Nieuwe Driemogendhedenconferentie
Prinses Juliana doei een beroep
op ons volk
„Geen hulp te overdadig voor Indië"
140 personen
uit Bandoeng ontvoerd
15 December
Nederland flankdekking
voor Roergebied
Onderwijsvernieuwing
Directeur: M. J. Roggeveen.
Hoofdredactrice: E. Tas—Callo.
ZATERDAG 8 DECEMBER 1945.
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMGEVING
UITGAVE. STICHTING .DE VRIJE ALKMAARDER"
ACHTERDAM 20. TELEF. REDACTIE 2274. TELEF. ADMINISTRATIE 2971.
Gisteravond hield Ef.K.H. Prinses Ju
liana in verband met de actie „Neder
land helpt Indië'* een radiorede, waar
aan wij het volgende ontlenen.
„Wanneer wij denken aan de spon
tane wijze, waarmede Indië na de over
val op Holland als één man is opgestaan
en een bedrag van bijna drie tnillioen
gulden ter beschikking heeft gesteld
voor de oorlogvoering en de slachtoffers
in Nederland, dan past ons in Neder
land slechts één antwoord en dat is ons
met de grootste eensgezindheid en met
inspanning van alle krachten nu dat
gene tot stand te brengen, waar de land
en rijksgenoten in Indië op rekenen en
op wachten.
Als achtergrond van de toch tijdelijke
taak van „Nederland helpt Indië" staat
helder en troostvol het teken van het
Rode Kruis als symbool van de blijven
de en dienende hulp, welke zij, ongeacht
geloof en ras, aan de lijdende mensheid
biedt en onder welk teken reeds meer
dan 300 Nederlandse vrouwen en man
nen, allen bezield door de wil om te
dienen en te helpen, naar Indië zijn ver
trokken.
Ook de vereniging „Oost en West"
en de S.LM.A.V.I, en als al omvattend
geheel „Nederlands Volksherstel" wer
ken mede de grootse actie, welke staat
te beginnen, tot een volledig succes te
maken. Een succes echter, dat slechts
verzekerd kan zijn door de hulp en de
6teun van u allen, van alle Nederlan
ders.
Het lijden van hen, die thans bijna
vier maanden na de bevrijding nog
steeds leven in omstandigheden, welke
elke beschrijving tarten en waarvan het
ons schier onmogelijk is bij benadering
een voorstelling te vormen, dit lijden
moet door ons allen tezamen gelenigd
worden.
Wij weten, dat geen gift te groot, geen-
gebaar te royaal, geen hulp te over
dadig kan zijn. Wij weten, dat wij hun,
die hier in hun vaderland terugkeren
zonder enig bezit, dan dat wat hen in
Suez op hun doorreis aan kleding,
schoeisel en andere dringend noodzake
lijke zaken word' verstrekt, een ont
vangst dienen te bereiden, welke naast
onze grootste dankbaarheid en liefde
tevens stoffelijk zodanig dient te zijn,
dat zij hier kunnen huizen in ons mid
den zonder het gevoel te moeten hebben
door hun omgeving als oorlogsslacht
offers te worden aangewezen.
Maar ook zij, die ginds blijven, om
dat zij daar thuis horen, ook naar hen
gaat ons hart en daarmede onze hulp
uit. Ook de millioenen, die daar voort
leven, verstoken van het allernoodzake
lijkste, ook zij dienen geholpen.
Het is thans geen vraag of het kan of
niet kan, het moet, dat is het moeten
van een heilig willen.
Daarom steunt de actie welke thans
begint met de overtuiging geen zaak
beter te kunnen dienen dan deze. Zij
daar ginds kijken ons aan dat wij
onze ogen niet behoeven neer te slaan
in het gevoel onze plicht niet te heb
ben gedaan".
Rede oud-minister Weiter.
Na de radiotoespraak van de Prinses
hield oud-minister Ch. J. I. M. Weiter
namens het comité „Nederland helpt
Indië" een rede, waarin hij opmerkte,
dat voor het ogenblik uiteraard de
meeste hulp nodig is voor onze landge
noten. De hulp aan de inheemse bevol
king wordt slechts uitgesteld.
^Wat gij nu geeft, hetzij aan het Rode
Kruis, hetzij aan het comité „Nederland
helpt Indië", gironummer 500500, komt
ten bate van Indië, aan tallozen, in de
eerste plaats aan landgenoten, die thans
wel tot de meest getroffen Nederlanders
behoren", aldus de heer Wel ter.
Tenslotte deed de heer Ketwich Ver
schuur, directeur-generaal van het Ne
derlandse Rode Kruis een beroep op het
Nederlandse volk, om dat weinige wat
wij nog bezitten, te delen met hen, die
niets meer hebben.
Britse autoriteiten hebben VrUdag op
een persconferentie medegedeeld, dat er
in de afgelopen dagen 140 Nederlanders
Indo-Europeanen uit Bandoeng zijn
weggevoerd. De vermiste personen leef
den in het door de Indonesiërs beheerste
Zuidelijk deel van de stad en konden
indertijd niet tijdig gered worden, om
aan de greep der Indonesiërs te ontsnap
pen. Vijfhonderd andere uitgewekenen
der Rapwi werden uit dat gedeelte van
de stad onder escorte van Brits-Indische
troepen naar veiliger sectoren overge
bracht. Drie Ghurka's werden gedood.
Zes Thunderbolt* vlogen Vrijdag naar
Ambarawa, ten einde een dichtbegroeid
gebied aan te vallen, van waaruit, vol
gens waarneming bij verkenningsvluch
ten, artillerie weer de Rapwi-kampen
onder vuur heeft genomen, gelukkig
zonder slachtoffers te maken.
Generaal Christlson kwam Vrijdag uit
Singapore terug in Batavia. HU vertelde
geen bijzonderheden van de aldaar ge
houden besprekingen. Waarschijnlijk zon
Dr. Van Mook nog een dag in Singapore
blijven en hedenochtend naar Batavia
terugkeren.
TREDEN WIJ TOE TOT BRETTON
WOODS?
Naar uit Den Haag gemeld wordt,
is een wetsontwerp tot toetreding tot
de overeenkomsten van Bretton Woods
Ingediend. Het betreft hier de beide
overeenkomsten betreffende het in
ternationale monetaire fonds en de
internationale bank voor herstel en
ontwikkeling, ontworpen op de „Uni
ted Nations Monetary and Financial
Conference" te Bretton Woods.
Nederlands voorstel verworpen
De voorbereidende commissie van de
organisatie der Verenigde Volkeren heeft
met 18 tegen 3 stemmen besloten de in
houd van het voorstel der Neder
landse delegatie, strekkende tot de
oprichting van een permanent comité voor
vrede en veiligheid uit de algemene ver
gadering, niet In discussie te nemen.
De Russische afgevaardigde noemde het
1 voorstel „gevaarlijk".
Atoomkwestie een der onderwerpen
De ministers van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, Engeland
en de Sovjet-Unie zullen op 15 December a.s. te Moskou bijeen komen.
Het Sovjet-persagentschap Tass meldt
uit Moskou, dat deze bijeenkomst is ge
arrangeerd in overeenstemming met het
op de conferentie van Yalta genomen
besluit, waarbij werd voorzien in bijeen
komsten van de drie ministers van Bui
tenlandse Zaken om de drie maanden.
De bijeenkomst biedt aan de regeringen
van Groot-Brittannië, Amerika en de
Sovjet-Unie de mogelijkheid, op infor
mele wijze de kwesties, welke van ac
tueel belang zijn voor deze drie landen,
te bestuderen, alsmede inzichten betref
fende de controle over de atoomenergie
uit te wisselen.
Te Londen is een dergelijke verklaring
afgegeven. Reuter's diplomatieke cor
respondent legde er de nadruk op, dat
deze bijeenkomst voortvloeit uit de re
geling van Yalta, en dat de verklaring
van Potsdam, waarbij de vergadering
van de vijf ministers van Buitenlandse
Zaken geregeld werd, uitdrukkelijk be
paalde, dat hiermede de regeling van
Yalta niet werd opzij gezet.
Frankrijk, dat zich wel eens gepas
seerd zou kunnen voelen omdat het
thans, evenals China, niet uitgenodigd is
aan de ronde tafel plaats te nemen,
heeft nog geen officiéél commentaar ge
leverd op de aankondiging der nieuwe
conferentie.
TRUMAN WEET NIETS VAN LENING
AAN MOSKOU.
Op een vraag tijdens een persconferen
tie te Washington, of er onderhandelin
gen gaande waren tussen de Verenigde
Staten en de Sovjet-Unie over een le
ning, zeide Truman, dat het hem niet
bekend was of de Sovjet-Unie een le
ning wenste.
Truman voegde er aan toe, dat hij de
Engels-Amerikaanse financiële overeen
komst in de nabije toekomst naar het
congres zou zenden.
De Duitse aanvalt
In een door Keitel ondertekend me
morandum, dat aan een order van den
„Führer" was toegevoegd, gisteren te
Neurenberg voorgelezen, kwamen be
langrijke feiten aan het licht over de
motieven, die tot de aanval oP Neder
land hebben geleid.
In dit schrijven werd verklaard:
„Hoe meer gebied wij van Nederland
bezetten, des te doeltreffender kunnen
wij de verdediging van 't Roergebied
maken. Daarom moet het oogmerk van
de legervoorbereidingen zijn het Neder
landse grondgebied na ontvangst van
een speciale order in eerste instantie
tot aan de Grebbe- en Maaslinie te be
zetten.
de zelfstandige denkers kan worden ge
rekend, dienen de óndcre zielekrachten
tot ontwikkeling te worden gebracht. De
nieuwe school vindt hier een belangrijke
en dankbare taak.
En in de derde plaats vraagt men zich
af, of de practische werkers in de
school voldoende rekening houden met
de spontane en natuurlijke methode, die
een kind of een pubescent aanwendt om
kennis, vaardigheid, inzicht te veroveren.
De moderne psychologie wijst hier wegen,
die den geroutineerden schoolman, kalm
gaande langs de wegen van sleur en
traditie, met onrust moeten vervullen.
Er is meer dan dit. Moge het voorlopig
voldoende zijn, U er van te overtuigen,
dat het werk van de Vernieuwingsraad
geen overbodige luxe is.
D. L. DAALDER.
De ijverige redactrice van „De Vrije
Alkmaarder" en „Kennemer Koerier"
heeft ontdekt, dat ik lid ben van de
Vernieuwingsraad voor het Onderwijs»
U begrijpt het gevolg: een dringend ver
zoek, iete voor haar lezers te schrijven
over het onderwerp, dat momenteel
zoveel pennen In beweging brengt. En
wel zó, dat het ook voor leken lees
baar is.
Accoord! Laat mij U dan eerst mogen
vertellen, dat onder hen, die het onder
wijs willen vernieuwen, duidelijk twee
stromingen zijn te constateren: de eerste
bestaat uit de werkers aan de proef
scholen In Nederland, die pleiten voor
drastische hervormingen; de tweede
wordt gevormd door de practische wer
kers aan de „gewone" scholen, zich be
wust van vele tekorten in het tegen
woordige onderwijs, maar evenzeer over
tuigd van het feit, dat iedere reformatie,
wil zij slagen, nauwe aansluiting moet
zoeken bij het bestaande. Beide groepen
hebben elkaar gevonden In de Vernieu
wingsraad, ingesteld door de Werkge
meenschap voor Vernieuwing wn Onder
wijs en Opvoeding (de W.V.O.), met vol
ledige steun van den minister en zijn
adviseur Dr. G. Bolkestein. Deze raad
verzamelt alle plannen, die onderwijs-
wijziging bepleiten, bespreekt ze, voor
ziet ze van commentaar en eventueel van
critiek, tracht algemene beginselen op to
sporen en dient tenslotte bij de autori
teiten een overzichtelijk rapport in, dat
een beeld moet geven van de ideeën, die
onder ons volk leven en voor verwezen
lijking vatbaar zijn. Alle o. derdelen van
het onderwijs worden bestudeerd, alle
richtingen werken broederlijk samen.
Op de belangrijkste punten blijkt telkens
weer grote overeenstemming te bestaan.
U wilt weten, welke punten dit zijn?
In de eerste plaats Is men het er over
eens, dat de school te weinig determine
rend en selecterend werkt: zij slaagt er
niet in, den rechten man op de rechte
plaats te brengen, wat voor mens en
maatschappij verspilling van geluk en
arbeidskracht betekent. Vooral in de
hoogste klassen van de lagere en in de
laagste van de middelbare scholen is een
intensief onderzoek noodzakelijk naar de
kracht der aanwezige eigenschappen en
talenten, een scherper bepalen van de
richting, die in de toekomst moet wor
den ingeslagen. Dit betekent verande
ring van leerstof (o.a. invoering van han
denarbeid, bedoeld als selectiemiddel),
wijziging in methodiek en didaktiek en
een andere houding de leerkrachten, voor
wie de observatie van de totale persoon
lijkheid een belangrijke taak wordt. Dat
hiermee samenhangt een ingrijpende
vernieuwing "an de opleiding dier leer
krachten spreekt vanzelf; zonder psycho
logische en psychotechnische scholing is
grondige waarneming van anderen niet
mogelijk. En evenzeer volgt hieruit, dat
er in de school minder zal worden gedo
ceerd en meer zelfstandig door de leer
lingen moet worden gewerkt, terwijl een
grotere beweeglijkheid (o.a. bij groeps
werk) niet achterwege kan blijven: uit
praestaties en gedrag moet het beeld van
de persoonlijkheid worden opgebouwd.
In de tweede plaats komt men tot de
conclusie, dat de school te uitsluitend
de verstandelijke ontwikkeling en het
overdragen van kennis heeft beoogd,
terwijl toch naast de theoretische, aesthe-
tische en ethische normen het leven der
mensen beheersen. Dit inzicht betekent
allerminst een dèmigratie van het ver
stand: nodig blijft training in scherp lo
gisch denken, in „deduceren en conclu
deren"; van de grootste waarde is een
schifting van scholieren in verband met
de kracht van hun intelligentie. Maar de
mensheid kan „van verstand alleen niet
leven" zij heeft bij de oplossing van
haar huivering wekkende problemen ook
behoefte aan mensen van karakter, aan
werkers met een nauwgezet geweten en
artistieke naturen, beheerst door een
verfijnd gemoedsleven; zij moet kunnen
rekenen op practici met twee rechter
handen en een stoer, lenig lichaam als
een willig instrument. Bij de intelligentl»
zal tegen eenzijdigheid moeten worden
gewaakt, bij de grote groep, die niet tot