mi m Bergens Kerk ruïne SCHRIJVENDE LEZERS UIT DE WESTFRIESE TAALTUIN Een brokje loca Ie historie Wat de kaasmarkt betekent voor Alkmaar, dat ia de Ruïne-kerk voor Bergen. Beide vormen een aantrek kelijke bezienswaardigheid en ge nieten dan ook ten volle de belang - «telling der vreemdelingen. Niet ieder, die de kaasmarkt be kocht, zal weten, dat het Waagge bouw vroeger een kapel was, maar wie zijn oog laat gaan over het eigen aardige Berger kerkje, moet wel di rect de vraag stellen, wat toch de gebeurtenissen geweest kunnen zijn die hier zo'n schilderachtig plekje v*n hebben gemaakt. Wanneer men bij de dorpsbewoners informeert uit welke tijd hun kerk je en de muurbrokken dateren, dan blijken weinigen er een zelfde me ning op na te houden. De een veronderstelt, dat het kerk gebouw er al stond in de tgd van de Noormannen en later door brand, dan wel door toedoen van de Span jaarden gedurende het beleg van Alkmaar, in een ruïne werd veran derd. Anderen beweren, dat de Engels- Russische invasie in 1799 debet aan de verwoestingen is. Veel meer weten ze er meestal niet van. De vreemdelingen, die voor het eerst in Bergen komen blijken meer unaniem in hun oordeel: bommen!!! Net zo goed als de Ronde Kom een bomtrechter is, waar ze maar een rustiek hekje om gezet hebben. Wij zjjn niet de eersten, die iets schreven over Bergen's oudste, nog bestaande gebouw, maar geheel over bodig blijkt dit niet! Een offerplaats der hei denen? De kleine hoogte, waarop zich dus thans nog de overblijfselen van het eens zo trotse kerkgebouw verhef fen, van ouds centrum van het dorp speelde wellicht al een rol In de tijd van onze heidense voor vaderen. Overblijfselen van dieren werden aan het begin dezer eeuw ontdekt b'rj het uitgraven der fundamenten van het oude raadhuis, dat tegenover de kerk stond op dezelfde plaats van het thans bestaande gemeentehuis. In het Museum bewaart men een tand van een wild zwijn, opgegra ven bij de kerkmuur. Is hier dus een offerplaats ge weest? Niemand die het zeker weet. maar de dierresten zouden In die richting wijzen... Later stond er een ka pel. Reeds voor het jaar 1000 stond er op dezelfde plek een kleine, waar schijnlijk houten kapel, die even als thans nog de R.K. Kerk was gewijd aan de H.H. Petrus en Pau- lus. Een 50-tal jaren geleden vond men de vloer ervan terug onder de fun damenten van de tegenwoordige kerk. Omstreeks 1350 schjjnt de kapel wegens bouwvalligheid te z|jn afge broken. Een grote kerk verrijst in de 14e eeuw. Het is nadien dat de bouw ter hand werd genomen van de grote stenen kerk, waarvan nog heden ten dage de afmetingen z|jn te herkennen uit de overgebleven fragmenten. Het gothische bouwwerk moet z|jn voltooid tussen de jaren 1350 en 1420 in elk geval ten t|jde dat de He ren van Haemstede het bewind voer den over dc Heerlijkheid Bergen (1285 —1438). Dit kon men afleiden uit de aan wezigheid van het familiewapen der Haemstedes, hetwelk nog niet lang geleden hoewel in beschadigde en verweerde toestand zichtbaar moet geweest zijn aan de oude Zuider-in gang. Het bestond uit drie liggende balkjes met kruisjes. Hoe de Kerkedtfk aan zijn naam komt. Voordat nu „Bergen's trots en eer" gereed kwam ging men vermoedelijk ter kerke naar een waarschijnlijk al bestaande kapel... aan de Kerkedijk. Dat dit een noodkapel geweest is. lijkt ons niet aannemelijk. Immers, hij stond geheel buiten het eigenlijke dorp. In 1915, toen bij de aanleg van di nieuwe begraafplaats tevens de Kerkedijk werd rechtgetrokken, stuit te men ongeveer halverwege (vlak bij het plantsoentje) op de overblijf selen van deze, geheel vergeten ka pel. Fundamenten, stenen, leien, dak pannen en resten van pilaren werden uitgegraven; een en ander is thans te bezichtigen in het Museum. De toren was 70 meter hoog! De fraaie parochiekerk, welke dus zo ongeveer in de 14e eeuw is ge bouwd had als grootste sieraad een toren, van wel 70 meter hoogte, die geplaatst was aan de Wester-ingang binnen de kerk. Twee uitkijkposten ter Z. W. z|jde aan de spits maakten het mogelijk in zee te zien. Omgekeerd deed de toren overdag dienst als baken voor de schepen. Het Koor en de Noorder kapel z|jn nog intact. Aan weerszijden van het priester koor bevonden zich twee zijvleugels: de Noorderkapel en de Sacristie. Deze laatste, welke dus dienst deed als bergplaats der priestergewaden en kerksieraden is thans niet meer in wezen. (In 1595 kwam ervoor in de plaats de consistoriekamer, her kenbaar aan het jaartal in de vorm van cgferankers op de gevel). Het Koor en de Noorderkapel z|jn in oorspronkelijke vorm bewaard ge bleven. De grafkelder..—.-. ge heimzinnig en dnister. Onder deze Noordelijke uitbouw ligt een grafkelder, welke even oud schijnt te zijn 'als de kerk. De kelder is afgedekt door een zeer zware steen, zonder inscript'e of ornament. Om de steen af te lichten moet men gebruik maken van een domme kracht.' Een stenen trapje verleent toegang tot de grafruimte. Of de Heren van Haemstede hier hun laatste rustplaats hebben ge vonden is niet met zekerheid bekend. Wel staat vast, dat er in zijn bijge zet de Heren Stvdler van Surck en de Graven van Nassau-Bergen (resp. bezitters van Bergen in de 17e en 18e eeuw) met hun familieleden. Een zestal doodkisten, waarvan één met glas in het deksel zijn nog aanwezig. Het zijn de stoffelijke resten der grafelijke familie van Nassau-Ber gen. die hier rustm. Twee kisten dragen een inscriptie: op de overige zijn meest alleen ini tialen en sterfjaar in koperen spij kertjes aangebracht Tijdens de achter ons liggende be zettingsjaren bleek de grafkelder een veilige bergplaats voor... de zware koperen kronen uit de kerk, die bui ten het bereik van de moffen, ander3 zeker tot munitie waren versmolten. Een onderaardse gang... Volgens een oude en mondelinge overlevering bestond er een onder aardse doorgang, die leidde van de grafkelder naar de Oude Prins, wel eer woning van Bergen's geestelijk heid. Sommigen beweerden zelfs, dat hier een klooster heeft gestaan en spraken in dit verband van een kloostergang. Hoe het ook zij, al in de 18e eeuw liet men er vergeefs naar graven. Het zou tot omstreeks 1881 duren eer de volksmond (gedeeltelijk) ge lijk kreeg ,door een toevallige ge beurtenis. In die tijd werd aarde weggehaald van het oude Ruïnekerkhof, tenein de de tuin van de in 1881 gebouw de pastorie op te hogen. Het was bij deze gelegenheid, dat de grond instortte en het bestaan van de onderaardse gang dus geen fabeltje bleek. (Wordt vervolgd) P. Beyneveld. „Prefabricated" stnkken spoorlijn worden gebruikt bij de hernieuwing van een gedeelte der London—Midland Scottish Railway over een alstand van 1000 yards (bijna een kilometer) welke geschiedde in de recordtijd van ongeveer 7 uur. De ouderwetse manier van werken zou 6 weken gevergd hebben. GROOTSE PLANNEN GROOT SCHERMER Te Groot- Schermer is onder voorzitterschap van Mevr. C. Driessen- Bakker een comité opgericht uit de bestuursle den van alle culturele verenigingen ter plaatse, ten einde een bazar te organiseren, waarvan de opbrengst zal moeten dienen tot de aanschaf van een nieuw uurwerk in de toren. Deze actie dient een algemeen be lang. Want met vier wijzerplaten, waarop men van alle zijden het uur zal kunnen aflezen, zou de gehele gemeente ten zeerste gediend zijn. Het is dan ook een sympathieke ge dachte, dat de hele gemeente daar aan mee zal werken. Het is de be doeling dat op de in het najaar te houden bazar alle verenigingen een stand zullen verzorgen. Verder wil men door een verloting, waarvoor als hoofdprijs reeds een rijwiel is toegezegd, de financiële opbrengst van dit werk vergroten. Op de ten huize van Mevr. Driessen gehouden vergadering vonden al deze plannen grote instemming. Bijna verdronken BERGEN AAN ZEE Het eerste woord van 't, opschrift boven die be richt stemt gelukkig. Want wanneer dat kleine woordje „bijna" ntoest worden weggelaten, dan 'zou een En gelse familie vandaag wel een zeer droevige boodschap hebben thudscge- kregen over hun 15-jarige jori^énf Raimond F rost want zo heet de drenkeling maakt deel uit van "n groepje Engelse jongens, dat bij bur gers te Amstelveen is ondergebracht. In vrachtauto's waren zij gisteren naar Bergen aan Zee getrokken. Want ook deze badplaats stond op hun programma. Nog maar nouwelijks in zee, raakte Raimond in een trekgafc Een van z'n vrienden .samen met een chauf feur van een der auto's konden de jongen nog aan een voet vasthou den. Maar zij zagen toch geen kans hem naar het strand te brengen. De Amsterdammer Kranenburg, gelogeerd te Bergen, lid van de Am sterdamse reddingsbrigade, heeft zijn naam eer aangedaan, en zich buitengewoon kranig gedragen. Met behulp van een reddingsljjn slaagde hij er in de jongen op het strand te krijgen. Ook de heer Grondsma uit Alkmaar heeft daarbij geassis teerd. Het slachtoffer had al behoorlijk wat water binnen gekregen en was bewusteloos. De afdeling van het Rode Kruis uit Bergen werd gewaar schuwd en behandelde de jongen. Met kunstmatige ademhaling en wat cognac werd hij weer bijgebracht. Voor de zekerheid reed men met de jongen nog even langs dokter Lugten. Deze achtte het het beste, dat Raimond Frost naar Amstelveen werd gebracht. Verondersteld mag worden, dat h|j vandaag weer hele maal op orde is. Maar wat is de zee gevaarlijk. Zonder de hulp van z|jn vrienden en zonder de kordaatheid van de he ren Kranenburg en Grondsma zou de ze gast van ons land op z|jn va- cantietocht z|jn omgekomen. PARASITEREN OF OOGSTEN Aan de heer J.v.M., Natuurlijk kan men van mening verschillen of de vierdaagse al of geen nutteloze energie-verspilling Is. Zeker is dat, wanneer deze duizen den krachtige mannen en vrouwen hun energie en wilskracht voor de oogst beschikbaar hadden gesteld, dit in het voordeel van het Neder landse volk was geweest. Maar, geachte heer J.v.M., zeker is ook, dat deze duizenden mannen en vrouwen hun vacantie op hun ei gen manier mogen doorbrengen. Nu geloof ik dat de vacantie van de vier daagse-lopers heel wat meer gezonde ontspanning geeft als de ontspan ning die men doorgaans in de min of meer luxe badplaatsen pleegt aan te treffen.. Het is m|j dan ook niet duidelijk waarom U juist die wandelaars in hun vacantie aan het werk wilt zetten. Afgezien echter van het feit zou ik willen vragen: Komt u wei eens in onze grote steden en jziet u daar het grote leger klaplopers dat nog steeds parasiteert, juist op die gezonde mannen en vrouwen? En tenslotte, hebt u wel eens de lusteloosheid en de corruptie opge merkt, die nog steeds bij bepaalde instanties te vinden z|jn? Mogelgk zal, wanneer in boven staande eens verandering wordt ge bracht, het niet meer nodig zijn dat buitenlandse studenten bij het bin nenhalen van onze oogst behoeven te werken. Met dank voor plaatsing, hoogachtend, F. De W. Naschrift redactie: Ook van de heer Bakker uit Ber gen ontvingen wij een in gelijke geest Het is bekend, dat in vele gezegden cn woorden de oorspronkelijke bete kenis niet meer herkend wordt. Ik denk daarbij aan de uitdrukking, waarmee de voorgaande beschouwing afgebrokeft werd. Het ging over: al staan je op je achterste pot. Het is duidelijk, dat deze zegswijze in haar oorspronkelijke vorm niet werd gebe zigd tegenover mensen, maar tegen over... paarden. Want hebben paar den en vooral jonge onder hen niet de gewoonte om, als ze niet wensen aan te leggen", op hun achterste po ten te gaan staan? We spreken ook een ogenblik over .achterdeur" in de bekende uitdruk king: 't is de achterdeur uit!". Waar schijnlijk ls het een verschraling van de zegswijze: ,,'t gaat me even hard de achterdeur uit as 'et de voordeur in komt", een variatie op het bekende 't komt er mit skoppe in. maar 'et gaat *r ok mit skoppe weer uit". Een „staande" uitdrukking is ook: achter 't laik. In deze zin: moet je nag mee achter 't laik; was er hil wat volk achter 't laik? Achter de dam is soms de inhoud van een min of meer roerende preek, 'k Hew m'n leven lang achter de dam zeten! hoor je dan beweren! 't Is dik wijls niet waar. De „dam", hier ln de zin van de afsluiting, de „afdamming" van een water, is algemeen Neder lands, men lette hier op Schiedam zo goed als in Groningen Onder- dendam maar in Westfriesland kr|jgt het woord toch een meer strekelijke betekenis als de verbinding tussen de beperkte wereld van 't eigen erf en dat wat daarbuiten is. Achter de dam bl&lve heeft een gunstiger betekenis dan de verkeerde dam uitgaan, 't Hek is van de dam. zeggen we dan in het A. B.. doch geen beter dan wij West friezen kennen de betekenis hier van beide woorden, het damhek, dat ons vee van de openbare weg afsluit. We gaan niet met dam verder, want dan zouden we via de middeldam en de middeldamspiegel in een geheel an dere hoek van de taaltuin terecht ko men en dat willen we niet. We wil len even ons aandacht besteden aan achtertein. Kent u dat woord? Volgens Karaten is het de band aan het ach tereinde van een schaats. In dit ver- bank ken ik wel hieling en hiellng- gesteld schrijven, mede namens „vele wandelvrienden". Ook z|j vinden, dat z|j zelf het recht hebben te bepalen, hoe zij hun vr|je t|jd te besteden. Tsjaer valt veel voor te zeg gen. Eén ding staat vast: 't Is maar gelukkig, dat de Vierdaagse niet voor de oproepen die Den Haag on ophoudelijk het land inzond, het wandelen heeft gestaakt. Want het zou totaal onnodig geweest z|jn: er waren al oogsters genoeg. Waar schijnlijk is de heer J. v. M. de schrik om het hart geslagen vanwe ge al die hartverscheurende noodkre ten, evenals dat met ons het geval was. Ook wij waren n.1. in de veron derstelling, dat, behoudens enkele gunstige uitzonderingen, de jeugd van Nederland zich weinig aantrok van een noodtoestand inzake de aard appeloogst En dat is wel gebleken, onjuist te zijn. Met de argumenten van de heer F. de W. kunnen w|j het natuurlijk in genen dele eens zijn. 't Is de wan delaars hun goed recht er van over tuigd te zijn, dat zij hun tijd op een zeer nuttige manier besteden, maar men moet dit zelfde recht dan toch ook laten aan de badgasten, de zwart-handelaars en de ambtenaren. (W|j bedoelen dit laatste als een grapje en menen er dus geen woord van. Red.) HARMONIE EN VICTORL4 VAN DEZE WEEK DE DICTATOR VAN CHARLIE CHAPLÏN W|j zouden ons kunnen bepalen tot het bespreken van de merites van Charlie Chaplin's „De Dictator" als film. W|j zouden met ericentel|jke woorden kunnen uitweiden over de inderdaad prachtige w|jze, waarop h|j zijn dubbele rol van de grote heer ser van de Ariërs en de kleine Jood uit het ghetto speelt. Wij zouden een schets kunnen geven van de komische werking van deze paradox, de grote man die zo klein en zo dwaas, en de kleine dwaas die zo groot is. We zouden kunnen w|jze op de fors ge trokken scheiding tussen de kolder wereld van de kliek der brute ge weldenaren. en het- sobere wereldje van de gewone mensen, die gelukkig kunnen zijn, als ze met rust gelaten worden. W|j kunnen bevestigen, dat de film van een zeldzaam psycholo gisch rafinement is, en dat ondanks de grote mildheid van de. humor die haar doordrenkt, er in één enkele soène al het afschuwelijke van de beestachtigheid in dit historisch ge geven, tot uitdrukking komt. W|j denken dan aan de scène waarin het joodse meisje Hannah, Paulette God- clard, bekogeld wordt met tomaten door Hinkels stormtroepen, of aan 't gezicht van Hinkel, die door de mi crofoon zijn kuddetroepen opzweept tot razernij tegen het joodse volk. Wij zouden slechts met lof 'runnen spre ken over deze film. Maar toch;, hoe knap ook van op zet, hoe meestelijk ook gespeeld, de film gaf ons een gevoel van teleur stelling. Ja, als w|j hem hadden mo gen zien in die benauwende t|jd van de Duitse bezetting, w|j zouden hem waarschijnlijk ten volle hebben ge waardeerd. Nu is die t|jd voortij. Voorb|j is ook het naieve optimis me, dat ons toen staande hield, en dat uit de slotscène van deze film weer tot ons komt W|j zien onze eigen gevoelens van toen, nu w|j ge desillusioneerd z|jn, in al hun be trekkelijkheid. Wie vindt het prettig zich zelf in een spiegel als dwaas te ontdekken „Vrede en vriendschap onder alle mensen, tussen blank en bruin verenigt u het geluk van de we reld", het zijn woorden uit Chaplins toespraak tot een zegevierend, ge hard en ongelukkig volk. Ach, hadden w|j „De Dictator" mo gen zien in de tijd, waarin z|j voor ons gemaakt werd! CINEMA AMERICAIN DE VROUW VAN MONTE CHRISTO Deze rolprent is gemaakt naar een novelle van de bekende schrijver Alexander Dumas. Dus een verhaal vol spanning en sensatie, spelend in de romantische sfeer van het 19e eeuwse Frankrijk. De twee hoofd vertolkers, John Loder als de Graaf van Monte Christo alias de wreker, en z|jn wederhelft Leonore Aubert, spelen perfect. Het Parijs van 1832 met zijn nog feodale verhoudingen, toont ons de tegenstelling tussen de adellijke families en de verdrukte mindere man, voor wie de Graaf van Monte Christo optreedt als de be schermer. die wonderen van scherm en paardrijkunst verricht voor de ogen van z|jn volgelingen. Van een romantisch en dramatisch karakter is de ontwikkeling van het spannend verhaal. Décors en entourage van deze film zijn uitstekend verzorgd, en men kan genieten van prachtige natuuropna men. In het uitgebreide voorprogramma onder meer een komische éénacter van zotte taxichauffeurs en een mu zikale showfilm. A. B. T. DE LIÏJA DOMINO Deze week brengt het A.B.T. een pikante operettefilm. Het is een klein idyllisch plaatsje in Hongarije, waar de bloem der liefde zich ont plooit in het hart va^i een aardig kostschoolmeisje en een verkwistend soldaat. Z|j komen beiden in Buda- pest terecht. Hier begint het ge heimzinnig verhaal van „De Lila Do mino". Shari, het meisje met haar lila kleed, dringt zich In het leven van de populaire graaf, die z|jn laat ste kapitaal verdobbelt omdat h|j hardnekkig zoekt naar de fleurige kant van het leven. De gehele film door komt de geheimzinnige figuur van „De Lila Domino" op de voor grond, ten gunste van de graaf, die van zijn wispelturigheid genezen wordt. Zodat het nl« moeilijk is de film met een happy end te doen ein digen. 't Is een luchtige operette film, waarin Szoke Szakall steeds voor de vrol|jke noot weet te zor gen. Op charmante w|jze worden de hoofdrollen vertolkt door Michael Bartlett en June Knlght. Vooraf een filmpje van Charlie Chapün, dat wat flauw en langdra dig aandoet. De hoofdfilm is van be ter gehalte. band. Het tegengestelde moet dan zijn voorteln, maar ook hier staat m» niets van voor. Wel spreekt men in het dialect soms van dc voortcen van een schoen (knelt Je skoen je? Ja. cn de voorteen') maar van een achter teen spreekt men, geloof ik. toch niet Achteruit wordt natuurlijk In aller verbindingen gebruikt Zo in achter uitgaan: M'n broer gaat geregeld ach teruit. as ie nog meer achteruit gaat. gaat ie dood. cn in achteruitboere in de zin van door boeren in vermogen achteruitgaan. Achteruit is er voorts in nog veel andere samenstellingen: achteruitloop?, etc. Op de rand van dialecten A. B. staat de achtervoet als onderdeel van een geslacht dier. Die'ln vroeger da gen geen varken of hokkeling slacht te. slachtte „althans" een „achtervoet je". In gelijke betekenis sprak men dan ook van een achtcrvurre! zo goed als van een voorvurrel. maar in ge lijke betekenis werd. als bekend, zo wel het ene al« 't andere woord ook gebruikt 'voor de beide voorste resp. achterste delen der koe-uier het jaar (Wat het dat beist een Jaarstal, de achtervurrels slepe zowat op de grond). Als slot van de samenstellingen met „achter" 't achterspeen. V^or nict- ingewijden: de uitdrukking heeft zijn oorsprong gevonden aan het feit, dat. ten eerste b|j het zogen door een zeug de biggen „elk hun vaste speen hebben", ten tweede, dat de voorspe nen van het dier meer opleveren dan de achterste (Het is zelfs zo, heb lk me laten vertellen, dat, wanneer er meer biggen zijn dan „titten", de over- tallige ten dode zijn opgeschreven). Daarmee we voorlopig „ach ter" rusten. Gaan we alfabetisch ver der, dan zou ik het eerste komen aan Adam en Eva. Om u uit de droom te helpen: het is een plant. Eigenlijk meer dan één. want niet allen benoemen er dezelfde mee! Reukels noemt de Monnikskap zo. doch dr. Boekenoogen in zijn Zaanse volkstaal Dicentra spectnbillis. Voor zover m|j bekend heeft een ka merplant wiens Latijnse naam ik niet kan de eer deze wijdse naam te dragen. Adam trouwens komt ook in 8nder opzicht in ons dialect naar voren, en wel in adamme. 'k Hoor het een vlot te Westfries al zeggen: bai ons was 't altaid adamme, Sundes en in de week! En ik hoor een paar „daguurs- vrouwe" al met elkaar kakelen, als ze de ondeugden van een derde weten te vertellen: „nou. zai mag d'r toch ok welders stilhouwe. wat wil zo. heur man biet ok Adam....-..? Natuurlijk mogen we affain niet overslaan. Bij de geboorte was het enfin, wat „aan het einde" kan bete kenen. wij hebben er van gemeakt „het is niet anders!" Nu een woord eveneens van Franse afkomst en aldus waarschijnlijk „ge adopteerd" in de dagen, dat het Frans eigenlijk de toon aangaf, n.1. afgron- tere (Frans: affronter) We vinden het geheel gelijk bij Wolff en Deken. In dialectgebruik: je mocte de boel niet altaid zo afgrontere. Het wordt ook wel verhaspeld tot „in de afgrond gooie'". En het heeft waarschijnlijk ook een uitloper in het typisch WFr. ofgrondelijk: ik hew een afgrondelcke hekel an die koirel! Nu een landbouwwerktuig, de egge. anders gezegd, de aid. De bouwer en tuinder hoor ik zeggen: ,.'k moet van daag voor de aid! Of: 'k moet 'et veld efkes ofloupe mit peerd en ftld. Een ander hoor ik zeggen: *k kin m'n vrouw niet misse, 't Is m'n aid rn m'n ploeg. (Dit laatste oordeel heeft iets gemeen met dat. waarvan Hildebrand gewaagt in zijn beschrijving van de Noordhollandse boer. die zei: 'k hou erreg groot van m'n vrouw, d'r ls gien beter keizer (kazerV. De West- friese boer riet ln z'n vrouw „weer ie mee ploege en aide kin", inderdaad een ideale kameraad. Al heeft men hem wel eens belasterd met te zeg gen, dat le liever z'n betere helft verloor as z'n bovenste koe". J ROSELAAR. o— DE RUSTENDE JAGER REDDEND ZWEMMEN De Nederlandse kampioenschappen zwemenmd redden, welke op 16 en 17 Augustus te Winkel gehouen worden z|jn thans zeer nab|j. Om een grote drukte tijdens de kaartverkoop b |jhetnatuurbad te voorkomen, worden de passe-partouts (geldig voor Zaterdagmiddag, Za terdagavond en Zondag) f 1.50 (knideren tot 16 jaar f 0.75) in voor verkoop aangeboden b|j de volgende adressen: Winkel; J. van Zoonen, P. Oud, E. Totté, E. Karsten, D. Kaay, Jn Wit, P. Otjes, C. Rodder; Lutje winkel: W. Fijnheer; Schagen: fa. Boonacker, fa. Plukker, fa. Raven, N.V. Trapman, J. E. L. van Ketel, T. Luider: Middenmeer: fa. Kleine-Bur ger. DE DUIVEL WAS DE LAATSTE GAST BERGEN „De duivel was de laat ste gast" is de verfilming van een middeleeuwse Franse legende, waar in de duivel twee mlnnestrelen naar het verlovingsfeest stuurt van een jonkvrouw met een ridder. Z|jn afgezanten moeten het geluk in de harten der hoofdpej-sonen van het feest verstoren, maar^zU hebben weinig succes. En als er zelfs een volkomen zui vere liefde ontstaat tussen één der mlnnestrelen en de jonkvrouw, ziet satan zich genoodzaakt in eigen per soon op het feest te verschijnen. Veel kwaad kan h|j aanrichten. Maar het Is hem onmogelijk, de vol maakte liefde der minnaars te 'over winnen. Want ook als z|j ln stenen beelden z|jn veranderd. bl|Jven hun harten kloppen voor eeuwig. Deze bijzondere Franse film, wel ke op een ongewoon niveau staat, ls een gewaagde doch succesvolle po ging om de volmaakte liefde tussen twee mensen te idealiseren. Ook de middeleeuwse sfeer ls b|j- zonder goed aangevoeld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3