Dr. Beel verdedigt Indonesisch beleid Kamerdebatten openden weinig nieuwe gezichtspunten ARBITRAGE NIET AAN DE ORDE Oe Indonesische kwestie in het Lagerhuis REGERINGSVERKLARING IN DE TWEEDE KAMER Nederlandse eisen waren redelijk De regering heelt tn de telegniflseh bijeengeroepen openbare verga dering der Tweede Kamer zoals men weet n as het college Vrfl- dag 11 dezer op reces gegaan een verklaring over het regerings beleid ten aanzien van Nederlands-Indië atgelegd. Op het Binnenhof bestond grote belangstelling en er was meer po litie aanwezig dan gewoonlijk. In de vergaderzaal der Kamer waren de tribunes heel bezet. Aan de regeringstafel hadden alle dertien ministers plaats genomen toen de heer van Sehaik om vijf minuten over een de vergadering opende. Hjj verleende aanstonds het woord aan de minister-president dr. L. Beel tot het voorlezen der regeringsverklaring. Tot de onderhoudswerkzaamheden door Rijkswaterstaat behoort o.z. het aanbrengen van basaltblokken op de pieren te Camperduin aan de Noord zee. Met paard en wagen worden de stenen tot het uiterste einde der golf brekers gebracht. Op de achtergrond de duinenrij. Van 7 lof half 12 Binnen de P. v. d. A. verschillen de meningen In deze verklaring zeide de mi- nister-president onder meer het vol- gende: De 10e Juli j.L mocht ik verkla ren, dat de regering bereid was in het schrijven van de eerste minister van de republiek Indonesia van 8 Ju li, waarin het republikeinse ant woord op de brief van de lt.-gouver- neur-generaal van 29 Juni nader werd gepreciseerd, de mogelijkheid ener gunstige wending te zien. Dit schrijven van 8 Juli was wel iswaar niet in alle opzichten bevre digend, doch scheen tot de uitvoering van de overeenkomst van Linggadja ti te kunnen medewerken, mits het ten spoedigste in daden zou worden omgezet, en tenslotte onder het voor behoud dat voor alles, en onder meer de onmiddellijke staking van vijan delijkheden met inbegrip van de ver nielingen en de vijandige propaganda was te verwachten. Het antwoord van de republiek en enkele latere documenten, valt weer terug in de onaanvaardbare styl der stukken, ontvangen voor de 8e Juli; ln wèzen onbevredigend en met let ter en geest van het by Linggadjati overeengekomene in stryd. Nederlandse eisen De minister-president ging vervol gens de bedoeling der Nederlandse eisen na en behandelde ook de repu blikeinse tegenvoorstellen. Voorr' wat betreft de wederzijdse voorstellen voor de gemeenschappelij ke gendarmerie. Men zal zich herin neren, dat dit juist het struikelblok van de langdurige laatste conferen ties was. Dit was een der hoofdpun ten, waarover de Nederlandse rege ring en de republiek het niet eens konden worden. Verder hadden de Nederlanders ge ëist, dat 16 Juli te middernacht de republiek de vijandelijkheden zou sta ken en dat zij uiterlyk de 17e Juli een einde aan de vijandelijke propa ganda zou maken. Tenslotte had de republiek op 19 Juli alle militaire or ganisaties tot minstens 10 km. van de demarcatielijnen terug moeten trekken. De minister-president noemde de eis tot staking der vijandelijkheden en de terugtrekking der troepen tot op een afstand van 10 km. van de demarcatielijnen volkomen redelijk. Dit was n.1. noodzakelyk ter ophel dering van de militaire situatie en ten bate van de rust der bevolking. Het zou duidelijk maken, dat de bij Linggadjati overeengekomen samen werking ook inderdaad gewild werd. 1000 Bestandschendingen Ondanks immers het 14 October 1946 gesloten bestand, aldus dr. Beel en de 25 Maart 1947 ondertekende overeenkomst van Linggadjati moest de lt. gouverneur generaal de 17e Ju li J.l. berichten, dat het aantal ge rapporteerde schendingen van het bestand, waarvan de republiek door ons sedert de dag der ondertekening van de overeenkomst werd beticht, de duizend had overschreden, terwyi de republiek zich slechts over enkele tientallen gevallen beklaagd had. De landvoogd vermeldde hierby, dat on zerzijds na onderzoek steeds uitvoerig werd geantwoord, terwijl door de re publiek nog nimmer op een enkel be zwaar van onze zjjde was gereageerd. Volgens beschikbare gegevens be droeg het aantal gemelde bestands- sc lendingen van min of meer ernsti ge aard tussen 25 Maart en 15 Juni 1947 681, n.L Beschietingen van Nederlandse patrouilles en stellingen 317; Vernieling en ondermijning van bruggen en andere objecten, aanleg van mijnenvelden 142; Aanleg van versterkingen bin nen en langs de demarcatielijn van hindernissen, opbreken van wegen 156; Ontvoeringen, moord, rampok- partijen en brandstichting met betrekking tot de bevolking 52; Infiltratie-pogingen naar de Malinogebieden 14. Vijandige propaganda Als voorbeeld van de vijandige propaganda moge ik herinneren aan de radiorede, op de 26e December '46 dus tijdens het bestand en na de parafering van Linggadjati door de opperbevelhebber van het repu blikeinse leger, generaal Soedirman. gehouden, waarin hjj de republikein se strijdorganisaties aldus opwekte: „Zet de strijd onverminderd voort. Versterkt onze eenheid, stuurt zoveel mogelijk wapens en andere benodigdheden naar het gevechtsfront. Strijdt geor ganiseerd. De strijdgeest in voor ste lijn en achter het front be horen en moeten wij wederom opwekken". Het is deze mentaliteit, welke bleef heersen en ten gevolge heeft gehad, dat aan onze zijde gedurende het bestand van 14 October 1946 tot 18 Juli 1947 de dood van 158 mili tairen is te betreuren: gesneuveld of aan bekomen verwondingen overle den. 18 Juli: de beslissing! Vervolgens gaf dr. Beel een over zicht van de Nederlandse eisen, sa mengevat in een ultimatieve nota, welke zoals bekend door Djokja wer den afgewezen. Dr. van Mook, aldus de min.-pres., beoordeelde het repu blikeinse antwoord van 17 Juli als „volledig onbevredigend". Zowel dr. van Mook als de Comm. Generaal waren t en van mening, dat er geen andere uitweg meer mogelijk was dan een politionele actie met militai re middelen. Het gevolg van een en ander was, dat de landvoogd reeds de daaropvol gende dag tot deze stappen gemach tigd werd. Hierna -eide dr. Beel woordelijk: „De mogelijkheid ener gunstige wending, waarop de regering 10 Ju li nog hoopte, was niet verwezenlijkt. Daarmede ten volle de zienswijze der regering vertolkend, besloot de landvoogd zijn radiorede ia de mor gen van de 21e Juli met de overtui ging uit te spreken, dat wij on danks de schyn van mislukking en geweld, die deze wellicht wekken tocli aan het begin staan van de pe riode, waarin, werkelijke opbouw mo ge, ijk zal worden gemaakt. Arbitrage afgewezen Wanneer men zich rekenschap gééft van onmiddellijke aanleiding en diepere oorzaak van het uitge broken conflict, dan zal het duidelijk zijn, dat arbitrage volgens art. 17 van Linggadjati ten aanzien van de ze punten niet ter sprake kon ko men. De vraag, of de republiek mag voortgaan vyandelykhedën tegen on ze krijgsmacht, tegen de Malinoge bieden en tegen de bezette gebieden '.e plegen of te doen plegen is geen vraag voor arbitrage. Het vraagpunt of de Nederlandse souvreiniteit ge durende de overgangstijd nog be staat. is, zoals b|j het ondertekenen van de overeenkomst van Linggad jati is voo: opgesteld, evenmin voor arbitrage vatbaar. Het is uitgangs punt van de gehele overeenkomst geweest en het strekt tot voldoening dat in de aide-memoire van de Ame rikaanse regering aan de republiek van 28 Juni j.l. nog eens nadrukke lijk bevestigd te zien. De regering is er zich van bewust, dat het conflict breder en dieper gronden kent Ik denk bijv. aan al wat een gevolg is der vroegere koloniale verhouding, aan al wat barste uit jonge nationale ver langens, aan wat zijn verklaring vindt in de omwenteling van de 2e wereld-oorlog en in de ellende der Japanse bezetting en aan tekortko mingen van allerlei aard, ook aan Nederlandse zijde. Tenslotte herhaalde dr. Beel de woorden van zijn radiotoespraak van Zondag j.l. met name die, welke be trekking hadden op de mededeling dat de plaats van de republiek in de kring der Ver. Staten van Indonesië voor haar open staat zodra de situ atie dit toelaat. „De andere delen en andere be volkingsgroepen van Indonesië, Sn- riname en de Ned. Antillen, Neder land zelf en velen in het gebied der republiek", zo besloot dr. Beel „wach ten met stijgend ongeduld, opdat langs de weg van een rondetafelcon ferentie en van wettelijke voorzienin gen de hervormingen van het ko- ninkrijk nu cindel|jk haar beslag kr|jgt in het nieuwe staatsbestel, in de koninklijke rede van 7 December 1942 toegezegd. Daarop wacht ook de internationa le samenleving, waarin dat nieuwe staatsbestel en zijn leden hun rol heb ben te vervullen". i Het geheel gerestaureerde schilderij „De Nachtwacht" van Rembrand^ Ts Dinsdag voor het publiek ter bezich tiging gesteld. Het beroemde doek, dat thans in de zgn. Waterloozaal is geplaatst, trok op de eerste be zichtigingsdag reeds talryke belang stellenden. Bevin liet zich slechts vaag uit Bevin heeft gister in het Lager huis verklaard, dat de Nederlandse regering „goede nota" heeft geno men van het Britse aanbod om goe de diensten te verlenen. Bevin zeide vervolgens: „Ik houd ten nauwste contact en zal geen en kele gelegenheid laten voorbij gaan om een vreedzame oplossing tot stand te brengen. Op dit ogenblik kan ik echter geen enkel gezichts punt naar voren brengen aangaande de snelste en beste weg om dit con flict te doen eindigen". Na een overzicht der Britse po gingen ter voorkoming van het af breken der onderhandelingen te heb ben gegeven zeide Bevin: „Ik heb 't besluit van de Nederlandse regering om haar toevlucht tot de wapens te nemen met diepe teleurstelling ver nomen". I Op desbetreffende vragen ant woordde Bevin, dat hy de mogelijk heid om de zaak voor te brengen aan de UNO ernstig overwogen had. „Natuurlijk schakel ik deze oplos sing niet uit, maar ik moet m|j hier- Gisteravond om 7 uur begon in de Tweede Kamer het debat over de re geringsverklaring. Wat in feite ver wacht kon worden, gebeurde. De CPN verklaarde zich ronduit tegen het regeringsbeleid, terwjjl binnen de fractie van de P.v.d.A. verschil van mening bestaat ten aanzien van de maatregelen. De KVP, AR en CH, alsmede de P. v.(L Vrijheid konden zich vrywel verenigen met de gang van zaken. De vergadering duurde tot half twaalf en werd vervolgens verdaagd tot hedenmiddag 1 nur. De eerste spreker was dhr De Groot (CPN), die o.m. verklaarde, „Men kan de ingezette actie noemen bij laten leiden door de ondervinding dat verschillende kwesties, welke de laatste tyd voor de veiligheidsraad gebracht waren, toch niet op defini tieve en vreedzame wijze waren op gelost". Hij voegde hieraan toe: „de zaak wordt gerekt met veto's en alle mogelijke moeilijkheden, hetgeen teleurstellend is". Bevin verklaarde voorts niet de vraag te kunnen beantwoorden in hoeverre de Indonesische regering de macht verloren had aan extijeme ele menten maar wel was hij van mening dat „zodra men de geweren afschiet, men een geheel andere situatie schept". De Labour-afgevaardigde Driberg vroeg of Bevin wilde ver zekeren, dat nu de oorlog in feite begonnen is, Engeland geen wapens of uitrustingen meer zal leveren aan Nederland en ook geen Nederland se troepen zal toelaten in Engeland voor training. Bevin wilde echter geen bedreigingen van welken aard ook uiten en achtte het zonder bo- lang een ontmoeting met Sjahrir te hebben. Driberg had gevraagd of Be vin tot dit laatste bereid was. „W|j werken aan een andere me thode, welke meer geëigend is, indien zij tenminste uitvoerbaar zal blijken" zo zeide hy. zoals men wil, er wordt geweld ge bruikt. Op dit ogenblik spreken ka nonnen en bommenwerpers, het mas- ker is "geworpen, Linggadjati be staat niet meer". Naar het oordeel van dhr. de Groot dient de P.v.d.A. uit de regering te treden en spr, deelde mede, dat het in de bedoeling lag, dat zijn fractie een motie zal indienen, waarvan de strekking is de regering mede te delen, dat de Ka mer niet kan meegaan met het door de regering genomen besluit en waar in wordt verzocht onmiddellijk be vel te geven de vijandelijkheden te staken. De fractieleider van de P.v.d.A. de heer van der Goes van Naters sprak Vyf personen verloren het leven en velen werden ernstig gewond, toen de expresstrein LondenLiverpool met grote snelheid te Greudon uit de ralis liep, tengevolge waarvan de locomotief en veertien wagons de railleerden. De plaats van 't ongeluk TWEE VERKLARINGEN Drie dagen na het begin van de „politionele actie" voorspellen neutra le waarnemers in Batavia, dat de mi litaire ineenstorting van de republiek binnen een week verwacht kan wor den. Zij geven een overzicht van de Ned. vorderingen en komen dan tot de vol gende twee mogelijkheden die de ge ringe republikeinse weerstand moeten verklaren: 1. De republiekeinse troepen zijn te slecht uitgerust en te onvoldoende ge- oragniseerd om de aanval van een mo dern gemechaniseerd leger te weer staan. 2. Daar zij er zich van bewust zijn de oprukkende Nederlanders niet te kunnen tegenhouden .laten zij toe, dat de grote steden van Java bezet worden en bieden zij slechts aanvan kelijk tegenstand teneinde hun strijd krachten te spreiden, alvorens een vol ledige guerilla te beginnen. Hiermee zouden zij de Nederlanders wellicht jaren kunnen bezighouden. Terwijl Nederland er economisch door wordt iutgeput, totdat het instemt met bui- enlandse bemiddeling. De komende da gen of misschien weken zullen leren, welke verklarin gde juiste is. 3lechts kort. Hij wees op de analogie met Vietnam;" de houding van de Franse communisten is anders dan die van de Nederlandse. Do heer Pa- lar is afgetreden, omdat het z|jn taak was te arbeiden voor een blij vende verzoening, een taak, die voor lopig mislukt is. De heer Schoonenberg (CPN) be toogde, dat de jeugd de koloniale oorlog niet wil en dat Nederland de stopzetting der vijandeiykheden eist. De CHU by monde van de heer Ti- lanus meende, dat de tyd van praten voorbij is, de t|jd van handelen be gonnen. Spr. vroeg of het verant woord was te wachten tot 21 Juli, alvorens handelend op te treden. De CH fractie keurde overigens de atap der regering goed, terwjjl arbitrage uitgesloten werd geacht De volgende spreker, de heer Schouten (AR) verklaarde, dat de regering op medewerking van de A R fractie kan rekenen, als z|j dóet wat zU kan. H|j zette uiteen, dat de houding van de regering anders Is, dan die van zyn party. Op belang rijke punten moet spr, zyn beslissing dan ook voorbehouden, doch het is thans niet de tijd daarover te spre ken. De heer Vonk (Vryheid) was het eveneens in grote lijnen eens met de stap van de regering. Spr. meende, dat thans alles ondérgeschikt moet worden gemaakt aan een doel: „Her stel van orde en recht". Ook de heer Romme, fractieleider van de KVP, meende, flat het rege ringsbesluit het enig mogelijke was. „De offers, welke gebracht worden aan mensenlevens", zo zeide hy. „zijn noodzakelyk om grotere van heid en onrecht te voorkomen KVP zal zich onverkort achter de regering scharen. Mvv. v. d. MuIjzenberg-WitleniH van de CPN drong krachtig aan het vu ren te staken, na een redevoering, waarin zij de P.v.d.A. het „met voe ten treden van de socialistische ginselen" verweet. Ds. Zandt |M. Ger.) noemde het politionele optre den noodzakelyk, terwijl de heer lo geman (Arb.) van oordeel was, dat er gesproken moet worden van een morele nederlaag. Spr. wenste nog eens een duideiyke. uiteenzetting, om dat velen twyfelen, of het optreocn wel noodzakelyk was geweest. Op 18 Juli heeft Sjarifoeddin voor de radio nog een nieuw aanbod gedaan. Her. moet duidelyk gemaakt worden, waarom dit niet meer mocht balen. Spr. drong sterk aan op controle van de militaire gebeurtenissen, ni. n. van de vliegtuigactie, en vroeg za kelijke, uitvoerige legêrberichten. De spanning in het land, ontstaan door de actie, mag niet onderschat worden en alles moet er op gericht zyn zo spoedig mogeiyk te kunnen terugkeren tot constructief, vreed zaam werk. Daaromtrent had spr. weinig in de regeringsverklaring ge vonden. De regering spreke zich daarover positief uit. Ook zou spr. duidelyk gemaakt willen zien waar om de regering het aanbod van goe de diensten der Britse regering zo koel beantwoordde en waarom er niet aanstonds gebruik van werd gemaakt. De heer N'ederhorst (Arb) meende dat niet tot militair geweld had mo gen worden overgegaan, alvorens de geschilpunten waren voorgelegd aan een scheidsgerecht. Het stellen van een ultimatum achtte spr. onjuist, omdat dit het begin vr oorlog was. In de brede zette hy uiteen het rege ringsbeleid niet te kunnen goedkeu ren en als middel tot een oplossing ziet hy de aanvaarding der Britse vriendenhand. De heer Wagenaar (CPN) sloot de rjj. Hij meende, dat de heer Tt- lanus had hierover gespro':en de leden van de drie vakcentrales zich moesten uitspreken en niet de be stuurders. Linggadjati is volgens de heer Wagenaar niet meer uit te voe ren. Vanmiddag komt minister Jonk man aan het woord. MAXIMUMPRIJS GRAANSTRO Het Bedryfschap voor Hooi, Stro en Ruw voeder heeft in de Pryzen- verordening 1947 de maximumprys van geperst graanstro van oogst '47 vastgesteld op f 30 per 1000 kg. voor levering door de verbouwer, afge* haald van diens bedryf. In tegenstel ling met het vorig jaar, toen het on- geperste stro niet aan een prysrege- ling was onderworpen, i3 de maxi mumprys van ongeperst stro van oogst 1947 vastgesteld op f 27 per 1000 kg franco persplaats. Voor na dere byzonderheden wordt verwezen naar de „Prysverordenhig Graan stro 1947" welke is afgekondigd in het Voedselvoorzieningsblad nr. 53 van 19 Juli 1947. OVERNAME NUCHTERE KALVEREN Dc tydeiyke ontvangstplaatsen voor overname nuchtere kalveren door bedryven komen na 2 Augustus 1947 definitief te vervallen. Met ingang van 4 Augustus 1947 zullen derhal ve nuchtere kalveren uitsluitend op de gebruikelijke overnamemarkt kua nen worden aangevoerd. Uit Indonesië. Gevangen genomen sluipschutters worden weggeleid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3