INTERPRES
de geduldige visser
Het Atkmaarse gymnasiasten-tijdschrift
U-daags tijdschrift, uitgegeven door
de Alkmaarse gymnasiastens erenl-
ging „Auloi Esmcn".
|)e vraag of contact tussen leerlin-
lingen der middelbare school ook
buiten schooltijd gewenst is, Is reeds
lang geen vraag meer. Men heeft in
gezien, dat om 'n ware schoolgemeen
schap te verkrijgen, één van de eer
ste vereisten is: een goede verstand
houding onder de leerlingen. Welke
middelbare school Gymnasium of
H BS. heeft niet zijn schoolver
eniging, die in deze behoefte tracht
te voorzien?
Ik zeg met opzet „tracht te voor
zien", omdat zij daarin vaak niet
goheel slaagt. Bij de avonden, geor
ganiseerd door zo'n vereniging, zijn
de kennismakingen immers meestal
van zeer oppervlakkige aard; het
persoonlijk contact niet stevig en niet
blijvend.
Een orgaan, uitgegeven door de
schoolvereniging, voorziet daarom in
een grote behoefte. De leerlingen le
ren elkander met andere ogen te be
kijken; zij ontdekken misschien in
Iemand, dien zij voor een saaie piet
versleten, eigenschappen, die hun
respect afdwingen-
Een schoolblad kan er toe bijdra
gen wederzijds begrip en waardering
te kweken en de schotjes tussen de
scholieren onderling neer te halen.
J)c Alkmaarse gymnasiastenvereni
ging „Autoi Esmen" geeft sinds
September '4!T een 14-daagc blad uit,
waarvan wij onlangs enige exem
plaren in handen kregen. Zo bij de
eerste kennismaking een echt gym
nasiastenblaadje vol met Latijnse
uitdrukkingen, die op het gym en in
de studentenwereld zo geijkt zijn.
dat het er vroeger soms de schijn
van had, dat zij en zij alleen aan stu
dent en toekomstig student bestaans-
lecht verleenden. Maar blijkbaar is
in de wereld van de studerende jeugd
let? veranderd. De gymnasiast reeds
is er zich van bewust, dat hij vroeg
of laat in de maatschappij terecht
komt, dat hij er dus nu reeds een
deel van Is en niet het recht heeft,
aleen in zijn eigen zelfgenoegzaam
kringetje te bivakkeren.
Het schoolorgaan zal zich tot taak
moeten stellen, belangstelling aan te
kweken voor politieke en sociale
problemen van deze tijd- „Interpres"
blijkt deze taak begrepen te hebben.
Naar aanleiding van de „Indische
week", die van 17—24 Nov. op het
gymnasium gehouden is, kwam het
blad b.v. uit met een door eigen
krachten verzorgd nummer, dat ge
heel aan Indonesië was gewijd. In
een beknopt overzicht van de ge
schiedenis van het Indonesische na
tionalisme trof ons vooral de con
clusie: „Eén ding is wel zeker: de
band met Indonesië zal na dezo oor
log veel losser zijn dan er voor. Ne
derland zal zijn kracht moeten zoe-
HOLLAND-BELGIË
Dc Oranje-truien scoorden negen
Vaak heb ik het mijn man hoo-
ren vertellen: „Tien! tien! tien! riepen
wy in het Stadion. Maar het tiende
doelpunt bleef uit en het bleven er
negen. Meer dan genoeg overigens,
want nooit heeft het Nederlnndsche
voetbalelftal in een interlandwedstrijd
een grootere overwinning behaald."
Nu er voorbereidingen getroffen
worden voor nieuwe internationale
ontmoetingen, droomt mijn man er
weer van. deze interlandwedstrijden
bu te wonen. Dat kan ik begrepen,
maar ditmaal hoop ik mijn man te
vergezellen en ook bij dat schouw
spel tegenwoordig te zyn. Zal het nu
werkelijk tien! tien! tien! worden?
Trouwens, ik zeg nu ook vaak
.tien! tien! tien!", maar dan denk
ik aan dc tien procent korting van
de bekende koffie- en theezaak van
de Gruyter. By dc Gruyter ontvang
ik voor tien gulden cassabons een
gulden contant terug. Opmerkeiyk,
hoe vlug men tien gulden aan cassa-
bons bij elkaar heeft. Zoo vorm ik myn
eigen spaarpotje voor da eerstvolgende
interlandwedstrijd.
ken in een nauwe samenwerking op
voet van gelijkheid met een jong In
donesië, een moeilijke, maar grootse
taak!"
Een ruime plaats Is opengehouden
voor de ingezonden stukken, die een
uitstekende training voor het debat
vormen.
„Interpres" houdt de naam der
Alkmaarse gymnasiasten hoog. Niet
overal Is men op de scholen voor het
voorbereidend hoger onderwijs zo
ver, dat men dit inziet: een vorming
van het intellect, het inpompen van
parate kennis, zelfs het kweken van
liefde voor eeuw-en oude cultuur en
de adel van de geest, het heeft alles
slechts betrekkelijke waarde voor
mensen, die in de ivoren toren hun
dagen slijten.
vogel toebehoort, verder een kort af
geknot staartje en korte naakte poot
jes. Maar een edelsteen ook, ja, om
zijn schitterende kleuren. Zijn rug
en kop zijn soms blauw, soms groen,
juist zoals de zon het hebben wil.
Achter het oog heeft hij een roest
kleurige streep, welke naar de nek
toe wit kleurt. Daaronder weer een
groen-blauwe streep. Zijn keel ls
Uit het liefdesleven van
een levende edelsteen
geelachtig wit; verder is zijn pakje
van een heel mooie, roestrode kleur.
Later trof ik hem hier elke keer
als er op de Hoevervaart nie*s te
halen was. Dan zat hij op de onder
ste twijgen van de over het water
hangende struiken vlak bij het brug
je. Het was niet de eerste keer, dat
ik den kleinen visser ontmoette. Ik
heb twee Jaar lang zijn huishouden
tje kunnen bestuderen en vier maal
het nest gevonden en ook zien gra
ven. Het was in een afgezande duin-
Hoe denken w\j over het
Indonesische vraagstuk?
De Nederlandse Stichting voor Statis
tiek heeft begin 1915 een onderzoek in
gesteld naar de mening van het Neder-
landse publiek inzake het Indonesische
vraagstuk Hierbij is gebleken, dat 27%
van de Nederlandse bevolking boven de
18 jaar over deze vraagstukken geen
mening heeft. Van de 73% die wel een
mening blijkt te hebben, wil 17% de
betrekkingen tussen Nederland en In
donesië gehandhaafd zien op dezelfde
wijze als waarop ze voor de oorlog ge
regeld waren. Een belangrijke verster
king van de Indonesische Invloed wordt
gewenst door 70%, terwijl 11% een van
Nederland geheel onafhankelijk Indo
nesië wil; 2% bleef, hoewel men had
medgedeeld over de verhouding Neder-
de slag om de onderaardse gang nog
wat verder uit te diepen en aan het
einde er van een nestkom te maken
Telkens kwam ze achteruit met wat
zand te voorschijn uit de nestpijp.
Soms viel zy zelf met het zand mee,
maar rap was ze weer „op de vleu
gels" en in een wip verdwenen in
de ronde opening van de nestpijp.
Na een week van vreugde, vol
ploeteren, was het nest gereed en 't
eerste kogelronde doorschijnende
witte eitje lag op de uitgebraakte
visgraatjes in de nestkom. In de
broedtijd bleef het stil om het nest.
totdat op de 16e Mei onder de nest
pijp de lege doppen lagen. Voor de
ouden braken nu drukke dagen aan.
maar de jongen kwamen niets te
kort; na een paar dagen kon ik ze
al duidelijk horen, als ik mijn
oor tegen de nestpijp aandrukte. El
ke dag ging ik eventjes luisteren; het
was geen onverdeeld genoegen, want
elke dag werd de lucht van bedorven
vis sterker en op een morgen, zo om
streeks half vijf, was er blijkbaar
iets bijzonders aan het handje: de
oude vogel vloog angstig schreeu
wend over me heea Geen wonder:
land—Indië een mening te hebben, op
deze vraag het antwoord schuldig.
Vin hen, die een belangrijke verster
king van de Indonesische invloed wen
sen, blijkt 65% deze invloed op het ge
bied der binnenlandse politiek van
doorslaggevende aard te willen doen
zijn: 26% wil zover niet gaan, terwijl
9% zich van een oordeel onthoudt. Van
een doorslaggevende Indonesische in
vloed op de buitenlandse politiek van
Indië is echter 11% voorstander; 77%
verklaart zich daarvan tegenstander,
terwijl 12% geen mening te kennen
heeft gegeven.
Bij een groepering naar beroepen
bleken vooral intellectuëlen en perso
nen met leidende functies zich voor
een versterking van de Indonesische in
vloed ui. te spreken. In deze catego
rie is nl. 80% deze opvatting toegedaan;
by a linistratief personeel bedraagt
dit percentage 76. bij winkeliers 72. bij
zelfstandigen In de landbouw 68. Bij de
arbeiders bleek slechts 63% voor deze
opvatting te zijn. Hiertegenover staat
echter dat bij hen een betrekkelijk groot
percentage, ni. 16% Indië onafhankelijk
van Nederland wil hebben. Tenslotte
volgt hier een staatje van percentages,
waaruit de meningen over dit onder
deel van het vraa.gstuk blijken, indien
men de mensen splitst naar hun poli
tieke sympathieën.
(Ie kolom: Verhouding als voor de
oorlog: 2e kolom: Belangrijke verster
king Indonesische invloed; 3e kolom:
Indië omfhankelUk.
N.V.B.
3
94
3
V.D.
12
82
6
C.H.U.
17
79
4
S.D.A.P.
7
74
XL
AR,
24
73
7
Overige partijen
8
73
19
R.K.S.P.
25
69
3
Geen partij
19
65
19
Lib. StPartij
41
57
2
C.P.N.
*3
30
§2
DE OVEREENKOMST VAN YALTA,
die één dezer dagen ls gepubliceerd,
beeft de Japanse macht in het Zuidzee
gebied sterk beknot. De Sowjet-Unte
heeft o.m. de beschikking gekregen over*
Zuld-Sachalln en de Koerillen.
vier jonge ijsvogels zaten op het
draad en pluisten de laatste koker
stukjes uit hun veren. Keurig mooi
waren ze uit het verschrikkelijk kle
verige vuile nest te voorschijn geko
men; dank zij de kokertjes, welke om
de veren sloten, waren hun pakjes
gered!
Later kwamen de drie beruchte
strenge winters en het leek er veel
op, dat wij ons kleurig vissertje
moesten missen. Daarom verheug ik
me er zo over, dat ik hem weer heb
gezien, de geduldige hengelaar.
Hoe scherp zijn ogen zijn! Hij tuurt,
ineens, daar ziet hij iets onder hem
in het water, plons, als een steen
duikt hij onder, even later zie je
hem weer opduiken, met een water
insect in zijn snavel. Terwijl de
droppels van zijn rug rollen vliegt
hij met een blijde, luide schreeuw
met de buit weg....
G. de B.
Elke keer als het torenhaantje van
de Grote Kerk naar het Zuid-Westen
wijst en onrustig op zijn spil heer.
en weer draait, is er voor den kleinen
kleurigen visser aan de Hoeyervaavt
niets meei te halen. Dan maakt de
wind hol water troebel en hij houdt
er nu een maal nici van om in troe
bel water te vissen. Daarom gaat bij
naar e. r beschutte loerplaats waar
geen wind hem stoort.
Op de Algemene Begraafplaats
heeft hij zo'n plekje ullgtzocht Ddoi
zag ik hem, die kleine wanstaltige
edelsteen, dan in October zitten,
behaaglyk weggedoken in zijn goed
beschutte loerplaats. Wanstal!ig? Ja,
de kop is naar verhouding van het
lichaam voor het vogeltje veel te
groot. Een donkere snavel, stevig en
lang, alsof deze een geheel andere
hoek, waar ik het wel en wee van
zijn liefdesleventje meemaakte. Hij
en zij, ze waren me als kleine torpe
do's voorbijgevlogen en zetten zich
naast elkander neer op een afraste
ringsdraad, welke was aangebracht
om het verder afzanden te verbie
den. Het mannetje had een klein
voorntje in zijn sneb en het evenzo
mooi gekleurde wijfje bedelde, al
kop knikkend om het voorntje, tot
dat het mannetje, vertederd, voor
haar smeken zwichtteBehendig
wipte zij het lekkere kopje de lucht
in en ving het, met de kop naar vo
ren, weer op. Nog even zaten ze te
zamen van elkanders gezelschap te
genieten, tot dat het mannetjè met
een lustig en schel ge-trie ie weg
vloog.
IJverig ging het wijfje weer aan