
ringszetel, die noodzakelijk moet worden bezet door een "sterke man", een
"driemanschap" of wat dan ook
Een ander gewichtig verschilpunt moet ons ook helder bewust zijn. Voor
al de jaren der inlijving, voorafgaande aan de bevrijding, hadten ons volk
veel nood en leed gebracht. Toch had deze harde periode niet louter ver
lies beteekend. Integendeel, er was reden genoeg vele weldaden der over-
heersching te prijzen, blijvende verbeteringen bleken tot'stand gebracht
en talrijke Nederlandsche dienaren van het Keizerlijk Fransch bestuur gin
gen in 1813 over in de dienst vanWillem I, waarvan zij de best geschoolde
en meest nauwgezette werkers uitmaakten. Helaas vermogen wij in de jaren
onzer knechting geen enkele winstpost voor ons nationale leven te ontdek
ken; slechts afbraak cp alle gebieden, geestelijke en materieele verarming.
Het maakt onze houding gemakkelijker en onze toekomstige arbeid moeilijker.
Het sterkst dringt zich in dit ernstige jaar 1945 aan ons bewustzijn wel
dit contrast op: vergeleken met onze bevrijding nu, is die van 1813 zonder
groote schokken verloopen. Men heeft dit wel eens aldus gekarakteriseerd:
Het Eransche juk is niet afgeschud, m;ar afgegleden. Ons volk gedroeg zich
•/rijwel passief. Een, trouwens wel wat onbillijke, spotprent- stelde onze.
toenmalige bevrijding aldus voor: een Hollander, gezeten cp een wageni, be-
hagelijk genietend yan zijn dampende gouwenaar, getrokken door de Bondge-
nooten en tevreden ui troe eend"Zoo gaat 't goed 11 Zoo gemzkkeli jk komen
wij er niet
Op de (te gemakkelijke bevrijding volgde een periode, waarin het op
alle terreinen van ons volksleven de dood in de pot was. Na de verlossing
van het vreemde juk wat te hebben bejubeld, "legde de vermoeide n.tie zich
rustig te slapen onder de schaduw van den Oranjeboom". Men he,d de economi
sche t mstandigheden ook wel erg tegen.
En dit moet voor ons de les van 1813 zijn: Voor ons, die meer hebben re-
leden dan onze voorouders, zal het straks ook zoo gemakkelijk niet- zijn.
Mogen wij waakzaam blijven, ons niet door vermoeidheid of moedeloosheid la
ten overmannen, opdat wij niet wegzinken in die "nationale lamlendigheid",
waarin de generatie van 1813 zoc spoedig beland is
- o-
"l/ederopbouw: - dat is: geen wraak, wèl gerechtigheid, geen
haat, wèl kracht, en bovenal: wijsheid, die beseft, dat er
in de geschiedenis geen "weg terug" is, doch slechts een
"volle kracht vooruit
Pieter 't Hoejo in "Het Parool" (De c. 42)
-O O—O—O—O O-O-O-C- O-O-O-O O-O-O-O- C-0-0-0 0-C-0-0 0-0—C—0-0-0- 0-0-0—0-0-0—
-o-