2500 Paarden wachten in Rotterdams haven Paul Ramadier's carrière: Het werk van twee zeventigers BULLE TIN der Letterkunde Zonder Washington's toestemming niet van boord via de balie Quai d'Orsay De „Van Galen" weer thuis Herdenkingslag in de Java-zee Allerlei voor de jeugd. Toch wordt het Lente Dr. P. H. VAN MOERKERKEN, cultuurwijsgeer CERARD VAN ECKEREN, psycholoog MAASDAG 1.1.. 17 Februari, werd dr. P. H. van Moerkerken, histo- rcus, kunsthistoricus en romanschrijver. 70 "jaar. Eenige maanden tevoren, op 19 November 1946. bereikte Maupits Bsser, als romanschrij ver en criticus bekend onder den naam Oerard t>an Bekeren, denzelfden leeftijd. Hoe ongebroken hun kracht nog is. bewezen ze door beiden ©en nieuwen roman te publiceeren, Van Moerkerken zijn Naar de Een- eaamheid. Van Eckcren zijn De Paarden van Holst. Er zijn punten van overeenstemming in deze boeken, maar die van onderscheid overwegen zóó zeer. dat men van een tegenstelling kan spreken. Beide boeken toonen, zooals by zevent gers te verwachten was, in overwegende mate een overpeinzing van den zin des levens, zij 't ook concreet uitgebeeld in den strijd van jonge menschen. Merk waardig is voorts en typisch voor het Nederlandsche geestesleven - dat in beider overpeinzing de denkbeelden van Spinoza een groote rol ren. De eindconclusie echter, en samenhangend daarmee de houding de schrijvers in hun hoofdfiguren aannemen tegenover leven en dood. is zeer uiteenloopend. „NAAR DE EENZAAMHEID" P. H. van Moerkerken is de auteur van een geheele serie historische ver beeldingen vol boeiende tafreelen, maar die minstens evenzeer het werk zijn van den cultuur-wijsgeer als van den romanschrttver. (Ik zwijg hier dan van zijn gedichten en drama's). Om een paar der bekend ste titels te memoreeren: De dans des Levens, De ondergang van het Dorp, De Bevrijders, De Wil der Goden en vooral de zesdeelige serie De Gedachte der Tijden. Telkens weer schilderde hg den mensch in zgn drang naar vrijheid, rechtvaar digheid en geluk, in diens strijd met verstarde conventies, domme mas sa's, doode autoriteit. Duidelijk stond hjj steeds met zijn sympathie aan de zijde der revolutionairen, maar even duidelijk was zijn scepsis ten opzich te van het-resultaat; zoowel door het menschelijk-al-te-menschelhke in de strijders als door de verstikking der tegenkrachten. Een voilé verwerk e- i loting scheen alleen te denken in het visioen. Zoo eindigde hij het laatste deel van De Gedachte der Tri den „Het lange leven van Habhabalgo" met een visioen van overwinning en een naspel in deir hemel, waarin de sterken door rijkdom, macht én ge weld hun tekort erkennen door het gemis van de liefde. In dit recente boek Naar de Een- taamheid wordt opnieuw een histo risch milieu herschapen, het Amster dam Utrecht en Den Haag uit de d5.?en van den vrede van Utrecht (1713). De schrijver bedient zich van «en eenigszins veranderd procédé: hij zou deze papieren, blgkbaar aan- tcekeningen van een rondtrekkend schilder, gevonden hebben bij een boekenantiquair in Zuid-Frankryk, Zij vertellen de avonturen van een groepje a-sociale artisten, die voort durend opbotsen tegen de versteen de en schijnheilige orde van regenten en kerk. Het werd niet van Moerker- ken's sterkste boek, vooral omdat 3in vrijbuiters hier, op de enkele tzondering na van den drukker Thomas Rogiersz, bn al hun levens- éi an zedelijke grootheid missen en een tegenspeler als dominé Bontejak Eheel in het karikaturale is getrok- n Sappig en drastisch Is menig taveeme-tooneeltje met ziïn rauw- •chte boert; waren daar echter som mige ergerlijk profaneerende mop pen voor noodig? De slotsom van dit stukje zeden- reschiedenis is dat het leven een zin- looze comedie is, waarin ieder in zijn rol ten slotte mislukt en niemand werkelijk gelukkig is. De besten ein digen, gelijk de dappere geloovige atheïst Thomas Roglerz, als marte- laar. De schrijver dezer papieren trekt zich aan 't eind in de verlaten heid der Cevennen terug. Hier droomt hy zyn twijfel aarzelend weg in romantiek: een eenzame herder, ver van alle menschelijke idealen en problemen, schijnt hem het symbool van het geluk, al durft hy den man er niet op te ondervragen. Maar in deze eenzaamheid, waarheen het zielsverlangen hem trekt, voelt hy zich uitgeheven uit den tijd, uit de mislukte rollen van het historische leren, in 'n moment van eeuwigheid. „DE PAARDEN VAN HOLST" Ook Gerard v. Ecke- ren heeft een oeuvre achter zich van serieu- zen omvang en diep gang. Hy behoorde tot de groep der naturalis- tisch-psychologische ro manciers en onder scheidde zich zoo al niet door een meesleepende gloed, toch door zyn grondig peilen van de menschelgke ziel en de eerbiedige waarachtig heid der uitbeelding. Niet alleen de traditie waaruit hij stamde, maar ook deze eerbie dige peiling stelden hem in staat beter dan één der psycholoogschrijvers de conflicten van een eenvoudig orthodox meisje te verstaan. Ik denk aan den roman Ida Westerman (1908). Naast dezen noem ik De van Beemsters (1916). De Oogen in den Spiegel (1934) en zyn voorlaat ste boek, waarin hg zich belangrijk vernieuwde Parade gaat door C37). En dan verscheen nu in zijn zeventigste jaar de roman, geschreven in de bezettingsjaren De Paarden van Holst. Ook in het werk van Van Eckeren is een tel kens weerkeerend grondmotief; men vindt het met name in zijn beste andere werk Ida Westerman en in dit nieuwste boek onder woorden gebracht in de Bijbelschc formuleering leven wil behouden, die zal het ver liezen, en die het wil verliezen, die zal het behouden". De toevoeging „Om Mijnentwil", waardoor deze woorden in het Evangelie pas hun vollen zin krijgen, gold mede voor Ida Westerman; in De Paarden van Holst wordt zonder deze veelzeggen de toevoeging een levenswet gefor muleerd, die in de ontwikkeling van den jongen Frits Doma evenzeer als in die van zijn veel ouderen leeraar Beversma zich realiseert. Het be trokken zgn op elkander van deze twee menschen en de bevrydende kracht die van ieders eigen leven op dat van den ander uitgaat, is een bijzonder gelukkige greep in dezen roman. In den aanvang van het boek neemt de leeraar Frits een boek af, dat hij onder de bank las. Het is H. Roland Holst's „Uit Zelfbehoud" en de passage, waarom het gaat en die het boek zijn titel gaf, luidt: „Wie ooit, al was het maar in een vroege verte, van de verrukkingen der zielskracht het wild en helder hinniken hoorde, weet wel, dat die vrije paarden maar weinige ruiters zullen duldenBeversma speurt de onstuimige zielskracht In zgn leerling en wordt daardoo:r als met een schok zich bewust, hoezeer die zielskracht in zijn eigen gekanali seerd leven Is Ingedommeld. Eerst wykt hy nog uit in een droomend herleven van het verleden, dan waagt hg het, verjongd met de werkelgE- heid. En aan het eind kan hy klaar staan om den jongen op te vangen, die is vastgeloopen, voor wien het leven door en na net tragisch sterven van de liefste een redclooze chaos Is geworden. Frits Doma staat tegen 't eind van den roman ln dezelfde sfeer van scepsis en verbysterlng als van Moerkerkens mémoires-schryver. Hy trekt echter niet weg een ironische weemoedige eenzaamheid in, maar hij leert, daartoe voorbereid door het lijden van zjjn ouden vriend, dat de echte zielskracht groeit ln een leven dat zichzelf geeft, dat zich door het groote Leven zelf als een werktuig laat gebruiken, omdat het gelooft in dat Leven, dat vormen schept en vormen breekt. Ik laat nu in het midden of Holst zich by de verrukkingen der ziels kracht een aldus zichzelf gevend leven dacht; lk vraag my met u af. of de geloovige dienst van dat Leven met een groote L om niet opnieuw ontgoocheld te worden zich niet zal moeten verdiepen tot geloof in den Heer des levens. Maar ik constateer iii ieder geval dat hier de man, wiens oogen open gingen voor den chaos „Wie zgn Gerard van Eckeren, gemaakt naar borstbeeld door z'n zoon. en de erbarmeüjkheid daarin van de Rede, niet een eindeiykc schuilplaats zocht, maar opnieuw, zelf nieuw, begint. Het boek speelt ln de Jaren onmiddellgk voor den oorlog; de epi loog stipt een paar feiten van ait nu pas echt begonnen leven van de daad aan, dat fier eindigt voor het vuurpeleton. En ik constateer tevens dat Van Eckeren met het werk van zijn zeventigste jaar een beiydenis schreef van in de mislukkingen ge rijpt, de scepsis te boven gaand jong levensgeloof. Dat boek bezit ook overigens vele kwaliteiten. In zyn soms minutieuze „Kleinmalerei" herinnert het hier en daar aan een voorbggegane pe riode, evenals in de uitvoerige psy chologische milieu-teekening der gezeten bourgeoisie. Anderzijds schiep Van Eckeren in het meisje Hesther en den vriend Hasselman karakters met een eigen boeiende problematiek en als tegenspelers van de hoofdfiguren van beteekenis. Alles tezamen genomen: dit naar huidige smaken misschien wat moeizame boek is artistieic knap en geesteiyk van onbetwistbare waarde. ^/EGENS het dichtvriezen van de Poolsche haven Gdynia zijn eenige Amerikaansche schepen de Rotterdamsche haven binnen- geloopen, om hier het einde van de'vorstperiode af te wachten. Deze schepen hebben 2500 paarden aan boord, door de UNRRA gekocht in Amerika en bestemd om de Poolsche landbonw er weer bovenop te helpen. Vele van deze beesten hangt een droevig lot boven het hoofd, als er uit Washington geen toestemming komt om ze aan wal te laten gaan. Naar wij vernomen hebben, kwamen er de laatste dagen sterfge vallen voor onde^ de paarden. De aantallen worden sterk overdreven, maar er blijken toch wel eenige tientallen dieren te zijn gestorven. Vermoeiende reis Aan deze sterfgevallen heeft, daar van hebben wy ons persoonlgk over tuigd. niemand schuld. De Victory- '*chepen zgn prima voor het vervoer ^gericht en de mannen die de paar- <ien verzorgen zyn rasechte cowboys. Aan eten ontbreekt het de beesten ook niet; het eenige waar ze behoefte Mn hebben, en wat hun thans niet kan worden gegeven, is lichaams beweging. De paarden hebben een «nge en vermoeiende reis achter den "'S. Begin Februari vertrok het convooi uit Savannah, maar toen waren de naarden, die uit Middcn- Amerika komen, al geruimen tijd Onderweg. Het was dan ook dringend noodzakelijk, dat zg nu zoo iang- ?®erhand hun plaats van bestem- mmg hadden bereikt. Inplaats van jvgejrech? op te stoomen naar Polen, •Töen de schepen door het zware iL,, de Scandinavische wateren ^awongen haar Rotterdam te gEian. nricend °*>0nth0U(* had "iemand ge- Een triest gezicht tu^ret-len sP'dobootje hebben wy ons een van de paardenschepen la ten varen. Het was geen gemakkeiy- ke tocht om dwars door het dryfys by het schip te komen. Toen wy aan boord kwamen., zagen wy een kada ver aan dek liggen, dat even te voren uit een van de ruimen was gehe- schen. Hier lagen ook de lijken van een paar te vroeg geboren veulentjes. Het was een triest gezicht. Het was ook een triest gehoor, om al die paardeniyven tegen de schotten te hooren schuren, om de hoeven te hooren krabben van de pooten. die zoo dringend beweging noodig had den. Veeartsen loopen aan boord, geven waar noodig Inspuitingen. De dieren bescherming Is ook aanwezig, maar al haar adviezen, hoe goed ook be doeld, biyven waardeloos, als de die ren niet van boord kunnen. En daar om worden alle pogingen ln het werk gesteld de schepen zoo spoedig mo gelijk gelost te krygen. Een Rotter dammer, de heer De Koning, die zelf een stalhoudery heeft, ls er al ln ge slaagd om voor de beesten by zich zelf en by andere dierenvrienden on derdak te vinden, maar het wachten is op Washington. Amerikaan wil eilanden laten opkoopen De CaliforhJsche republikein Bertrand Gearhart heeft ln het Ame rikaansche Huis van Afgevaardigden voorgesteld, dat de regeerlng onder-, handelingen zal openen voor den koop van alle eilanden in den Grooten Oceaan, Atlantlschen Oceaan en Ca- raibische Zee, welke voor de verde diging van^de V. S.. het Panama- Kanaal en de Philippgnen noodzake- lgk .kunnen worden geacht. Tevens werd in deze resolutie voor gesteld. dat IJsland zal worden uitge- noodigd om een staat van de Ameri kaansche Unie te worden. Reeds eer. der is door de Ver. St. een plan aan de V.N. voorgelegd, waarin verzocht werd de bijna 1000 eilanden in de Stille Zuidzee. waarover Japan vroeger het bewind voerde als ..stra tegische beheersgebieden" onder het alleenbeheer van de Ver. St. te stellen. naar het In gedachten zouden wy IV willen meenemen naar La Roebelle, de oude Fransche oorlogshaven aan een klei ne golf van de Atlantische Oceaan. Het is een beroemd stadje, dat reeds ln de tiende eeuw werd genoemd en thans nog pronkt met een academie voor kunsten en wetenschappen, een seminarium voor geesteiyken, een waterbouwkundige- en een zeevaart school, verschillende musea, een rechtbank, een handelsrechtbank en tenslotte met een Protestansche kerk uit het jaar 1706. Na de hervorming was La Rochelle een bolwerk der Hugenoten. Echter moest het zich na een lange belegering in de jaren 1572 en '73 aan de Roomsch-Katho lieken overgeven. Maar ook later bleef de stad middelpunt der Pro- testantsche oppositie, totdat zy, weer na een hardnekkige belegering, in handen van Richelleu viel. Evenwel, de stad is nog steeds in het bezit van een Protestantsche kerk. In deze kleine veste, die niet meer inwoners telt dan Velsen, werd in 1888 in een degeiyk burgergezin een zoon geboren, die Paul werd ge noemd, Paul Ramadier. Een stad met een dergeiyke traditie drukt al vroeg haar stempel op de jeugd, die in de 17-eeuw8che bogengangen verstop pertje speelt. Maar veel tijd om te spelen werd Paul niet gelaten. Zijg ouders keken spoedig naar een ze ker bestaan, een goed beroep voor den jongen uit. Waar twee rechtban ken zijn, zoo zullen zy gedacht heb ben, zal Paul als jurist wei zgn brood vinden. Paul neemt spoedig afscheid van zyn familie, om eerst in Tou- louse en later in Parijs rechten te studeeren. En de In La Rochelle ach tergebleven familie kon meer dan tevreden zijn: Paul studeerde goed. Aan vlot studentenleven besteedde hg zeer zeker niet zgn aandacht. Het resultaat van zgn gver was dan ook, dat hij reeds in 1909, op 21-jarigen leeftyd dus, werd ingeschreven als advocaat by het Hof van Appèl ln Parys. Twee laren later verscheen zijn eerste boek: Mlsslo in bonst rel servandae causa. Overtuigd socialist Van de juridische loopbaan naar de politieke, is, vooral ln Frankryk, geen groote stap. Deze werd dan ook door Ramadier die eigeniyk op weg was als advocaat naam te ma ken in 1919 gedaan, toen hy bur gemeester van Decazeville, een klei ne plaats ln het departement Avey- rona, Zuid-Oostenryk van Bordeaux, werd. Of hy wegens zHn socialistische neigingen naar dit kleine industrie plaatsje, dat nog geen 15.000 inwo ners telde, werd geroepen, of dat hy dit am£it als springplank voor een hoogere functie aanvaardde, staat niet vast. maar wel, dat hy steeds meer geloofde ln de noodzakeiykheid vegi een socialistische gemeenschap en lid werd van de socialistische par ty, de S.F.I.O. Dat hy zich steeds met socialisti sche vraagstukken bezig hield, biykt uit enkele boeken, die ny gedurende zyn burgemeesterschap heeft ge schreven en die alle het thema „Recht en Coöperatie" behandelen. Via de S.F.I.O. werd hy later, op veertigjarigen leeftyd door het ar rondissement Villefranche-de-Rouer- gue afgevaardigd naar de Kamer; hy behield deze functie ook ln 1932 en 1936. Hiermede stond hy dus midden ln het politieke leven en maakte den indruk van een politieken ambtenaar, die, geen fouten makend en trouw biyvend aan zgn Ideaal, de party lad der sportje voor sportje hooger op zou klimmen. Toen ln 1933 Pierre Renaudel de S.F.I.O. verliet, o.a. omdat hy in te genstelling tot de partg een deelne ming aan de regeering voorstond, sloot ook Ramadier, een vriend van Renaudel, zich by de nieuwe Republi- keinsche Socialistische Unie aan. Zyn trouw werd door Leon Blum beloond: in 1936 werd Ramadier onderstaats secretaris van Publieke Werken en Verkeer in het Volksfrontkabinet. Steeds opklimmend, werd hy in 1938 tot minister van Arbeid benoemd, een functie, die hy tot». Maart 1940 bekleedde. „Violette est a la matson" Toen kwam de oorlog Ramadier bleef zijn ideaal trouw. Hij trok zich uit al zgn functies terug, om als ille gaal strijder zijn land te helpen. En wanneer ge tijdens de bezetting eens het codewoord gehoord mocht heb ben „Violette est la malson", dan beteekende dit, dat Ramadier thuis was, want de huidige minister-presi dent van Frankryk werd „viooltje" genoemdhet verlegen bloempje, zeggen thans zyn tegenstanders Iro nisch. Maar hij was geenszins verlegen. Hy onderhield o.m. contact met Auriol en Jules Moch en correspon- Zijn vijanden noemen hem een allemansvriend- De oorlog beivees echter het tegendeel deerde zelfs met den gevangen Leon Blum. Na den oorlog zag hy wederom zyn trouw beloond. Of was het zyn be kwaamheid, die aanleiding voor De Gaulle was, hem een zetel in het ministerie van Bevoorrading aan te bieden Hierdoor werd zyn ln 1940 plotseling afgebroken carrière weer voortgezet. En als Goebbels' gezegde: „Was uns nicht umwlrft, stürkt uns" juist Ls, dan is het zeker op Ramadier van toepassing, die door de bezetting wel lichameiyk werd verzwakt, maar geesteiyk gesterkt uit den stryd kwam. Ook Leon Blum, die zyn mannetjes nog beter kent dan De Gaulle. ver trouwde tijdens zyn 32-dagen-kabinet den oud-Illegalen stryder, die vanaf zyn 21ste jaar jurist ls geweest, het ministerie van Justitie toe. Evenwel dit is weer kenmer kend voor den ambtenaar en politi cus Ramadier bleef naast zyn minlsterieele functie voorzitter van de socialistische kamerfractie. En thans heeft Ramadier dan de voornaamste sport van den minlste- rieelen ladder bereikt, hy ls minister, president. Hy is aan veel critiek on derworpen. Politieke tegenstanders verklaren dat hy een „allemans vriend" ls; andoren verwyten hem „laksheid". Maar wy meenen, dat zyn verklaring, dat hfi zich de regee- ringsautorltelt door niemand uit han. den zal laten nemen en dat zyn ver- gelgking van een stakenden ambte naar met een vuurtorenwachter, die zyn licht laat uitgaan, duideiyke taal mag worden genoemd. Tevens moet men er echter aan denken, dat hy a) als socialist aanhanger van een "1, die dreigde tusschen de twee V(jf jaar geleden ging een smaL deel der Kon. Nederlandsche Marine, onder aanvoering van Schout bg Nacht Karei Doorman, onder eé" verwoeden, hopeioozen slag togen een Japansch© overmacht. Doorman en zyn mannen brachten het hoogste offer dat zg konden brengen, het Offer van hun leven. Dit feit, in de historie van den tweeden wereldoorlog geboekstaafd als „de slag in do Javazee" Woens dagavond op.initiatief van het N.J.V. in de Oosterkerk te Den Haag plech tig herdacht. Schout bg Nacht ihr. E. J. van Holthe, chef van tien Marinestaf, wees als eerste spreker op de bezie lende leiding van Doorman, waar door hy zyn ondergeschikten inspi reerde tot een plichtsbetrachting, waarvan schooner voorbeeld in onzo vaderlandsche geschiedenis schier niet te vinden te. Moge ieder goed Nederlander, die meent dat te veel van heen geëiacht wordt, zich dit voorbeeld herinneren. De heer K. v. Rhsdorp. zitte» van het NJ.V. vergeleel stryd van Doorman en de bemanning van de onder hem sïaglcverend© schepen met den stryd van Guldeon en zijn kleine bende van 300 be zielde, overtuigde menschen. In den gcesteiyken stryd om de waarden, die ln ons koninkryk ver. ankerd liggen, aldus spreker, moe ten ook wy een Guideonbende zyn. Het gaat meer om de overtuiging en de bezieling dan om het getal. Da. J. H. SlUevis Smitt. hoofd- oote partyen. de vooruitstrevende .tholieken en de communisten, te worden fyn gemalen en b) als minister-president van een coalitie, kabinet, voorzichtig laveeren moet. Dat hy hiertoe in staat is. meenen wh met deze schets van zyn leven te hebben aangetoond. die den dag der verlossing mocht-a om met eenzelfde offerbe- vlootpredikant. wekte tenslotte hen, |a den en op B reidhefd, zelfveroochening en moed als Doorman en zyn mannen betoon den, zich ln te zetten voor den op bouw van een herboren land. waar van de grondslag werd gelegd ook door hen, die vielen ln de Javazee. De toespraken werden afgewisseld door zang van het Oosterkerkknor o.l.v. den heer Kaat. Onder de aan wezigen bevonden zich de It.-admi raal C. E. L. Helfrich en J. Th. FUrstner. Red.: het is op zyn zachtst ge zegd zeer te betreiiren, dat mr. W. van Santen, vice.voorzlttcr van het N.J.V., een wanklank ln deze plech tige herdenking bracht, door ln zijn openingswoord te beweren, dat do Kerkeraad der Haagschc Ned. Herv./ Gom., va nmeenlng, dat deze her-'N denking een politiek karakter had, geweigerd had de Willemskerk voor deze herdenking af te staan. Te be- voegder plaatse deelde men ons me. de, dat de Kerkeraad op het desbe treffende verzoek heeft geantwoord: dat de Willemskerk alleen voor gods dienstige samenkomsten beschikbaar kon worden gesteld. Door aan dit argument bewust een verkeerden uitleg te geven en dezen uitleg te hanteeren als het wapen der politieke verdachtma- king. heeft mr. van Santen het ver. wijt dat hy tot den Kerkeraad riohtte, op zichzelf het de organisa tie, die hy vertegenwoordigt, doen terugvallen, daarmee voor ons ge voel een ernstige breuk brengend in het plechtige karakter van deze her denking. Na een afwezigheid van een jaar keerde H.M.'s ;,Van G in de hoofdstad terug. Bij de ontvangst toas o.m. aanwezig Pr ra, dic zich eenigen tijd onderhield met de officieren en manschappen. Het schip heeft ligplaats gekozen aan het ,J3teenen Hoofd", Luister toch, hoor je dat hoesten? Benauwd kuchen, daavrend proesten? En niemand ls er op pad! Zeg eens, wat betekent dat? Kom dan zachtjes aangelopen en doe eens een deurtje open ln die grote, dikke boom Bah, wat hangt het vol met stoom in dat huisje. Deur gesloten en eens flink d© neus gesnoten. Baardmans, vuurrood als een kreeft heeft zoiets nog nooit beleefd. Dokter zei: „Vriend. iy moet stomen om van je griep weer af te komen." 't Water kookt er als een zee. Ja, zo'n dampbad valt niet mee! Baardmans mag vooreerst niet bulten en doet niets dan vrcesiyk snuiten. Tranen lopen langs zyn wangen in zyn baard en biyven hangen. ,,'t Is hier Griepdorp", niest hy luid, „geen kabouter gaat meer uit." Dokter Drop rent pyisnel rond, maakt de zieken weer gezond, steeds gevolgd door knageiyn met zyn mand vol medicijn, hocsttabletten, poeders, pillen, stroopjes, drankjes om te rillen. Dag en nacht gaat dat maar door, en nooit gaf 't kabouterkoor zo'n luidruchtig proestconccrt waar een leder naar van werd. Maar de tyd zal weldra komen dat de sneeuw valt van de bomen, 't water wegloopt ln de beken en de bloempjes 't hoofd opsteken. Als fluweel zal 't mos weer voelen en de kleur'ge paddestoelen zullen tegen zonnestralen schaduw bieden. Vele malen zal een vroiyk wysje klinken en men daar wat anders drinken dan het bitter zlekendrankje. dat naast bed stond op een plankja. Baardmans' bas zal er weer brommen, Grijpgauws rug zich yvrig krommen boven zijn planotoetsen, Pi jlmee hei koper poetsen van zij" schelle schuiftrompet, wtmr j straks d© mond aanzet. Peter Puni i'.uts zal weer blazen op zyn fluit cn alle hazen gaan "eer eens -m« ing wagen om elkaar ten dans U: vragen. Dokter Drop slechts Ls verkouden, zal zyn zomerslaap gaan houden. R. H.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3