DONKER ROTTERDAM (ftofótey (fïLl Hoe de Paaseieren toch op tijd gekleurd werden BULLETIN der Letterkunde Hulde aan RomainRoland Amsterdamsch pierement voor Holland, Michigan Am. ?ciij Pa* t h ?rajv r m fl >dïjj Jat Wij. L. n de een n. üd eer. /oor in cht. ste. Met door ZIJN STRIJD TEGEN DE ROOFHOLEN nen 2e- -'C3t be. Ik aal nooit dien Duitscher ver reten. die op een avond het bureau {innen Kwam rennen, waar ik toen was gedetacheerd", zei Geoffrey Sul een smak aan z'n pQp gevend. Als Ik spreek van toen. dan be- !Jnp| ik kort na den eersten wereld- Ürtoe Hl bü er uit alsof ml uit «rud kwïii. Z'n kl eeren hingen Verfomfaaid om z'n lichaam z n das bungelde uit a'n vrat en z'n hoed atond scheef op z n hoofd, ijk bien bestohlenü" schreeuwde d ons toe „lek bien bestohlen foor hoendert tausend goelden1" Toen »Akte hij op een stoel neer en begon tp huilen al-s een klein kind. We ga- £„hem ten glaasje water en kre- „n eenr verhaal te hooren. dat we foo langzamerhand al Kenden. De nultscher was in een van de destijds in Rotterdam beruchte roofholenoe- i.„ri pp raaktHg was met hon derd duizend gulden van de Duitsche Mgeering naar Rotterdam eeTttmen Sh hier inkoopen te doen Het geld z'n hotel achterlaten durfde hij niet en hij was er s avonds mee de JKd figegaan. Hg had ergens een glaasje bier gedronken en was toen fan de praat geraakt met een dame- ♦ie En de rest laat zich raden. Wij Vroegen naar het signalement van het dametje en nog geen uur later Ï2 ze op het bureau. Noemen we haar „blonde Leentje". NatuuHqk SS ..blonde Leentje' aan de bero ving zoo onschuldig als een pas ge boren kind. Dat verbaasde ons niets, want ook daaraan waren we gewend JÏÏohien omdat de Duitscher voor zoo'n groot bedrag, zooals men dat in die kringen betitelde: was genomen", voelden we baar wat steviger aan den tand. hetgeen alleen maar tot resultaat had. dat er wa terlanders te voorschijn kwamen. Doorslaan" deeld blonde Leentje 'met. al hadden we haar op de Pijn bank gelegd. Het vriendje van haar een zekere Kale Jan. werd ookbg z'n lurven gepakt, maar ook op hem tonden we geen stuiver van de dui zend meier terug. Ook dat wisten we van tevoren. Het geld was aJ lang van den een naar den ander gegaan en je kon er met dezelfde loop op succes naar gMn als naar een speld ln een hooiberg. DE ..KLAPPERS". „In de ouwe binnenstad van Rot terdam". vertelde Geoffrey Gill, wa ren heel wat ..klappers' te vinden. Er waren straten, die er om waren berucht. Regelmatig werden er door ons verdachte huizen gesloten en prostitué's en souteneurs aan de justitie overgeleverd. maar net kwaad bleef fn denzelfden omvang voortbestaan. Dat kwam in boofd zaak. omdat de hoofdschuldigen zoo goed als altijd buiten schot bleven Be groote profiteurs pasten er wel voor op om zelf hun vingers te bran den Zij zaten met dure ringen aan de vingers en dikke portefeuilles ln den binnenzak rustig toe te kQken hoe anderen het vuile werk deden En al wisten wfl van de politiei mo langzamerhand wel. wie het wat en, Ie kon toch weinig tegen hen Jan nen, omdat de bewuzen ontbraken. Wil hebben uiteraard heel wat van die „klappers" bezocht en je stond altijd weer versteld over de vinding- rijkheid van de kerels. Je hebt wei eens een Amerikaansche f lm g«a>en waarin op een geheimzinnige manier wanden verschu.ven en een heel huls om zoo te zeggen mechaniek en be weging Is? welnu, dat zag je hier ln werkelijkheid. Op 't eerste gezicht was er in zoo'n klapper niks te zien. »aar als we gingen zoeken, vonden we altijd een onzichtbare deur en verschillende onzichtbare lulkjja Vooral die oude pakhuisjes. «a^rv le er in de binnenstad zooveel had. leenden zich uitstekend om als klap per te worden ingericht Het behang selpapier was in dien tijd goedkoop en geduldig. CLANDESTIENE NACHTKROEGEN. Nachtkroegen zijn in Rotterdam, looals je weet. altijd verboden ge weest. Maar daarom waren ze er wel. Je had ze wdfsin alle Er waren lui, die s nachts tegen exorbitant booge prijzen een soort „rendez-vous" gaven, er wwen er ook waar jc niet duurder behoefde te betalen, dan in een gewoon café. In de duurste gelegenheden «werd ook meestal hazard gespeeld, per en daar was het een Monte Carlo in het klein. Wij hebben eens zoon nest opgeruimd, waar al heel wat Rotter dammers hun geld waren b^gt ge raakt En enkelen hadden uit wan hoop 'de hand aan zichzelf geslagen Een bekende huisjesmelker uit Rotterdam - ik zal maar geen na men noemen exploiteerde dat ding. En hij had er een portier voor gezet, die opdracht had om. zoodra hi| maar een koperen knoop de straat iri zag komen alarm te maken. Zoo doende had de politie er al een paar keer naast gegrepen, want als zij binnenkwam, was er niets meer te Wilden we dus succes hebben, dan moesten we eerst den portier onscha delijk maken. Op een avond hadden we'afgesproken weer eens 'n poging te wagen We trokken een cordon om de beruchte straat en in de scha duw van de huizen slopen we op den portier af. We hadden toevallig het geluk, dat hij met iemand stond te Praten en onze kant niet uitkeek. Toen we op een tiental meters af stand naderbij waren geslopen, ren den we uit het donker op den portier af. Hij probeerde nog bij de deur te komen, maar dat lukte hem niet Toen naar binnen. Door het aarde donker van een gang stommelden we naar achteren. Óp eens hoorden we een woedend geblaf en hing er bij een van ons een hond aan z'n broek. De rest stormde verder Een trapje op. een deur door en we stormden een kamer binnen, waarin een man of twintig bij elkaar waren. Ik zeg: een man of twintig, maar daaronder waren ook dames, in heel dure toi letten en heeren in smoking Het spektakel, dat ontstond, zal ik nooit vergeten. De vrouwen begonnen te gillen, sommige heeren. die bang waren ln een schandaal betrokken te worden, probeerden de vlucht te hemen. Het was een waar oandemo- hium. dat nog erger werd toen de inspecteur, die de leiding had. het bevel gaf: .Allemaal mee naar het bureauEr werd gehuild en ge smeekt. maar er hielo geen moeder tje-lief aan. Het was een van de merkwaardigste optochten, die ik ooit heb btjgewoond. Met deze nachtkroeg was bet ge daan, maar de man achter de scher men, dien we natuurlijk niet tepak- ken kregen, was misschien denzelf den nacht al weer bezig ergens anders het winstgevend zaakje voort te zetten Hengelaars moeten 50 ct. betalen Telkenjare wordt van overheids wege vastgesteld hoe groot do bij drage zal zijn, die de hengelaars moeten betalen ter storting In het z.g. Pootvischfonds. Deze gelden worden gebruikt voor het kweeken, aankoopen en uitzetten van poot- visch, het doen van proefnemingen, verbetering van vischwater, bestrij ding van waterverontreiniging enz. Daardoor wordt de productiviteit van het vischwater verhoogd. Voor het komende seizoen Is de bjjdrage voor hengelaars vastgesteld op 0,50. Voor een hcngelakte moet boven de normale kosten even eens f0,50 worden betaald. VOOR DE JEUGD Gelukkig, we hebben weer eieren met Pasen en als we ze liever veilig heidshalve zelf kleuren dan af te wachten of de Paashaas nog verf over heeft, kopen we wat eierverf by den drogist, die nu weer goed voor zien is, zelfs bij sommige verfsoorten alleraardigste eierstandaardjes levert. Willen we er in deze dure tyd echter geen geld voor uitgeven, dan kunnen we mooie resultaten krijgen voor geel door de eieren te koken ln een aftreksel van uien of saffraan, voor roodbruin een aftreksel van bruine uitenschillen onder toevoeging van wat zout, voor een zachtblauw groene kleur een aftreksel van wat fjjngesnedesi rodekoolbladeren met toevoeging van een flinke lepel zout. Nu hebben we eieren, maar eier dopjes tekort. Geen nood, we maken ze zelf. Neem een reepje dun karton, 12 cm. lang en 3 cm. breed, dal je stevig vast naait of plakt, zo dat het een koker tje Is geworden. Knip dit kokertje dan van boven en onderen een randje in. Buig de stukjes karton van de ingeknipte randjes naar bulten en verf het standaardje van binnen en van buiten. Maar we willen de Paastafel nog wat fleuriger maken; een elerbloem- vaasje met de eerste lenteboden, de tere sneeuwklokjes er ln staat aller liefst op het door ons gemaakte standaardje. Neem de dop van een gekookt el, maak hem voorzichtig van binnen en van buiten In lauw water schoon. Laat de dop drogen, kleur hem van buiten. Vul hem daarna half met vochtig zand om hem stevig te doen staan, zet er de bloempjes in en het vaasje zelf ln het hierboven beschreven standaardje. Vrolijke Paasdagen, hoor! Uit „de Grabbelton". In een tijd, dat idealisme schraal en schaarsch tvas, heeft hij de fakkel brandende gehouden, in welker licht vooral vele jongeren zich hebban verblijd De naam van den schrijver dien wij boven dit Bulletin der Letter kunde plaatsen, zal bij menigen lezer oud en jong herinnerin gen wekken uit betere dagen. Er is reden om nog eens te spreken over den grooten Europeaan die op 30 December 1944 de oogen sloot, toen de wereld vol was van geheel andere emoties dan die welke hij ons vele raaien had verschaft. Want ontroeringen had hij in ons weten te wekken. Daar was allereerst zijn Vie de Beethoven (1903), waarin hü zoo eenvoudig mogelijk het heldenleven van den dooven Duitschen componist verhaalde. Wie 't niet heeft gelezen, heeft iets gemist, dat hg gauw moet inhalen, hetgeen te gemakkelijker mogelijk is, omdat het boekje in eenvoudig Fransch is geredigeerd. Het is het eerste van een reeks Levens van Oroote Mannen, later gevolgd door de biographieën van Michel Ajigelo, Tolstoi, Tagore, Gandhi. Rolland wist belangstelling te wekken voor den Held. Men las een historie-getrouw boek als *een roman. Toen kwam van 1904 tot 1912 zijn groote Jean Christophe. Tien deelen! Ze werden alle tien gelezen, verslonden door duizenden in het Fransch of ln vertalLng. Want de be- teekenis van dit werk werd erkend ver buiten de grenzen van het Fran- sche vaderland. Een biographle dit maal van een niet-historisch per soon. Ook een held. Het is niet voor niets dat deze man den familienaam Krafft heeft. Een voorbeeld voor zijn idealisme. Iemand die ln een Europa, dat een grooten oorlog tegemoet ging tusscnen landen die elkaar niet meer konden verstaan, de deugden en gebruiken in het licht zette met de uitgesproken be doeling. dat men. alles kennende, allen zal liefhebben. Duitschland, Frankrijk, Italië, die den schrgver alle van nabij bekend waren, ver schenen achtereenvolgens ten too- neele met alles wat sympathie en afkeuring verdiende. Weliswaar gevoelt men al lezende ook de technische tekortkomingen van den schrijver, die noch door eenheid van stijl, noch door groot meesterschap ln de uitwerking van een waarlgk grootsche conceptie uitmunt. Dat de hoofdpersoon geen eenheid is. dat zijn leven een leg kaart is. bestaande uit stukjes leven van anderen: Beethoven. Wagner, Hugo Wolf men voelt het mis schien vaag. tot zekerheid komt men pas, als men in aanraking komt met de levensbeschrijvingen van die mannen zelf. Maar dat is minder belangrijk dan dat men het voelt by het lezen. Ala dat al aan het groene hout geschiedt, wat zal dan aan het dorre geschieden? De bijfiguren zijn nog veel minder reëel dan Jean Chris tophe zelf. die toch onze sympathie en in sommige opzichten 'onze be wondering weet gaande te maken; Kort nadat Rolland met één slag een wereldroem had verworven, brak een oorlog uit, welks afschuwe lijkheid slechts door den tweeden wereldoorlog kon worden over troffen. Hoe kon het anders of de man die luist had bewezen, dat hjj Europa kende en liefhad zooals het was, werd tot ln het diepet van zijn ziel gewond bfl het constateeren van het feit, dat de geestelijke leiders in de belligerente Tanden, in plaats van te ijveren voor een juist begrip van het standpunt van de tegenpartij, meenden te moeten mee werken aan het kweeken van een oorlogsstemming, leder in zijn eigen land. Rolland woont dan ln Zwit serland, als een neutraal onder de neutralen. Op den dag dat de Duit- schers België binnenvielen, had hij in znn dagboek geschreven: „Ik ben verpletterd. Ik wou dat ik dood was. Het is ontzettend te leven temidden van dit verdwaasde menschdom, wanneer men. als een machtelooze, het faillissement van de beschaving moet bijwonen. Deze Europeesche oorlog is de grootste ramp uit de geschiedenis van vple eeuwen, de vernietiging van onze heiligste ver wachtingen en van de menscheiyke broederschap". Zoo wordt het begrijpelijk, dat hij in het „Journal de Genéve", een artikel publiceert, spoedig opnieuw uitgegeven als eerste van een bundel die er den titel aan ontleent van Au dessus de la Mêlée, Boven het krijgsgewoel. Wat genoten de neu tralen ln Zwitserland en ook bij ons van die fiere, onafhankelijke stem! Maar ln Frankrijk werd dit stand punt minder gewaardeerd. De aan gevallen geestelijke leiders keerden zich fel tegen den man, die zich durfde stellen boven hetgeen hen allen bezielde Toch had hy zich niet tegen zijn land gekeerd. Niet zoo zeer den oorlog, als wel de Ideologie van den oorlog bestreed hij. Aan beide zijden zag hij zoowel helden als misdadi gers aan het werk. Uit brieven, ge vonden op gesneuvelde Franschen en Duitschers toonde hij aan, dat zij allen menschen zijn. Na den oorlog. In den tijd van Briand en Stresemann. scheen het ideaal van Rolland werkelijkheid te zullen worden. Een slechte vertaling Toen schreef hH zHn vlerdeellgen roman (zeven boeken!) L/Ame enchantée. Het eerste deel daarvan is dezer dagen verschenen in Neder- landsche vertaling door mevrouw Van GoghKaulbach. Geen wonder dat deze vrouw zich tot dat werk aangetrokken gevoelt. In het boek, dat zij, naar de hoofd persoon. Annette Rivière noemt, gaat het over twee meisjes, half-zusters, nl. de eene een echt en de andere een onecht kind van denzelfden vader. De echte dochter, Annette, !s een markante persoonlijkheid, maar zoo buitennlsslg, dat er meer kennis van de vrouwenziel noodig was om haar aannemelijk te maken, dan Rolland bezat. De andere is ln dit eerste deel een doodgewoon Parjjsch ate liermeisje, „ouvrière" zeggen de Franschen, hetgeen mevr. Van Gogh door „werkstertje" vertaalt! En laat nu die goed opgevoede en zeer karaktervolle Annette door een gril van haar zelfstandige persoonlgk- heid ongehuwde moeder worden! Het geheele geval komt mjj onaan nemelijk voor en, mftn mannen- norm niet geheel vertrouwende heb ik het boek .ter lezing gegeven aan twee vrouwen op wier oordeel over boeken ik nogal prjjs stel. De eene vond het onzinnig, de andere kort weg dwaas. Dubbel jammer is het ook, dat mevr. Van Gogh alleruiterst-mlddel- matig heeft vertaald. Het werk komt nergens boven dat van een zwak leerling uit de hoogste klas van een school voor Middelbaar Onderwijs uit. Nergens levert zy een vertaling die door raakheid de aandacht trekt, zeer vaak is ze bepaald onbeholpen. Het schgnt dat dit soort werk zoo slecht wordt betaald, dat niet te ver wachten is, dat et voldoende tyd aan wordt besteed. Wat mij betreft, mag de uitgever er mee blijven ritten. Toch is L'Ame enchantée, schoon geen eerste-rangswerk, allerminst een mislukking. In de volgende dee len zien wij Annette. door haar slor digheid en de fielterij van haar ver trouwensman. haar vermogen ver liezen. Zij moet nu door eigen arbeid voorzien in haar onderhoud en In dat van haar jongen. Een ge geven Hoor mevr. Van Gogh, met haar belangstelling voor de maat- schappelgke zyde van het vrouwen leven, om van te smullen! De twee boeken van het derde deel, Mère et Fils, geven een voor treffelijk beeld van een jongen in de puberteit. En in de drie boeken van deel vier zien wH den schrHver een kant- uitgaan, die omstreeks 1930 sterk de aandacht heeft getrokken, nl. Sovjet-Rusland. Aan een waarlgk grootsche huldi ging van den schryver by zHn zeven tigsten verjaardag, in 1936, werd deelgenomen door personen uit zeer verschillende landen en ook over zyn verwachtingen van het Sovjet-ex periment werd niet gezwegen. Toen is een bundel artikelen samengesteld van een veertigtal bewonderaars, maar tot uitgave was het ln 1939 nog niet gekomen. De oorlog heeft die daarna onmogelgk gemaakt. Bij het verscheiden van Rolland ln 1944 gevoelde men dat deze hulde nu posthuiun moest worden gebracht en zoo verscheen in 1945, in voor naam wit gewaad het boek Hom mage d Romain Rolland. Men mag er geen andere eenheid van vragen dan dat alle bgdragen aan Rolland zgn gewyd. Sommige zyn natuurlijk beter geslaagd dan andere. Eén weet heel Juist op te merken dat het mooiste werk van Rolland elgen- ïyk zgn leven is geweest. Hij ver achtte kunstenaars die voor hun werk en voor zich persooniyk ver schillende normen schiepen of al thans erkenden. Geen bepaalde vrij heden voor het genie. Het boek leert ons een man kennen uit één stuk. een gaaf karakter. Of men nu zijn politiek inzicht deelt of ver foeit. men zal moeten inzien, dat er nergens in dit leven en in dit werk een valsch motief ln het spel is ge weest. Deze man. die zoo menig hel denloven heeft beschreven, heeft ook zelf een leven geleld van een held van het denken. Pieper, het kleine muizenjongetje, was kwaad! Moe en Mie waren al druk bezig Paasbrood te bakken en 't rook zo lekker, maar Pieper werd steeds de keuken uitgejaagd, omdat hy niet van de rozijntjes kon afblij ven. „Ga buiten spelen", riep Moe en dreigde met de deeglepel einde, ïyk is 't mooi weer en nu wil die Jon. gen maar binnen." „Kyk maar eens of Je de Paas haas al ziet, volgende week is 't al Paasfeest," riep Mie hem nog ach. terna. Arme Pieper. De zusjes waren zo flauw, ze giechelden en fluisterden en als Pieper er by kwam hielden ze zich ineens stil. „Laten we nu wat spelen, doen iullie toch niet zo vervelend," huilde iet kleine muisje half. Nu goed dr|i, ze zouden wat spelen. Vlugvoetje stelde voor: „Staartentikkertjo" Maar dan moest Pieper hem zyn. Weg vlogen de zusjes. Pieper ze achterna. Hij werd er warm en moe van. Bah, daar was niets aan. Tel kens als hij een staartje zou tikken, roetsch. weg was het weer. Zo vlug waren die zusjes. „Ik doe het niet meer-" riep Ple. per boos-, ik loop me buiten adem en niemand van Jullie laat zich tikken." Waarop die akelige zussen in een luid gelach uitbarstten! Maar ze hadden toch medelijden met hun kleine broertje en Kraaloogjo zei vrlendeiyk: „We gaan „staarten, radertje" doen en wie de meeste ke ren raadt krygt wat lekkers, ik heb nog een zuurstok, dat is dan de prys, die kun jg ook winnen, Pie. per!" „Ja, Ja, staartenradertje", riepen allen, dat was altyd een leuk spel letje. Er stond, bezyden het huis, een lange schutting, waaraan de onder- ste plank ontbrak. Daar gingen ze alle op één na achter zitten, zó dat alleen het puntje van de staart er onderuit kwam. En nu om de beurt raden by wie de staartpuntjes hoor den! Ieder keer verwisselden de muisjes van plaats en moest degene wiens beurt het was een klein endje het bos inlopen, anders zou hy teveel zien. Had elk zyn plaats ingenomen, dan mocht hy komen en 't raden be gon! Nu was Pieper aan de beurt. Ook hy liep even t bos is! Bezyden het bospad, wat zag hy? Daar lag de Paashaas zowaar te slapen. En naast hem stonden twee manden, een kleine met gekleurde, een grote met ongekleurde eieren én twee emmer, tjes met gele en rode verf. Pieper hield zyn adem in, dat was te mooi. „Komen Pieper, komen!" hoorde hy roepen. Voorzichtig pakte hy de emmertjes op en droeg ze naar de schutting, waarachter een onder drukt gegichel opsteeg. Netjes op een rU staken de staartpuntje van de twaalf zusjes onder de plank uit „Raden, Pieper!" riep Vlugv. etje. Pieper nam ln elke hand een kwast, één met rode en één met gele verf. Om de beurt gaf hy daarmee een lik op de staartjes ondenvyi een naam noemend. „Mis, mis. mis," hoorde hy steeds, maar de kwasten waren raak en toen de zusjes achter de schutting vandaan sprongen schrokken ze geducht. En wat waren ze boos! „Stoute Pieper, hoe krygen we dat er af, moeten we met Pasen er nu zo uitzien, iy moet een paar tikken hebben!" Ze stoven op Pieper af met boze gezichtjes. Maar plotseling wer den ze stil, daar kwam uit het bos nog iemand aanstormen. Het was de Paashaas die wakker geworden was van 't rumoer. „Wie heeft myn verf?", riep h(1 boos en zyn grote oren bewogen heftig heen en weer ten teken dat hy goed kwaad was. Pieper schrok zo erg, dat hH tegen de emmertjes met verf aanliep en alle rood en geel over 't mos stroom de. Nu klapperden de oren van de Paashaas zelfs, zo boos was hy. „Stoute jongen, hoe komen de eieren nu gekleurd?" Hy liep op Pieper toe, nam de belde kwnstm en streek ermee over Piepers oren, handen, voeten en staart. „Zo moet Je nu lopen, dat ieder kan zien hoe stout je geweest bent. Nu moet ik weer eerst naar Verffontein. in Kwastenstad en dat ls een heel eind'" Langstaartje stapte naar voren. „Paashaas, het spyt ons erg wat Pie per gedaan heeft, het Is wel erg stout, maar hy is nog zo klein. Wilt u 't hem vergeven, en mag ik u dan hel pen? Ik Kan heel vlug op de autoped naar Kwastenstad ryden met de emmertjes aan 't stuur, dan heeft u nog de tyd om alle eieren vóór Pasen te kleuren." Wat keek de Paashaas nu vroigk. Vraag eerst even aan Moeder oi het mag. Ais het goed is zou ik erg biy zyn." Langstaartje ging naar binnen en kwam spoedig met Moe terug, die op een schotel een heeriyke plak Paasbrood meebracht. De Paashaas smulde, dat bcgryp Je. Pieper was stilletjes verdwenen. „Het spyt me, dat m(Jn zoontle zo stout is geweest," zei Moe „als Langstaartje Je hel pen kan vind Ik dit fijn." Langstaartje reed dus vlug weg, de beide emmertjes aan 't stuur en voor donker was ze terug. Nu kon. den gelukkig alle eieren gekleurd worden cn zo kwam het dat alle kleintjes op Paasmorgen in 't bos de rode en gele eieren vonden. Maar Pieper zoent niet mee, hij zag al ge noeg rood en geel als hy ln de spiegel keek! R. v. R. De kleine stad Holland in Michi gan (V.S.) herdenkt dit Jaar, zooals bekend, het feit, dat zy honderd Jaar geleden door Nederlanders werd ge sticht. Op die Nederlandsche afstam ming zyn de 20.000 inwoner? nog steeds buitengewoon trotsch, en hoe zeer zy de verbondenheid met dc lage landen in eere houden, biykt uit het jaariykache tuljienfeest. Het nieuwe Holland bracht na de bevrijding voor niet minder dan een half millioen dollar aan rellefgoede- ren voor het oude Holland tyeen. Daarom ls het niet verwonder!yk, dat thans uit de kringen van de Am- sterdamsche burgery het initiatief geboren is om Holland in de States bij haar eeuwfeest een oer-Amster- En nu de hulde aan Rolland. Doen wH daaraan mee? Wat zullen wy In hem eeren? Den kunstenaar van het woord? Het zal de vraag zyn of hH die hulde op prHs zou hebben gestelden of ng die heeft verdiend. Met zijn weinig homogenen styi, die dikwijls hard aandoet, zijn veelszins zwakke psy chologie. zijn in ieder geval sobere verbeelding, is hy geen eerste-rangs écri valn. Maar als idealist heeft hij zeker aanspraak op deze bewondering. In een tUd, die van idealisme niet over liep. heeft hij den fakkel brandende gehouden, in welker licht velen, vooral Jongeren zich hebben verbiyd. Dat hy. toen zyn Vaderland atreed op leven of dood tegen den overwel diger. zich boven la Mêlée plaatste, kunnen wil nu niet meer zoo waardeeren als de neutrale Nederlanders van 19141918. Zijn werk voor het Roode Kruis in dien tyd en zijn flinke ondergrondsche actie ln de Jaren 1940—1944 maakt dat wy hem er althans niet hard om mogen vallen. WIJ zyn er eigenlijk ver van af een Europeesch mensch te kunnen hul digen. Er la te veel gebeurd. Aan vergeten zyn wy voorlooplg nog niet toe. wy eeren onze dooden en hou den daardoor herinneringen in leven, die ln den gedachtengang van Rolland moeten sterven. En toch Is er ln onze harten een plekje dat warm wordt, als wy lezen van dezen grooten Europeaan. damsch geschenk aan te bieden, n.1. een pierement. 6 000 ls voor dit doel noodLg en het Pierement-Comité, waarvan bur gemeester d'Allly ee re-voorzitter ls en tusschen wiens leden men o.a. den naam van Eduard van Beinum tegenkomt, gelooft zeker geen ver- geefach beroep op de burgery te zul len doen. Gelden kunnen worden ge stort op de postrekening van den secretaris-penningmeester Ton Koot, 351553. Moge nog by het eeuwfeest de klanken van het Amsterdamschs pierement aan de andere zyde van den Oceaan klinken. Journalisten eruit, schakers erin Het tournool, dat de Soest- Baarn- sche Schaakclub ter gelegenheid van haar 25-jarig bestaan van 9 tot 15 Mei a.s. zal organiaeeren, belooft zeer Interessant te worden. Vooral de beide Internationale achtkampen hebben een sterke be zetting. Het ls lammer, dat dr. Euwe zyn aanvankelyke toezegging niet kan nakomen door zJJn reis naar Zuid-Amerlka. Men is er echter ln geslaagd voor hem een remplagant te vinden: de bekende Hongaar Maroczy zal zyn plaats Innemen. Verder zullen de vol gende buitenlandsche spelers van de party zyn: Pomar (net Jeugdige .Spa arische schaak wonder). Golombck (Engeland). Grob (Zwitserland). De Vos cn Soultanbeleff (België) en ir. Tartakower en Sosko Borowaky (Frankrijk). Van de Hollanders, die eveneens in deze twee groepen, leder van acht spelers, zullen deelnemen, noemen wy: Graaf van den Bosch (Hilver sum), O. R. D. van Doesburgh (La ren). dr. Stumpers (Eindhoven» de Noordeiyke kampioen Kramer en de Llmburgsche kampioen Vinken, Vlagsma (Rotterdam», mr F teln (Baarn) en Lod Prins (Amsterdam), Voor de inschryvlngen der natio nale acht-, zes-, en vierkampen be staat groote belangstelling Het tournool wordt gehouden in >1* zalen van het Astoria CYhalct (voo©> heen Badhotel) te Baarn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3