Naar een planmatige productie
Min. Vos over in ie stellen
bedrijf sschappen
15.000 oorlogsvrijwilligers gevraagd!
Oproep van den minister van oorlog
Ook Polen moesten
vernietigd worden
Dr. Van Mook is optimistisch
Vandaag vertrok hij naar Nederland;
besprekingen gaan door.
De minister van Handel en Nijver
heid, Ir. H. Vos heeft gisteravond In
het wekelijks radiokwartier der rege
ring „Op de Brug" over de organisa
tie van het bedrijfsleven gesproken.
De minister wees op de ook vóór de
oorlog reeds sterke drang om te komen
tot ordening, door middel van de zo
genaamde publiekrechtelijke bedrijfs
organisatie.
De Overheid, de ondernemers zowel
als de arbeiders voelden na de depres
sie van 1930 de noodzaak om zich ge
meenschappelijk te verweren tegen
ongunstige omstandigheden.
ERKENNING VAN DEN ARBEIDER.
Nadat de minister dé organische
groei tot planmatige productie ge
schetst had, zeide hij:
De arbeider, die na de vorige oor
log door het algemene kiesrecht zijn
erkenning als volwaardige staatsbur
ger in politiek opzicht Verkreeg, kan
na deze oorlog aanspraak maken op
erkenning van zijn volwaardigheid als
deelgenoot in de productie. In de
in zovele rapporten en publicaties ge
bezigde term „bedrijfsgenoot", welke
ondernemer en arbeider in een be
drijfstak omvat, ligt deze thans door
zeer velen ook buiten de arbeiders
klasse aanvaarde, erkenning opgeslo
ten.
Behalve aan een wetenschappelijk
sociaal-economisch verantwoord alge
meen plan, dat thans wordt opgesteld,
is er grote behoefte aan organen, die
elk voor hun deel van het bedrijfsle
ven deze planpolitiek tot leven kunnen
brengen.
Samenbundeling van krachten Is
vereist. Hoe kan deze worden verkre
gen?
Bedrijfsschappen worden ingesteld.
De regering heeft het niet nodig en
niet wenselijk geoordeeld nogmaals
een grote commissie in te stellen voor
een breed opgezet onderzoek. Zij heeft
haar eigen inzichten in een voor-ont
werp van wet neergelegd. Dit zal wor
den toegezonden aan zeer vele instan
ties, met het verzoek om hun oordeel
kenbaar te maken. Het zal ook alge
meen verkrijgbaar worden gesteld.
De in de adviezen en meningeft ver
vatte opbouwende critiek zal dan wor
den verwerkt in een ontwerp van wet,
dat aan de Staten-Generaal zal wor
den aangeboden.
Volgens het systeem, dat de rege
ring zich voorstelt, zal het bedrijfsle
ven worden ingedeeld in een aantal
grote organisatorische eenheden, waar
aan de naam bedrijfsschap is gegeven-
Deze eenheden omvatten alle onderne
mingen in een bepaalde sector.
Voor het textielbedrijf, het metaal
bedrijf, de bouwvakken, de landbouw
en de daarop berustende industrieën,
voor het vervoer, het bankwezen enz.
zullen telkens een of meer bedrijfs
schappen worden ingesteld, de rege
ring geeft bij de indeling de voorkeur
aan een niet te groot aantal bedrijfs
schappen, waarbij zoveel mogelijk van
af grondstof tot eindproduct, dus zo
genaamd verticaal de onderne
mingen in een orgaan worden vere
nigd. Dus b,v. huiden, leer, schoenen
productie en schoenen-distributie in
één bedrijfsschap.
Zie vervolg pagina 6.
In mijn radiorede van 28 September
1945 werd door mij medegedeeld, dat ik
voor de taken, welke ons leger in Indië
te wachten staan, nog 15.000 oorlogs
vrijwilligers zou nodig hebben.
Nu in de afgelopen periode met het
oproepen dezer oorlogsvrijwilligers een
aanvang werd gemaakt, is gebleken, dat
zeer velen aan deze oproep geen ge-
boor meer gegeven hebben. Dit is be
grijpelijk immers, zij, die het langst op
hun beurt hebben moeten wachten,
hebben in verschillende gevallen werk
gevonden.
Er is hiervoor echter nog een belang
rijke oorzaak, n.1. talloze oorlogsvrij
willigers, die als eerste voorkeur dienst
neming bij de luchtmacht, marine of
mariniers te kennen hadden gegeven,
bleken niet bereid deze voorkeur te
wijzigen en zich voor de voor Indië be
stemde troepen te doen inschrijven, on
danks het feit, dat er voor hen geen
plaats bij het dienstvak hunner keuze
beschikbaar was.
Helaas heeft zich bovendien de toe
stand in Indië' na 28 September in on
gunstige zin ontwikkeld. Deze ontwik
keling maakt het noodzakelijk om tus
sen heden en het tijdstip, waarop de
eerste divisie kan worden uitgezonden,
nog sterkere contingenten troepen naar
Indië te zenden.
Ik ben overtuigd, dat het nóch de be
doeling is der Nederlandse bevolking,
nóch der oorlogsvrijwilligers, om in dit
moeilijk tijdsgewricht voor ons vader
land verstek te laten gaan.
De regering doet dan ook een drin
gend beroep op alle jonge mannen, welke
z*ch als oorlogsvrijwilliger hebben laten
inschrijven om aan de oproepen, welke
hen nu bereiken, gehoor te geven. Dit
geldt ook voor de oorlogsvrijwilligers,
Neurenberger proces
Een nieuw hoofdstuk werd gisteren in
Neurenberg's rechtszaal aangesneden:
de Germanisering en plundering van
bezette gebieden. Capt. Harris van de
Amerikaanse prosecutie behandelde dit
onderwerp en gaf in een urenlang be
toog een overzicht over de doelbewuste
politiek van de verduitsing, die door
de veroveraars in nabuurstaten werd
toegepast.
Ook nu weer was het de zwarte schim
van Himmler, die de geest van alle
maatregelen leek te bepalen. Harris
noemde Polen het proefterrein voor de
practische uitvoering van de Duitse
„levensruimtetheorie". De plannen, die
de Duitsers voor dit land opstelden,
waren dan ook zeer gecompliceerd. In
algemene trekken omvatten zij: uitput
ting van de Poolse natie en het weg
nemen der rijkdommen, een Duits kolo
nisatieprogram, dat erop gericht was
het gehele Poolse volk in te sluiten in
het „Deutschtum", om het daarna te
vernietigen. Polen moest in twee étap
pes worden gegermaniseerd: een bij
Duitsland getrokken deel onmiddellijk
en het - generaal-gouvernement in het
volgend stadium. Het wegslepen van
Joden en van de Poolse intelligentia
stonden op het programma en het weg
voeren van arbeiders moest, zoals reeds
eerder werd opgemerkt, ook dienen om
voortplanting der Polen te beletten.
Zie vervolg pagina 8.
die geboren zijn in de jaren 1925, '26 en
'27, welke ik eerst meende niet direct
nodig te zullen hebben. Hun wordt ver
zocht zich alsnog ten spoedigste te mei
den bij het Aanmeldingsbureau, waar zij
geregistreerd zijn, ten einde hun in
schrijving te vernieuwen. Hun uitzending
kan binnen korte tijd tegemoet worden
gezien.
Het gaat om de eer en de toekomst
van Nederland en Indië beide.
De Minister van Oorlog,
Mr. J. MEYNEN.
Dr. van Mook heeft gisteren tijdens
zijn wekelijkse persconferentie te Bata
via medegedeeld, dat hij heden naar
Nederland zou vertrekken. Hij voegde
er aan toe dat hij verwachtte dat tijdens
zijn afwezigheid, wanneer Dr. Idenburg
zijn politieke vertegenwoordiger zal
zijn, verdere besprekingen tussen Neder
landers en Indonesiërs plaats zullen
vinden.
Op de vraag of hij bereid was zich
te houden aan de beslissingen van de
Verenigde Volken" ten aanzien van
het huidige conflict, antwoordde dr.
van Mook: „Ik ben er meer toe ge
neigd een uitweg te vinden door directe
besprekingen, dan door een beroep op
een organisatie, die volgens de nieuws
berichten in haar eigen gelederen de
eensgezindheid nog niet geheel gevon
den heeft".
EEN ONJUISTHEID IN
REGERINGSVERKLARING.
Dr. van Mo~k zeide voorts, dat hij
dacht binnen drie weken terug te zijn.
Ten aanzien van de laatste regerings
verklaring in de Tweede Kamer ver
klaarde hij, dat het niet juist was te
zeggen, dat Soekarno ongevraagd bij de
eerste samenkomst aanwezig was ge
weest. De uitnodiging van dr. van Mook
Van der Plas neemt
ontslag
De heer van der Plas heeft, naar A.
T.P. meldt, officieel ontslag gevraagd
uit zijn functie van lid van de Raad
van Indië.
Den Haag bevestigde dit bericht.
Men meent te kunnen aannemen,
dat de heer v. d. Plas hiermede heeft
beoogd te protesteren tegen het tole
reren van de politiek van geweld
dadig optreden der Britse bevel
hebbers.
was toen gericht geweest tot allen, die
wilden komen.
Hij herhaalde dat verdere besprekin
gen, tijdens zijn afwezigheid konden en
waarschijnlijk zouden worden voortge
zet en hij voegde er aan toe: ,,Ik heb
mijn reis uitgesteld, omdat er op een
bepaald ogenblik contacten waren met
de Republikeinen, en ik wist niet, hoe
deze zich zouden kunnen ontwikkelen".
Hij zeide, dat er in de afgelopen week
meer besprekingen met de republikei
nen waren geweest en dat verdere be
sprekingen zeer waarschijnlijk waren.
Zie vervolg pagina 6.
Als het zo doorgaat
Van Genechten pleegde zelfmoord.
17 October werd hij reeds door het
Bijzondere Gerechtshof te a-Graven-
hage ter dood veroordeeld. Hem werd
het recht van cassatie verleend, doch
hij wachtte de behandeling daarvan
pas 29 December zou de zaak dienen
niet af en maakte eigenhandig een
eind aan zijn leven.
Blokzijl wacht op de beslissing op
zijn verzoek om gratie; Mussert is
eveneens het recht van cassatie ver-,
leend en blijft het vonnis gelijklui
dend, hetgeen toch waarschijnlijk is,
dan zal ook hij wellicht gratie vragen.
Zo zal het nog* maanden duren voor
deze vonnissen worden voltrokken,
tenzij.... Tenzij, ook zij de makelende
tijd van afwachten tussen de tijd van
uitspraak van 4iun doodvonnis en do
volvoering daarvan bekorten en het
voorbeeld van Rost van Tonnitigen en
Van Genechten volgen.
Bij de behandeling van deze en der
gelijke zaken, krijgt men wel zeer
sterk de indruk, dat daarbij niet do
meest juiste weg door de officiële in
stanties bewandeld wordt. In de eer
ste plaats vragen wij ons af: waarom
in deze zaken, waarin zo duidelijk de
schuld van beklaagden vast staat, het
recht van cassatie verleend? Het Be
sluit „Buitengewone Rechtspleging"
schept juist in art. 37 de voor het Ne.
derlandse recht wel zeer ongewone
mogelijkheid, dat het Bijzondere Ge
rechtshof de beschuldigde het recht
van cassatie onthoudt. Dit gebeurt dan
ook meermalen, echter in zaken van
veel geringer importantie dan de bo
venaangehaalde, terwijl daarin uit de
aard der zaak de schuld van beklaag
den „geringer" is en deze dikwijls
veel minder duidelijk en onomstote
lijke vaststaat.
Ons dunkt: een vreemde inconse
quentie. Wanneer men meent, dat te
gen onze grootste oorlogsmisdadigers
de doodstraf moet worden geëist, waar
om deze dan ook niet ten spoedigste
uitgevoerd? Oók uit de overweging,
dat dit voor den veroordeelde een ver
lossing uit de ellendige positie van
ter-dood-veroordeelde betekent?
Een andere vraag die rijst bij het
kennisnemen van de trage voortgang
dezer processen is: kan de afwer
king daarvan niet bespoedigtf-'worden?
We zijn voorstanders van een behoor
lijke juridische procedure, zeker. Maat
deze vereist toch niet, dat tussen de
aanvraag der cassatie en de be
handeling daarvan twee-en-een-halvö
maand verlopen, zoals in het geval Van
Genechten? Bovendien zou daarna on
getwijfeld weer de (on)nodige tijd ver
lopen tussen de waarschijnlijke aan
vraag om gratie, de beslissing daarop
en daarna nog weer de evt. voltrek
king van het vonnis.
Als het zo doorgaat, zal de afwikke
ling van het gehele zuiveringsproces
jaren duren en we vragen dan ook
dringend: kan het niet anders?
E. T—C.
DE KERKEN DRINGEN AAN OP
SNELLE BERECHTING
DER POLITIEKE GEVANGENEN.
De vertegenwoordigers van het Inter
kerkelijk overleg uit naam van cfe Ned.
Herv. Kerk, de Rooms-Katholieke Kerk,
de Gereformeerde Kerken in Hersteld
verband, Evangelisch Lutherse Kerk, de
Hersteld Evangelisch Lutherse Kerk, de
Remonstrantse Broederschap, de Doops
gezinde Sociëteit en de Oud-Katholieke
kerk, welke te 's-Gravenhage gehouden
werd, kwam tot uiting dat de kerken
aandringen op spoedige berechting van
de politieke gevangenen en zo spoedig
mogelijke vrijlating der „lichte gevallen