De Bevrijdingsfeestdag.
2de Jaargang
Zaterdag 12 Mei 1945
No. 637
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMGEVING.
Abonneert U op dit blad.
Een dag van bezinning en van vreugde.
Ons aller gedachten gingen in de vroege
morgen van Donderdag, ongetwijfeld uit naar
die stralende Meimorgen van vijf jaar geleden,
toen de eerste laagvliegende en bombardeerende
Duifsche vliegtuigen de oorlog, ook voor ons
land, aankondigden.
Wij wisten toen gelukkig niet, dat dit
het begin was van een worsteling van ons volk
om zijn nationale zelfstandigheid, welke vijf iaar
zou duren. Weer was deze lOen Mei een zonnige
voorjaarsdag, doch ons ontwaken op deze dag
was niet met de bange vraag, wat die laag
vliegende toestellen te beduiden hadden, maar
het was een vreugdig ontwaken met de zekerheid
dat onze vrijheid niet langer belaagd werd door
den vreemden onderdrukker en dat dit een dag
zou worden van herdenking en van vreugde.
Velen echter mochten niet meer temidden van
hun dierbaren en hun volk, waarvoor ze tot
ieder offer bereid waren, de overwinningsdag
beleven. Zij, die wel dit groot geluk ten deel
viel, hadden allereerst op deze dag behoefte
daarvoor God te danken. Dit gebeurde in de
vele en buitengewoon druk bezochte dankdiensten
in alle kerken.
De eering der dooden.
Het was daarna een behoefte van onze bur
gerij, het bleek uit de ontelbaar velen die naar
de Wilhelminalaan kwamen, om in gedachten te
verwijlen bij hen die vielen in de strijd voor
onze vrijheid en hen op sobere wijze te eeren.
Op de plek waar in November 1944 een
aantal illegale strijders werden gefusilleerd was
een spreekgestoelte opgesteld. Van de aanwezigen
noemen wij de familieleden van de gevallenen,
welke zich in carré voor het spreekgestoelte
opstelden, en de burgemeester, alsmede de Ge
westelijk-, Districts- en Plaatselijk-Commandant
van de N.B.S. Het Militair Gezag werd ver
tegenwoordigd door Majoor Prof. Bokhorst, Ge
westelijk Commissaris, Kapitein Boscher, ver
bindingsofficier van Z. K. H. Prins Bernhard en
nog enkele andere officieren.
Na een openingswoord van den Heer F. H.
Ringers was het woord aan den Heer Joh. Plas.
Plaatselijk Commandant der B.S. en Voorzitter
van de Alkmaarsche Commissie van Samen
werking fusschen de illegale organisaties.
Hij sprak over het werk van hen die vielen
en over de bange jaren in het bijzonder voor
allen in het verzetswerk, die steeds het zwaard
boven hun hoofden voelden, die steeds beducht
moesten zijn voor arrestatie, doch die dit wisten
te zijn de consequentie van hun werk en deze aan
vaardden, omdat zij beseften, dat Nederland zelf
moest strijden, trouw aan eigen Vorstin, Land
en Volk, getrouw tot in den dood.
Met de belofte te zullen blijven strijden voor
een vrij, herrezen Nederland, dat opgebouwd
moet worden in de frissche, jeugdige geest van
hen die vielen, besloot spreker zijn rede en legde
als eerste een krans namens de gezamenlijke
illegale organisaties.
De burgemeester onderhield zich nog eenige
tijd met de nabestaanden van de gevallen helden.
Zij die herdacht werden
Dirk Bakker, Jan Baas, Dirk de Boer,
Piet de Boer, GebroedersCevat.FritsConijn,
Arie Frans, Dr. Haverkamp, Jan Hoberg,
Jo de Jongen, Dirk Jupijn, Ad Kleissing,
Piet Koning, Stef Middelhof, Floor Niele,
Frans ten Pas, Rens Prins, Ben Reulen,
Jan Ris, Klaas Ritsema, Rens Rempt,
Jan van Roon, J. Smit, Ben Speet,
S. Spierenburg, Gerard Veldman, Piet
Wagenaar, Jaap Wagenaar, Jan Walter,
Thijs Zonderhuis, Willem Zwart.
Het verdere verloop der plechtigheid
Ontroerend was hierna de zang van Orpheus,
waarbij het alleen zeer te betreuren was, dat
de omstanders na afloop applaudiseerden. De
Heer Ringers sprak vervolgens een dankwoord
aan de gevallenen uit naam van de burgerij.
Deze plek is één der velen in ons land, waar
jonge mannen vielen, als halmen voor den
maaier, Men noemt hen illegale werkers, doch
spreker zeide deze naam alleen te kunnen aan
vaarden in dezelfde zin als de naam „geus
de illegale strijders der 16e eeuw. Illegaal
waren zij slechts in de oogen onzer onder
drukkers, want zij vertegenwoordigden juist de
hoogste legaliteit. Hun verzet was de rots,
waarop alle pogingen van den binnenlandschen-
en buitenlandschen vijand te pletter liepen. Doch
nu verrijst uit chaos, bloed en vuur het nieuwe
Nederland, waarin een plaats voor ieder zal
zijn ingeruimd, zonder onderscheid van rang
of stand. Namens de Alkmaarsche bevolking
legde de heer Ringers een krans, Een onver
wachte spreker was hierna een Russische par-
fisaan. Hij herinnerde aan de vele millioenen
jonge menschen in de geheele wereld, die voor
de strijd tegen het nazisme hun leven gaven en
riep op, de strijd voort te zetten, tot een duur
zame en veilige vrede verkregen zou zijn,
waarvoor de blijvende samenwerking van de nu
Verbonden Volken gebiedende eisch is.
Aan het einde der plechtigheid legde de bur
gemeester een krans namens de gemeente Alk
maar, waarna nog vele andere bloemstukken,
voornamelijk door familieleden van de geval
lenen, werden aangedragen. Voor het uiteengaan
der aanwezigen zong „Orpheus'' nog twee
coupletten van het „Wilhelmus" en droeg de
heer Grondsma een gedicht uit het nieuwe
„Geuzenliedboek" voor.
De bijeenkomst op het Waagplein.
Een groote menschenmenigte was verzameld
op het historische Waagplein. De muziekkorpsen
van Excelsior, Sf. Cecilia, Soli Deo Gloria en
de Postfanfare kortten de tijd met het spelen
van vroolijke muziek. De voorzitter van het
Bevrijdingscomite, de Fleer F. H. Ringers, opende
de bijeenkomst met de woorden „Mij is op
gedragen, U, mijnheer de burgemeester, bij Uw
terugkeer in Alkmaar een hartelijk welkom toe
te roepen, neen toe te juichen.''
Na drie jaren van ballingschap, keert Gij op
deze blijde dag, aldus de spreker, weer terug in
het midden van Uw gemeente, om Uw werk als
te hervatten. Spreker richtte zich
vervolgens tot mevrouw Van Kinschot, die haar
echtgenoot in de tijd van zijn afwezigheid zoo
veel mogelijk vertegenwoordigde door haar zicht
bare en onzichtbare werk.
Burgemeester Van Kinschot sprak vervolgens
weer voor de eerste maal tof de bevolking van
zijn stad, nadat hij door een: „Lang zal hij
leven" was begroef. Hij gaf uitdrukking aan zijn
gevoelens van vreugde en ontroering bij dit
weerzien. Het werkelijk contact met zijn gemeente
was nooit verbroken geweest, daar op zijn uit
drukkelijke wensch zijn gezin in Alkmaar was
blijven wonen. Hij dankte allen die het in de
moeilijke jaren hadden gesteund.
Speciale hulde bracht de burgemeester aan
zijn dappere vrouw. Vervolgens gaf spreker uiting
aan zijn gevoelens van dankbaarheid voor het
behoud van onze Koningin. Hulde bracht spreker
ook aan de spoorwegmannen, die hef voorbeeld
hadden gegeven van stipte gehoorzaamheid aan
het wettig gezag.
Na de bevrijding van ons vaderland wacht
ons, aldus de burgemeester, nog een taak: de
bevrijding van Indonesië, Hieraan moesten we
ons ook met vereende krachten wijden.
Een hartelijk welkom werd toegeroepen aan
Majoor Prof. Bokhorst, Districts Commandant
van het Militair Gezag en Kapitein Burcham,
van de R.A.F., vertegenwoordiger van Overste
Reed. Tenslotte dankte de burgervader voor de
hulp van Engeland bij de bevrijding van Neder
land, waarna een driewerf hoera op H.M. de
Koningin werd uitgebracht.
Vervolgens zong de menigte hef Wilhelmus.
Majoor Bokhorst zeide in een geestige toe
spraak, dat hem te Alkmaar hef gevaar
bedreigde, dat hij zijn tweede vaderland,
Zuid-Afrika, zou verlaten, om het te verwisselen
met onze stad.
Hij wenschte de burgers van Alkmaar geluk
met hun burgemeester.
Tot groote verrassing van hef publiek nam
vervolgens Captain Burcham, die zich de
moeite had getroost de Nederlandsche faal te
leeren, het woord. Hij wekte een ieder op zijn
beste krachten in te zetten om de groote moei
lijkheden, en het zouden er vele zijn, zonder
kankeren het hoofd te bieden. Hierna werd het
Engelsche volkslied gespeeld en gezongen.
De heer Dun schetste vervolgens eenige epi
soden uit de tijd die achter ons lag en gaf
uiting aan zijn vreugde om de ongeschonden
toestand waarin onze stad bevrijd werd. Een
woord van hulde aan de dappere vrouwen van
de leden van de N.B.S., die het hun mannen
hadden mogelijk gemaakt hun vaderland op deze
wijze te dienen, werd gesproken door den heer
Vlofman, waarna de heer Grondsma tof slot
van de bijeenkomst het Wilhelmus voordroeg.
Het défilé voor den Burgemeester.
Later op de middag had een défilé plaats
voor den burgemeester, waaraan door alle leden
van hef overheidspersoneel, alsmede door alle
vereenigingen werd deelgenomen. Van de voor
bijtrekkende groepen trok speciaal het spoor
wegpersoneel de aandacht. Een bonte kleurige
rij trok aan de toeschouwers voorbij, die steeds
enthousiast teruggroetten.