De schuldbelijdenis der 25 N.S.B.-ers 2 Suriname heeft plaats genoeg Welke mogelijkheden zijn er voor de emigranten? Enige dagen geleden publiceerden we een aantal negatieve reacties op de „Schuldbelijdenis" en de „Verklaring", die door een 25-tal vooraan staande N.SJB-ers was opgesteld, en door bemiddeling van de kerken algemeen bekend was gemaakt. In de geciteerde brieven werd getwij feld aan de echtheid van deze stukken. Zou er geen zelfbelang achter schuilen? Zijn de opstellers wel veranderd tot op de laatste grond? Vooral nu zij hun doen en laten gedurende de bezetting nog proberen te verklaren, goed te praten misschien? Tegenover deze reacties volgen hier meer positieve geluiden. Waar bij het u op zal vallen, dat in de hieronder aan te halen brieven een godsdienstige toon meespreekt die in de vorige brieven vrijwel geheel ontbrak. Maar oordeelt u zelf. Waar hoort een schuld belijdenis thuis? De vraag is meerdere malen gesteld of een dergelijke schuldbelijdenis pu bliek moest worden gemaakt, o.a. ook door de pers. Eigenlijk schuilt hiér een nog diepere vraag achter. Is het mogelijk z'n schuld te belijden tegen over een grote groep van mensen, te genover een volk? Zou een erkenning van schuld niet een strikt persoonlijk gebeuren zijn. waarbij een enkeling staat in een ik gij verhouding? Waarbij dat gij één enkel mens kan zijn of God. Maar kan een volk persoonlijk worden aangesproken in een erkenning van schuld? Maar luistert u eerst naar een le zer uit Hoorn: „Bij voorlezing in de kerk, in een van ernst geladen stilte, voelde ik dat eigenlijk alleen hier de sfeer was, waarin een schuldbelijdenis als deze gehoord moest worden. Zij is uitge sproken voor God, en behoort even eens als staande voor God door ons volk ontvangen te worden. De statistiek vermeldt, dat één vijf de deel van ons volk onkerkelijk is. Deze zullen in de eerste plaats aan vechtbare woorden kunnen vinden in „Belijdenis" en „Verklaring". Maar als het andere vier vijfde deel met be zonken ernst en eerlijk hart vandaag (bedoeld is de Zondag, waarop de schrijver dit stuk In. de kerk hoorde voorlezen; Red.> het Onze Vader heeft kunnen meebidden, dan hebben de N.S.B.-ers met hun schuldbelijdenis een onmisbare steen toegevoegd aan Nederlands opbouw". ten expolitieke gevangene spreekt. Deze schrijver onderscheidt twee groepen N.S.B.-ers. Allereerst diege nen, die door hun gevangenschap verbitterd zijn, en die met haat- en wraakgevoelens naar de maat schappij zullen terugkeren. Een com promis met deze „arrogante" heren acht de schrijver onmogelijk. Dan gaat deze brief verder: ..Dan is er een groep, welke eerlijk zegt: „Wij hebben in de oorlogsjaren ge faald. en grote fouten gemaakt. Maar wij erkennen onze schuld, en zien duidelijk onze verkeerde handelwijze in. Geef ons gelegenheid om onze goede wil te tonen." Mogen wij deze mensen met een koud gebaar afstoten? En zodoende alle mogelijkheden om de bestaande kloof te overbruggen, uitsluiten? Dan zouden wij even schuldig zijn als zij. die wij zo verachtelijk alle tegemoet koming weigeren. Door zo'n houding zouden wij de gevoelens, welke bij die mensen naar boven waren geko men, in de kiem verstikken. Door de ons toegestoken hand te weigeren, zullen wij hen weer terugstoten in de poel van wanhoop en verbittering, waaruit zij proberen te geraken. Dit zou een misdaad zijn. Niet alleen te genover die mensen, maar ook tegen over ons land, tegenover de maat schappij. tegenover God. Met hen die in hun hart nog steeds het Nazi-ideaal ronddragen, is geen compromis mogelijk. Maar zij die met oprecht berouw zich weer melden bij de maatschappij, behoren wij weer in ons midden op te nemen." Haat, vrede, vergeving. De politieke delinkwenten moeten weer terug in de maatschappij. Vele schrijvende lezers beseffen dit. Haat maakt deze terugkeer onmogelijk Vrede, een innerlijk tot rust geko men ziin, ook van onze kant, zal nood zakelijk zijn. Anderen gaan verder, en spreken van vergeving. Een lezer uit Alkmaar spreekt hier over in christelijke geest. Hij zegt „Toch hebben wij het onder ogen te zien. dat deze mensen eens in de maat schappij zullen terugkeren. Dan heb ben wij onze houding te bepalen. Zul len wij hen met haat in het hart te gemoet treden of met vrede in ons hart? Van liefde durf ik bijna niet te ge wagen Men moet maar een zwaar verlies geleden hebben. Toch zal het vergevingsgezindheid en liefde moe ten zijn. Want een volk dat in zich zelf door haat verdeeld is, zal de poorten wijd open zetten voor allerlei duivelse machten, die dat volk ten slotte ten gronde zullen richten. Nog steeds gelden de woorden van Chris tus: ..Oordeelt niet, opdat gij niet ge oordeeld wordt Hebt uw vijanden lief Wie zonder zonde is. werpe de eerste steen." Moeten wjj deze uit spraken in de wind slaan, of zullen wij ze ter harte nemen. Men kan hetzelfde ook op theoso fische manier zeggen. Het bestuur van een loge schrijft: „Geen haat wordt met haat uitgewist, noch door wan trouwen of achterdocht. Ieder tot waarachtig inzicht gekomen mens heeft zichzelf gezuiverd en staat met epen vizier tegenover zijn hoogste UIT IIET WEEKBLAD „DE HE"VORMDE KERK" Deze schuldbelijdenis draagt alle kenmerken van oprecht heid. Toetssteen daarvoor is, dat er zelfs geen toespeling wordt gemaakt op de straf, die opge legd wordt. Hier is niet een groep leiders, die, door berouw te tonen, speculeren op ver zachting van hun lot Daarop stuit het vlakke argument af van hen. die zeggen: ach, wat heeft het thans voor waarde, nu ze achter prikkeldraad zitten; deze schuldbelijdend komt te laat. Immers: een schuldbeken tenis komt altijd te laat. Im mers: nó de zondige daad. Maar voor God komt een schuldbelij denis nooit te laat. En dit be denkende mogen wij niet in de handen wrijven, omdat einde lijk worit toegegeven, wat wij altijd, gezegd hebben en even min mogen wij er schouderop halend aan voorbijgaan. Wij hebben, in c.iristelijke verbon denheid, hier eerbiedig te luis teren. Waarom legt men een schuld belijdenis af? Om twee redenen. Om tot God en tot hen, met wie wij in het geloof verbonden zijn, te zeggen, dat onze wegen ver keerd waren Daarmee beoogt de mens het herstel van een innerlijke orde. Schuldbelijdenis bevrijdt. Zij geeft de moed om met een glimlach te bidden. De andere reden, waarom men een schuldbelijdenis aflegt, is. om de weg tot de naaste te zoe ken.# Er is een grote kloof tus sen de vroegere N.S.B.-ers en de rest van het volk. Een kloof, die ook wel eens op fariseïsche wijze verbreed wordt. Die kloof mag niet blijven bestaan. De afkeer van het nationaal-soci- alisme (moge dit waarlijk in ons volk blijven leven) mag niet leiden tot een duurzame verwijdering van hen, die zich van hun dwalingen bekeerd hebben. Tot het hart van de christelijke levenspractijk be hoort de vergiffenis. De vergif fenis zonder hoogmoed, zonder eigenwaan. De vergiffenis, om dat ons eveneens véél vergeven werd. Zéér veel. rechter, of wij die God noemen of zijn innerlijk zelf, of welke naam wij dit allerhoogste mogen geven. Hebben wij stervelingen met al on ze fouten dan het recht om in geval van eerlijke bekentenis de weg te versperren die leidt naar opname in maatschappelijk verband? Erkennend, dat de mensheid een grote eenheid vormt in gemeenschap pelijke groei, en vertrouwend in de wetten van gerechtigheid en orde, ligt het op de weg van ieder die dit er kent, deze belijdenis te steunen en zich daarmee accoord te verklaren". In dit verband nog een stem uit Kerkrade. „Iedereen zal beseffen, dat blijven de haat een nationale ramp is. Want al vormde de N.S.B. een minderheid, er zijn toch te veel mensen bij het vraagstuk der politieke delinkwenten betrokken geweest, om zulks te ont kennen. Indien op deze belijdenis niet van boven af. ook door de publieke opi nie, een ruimhartige, tegemoetkomen de houding wordt aangenomen, dan zal men deze nationale ramp vergro ten. Het zal dan erger zijn, dan wan neer deze „Belijdenis" niet geschre ven ware". Woorden uit het Centraal Ziekenhuis. Aan een vrouw, die toen zij dit schreef, in het Centraal Ziekenhuis te Alkmaar werd verpleegd, geven we uit onze lezerskring het laatste woord „Ik ben blij, dat er velen zijn, tot wie het langzamerhand doorgedron gen is, hoeveel leed zij wel niet recht streeks hebben gedaan mischien, maar toch wel hebben onderschreven. Wij als Christenen en wQ moeten Chris tenen van de daad zijn moeten hen nu ook trachten te vergeven; verge ten kunnen wij het nooit. Hoeveel verkeerds wordt ons niet steeds ver geven? Ze moeten opnieuw kunnen beginnen. En nu is er mijns inziens maar één weg. die omhoog voert. Het nu tonen met de daad. dat ze alles willen doen, om het Nederlandse volk te helpen. Niet alleen in theorie, met veel goed gemeende woorden; maar met aan pakken daar waar hulp nodig is. met klaar staan en helpen. God roept ons broeders tot de daad. Zijn werk wacht, treedt dan aan, En weest gereed.." "üSbÖSéSi In Twisk by Medemblik is een ploeg Engelse militairen bezig een in 1943 neergestorte bommenwerper, bemand met Polen en waarvan de slachtoffers nog ln de grond zitten, uit te graven. Conclusie of keus? Kunt u nu, lezer, voor zover u beide artikelen over dit thema hebt gele zen, daaruit een strakke conclusie trekken? In de vorm: zo is het? het? Dat kunt u niet. Want het oordeel over een schriftelijk gegeven belijde nis. is geen rekensom. Prof. Kisch schreef: Ik ben aan vertrouwen nog niet eens toe. De schrijver van het bij dit artikel gevoegde kadertje be gint met de woorden: Deze schuldbe lijdenis draagt alle kenmerken van op rechtheid. Waaruit zijn deze totale tegenstel lingen te verklaren? Daarom, omdat de diepste beweegredenen van een mensenziel door niemand te pellen zjjn, behalvedoor God. Te concluderen, te besluiten op grond van redelijke overwegingen, valt hier niets. Bü het dilemma, dat de onder havige kwestie stelt, gaat het om een keus die men doet, om vertrouwen dat men heeft, of niet heeft, om een beetje geloof dat men bezit of niet bezit. Zo blijkt ook weer hier: De hoog ste waarden en de meest fundamen tele beslissingen onttrekken zich aan iedere redelijke bewijsvoering. Zij zijn een zaak van bet hart, van een innerlijke keus, van vertrouwen en van geloof. 5000 Boerenzoons zoeken. 700.000 Ha. vette kleigrond wacht op bewerking In Nederland zijn 50.000 boerenzoons, die zoeken naar grond om een eigen bedrijfje te kunnen beginnen. Hoewel Canada mogelijkheden biedt en ln mindere mate ook Australië en Brazilië, mogen we toch onze twaalfde provincie niet uit het oog verliezen. Suriname is 5 x zo groot als Nederland, terwijl het slechts een bevolking heeft van nog geen 200.000 zielen. Grote landbouwbedrijven zijn hier mogelijk. Alleen langs de kuststrook, waar men zware kleigrond heeft en die ongeveer 100.000 ha. groot Ls, liggen 140.000 ha. die op natuurlijke wijze kunnen worden ontwaterd en bevloeid en 250.000 ha. die op natuurlijke wyze kunnen worden ontwaterd maar met behulp van bema ling moeten worden gelrrigeerd. Semie-officië'c bedreven ter grootte van ongeveer 100 ha. zijn hier zeker mogelijk. Rijst biedt de beste kansen. Dit zijn zo de belangrijkste feiten, die onmiddellijk naar voren springen uit het rapport, dat is samenge: door ir. W. G. v. d. Meer, msj van de Landbouw Nederland ei heer L. J. Dijkhuis, secretaris van de Groninger Maatschappij voor Land- b uw en dat als zeer belangrijk mag worden beschouwd. Het zeer uitvoe rige werk zal binnenkort het licht zien. Men wijst er op, dat de klei- kuststreek van Suriname een opper vlakte heeft van ongeveer 700.000 ha. Prof. de Vos berekende, dat hier van 140.000 ha. op natuurlijke wijze, dat wil zeggen, zonder bemaling kon den worden ontwaterd en bevloeid. Daarnaast is er een uitgestrektheid van 250.000 ha. die weliswaar met behulp van bemaling moet worden geirrigeerd, doch die ook op natuur lijke wijze zal kunnen worden ont waterd. De kolonisatie moet natuur lijk beginnen op gronden, die het goedkoopst kunnen worden bewerkt. De ontginningskosten van deze gron den heeft men berekend op ongeveer f 300 per ha, doch om aan de veili ge kant te blijven schat men ze op f 400 per ha. Men schat dat de be drijven, teneinde mechanische land bouw mogelijk en efficiënt te doen worden, ongeveer 100 ha. groot zul len moeten zijn. Derhalve moet op iedere 100 ha. woonhuis met be drijfsgebouwen verrijzen, hetgeen ge schat wordt op 20.000 gulden, het geen over het gehele bedrijf berekent neerkomt op f 200 per ha. Bedrijfs klaar komt een en ander dus op f 600 per ha. Men komt overigens tot de conclusie dat de eerste vestiging van Hollandse arbeiders het best kan ge schieden in het Nickerie-gebied. Semie-officiële bedrijfs vorm. De rapporteurs zijn van mening, dat de ervaringen in de Wieringer- meer en in de Noord-Oost-polder af doende hebben geleerd, dat bij de uit voering van dit soort werken een semie-officieel bedrijf de voorkeur verdient. De oprichting van een se mie-officiële kolonisatie-maatschap pij welke met de uitvoering van de werken wordt belast, acht men de aangewezen werkwijze. De grote van het eerste kolonisatie-centrum moet zodanig zijn, dat aan de volgende eisen kan worden voldaan; 1 voor de aan te leggen wegen moet voldoende transport moge lijk zjjn om die rendabel te ma ken; 2 de gemeenschap moet zoveel in woners tellen, dat hieruit een dorpsleven kan worden opge bouwd en de te bouwen scholen, kerk en officiële gebouwen eco nomisch verantwoord zijn. Een minimum grootte van 10.000 ha. als eerste kolonisatie-centrum acht men nodig. Op dit begin kan dan geleidelijk worden voort ge werkt. Wat het klimaat betreft komen de rapporteurs tot de conclusie, dat het klimaat wel geschikt is om een blij vende vestiging van Hollanders mo gelijk te maken, mits van zware handenarbeid kan worden afgezien. Het arbeidersvraagstuk. Het arbeidersprobleem is voor de verdere onwikkeling van Suriname van doorslaggevende betekenis. Be langrijke uitbreiding van industrie en landbouw kan niet geschieden zon der dat nieuwe arbeidskrachten wor den aangevoerd. Het kolonisatieplan, dat de rapporteurs in eerste in stantie hebben berekend op 100 ge zinnen, zal al naar gelang de ge zinssterkte een behoefte aan arbeid» krachten hebben van 400 600 per sonen. Men gelooft dat dit aantal be schikbaar zal zijn. Rijst biedt goede moge lijkheden. In het kustgebied van Suriname dat uit zware, vruchtbare klei be staat, is het mogelijk gebleken rijst te verbouwen met practisch volko men mechanische middelen. De rap porteurs schatten een gemiddelde op brengst van 2500 kg. per ha. nor maal. Men geeft dan voorts een be rekening van kosten en prijzen om tot de conclusie te komen, dat er in de rijst verbouw goede winstmogelijk heden zitten. Het rapport, dat In sommige punten diep op de economi sche problemen ingaat, merkt dan o.m. op, dat Amerika ongetwijfeld liever rijst uit Suriname zal aanvoe ren, alsuit andere verder afgelegen streken. Een daling van de exportprijzen tot 30 procent van het huidige prijs peil, zou de rentabiliteit van de rijst- Zuid-Afrika heeft plaats, maar Landbouw heeft het niet gemakkelijk Tijdens een te Amsterdam gehouden persconferentie heeft de voorsltter van de Nederlands-Zuld-Afrikaanse Ver eniging, de heer L. R. Middelberg, die sojuist van een reis van 4 maanden door Zuid-Afrika is teruggekeerd, iets verteld over de toekomst van het land en de mogelijkheden voor Nederlan ders om er een bestaan te vinden. Eldorado De eerste indruk bij het aan wal stappen is het verplaatst zijn in een land van welvaart en overvloed. Alles, letterlijk alles is er in overvloed te- verkrijgen. 't Land is ongeschonden uit de oorlog gekomen. Dat is zeker ook een van de redenen, waarom de Afri kaners zich nauwelijks een voorstel ling kunnen maken van wat in bezette landen is geschied en er geen alge meen medeleven met de onderdruk king van Nederland is ontstaan. Dit is mede het gevolg van het feit, dat het gevoel van stamverwantschap, dat uit historische gronden nog sterk in ons volk leeft, door de Afrikaners niet meer wordt gevoeld. Dat neemt echter niet weg, dat men in grote meerderheid sympathiek te- onderneniing niet of nauwelijks in gevaar brengen. (Hieruit blijkt Wd hoe rendabel de bedrijven zouden werken op het huidige prijspeil. Red) Met meer reserve beschouwt men de citruscultuur. Hoewel de ontwik keling der citrusbomen bevredigend is en de opbrengst per ha. goed, stuit men niet alleen op het transportbe- zwaar doch ook, wellicht ,n(g meer op het verschil in product. De Suri naamse sinaasappel heeft een minder aanlokkelijke kleur, waar echter te genover staat, dat het sapgehalte 20 procent hoger is dan van de Valen- cia's en Jaffa's. Ook de smaak ls be ter door het hogere suikergehalte. Hier zou het nodig zjjn, dat de Nederlandse afnemer een zekere pre ferentie zou verlenen aan de Suri naamse sinaasappel, hetgeen natuur lijk in wezen ongezond is. Ook de cacao-verbouw acht men minder veilig. Daarentegen acht men verho ging van de cocoscultuur verant woord, speciaal met het oog op de vetpositie. 50.000 zoeker» Wie kennis neemt van de ervarin gen, die landverpachters in Neder land op doen, verwondert zich niet, dat een enquete geleerd heeft, dat ongeveer 50.000 boeren in Nederland op een eigen bedrijf zitten te wach ten. Naar het oordeel der rapporteurs begint deze toestand het stadium te bereiken, dat met „onhoudbaar" niet te sterk is gequalificeerd, hierbij steunende op het feit, dat de rentabi liteit geen verdere spitsing van be drijven ten behoeve van de zoons, mee rtoelaat. Nu heeft elke emigra tie bezwaren, die naar de tropen in het bijzonder maar deze moeten wor den afgewogen tegen het feit, dat de kans om in Nederland een eigen be drijf te verkrijgen, dat enigszins over eenkomt met de wensen van de be trokkenen, uiterst gering ls. Emigratie van Nederlandse land bouwers naar Suriname wordt door de rapporteurs mogelijk geacht en verdient zeer zeker ernstige overwe ging. Dit is de eindconclusie van dit uit stekende rapport. Onzerzijds kunnen wy hier nog aan toe voegen, dat spoed wel dringend gewenst ls. Nu zoeken onze boeren een goed heenkomen naar andere lan den. Australische en Canadese mi nisters reizen de wereld rond om boeren te zoeken voor hun enorme uitgestrektheden. Straks voegen zich hier ongetwijfeld nog vertegenwoor digers bij van Brazilië en Nieuw-Zce- land. Overal heeft men grote waar dering voor onze boerenstand. Men steekt die niet onder stoelen of ban ken. Laat onze regering dat ook niet doen en trachten althans een deel van onze boerenstand in te schake len in de nationale economie. Ver geet onze twaalfde provincie niet genover Holland staat cn Hollandse Immigranten, die het Hollands Afri kaanse element in de samenleving kunnen versterken, gaarne verwel komt. Tekort aan personeel. Volop plaats is er voor bouwvakar beiders, typografen, verpleegsters, me taalbewerkers, kortom voor allen, die een vak verstaan. Voor hoger opge leiden, administratieve krachten, rechtsgeleerden e.d. zijn de kansen minder goed. Voor artsen daarentegen is er een groot arbeidsveld. Maar de bepaling, dat een Nederlandse arts nog 3 jaren moet studeren alvorens practijk Je mo gen uitoefenen, is voor de meesten een onoverkomelijk bezwaar. Een en ander neemt echter niet weg, dat ook thans in leidende functies tal van Nederlanders en oud-Nederlanders be langrijke plaatsen innemen. Landbouwmogciykheden. Ook voor landbouwers is er plaats in Zuid-Afrika. Maar de wijze van uit voering van dat bedrijf, de vrU gro te kapitalen, welkv.1 er mee gemoeid z(Jn en het droge klimaat zUn facto ren, die het raadzaam maken, dat "-mi granten voor landbouw niet in de eer ste plaats hun oog op Zuid-Afrika moeten slaan. De taalstrijd voor het Zuid-Afri kaans is uitgestreden met een volle dige overwinning voor die taal. Wns 50 jaar geleden het AfrikaaM door de Engelsen en Enge^ ^rr- kaners geminacht dialect, thans hoort men daarover geen opmerkingen meer. Integendeel, het land is volledig tweetalig en de Engelse-Afrikaners spreken vrijwel allen ook Afrikaans. Zelfs in Natal, de meest Engelse pro vincie van de Unie, kan men goed met Afrikaans terecht. Ook de literatuur in het Afrikaans mag er wezen. Zuid-Afrika heeft verschillende problemen, als b.v. het meest econo mische gebruik van het beschikbare water, de overgang van een mijn- en landbouwende bevolking naar indu strialisatie enz. De heer Middelberg besloot zijn re laas met de woorden: „Mijn indruk van Zuid-Afrika Is: een land met veel moeilijke proble men, een land van veel moeilijkheden en met plaats voor een ieder, die iets kan werken en werken wil, ook voor Nederlanders". Mr. E. N. Kleffcn», onze ambassadeur te Washington in gesprek met Ut. Oscar Lange en W. R. Hodgson over het Indonesische vraagstuk, het welk ln de Veiligheidsraad behandeld werd. MODE. De garnering van dit eenvou dige blousje bestaat uit een half op staand boordje langs de hals, dat ge vlochten is uit bandjes van hetzelfde materiaal. Ook de beide strikjes zijn hiervan vervaardigd. Een leuk en vlot mORelletje. CORRESPONDENTIE MET ONZE MILITAIREN OVERZEE. Men schrijft ons: De oproep aan de Hollandse meisjes door de Club .Nederland Overzee" een aantal weken terug gedaan, is een groot succes geworden. Meer dan 1200 meisjes gaven gevolg aan het ve.zoek in briefwisseling te willen treden met één der vele Hollandse militairen in Indonesië, die daarom verzochten. Heel veel dankbare brieven van de militairen waren hiervan weer het ge volg. Doch ook de deelnemende meis jes zijn erg tevreden, want het brie ven schrijven blijkt prettig werk te zijn. Toch is nog niet geheel en al aan de grote vraag voldaan. Er resten nog ongeveer een 1000 aanvragen van mi litairen tot pl.m. 22 jaar, zonder ge loof, en met alleen lagere schoolop leiding. Hiervoor zijn dus meisjes no dig van dezelfde leeftijd (van 17 tot 22 dus), dezelfde schoolopleiding (tl- leen lagere school) en dezelfde (dus géén) godsdienstige overtuiging. Voorts zijn er een aantal aanvragen van Prot. en R. K. militairen in de zelfde Ibeftijd en met alleen lagert schooi. Daarnaast stelt men zich voor spe ciaal de zieke en gewonde militairen met post te bedenken. Wie mee wil helpen hun lot tc verlichten kan dus ook via de club „Nederland-Overzee" contact met hen krijgen. Schrijft even een briefkaartje aan dc Club „Neder land-Overzee", Singel 320, Amsterdam, wat u wenst; dan kan spoedig het con tact met overzee tot stand komen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3