mi m
Bergens
Kerk
ruïne
SCHRIJVENDE LEZERS
UIT DE WESTFRIESE TAALTUIN
Een brokje
loca Ie historie
Wat de kaasmarkt betekent voor
Alkmaar, dat ia de Ruïne-kerk voor
Bergen. Beide vormen een aantrek
kelijke bezienswaardigheid en ge
nieten dan ook ten volle de belang -
«telling der vreemdelingen.
Niet ieder, die de kaasmarkt be
kocht, zal weten, dat het Waagge
bouw vroeger een kapel was, maar
wie zijn oog laat gaan over het eigen
aardige Berger kerkje, moet wel di
rect de vraag stellen, wat toch de
gebeurtenissen geweest kunnen zijn
die hier zo'n schilderachtig plekje
v*n hebben gemaakt.
Wanneer men bij de dorpsbewoners
informeert uit welke tijd hun kerk
je en de muurbrokken dateren, dan
blijken weinigen er een zelfde me
ning op na te houden.
De een veronderstelt, dat het kerk
gebouw er al stond in de tgd van
de Noormannen en later door brand,
dan wel door toedoen van de Span
jaarden gedurende het beleg van
Alkmaar, in een ruïne werd veran
derd.
Anderen beweren, dat de Engels-
Russische invasie in 1799 debet aan
de verwoestingen is.
Veel meer weten ze er meestal
niet van.
De vreemdelingen, die voor het
eerst in Bergen komen blijken meer
unaniem in hun oordeel: bommen!!!
Net zo goed als de Ronde Kom een
bomtrechter is, waar ze maar een
rustiek hekje om gezet hebben.
Wij zjjn niet de eersten, die iets
schreven over Bergen's oudste, nog
bestaande gebouw, maar geheel over
bodig blijkt dit niet!
Een offerplaats der hei
denen?
De kleine hoogte, waarop zich dus
thans nog de overblijfselen van het
eens zo trotse kerkgebouw verhef
fen, van ouds centrum van het
dorp speelde wellicht al een rol
In de tijd van onze heidense voor
vaderen.
Overblijfselen van dieren werden
aan het begin dezer eeuw ontdekt b'rj
het uitgraven der fundamenten van
het oude raadhuis, dat tegenover de
kerk stond op dezelfde plaats van
het thans bestaande gemeentehuis.
In het Museum bewaart men een
tand van een wild zwijn, opgegra
ven bij de kerkmuur.
Is hier dus een offerplaats ge
weest? Niemand die het zeker weet.
maar de dierresten zouden In die
richting wijzen...
Later stond er een ka
pel.
Reeds voor het jaar 1000 stond er
op dezelfde plek een kleine, waar
schijnlijk houten kapel, die even
als thans nog de R.K. Kerk was
gewijd aan de H.H. Petrus en Pau-
lus.
Een 50-tal jaren geleden vond men
de vloer ervan terug onder de fun
damenten van de tegenwoordige
kerk.
Omstreeks 1350 schjjnt de kapel
wegens bouwvalligheid te z|jn afge
broken.
Een grote kerk verrijst
in de 14e eeuw.
Het is nadien dat de bouw ter hand
werd genomen van de grote stenen
kerk, waarvan nog heden ten dage
de afmetingen z|jn te herkennen uit
de overgebleven fragmenten.
Het gothische bouwwerk moet z|jn
voltooid tussen de jaren 1350 en 1420
in elk geval ten t|jde dat de He
ren van Haemstede het bewind voer
den over dc Heerlijkheid Bergen (1285
—1438).
Dit kon men afleiden uit de aan
wezigheid van het familiewapen der
Haemstedes, hetwelk nog niet lang
geleden hoewel in beschadigde en
verweerde toestand zichtbaar moet
geweest zijn aan de oude Zuider-in
gang. Het bestond uit drie liggende
balkjes met kruisjes.
Hoe de Kerkedtfk aan
zijn naam komt.
Voordat nu „Bergen's trots en eer"
gereed kwam ging men vermoedelijk
ter kerke naar een waarschijnlijk al
bestaande kapel... aan de Kerkedijk.
Dat dit een noodkapel geweest is.
lijkt ons niet aannemelijk. Immers,
hij stond geheel buiten het eigenlijke
dorp.
In 1915, toen bij de aanleg van di
nieuwe begraafplaats tevens de
Kerkedijk werd rechtgetrokken, stuit
te men ongeveer halverwege (vlak
bij het plantsoentje) op de overblijf
selen van deze, geheel vergeten ka
pel.
Fundamenten, stenen, leien, dak
pannen en resten van pilaren werden
uitgegraven; een en ander is thans
te bezichtigen in het Museum.
De toren was 70 meter
hoog!
De fraaie parochiekerk, welke dus
zo ongeveer in de 14e eeuw is ge
bouwd had als grootste sieraad een
toren, van wel 70 meter hoogte, die
geplaatst was aan de Wester-ingang
binnen de kerk.
Twee uitkijkposten ter Z. W. z|jde
aan de spits maakten het mogelijk
in zee te zien.
Omgekeerd deed de toren overdag
dienst als baken voor de schepen.
Het Koor en de Noorder
kapel z|jn nog intact.
Aan weerszijden van het priester
koor bevonden zich twee zijvleugels:
de Noorderkapel en de Sacristie.
Deze laatste, welke dus dienst deed
als bergplaats der priestergewaden
en kerksieraden is thans niet meer
in wezen. (In 1595 kwam ervoor in
de plaats de consistoriekamer, her
kenbaar aan het jaartal in de vorm
van cgferankers op de gevel).
Het Koor en de Noorderkapel z|jn
in oorspronkelijke vorm bewaard ge
bleven.
De grafkelder..—.-. ge
heimzinnig en dnister.
Onder deze Noordelijke uitbouw
ligt een grafkelder, welke even oud
schijnt te zijn 'als de kerk.
De kelder is afgedekt door een
zeer zware steen, zonder inscript'e
of ornament.
Om de steen af te lichten moet men
gebruik maken van een domme
kracht.'
Een stenen trapje verleent toegang
tot de grafruimte.
Of de Heren van Haemstede hier
hun laatste rustplaats hebben ge
vonden is niet met zekerheid bekend.
Wel staat vast, dat er in zijn bijge
zet de Heren Stvdler van Surck en
de Graven van Nassau-Bergen (resp.
bezitters van Bergen in de 17e en
18e eeuw) met hun familieleden.
Een zestal doodkisten, waarvan
één met glas in het deksel zijn nog
aanwezig.
Het zijn de stoffelijke resten der
grafelijke familie van Nassau-Ber
gen. die hier rustm.
Twee kisten dragen een inscriptie:
op de overige zijn meest alleen ini
tialen en sterfjaar in koperen spij
kertjes aangebracht
Tijdens de achter ons liggende be
zettingsjaren bleek de grafkelder een
veilige bergplaats voor... de zware
koperen kronen uit de kerk, die bui
ten het bereik van de moffen, ander3
zeker tot munitie waren versmolten.
Een onderaardse gang...
Volgens een oude en mondelinge
overlevering bestond er een onder
aardse doorgang, die leidde van de
grafkelder naar de Oude Prins, wel
eer woning van Bergen's geestelijk
heid.
Sommigen beweerden zelfs, dat
hier een klooster heeft gestaan en
spraken in dit verband van een
kloostergang.
Hoe het ook zij, al in de 18e eeuw
liet men er vergeefs naar graven.
Het zou tot omstreeks 1881 duren
eer de volksmond (gedeeltelijk) ge
lijk kreeg ,door een toevallige ge
beurtenis.
In die tijd werd aarde weggehaald
van het oude Ruïnekerkhof, tenein
de de tuin van de in 1881 gebouw
de pastorie op te hogen.
Het was bij deze gelegenheid, dat
de grond instortte en het bestaan
van de onderaardse gang dus geen
fabeltje bleek.
(Wordt vervolgd) P. Beyneveld.
„Prefabricated" stnkken spoorlijn worden gebruikt bij de hernieuwing van
een gedeelte der London—Midland Scottish Railway over een alstand van
1000 yards (bijna een kilometer) welke geschiedde in de recordtijd van
ongeveer 7 uur. De ouderwetse manier van werken zou 6 weken gevergd
hebben.
GROOTSE PLANNEN
GROOT SCHERMER Te Groot-
Schermer is onder voorzitterschap
van Mevr. C. Driessen- Bakker een
comité opgericht uit de bestuursle
den van alle culturele verenigingen
ter plaatse, ten einde een bazar te
organiseren, waarvan de opbrengst
zal moeten dienen tot de aanschaf
van een nieuw uurwerk in de toren.
Deze actie dient een algemeen be
lang. Want met vier wijzerplaten,
waarop men van alle zijden het uur
zal kunnen aflezen, zou de gehele
gemeente ten zeerste gediend zijn.
Het is dan ook een sympathieke ge
dachte, dat de hele gemeente daar
aan mee zal werken. Het is de be
doeling dat op de in het najaar te
houden bazar alle verenigingen een
stand zullen verzorgen. Verder wil
men door een verloting, waarvoor
als hoofdprijs reeds een rijwiel is
toegezegd, de financiële opbrengst
van dit werk vergroten. Op de ten
huize van Mevr. Driessen gehouden
vergadering vonden al deze plannen
grote instemming.
Bijna verdronken
BERGEN AAN ZEE Het eerste
woord van 't, opschrift boven die be
richt stemt gelukkig. Want wanneer
dat kleine woordje „bijna" ntoest
worden weggelaten, dan 'zou een En
gelse familie vandaag wel een zeer
droevige boodschap hebben thudscge-
kregen over hun 15-jarige jori^énf
Raimond F rost want zo heet de
drenkeling maakt deel uit van "n
groepje Engelse jongens, dat bij bur
gers te Amstelveen is ondergebracht.
In vrachtauto's waren zij gisteren
naar Bergen aan Zee getrokken.
Want ook deze badplaats stond op
hun programma.
Nog maar nouwelijks in zee, raakte
Raimond in een trekgafc Een van
z'n vrienden .samen met een chauf
feur van een der auto's konden de
jongen nog aan een voet vasthou
den. Maar zij zagen toch geen kans
hem naar het strand te brengen.
De Amsterdammer Kranenburg,
gelogeerd te Bergen, lid van de Am
sterdamse reddingsbrigade, heeft
zijn naam eer aangedaan, en zich
buitengewoon kranig gedragen. Met
behulp van een reddingsljjn slaagde
hij er in de jongen op het strand
te krijgen. Ook de heer Grondsma
uit Alkmaar heeft daarbij geassis
teerd.
Het slachtoffer had al behoorlijk
wat water binnen gekregen en was
bewusteloos. De afdeling van het
Rode Kruis uit Bergen werd gewaar
schuwd en behandelde de jongen. Met
kunstmatige ademhaling en wat
cognac werd hij weer bijgebracht.
Voor de zekerheid reed men met
de jongen nog even langs dokter
Lugten. Deze achtte het het beste,
dat Raimond Frost naar Amstelveen
werd gebracht. Verondersteld mag
worden, dat h|j vandaag weer hele
maal op orde is.
Maar wat is de zee gevaarlijk.
Zonder de hulp van z|jn vrienden
en zonder de kordaatheid van de he
ren Kranenburg en Grondsma zou de
ze gast van ons land op z|jn va-
cantietocht z|jn omgekomen.
PARASITEREN OF OOGSTEN
Aan de heer J.v.M.,
Natuurlijk kan men van mening
verschillen of de vierdaagse al of
geen nutteloze energie-verspilling Is.
Zeker is dat, wanneer deze duizen
den krachtige mannen en vrouwen
hun energie en wilskracht voor de
oogst beschikbaar hadden gesteld,
dit in het voordeel van het Neder
landse volk was geweest.
Maar, geachte heer J.v.M., zeker
is ook, dat deze duizenden mannen
en vrouwen hun vacantie op hun ei
gen manier mogen doorbrengen. Nu
geloof ik dat de vacantie van de vier
daagse-lopers heel wat meer gezonde
ontspanning geeft als de ontspan
ning die men doorgaans in de min of
meer luxe badplaatsen pleegt aan te
treffen..
Het is m|j dan ook niet duidelijk
waarom U juist die wandelaars in
hun vacantie aan het werk wilt
zetten. Afgezien echter van het feit
zou ik willen vragen: Komt u wei
eens in onze grote steden en jziet u
daar het grote leger klaplopers dat
nog steeds parasiteert, juist op die
gezonde mannen en vrouwen?
En tenslotte, hebt u wel eens de
lusteloosheid en de corruptie opge
merkt, die nog steeds bij bepaalde
instanties te vinden z|jn?
Mogelgk zal, wanneer in boven
staande eens verandering wordt ge
bracht, het niet meer nodig zijn dat
buitenlandse studenten bij het bin
nenhalen van onze oogst behoeven
te werken.
Met dank voor plaatsing,
hoogachtend,
F. De W.
Naschrift redactie:
Ook van de heer Bakker uit Ber
gen ontvingen wij een in gelijke geest
Het is bekend, dat in vele gezegden
cn woorden de oorspronkelijke bete
kenis niet meer herkend wordt. Ik
denk daarbij aan de uitdrukking,
waarmee de voorgaande beschouwing
afgebrokeft werd. Het ging over: al
staan je op je achterste pot. Het is
duidelijk, dat deze zegswijze in haar
oorspronkelijke vorm niet werd gebe
zigd tegenover mensen, maar tegen
over... paarden. Want hebben paar
den en vooral jonge onder hen niet
de gewoonte om, als ze niet wensen
aan te leggen", op hun achterste po
ten te gaan staan?
We spreken ook een ogenblik over
.achterdeur" in de bekende uitdruk
king: 't is de achterdeur uit!". Waar
schijnlijk ls het een verschraling van
de zegswijze: ,,'t gaat me even hard de
achterdeur uit as 'et de voordeur in
komt", een variatie op het bekende
't komt er mit skoppe in. maar 'et
gaat *r ok mit skoppe weer uit".
Een „staande" uitdrukking is ook:
achter 't laik. In deze zin: moet je
nag mee achter 't laik; was er hil wat
volk achter 't laik?
Achter de dam is soms de inhoud
van een min of meer roerende preek,
'k Hew m'n leven lang achter de dam
zeten! hoor je dan beweren! 't Is dik
wijls niet waar. De „dam", hier ln de
zin van de afsluiting, de „afdamming"
van een water, is algemeen Neder
lands, men lette hier op Schiedam zo
goed als in Groningen Onder-
dendam maar in Westfriesland kr|jgt
het woord toch een meer strekelijke
betekenis als de verbinding tussen de
beperkte wereld van 't eigen erf en
dat wat daarbuiten is. Achter de dam
bl&lve heeft een gunstiger betekenis
dan de verkeerde dam uitgaan, 't Hek
is van de dam. zeggen we dan in het
A. B.. doch geen beter dan wij West
friezen kennen de betekenis hier van
beide woorden, het damhek, dat ons
vee van de openbare weg afsluit.
We gaan niet met dam verder, want
dan zouden we via de middeldam en
de middeldamspiegel in een geheel an
dere hoek van de taaltuin terecht ko
men en dat willen we niet. We wil
len even ons aandacht besteden aan
achtertein. Kent u dat woord? Volgens
Karaten is het de band aan het ach
tereinde van een schaats. In dit ver-
bank ken ik wel hieling en hiellng-
gesteld schrijven, mede namens „vele
wandelvrienden".
Ook z|j vinden, dat z|j zelf het
recht hebben te bepalen, hoe zij
hun vr|je t|jd te besteden.
Tsjaer valt veel voor te zeg
gen. Eén ding staat vast: 't Is maar
gelukkig, dat de Vierdaagse niet
voor de oproepen die Den Haag on
ophoudelijk het land inzond, het
wandelen heeft gestaakt. Want het
zou totaal onnodig geweest z|jn: er
waren al oogsters genoeg. Waar
schijnlijk is de heer J. v. M. de
schrik om het hart geslagen vanwe
ge al die hartverscheurende noodkre
ten, evenals dat met ons het geval
was. Ook wij waren n.1. in de veron
derstelling, dat, behoudens enkele
gunstige uitzonderingen, de jeugd
van Nederland zich weinig aantrok
van een noodtoestand inzake de aard
appeloogst En dat is wel gebleken,
onjuist te zijn.
Met de argumenten van de heer
F. de W. kunnen w|j het natuurlijk
in genen dele eens zijn. 't Is de wan
delaars hun goed recht er van over
tuigd te zijn, dat zij hun tijd op een
zeer nuttige manier besteden, maar
men moet dit zelfde recht dan
toch ook laten aan de badgasten, de
zwart-handelaars en de ambtenaren.
(W|j bedoelen dit laatste als een
grapje en menen er dus geen woord
van. Red.)
HARMONIE EN VICTORL4
VAN DEZE WEEK
DE DICTATOR VAN
CHARLIE CHAPLÏN
W|j zouden ons kunnen bepalen tot
het bespreken van de merites van
Charlie Chaplin's „De Dictator" als
film. W|j zouden met ericentel|jke
woorden kunnen uitweiden over de
inderdaad prachtige w|jze, waarop h|j
zijn dubbele rol van de grote heer
ser van de Ariërs en de kleine Jood
uit het ghetto speelt. Wij zouden een
schets kunnen geven van de komische
werking van deze paradox, de grote
man die zo klein en zo dwaas, en
de kleine dwaas die zo groot is. We
zouden kunnen w|jze op de fors ge
trokken scheiding tussen de kolder
wereld van de kliek der brute ge
weldenaren. en het- sobere wereldje
van de gewone mensen, die gelukkig
kunnen zijn, als ze met rust gelaten
worden. W|j kunnen bevestigen, dat
de film van een zeldzaam psycholo
gisch rafinement is, en dat ondanks
de grote mildheid van de. humor die
haar doordrenkt, er in één enkele
soène al het afschuwelijke van de
beestachtigheid in dit historisch ge
geven, tot uitdrukking komt. W|j
denken dan aan de scène waarin het
joodse meisje Hannah, Paulette God-
clard, bekogeld wordt met tomaten
door Hinkels stormtroepen, of aan 't
gezicht van Hinkel, die door de mi
crofoon zijn kuddetroepen opzweept
tot razernij tegen het joodse volk. Wij
zouden slechts met lof 'runnen spre
ken over deze film.
Maar toch;, hoe knap ook van op
zet, hoe meestelijk ook gespeeld, de
film gaf ons een gevoel van teleur
stelling. Ja, als w|j hem hadden mo
gen zien in die benauwende t|jd van
de Duitse bezetting, w|j zouden hem
waarschijnlijk ten volle hebben ge
waardeerd. Nu is die t|jd voortij.
Voorb|j is ook het naieve optimis
me, dat ons toen staande hield, en
dat uit de slotscène van deze film
weer tot ons komt W|j zien onze
eigen gevoelens van toen, nu w|j ge
desillusioneerd z|jn, in al hun be
trekkelijkheid. Wie vindt het prettig
zich zelf in een spiegel als dwaas te
ontdekken
„Vrede en vriendschap onder alle
mensen, tussen blank en bruin
verenigt u het geluk van de we
reld", het zijn woorden uit Chaplins
toespraak tot een zegevierend, ge
hard en ongelukkig volk.
Ach, hadden w|j „De Dictator" mo
gen zien in de tijd, waarin z|j voor
ons gemaakt werd!
CINEMA AMERICAIN
DE VROUW VAN
MONTE CHRISTO
Deze rolprent is gemaakt naar een
novelle van de bekende schrijver
Alexander Dumas. Dus een verhaal
vol spanning en sensatie, spelend in
de romantische sfeer van het 19e
eeuwse Frankrijk. De twee hoofd
vertolkers, John Loder als de Graaf
van Monte Christo alias de wreker,
en z|jn wederhelft Leonore Aubert,
spelen perfect. Het Parijs van 1832
met zijn nog feodale verhoudingen,
toont ons de tegenstelling tussen de
adellijke families en de verdrukte
mindere man, voor wie de Graaf van
Monte Christo optreedt als de be
schermer. die wonderen van scherm
en paardrijkunst verricht voor de
ogen van z|jn volgelingen. Van een
romantisch en dramatisch karakter
is de ontwikkeling van het spannend
verhaal.
Décors en entourage van deze film
zijn uitstekend verzorgd, en men kan
genieten van prachtige natuuropna
men.
In het uitgebreide voorprogramma
onder meer een komische éénacter
van zotte taxichauffeurs en een mu
zikale showfilm.
A. B. T.
DE LIÏJA DOMINO
Deze week brengt het A.B.T. een
pikante operettefilm. Het is een
klein idyllisch plaatsje in Hongarije,
waar de bloem der liefde zich ont
plooit in het hart va^i een aardig
kostschoolmeisje en een verkwistend
soldaat. Z|j komen beiden in Buda-
pest terecht. Hier begint het ge
heimzinnig verhaal van „De Lila Do
mino". Shari, het meisje met haar
lila kleed, dringt zich In het leven
van de populaire graaf, die z|jn laat
ste kapitaal verdobbelt omdat h|j
hardnekkig zoekt naar de fleurige
kant van het leven. De gehele film
door komt de geheimzinnige figuur
van „De Lila Domino" op de voor
grond, ten gunste van de graaf, die
van zijn wispelturigheid genezen
wordt. Zodat het nl« moeilijk is de
film met een happy end te doen ein
digen. 't Is een luchtige operette
film, waarin Szoke Szakall steeds
voor de vrol|jke noot weet te zor
gen. Op charmante w|jze worden de
hoofdrollen vertolkt door Michael
Bartlett en June Knlght.
Vooraf een filmpje van Charlie
Chapün, dat wat flauw en langdra
dig aandoet. De hoofdfilm is van be
ter gehalte.
band. Het tegengestelde moet dan zijn
voorteln, maar ook hier staat m»
niets van voor. Wel spreekt men in
het dialect soms van dc voortcen van
een schoen (knelt Je skoen je? Ja. cn
de voorteen') maar van een achter
teen spreekt men, geloof ik. toch niet
Achteruit wordt natuurlijk In aller
verbindingen gebruikt Zo in achter
uitgaan: M'n broer gaat geregeld ach
teruit. as ie nog meer achteruit gaat.
gaat ie dood. cn in achteruitboere in
de zin van door boeren in vermogen
achteruitgaan. Achteruit is er voorts
in nog veel andere samenstellingen:
achteruitloop?, etc.
Op de rand van dialecten A. B.
staat de achtervoet als onderdeel van
een geslacht dier. Die'ln vroeger da
gen geen varken of hokkeling slacht
te. slachtte „althans" een „achtervoet
je". In gelijke betekenis sprak men
dan ook van een achtcrvurre! zo goed
als van een voorvurrel. maar in ge
lijke betekenis werd. als bekend, zo
wel het ene al« 't andere woord ook
gebruikt 'voor de beide voorste resp.
achterste delen der koe-uier het jaar
(Wat het dat beist een Jaarstal, de
achtervurrels slepe zowat op de
grond).
Als slot van de samenstellingen met
„achter" 't achterspeen. V^or nict-
ingewijden: de uitdrukking heeft zijn
oorsprong gevonden aan het feit, dat.
ten eerste b|j het zogen door een
zeug de biggen „elk hun vaste speen
hebben", ten tweede, dat de voorspe
nen van het dier meer opleveren dan
de achterste (Het is zelfs zo, heb lk
me laten vertellen, dat, wanneer er
meer biggen zijn dan „titten", de over-
tallige ten dode zijn opgeschreven).
Daarmee we voorlopig „ach
ter" rusten. Gaan we alfabetisch ver
der, dan zou ik het eerste komen aan
Adam en Eva.
Om u uit de droom te helpen: het is
een plant. Eigenlijk meer dan één.
want niet allen benoemen er dezelfde
mee! Reukels noemt de Monnikskap
zo. doch dr. Boekenoogen in zijn
Zaanse volkstaal Dicentra spectnbillis.
Voor zover m|j bekend heeft een ka
merplant wiens Latijnse naam ik
niet kan de eer deze wijdse naam
te dragen.
Adam trouwens komt ook in 8nder
opzicht in ons dialect naar voren, en
wel in adamme. 'k Hoor het een vlot
te Westfries al zeggen: bai ons was
't altaid adamme, Sundes en in de
week! En ik hoor een paar „daguurs-
vrouwe" al met elkaar kakelen, als
ze de ondeugden van een derde weten
te vertellen: „nou. zai mag d'r toch ok
welders stilhouwe. wat wil zo.
heur man biet ok Adam....-..?
Natuurlijk mogen we affain niet
overslaan. Bij de geboorte was het
enfin, wat „aan het einde" kan bete
kenen. wij hebben er van gemeakt
„het is niet anders!"
Nu een woord eveneens van Franse
afkomst en aldus waarschijnlijk „ge
adopteerd" in de dagen, dat het Frans
eigenlijk de toon aangaf, n.1. afgron-
tere (Frans: affronter) We vinden het
geheel gelijk bij Wolff en Deken. In
dialectgebruik: je mocte de boel niet
altaid zo afgrontere. Het wordt ook
wel verhaspeld tot „in de afgrond
gooie'". En het heeft waarschijnlijk
ook een uitloper in het typisch WFr.
ofgrondelijk: ik hew een afgrondelcke
hekel an die koirel!
Nu een landbouwwerktuig, de egge.
anders gezegd, de aid. De bouwer en
tuinder hoor ik zeggen: ,.'k moet van
daag voor de aid! Of: 'k moet 'et veld
efkes ofloupe mit peerd en ftld. Een
ander hoor ik zeggen: *k kin m'n
vrouw niet misse, 't Is m'n aid rn m'n
ploeg. (Dit laatste oordeel heeft iets
gemeen met dat. waarvan Hildebrand
gewaagt in zijn beschrijving van de
Noordhollandse boer. die zei: 'k hou
erreg groot van m'n vrouw, d'r ls
gien beter keizer (kazerV. De West-
friese boer riet ln z'n vrouw „weer ie
mee ploege en aide kin", inderdaad
een ideale kameraad. Al heeft men
hem wel eens belasterd met te zeg
gen, dat le liever z'n betere helft
verloor as z'n bovenste koe".
J ROSELAAR.
o—
DE RUSTENDE JAGER
REDDEND ZWEMMEN
De Nederlandse kampioenschappen
zwemenmd redden, welke op 16 en 17
Augustus te Winkel gehouen worden
z|jn thans zeer nab|j.
Om een grote drukte tijdens de
kaartverkoop b |jhetnatuurbad te
voorkomen, worden de passe-partouts
(geldig voor Zaterdagmiddag, Za
terdagavond en Zondag) f 1.50
(knideren tot 16 jaar f 0.75) in voor
verkoop aangeboden b|j de volgende
adressen: Winkel; J. van Zoonen, P.
Oud, E. Totté, E. Karsten, D. Kaay,
Jn Wit, P. Otjes, C. Rodder; Lutje
winkel: W. Fijnheer; Schagen: fa.
Boonacker, fa. Plukker, fa. Raven,
N.V. Trapman, J. E. L. van Ketel, T.
Luider: Middenmeer: fa. Kleine-Bur
ger.
DE DUIVEL WAS DE
LAATSTE GAST
BERGEN „De duivel was de laat
ste gast" is de verfilming van een
middeleeuwse Franse legende, waar
in de duivel twee mlnnestrelen naar
het verlovingsfeest stuurt van een
jonkvrouw met een ridder.
Z|jn afgezanten moeten het geluk
in de harten der hoofdpej-sonen van
het feest verstoren, maar^zU hebben
weinig succes.
En als er zelfs een volkomen zui
vere liefde ontstaat tussen één der
mlnnestrelen en de jonkvrouw, ziet
satan zich genoodzaakt in eigen per
soon op het feest te verschijnen.
Veel kwaad kan h|j aanrichten.
Maar het Is hem onmogelijk, de vol
maakte liefde der minnaars te 'over
winnen. Want ook als z|j ln stenen
beelden z|jn veranderd. bl|Jven hun
harten kloppen voor eeuwig.
Deze bijzondere Franse film, wel
ke op een ongewoon niveau staat, ls
een gewaagde doch succesvolle po
ging om de volmaakte liefde tussen
twee mensen te idealiseren.
Ook de middeleeuwse sfeer ls b|j-
zonder goed aangevoeld.