De schuldbelijdenis der
25 N.S.B.-ers 2
Suriname heeft plaats genoeg
Welke mogelijkheden zijn er
voor de emigranten?
Enige dagen geleden publiceerden we een aantal negatieve reacties op
de „Schuldbelijdenis" en de „Verklaring", die door een 25-tal vooraan
staande N.SJB-ers was opgesteld, en door bemiddeling van de kerken
algemeen bekend was gemaakt. In de geciteerde brieven werd getwij
feld aan de echtheid van deze stukken. Zou er geen zelfbelang achter
schuilen? Zijn de opstellers wel veranderd tot op de laatste grond?
Vooral nu zij hun doen en laten gedurende de bezetting nog proberen
te verklaren, goed te praten misschien?
Tegenover deze reacties volgen hier meer positieve geluiden. Waar
bij het u op zal vallen, dat in de hieronder aan te halen brieven een
godsdienstige toon meespreekt die in de vorige brieven vrijwel geheel
ontbrak. Maar oordeelt u zelf.
Waar hoort een schuld
belijdenis thuis?
De vraag is meerdere malen gesteld
of een dergelijke schuldbelijdenis pu
bliek moest worden gemaakt, o.a. ook
door de pers. Eigenlijk schuilt hiér
een nog diepere vraag achter. Is het
mogelijk z'n schuld te belijden tegen
over een grote groep van mensen, te
genover een volk? Zou een erkenning
van schuld niet een strikt persoonlijk
gebeuren zijn. waarbij een enkeling
staat in een ik gij verhouding?
Waarbij dat gij één enkel mens kan
zijn of God. Maar kan een volk
persoonlijk worden aangesproken in
een erkenning van schuld?
Maar luistert u eerst naar een le
zer uit Hoorn:
„Bij voorlezing in de kerk, in een
van ernst geladen stilte, voelde ik dat
eigenlijk alleen hier de sfeer was,
waarin een schuldbelijdenis als deze
gehoord moest worden. Zij is uitge
sproken voor God, en behoort even
eens als staande voor God door ons
volk ontvangen te worden.
De statistiek vermeldt, dat één vijf
de deel van ons volk onkerkelijk is.
Deze zullen in de eerste plaats aan
vechtbare woorden kunnen vinden in
„Belijdenis" en „Verklaring". Maar
als het andere vier vijfde deel met be
zonken ernst en eerlijk hart vandaag
(bedoeld is de Zondag, waarop de
schrijver dit stuk In. de kerk hoorde
voorlezen; Red.> het Onze Vader heeft
kunnen meebidden, dan hebben de
N.S.B.-ers met hun schuldbelijdenis
een onmisbare steen toegevoegd aan
Nederlands opbouw".
ten expolitieke gevangene
spreekt.
Deze schrijver onderscheidt twee
groepen N.S.B.-ers. Allereerst diege
nen, die door hun gevangenschap
verbitterd zijn, en die met haat-
en wraakgevoelens naar de maat
schappij zullen terugkeren. Een com
promis met deze „arrogante" heren
acht de schrijver onmogelijk.
Dan gaat deze brief verder: ..Dan
is er een groep, welke eerlijk zegt:
„Wij hebben in de oorlogsjaren ge
faald. en grote fouten gemaakt. Maar
wij erkennen onze schuld, en zien
duidelijk onze verkeerde handelwijze
in. Geef ons gelegenheid om onze
goede wil te tonen."
Mogen wij deze mensen met een
koud gebaar afstoten? En zodoende
alle mogelijkheden om de bestaande
kloof te overbruggen, uitsluiten? Dan
zouden wij even schuldig zijn als zij.
die wij zo verachtelijk alle tegemoet
koming weigeren. Door zo'n houding
zouden wij de gevoelens, welke bij
die mensen naar boven waren geko
men, in de kiem verstikken. Door de
ons toegestoken hand te weigeren,
zullen wij hen weer terugstoten in
de poel van wanhoop en verbittering,
waaruit zij proberen te geraken. Dit
zou een misdaad zijn. Niet alleen te
genover die mensen, maar ook tegen
over ons land, tegenover de maat
schappij. tegenover God.
Met hen die in hun hart nog steeds
het Nazi-ideaal ronddragen, is geen
compromis mogelijk. Maar zij die met
oprecht berouw zich weer melden bij
de maatschappij, behoren wij weer in
ons midden op te nemen."
Haat, vrede, vergeving.
De politieke delinkwenten moeten
weer terug in de maatschappij. Vele
schrijvende lezers beseffen dit. Haat
maakt deze terugkeer onmogelijk
Vrede, een innerlijk tot rust geko
men ziin, ook van onze kant, zal nood
zakelijk zijn. Anderen gaan verder, en
spreken van vergeving.
Een lezer uit Alkmaar spreekt hier
over in christelijke geest. Hij zegt
„Toch hebben wij het onder ogen te
zien. dat deze mensen eens in de maat
schappij zullen terugkeren. Dan heb
ben wij onze houding te bepalen. Zul
len wij hen met haat in het hart te
gemoet treden of met vrede in ons hart?
Van liefde durf ik bijna niet te ge
wagen Men moet maar een zwaar
verlies geleden hebben. Toch zal het
vergevingsgezindheid en liefde moe
ten zijn. Want een volk dat in zich
zelf door haat verdeeld is, zal de
poorten wijd open zetten voor allerlei
duivelse machten, die dat volk ten
slotte ten gronde zullen richten. Nog
steeds gelden de woorden van Chris
tus: ..Oordeelt niet, opdat gij niet ge
oordeeld wordt Hebt uw vijanden
lief Wie zonder zonde is. werpe
de eerste steen." Moeten wjj deze uit
spraken in de wind slaan, of zullen
wij ze ter harte nemen.
Men kan hetzelfde ook op theoso
fische manier zeggen. Het bestuur van
een loge schrijft: „Geen haat wordt
met haat uitgewist, noch door wan
trouwen of achterdocht. Ieder tot
waarachtig inzicht gekomen mens
heeft zichzelf gezuiverd en staat met
epen vizier tegenover zijn hoogste
UIT IIET WEEKBLAD
„DE HE"VORMDE KERK"
Deze schuldbelijdenis draagt
alle kenmerken van oprecht
heid. Toetssteen daarvoor is, dat
er zelfs geen toespeling wordt
gemaakt op de straf, die opge
legd wordt. Hier is niet een
groep leiders, die, door berouw
te tonen, speculeren op ver
zachting van hun lot Daarop
stuit het vlakke argument af
van hen. die zeggen: ach, wat
heeft het thans voor waarde, nu
ze achter prikkeldraad zitten;
deze schuldbelijdend komt te
laat. Immers: een schuldbeken
tenis komt altijd te laat. Im
mers: nó de zondige daad. Maar
voor God komt een schuldbelij
denis nooit te laat. En dit be
denkende mogen wij niet in de
handen wrijven, omdat einde
lijk worit toegegeven, wat wij
altijd, gezegd hebben en even
min mogen wij er schouderop
halend aan voorbijgaan. Wij
hebben, in c.iristelijke verbon
denheid, hier eerbiedig te luis
teren.
Waarom legt men een schuld
belijdenis af?
Om twee redenen.
Om tot God en tot hen, met wie
wij in het geloof verbonden zijn,
te zeggen, dat onze wegen ver
keerd waren Daarmee beoogt
de mens het herstel van een
innerlijke orde. Schuldbelijdenis
bevrijdt. Zij geeft de moed om
met een glimlach te bidden.
De andere reden, waarom men
een schuldbelijdenis aflegt, is.
om de weg tot de naaste te zoe
ken.# Er is een grote kloof tus
sen de vroegere N.S.B.-ers en
de rest van het volk. Een kloof,
die ook wel eens op fariseïsche
wijze verbreed wordt. Die kloof
mag niet blijven bestaan. De
afkeer van het nationaal-soci-
alisme (moge dit waarlijk in
ons volk blijven leven) mag
niet leiden tot een duurzame
verwijdering van hen, die zich
van hun dwalingen bekeerd
hebben. Tot het hart van de
christelijke levenspractijk be
hoort de vergiffenis. De vergif
fenis zonder hoogmoed, zonder
eigenwaan. De vergiffenis, om
dat ons eveneens véél vergeven
werd. Zéér veel.
rechter, of wij die God noemen of
zijn innerlijk zelf, of welke naam wij
dit allerhoogste mogen geven.
Hebben wij stervelingen met al on
ze fouten dan het recht om in geval
van eerlijke bekentenis de weg te
versperren die leidt naar opname in
maatschappelijk verband?
Erkennend, dat de mensheid een
grote eenheid vormt in gemeenschap
pelijke groei, en vertrouwend in de
wetten van gerechtigheid en orde, ligt
het op de weg van ieder die dit er
kent, deze belijdenis te steunen en
zich daarmee accoord te verklaren".
In dit verband nog een stem uit
Kerkrade.
„Iedereen zal beseffen, dat blijven
de haat een nationale ramp is. Want
al vormde de N.S.B. een minderheid,
er zijn toch te veel mensen bij het
vraagstuk der politieke delinkwenten
betrokken geweest, om zulks te ont
kennen.
Indien op deze belijdenis niet van
boven af. ook door de publieke opi
nie, een ruimhartige, tegemoetkomen
de houding wordt aangenomen, dan
zal men deze nationale ramp vergro
ten. Het zal dan erger zijn, dan wan
neer deze „Belijdenis" niet geschre
ven ware".
Woorden uit het Centraal
Ziekenhuis.
Aan een vrouw, die toen zij dit
schreef, in het Centraal Ziekenhuis
te Alkmaar werd verpleegd, geven we
uit onze lezerskring het laatste woord
„Ik ben blij, dat er velen zijn, tot
wie het langzamerhand doorgedron
gen is, hoeveel leed zij wel niet recht
streeks hebben gedaan mischien, maar
toch wel hebben onderschreven. Wij
als Christenen en wQ moeten Chris
tenen van de daad zijn moeten hen
nu ook trachten te vergeven; verge
ten kunnen wij het nooit. Hoeveel
verkeerds wordt ons niet steeds ver
geven? Ze moeten opnieuw kunnen
beginnen.
En nu is er mijns inziens maar één
weg. die omhoog voert. Het nu tonen
met de daad. dat ze alles willen doen,
om het Nederlandse volk te helpen.
Niet alleen in theorie, met veel goed
gemeende woorden; maar met aan
pakken daar waar hulp nodig is. met
klaar staan en helpen.
God roept ons broeders tot de daad.
Zijn werk wacht, treedt dan aan,
En weest gereed.."
"üSbÖSéSi
In Twisk by Medemblik is een ploeg Engelse militairen bezig een in
1943 neergestorte bommenwerper, bemand met Polen en waarvan de
slachtoffers nog ln de grond zitten, uit te graven.
Conclusie of keus?
Kunt u nu, lezer, voor zover u beide
artikelen over dit thema hebt gele
zen, daaruit een strakke conclusie
trekken? In de vorm: zo is het?
het?
Dat kunt u niet. Want het oordeel
over een schriftelijk gegeven belijde
nis. is geen rekensom. Prof. Kisch
schreef: Ik ben aan vertrouwen nog
niet eens toe. De schrijver van het
bij dit artikel gevoegde kadertje be
gint met de woorden: Deze schuldbe
lijdenis draagt alle kenmerken van op
rechtheid.
Waaruit zijn deze totale tegenstel
lingen te verklaren? Daarom, omdat
de diepste beweegredenen van een
mensenziel door niemand te pellen
zjjn, behalvedoor God.
Te concluderen, te besluiten op grond
van redelijke overwegingen, valt hier
niets. Bü het dilemma, dat de onder
havige kwestie stelt, gaat het om een
keus die men doet, om vertrouwen dat
men heeft, of niet heeft, om een
beetje geloof dat men bezit of niet
bezit.
Zo blijkt ook weer hier: De hoog
ste waarden en de meest fundamen
tele beslissingen onttrekken zich aan
iedere redelijke bewijsvoering. Zij
zijn een zaak van bet hart, van een
innerlijke keus, van vertrouwen en
van geloof.
5000 Boerenzoons zoeken.
700.000 Ha. vette kleigrond
wacht op bewerking
In Nederland zijn 50.000 boerenzoons, die zoeken naar grond om een
eigen bedrijfje te kunnen beginnen. Hoewel Canada mogelijkheden
biedt en ln mindere mate ook Australië en Brazilië, mogen we toch
onze twaalfde provincie niet uit het oog verliezen. Suriname is 5 x
zo groot als Nederland, terwijl het slechts een bevolking heeft van
nog geen 200.000 zielen. Grote landbouwbedrijven zijn hier mogelijk.
Alleen langs de kuststrook, waar men zware kleigrond heeft en die
ongeveer 100.000 ha. groot Ls, liggen 140.000 ha. die op natuurlijke
wijze kunnen worden ontwaterd en bevloeid en 250.000 ha. die op
natuurlijke wyze kunnen worden ontwaterd maar met behulp van bema
ling moeten worden gelrrigeerd. Semie-officië'c bedreven ter grootte
van ongeveer 100 ha. zijn hier zeker mogelijk. Rijst biedt de beste
kansen.
Dit zijn zo de belangrijkste feiten,
die onmiddellijk naar voren springen
uit het rapport, dat is samenge:
door ir. W. G. v. d. Meer, msj
van de Landbouw Nederland ei
heer L. J. Dijkhuis, secretaris van de
Groninger Maatschappij voor Land-
b uw en dat als zeer belangrijk mag
worden beschouwd. Het zeer uitvoe
rige werk zal binnenkort het licht
zien. Men wijst er op, dat de klei-
kuststreek van Suriname een opper
vlakte heeft van ongeveer 700.000
ha. Prof. de Vos berekende, dat hier
van 140.000 ha. op natuurlijke wijze,
dat wil zeggen, zonder bemaling kon
den worden ontwaterd en bevloeid.
Daarnaast is er een uitgestrektheid
van 250.000 ha. die weliswaar met
behulp van bemaling moet worden
geirrigeerd, doch die ook op natuur
lijke wijze zal kunnen worden ont
waterd. De kolonisatie moet natuur
lijk beginnen op gronden, die het
goedkoopst kunnen worden bewerkt.
De ontginningskosten van deze gron
den heeft men berekend op ongeveer
f 300 per ha, doch om aan de veili
ge kant te blijven schat men ze op
f 400 per ha. Men schat dat de be
drijven, teneinde mechanische land
bouw mogelijk en efficiënt te doen
worden, ongeveer 100 ha. groot zul
len moeten zijn. Derhalve moet op
iedere 100 ha. woonhuis met be
drijfsgebouwen verrijzen, hetgeen ge
schat wordt op 20.000 gulden, het
geen over het gehele bedrijf berekent
neerkomt op f 200 per ha. Bedrijfs
klaar komt een en ander dus op f 600
per ha. Men komt overigens tot de
conclusie dat de eerste vestiging van
Hollandse arbeiders het best kan ge
schieden in het Nickerie-gebied.
Semie-officiële bedrijfs
vorm.
De rapporteurs zijn van mening,
dat de ervaringen in de Wieringer-
meer en in de Noord-Oost-polder af
doende hebben geleerd, dat bij de uit
voering van dit soort werken een
semie-officieel bedrijf de voorkeur
verdient. De oprichting van een se
mie-officiële kolonisatie-maatschap
pij welke met de uitvoering van de
werken wordt belast, acht men de
aangewezen werkwijze. De grote van
het eerste kolonisatie-centrum moet
zodanig zijn, dat aan de volgende
eisen kan worden voldaan;
1 voor de aan te leggen wegen
moet voldoende transport moge
lijk zjjn om die rendabel te ma
ken;
2 de gemeenschap moet zoveel in
woners tellen, dat hieruit een
dorpsleven kan worden opge
bouwd en de te bouwen scholen,
kerk en officiële gebouwen eco
nomisch verantwoord zijn.
Een minimum grootte van 10.000
ha. als eerste kolonisatie-centrum
acht men nodig. Op dit begin kan
dan geleidelijk worden voort ge
werkt.
Wat het klimaat betreft komen de
rapporteurs tot de conclusie, dat het
klimaat wel geschikt is om een blij
vende vestiging van Hollanders mo
gelijk te maken, mits van zware
handenarbeid kan worden afgezien.
Het arbeidersvraagstuk.
Het arbeidersprobleem is voor de
verdere onwikkeling van Suriname
van doorslaggevende betekenis. Be
langrijke uitbreiding van industrie en
landbouw kan niet geschieden zon
der dat nieuwe arbeidskrachten wor
den aangevoerd. Het kolonisatieplan,
dat de rapporteurs in eerste in
stantie hebben berekend op 100 ge
zinnen, zal al naar gelang de ge
zinssterkte een behoefte aan arbeid»
krachten hebben van 400 600 per
sonen. Men gelooft dat dit aantal be
schikbaar zal zijn.
Rijst biedt goede moge
lijkheden.
In het kustgebied van Suriname
dat uit zware, vruchtbare klei be
staat, is het mogelijk gebleken rijst
te verbouwen met practisch volko
men mechanische middelen. De rap
porteurs schatten een gemiddelde op
brengst van 2500 kg. per ha. nor
maal. Men geeft dan voorts een be
rekening van kosten en prijzen om
tot de conclusie te komen, dat er in
de rijst verbouw goede winstmogelijk
heden zitten. Het rapport, dat In
sommige punten diep op de economi
sche problemen ingaat, merkt dan
o.m. op, dat Amerika ongetwijfeld
liever rijst uit Suriname zal aanvoe
ren, alsuit andere verder afgelegen
streken.
Een daling van de exportprijzen
tot 30 procent van het huidige prijs
peil, zou de rentabiliteit van de rijst-
Zuid-Afrika heeft plaats, maar
Landbouw heeft het
niet gemakkelijk
Tijdens een te Amsterdam gehouden
persconferentie heeft de voorsltter van
de Nederlands-Zuld-Afrikaanse Ver
eniging, de heer L. R. Middelberg, die
sojuist van een reis van 4 maanden
door Zuid-Afrika is teruggekeerd, iets
verteld over de toekomst van het land
en de mogelijkheden voor Nederlan
ders om er een bestaan te vinden.
Eldorado
De eerste indruk bij het aan wal
stappen is het verplaatst zijn in een
land van welvaart en overvloed. Alles,
letterlijk alles is er in overvloed te-
verkrijgen. 't Land is ongeschonden uit
de oorlog gekomen. Dat is zeker ook
een van de redenen, waarom de Afri
kaners zich nauwelijks een voorstel
ling kunnen maken van wat in bezette
landen is geschied en er geen alge
meen medeleven met de onderdruk
king van Nederland is ontstaan. Dit is
mede het gevolg van het feit, dat het
gevoel van stamverwantschap, dat uit
historische gronden nog sterk in ons
volk leeft, door de Afrikaners niet
meer wordt gevoeld.
Dat neemt echter niet weg, dat men
in grote meerderheid sympathiek te-
onderneniing niet of nauwelijks in
gevaar brengen. (Hieruit blijkt Wd
hoe rendabel de bedrijven zouden
werken op het huidige prijspeil. Red)
Met meer reserve beschouwt men
de citruscultuur. Hoewel de ontwik
keling der citrusbomen bevredigend
is en de opbrengst per ha. goed, stuit
men niet alleen op het transportbe-
zwaar doch ook, wellicht ,n(g meer
op het verschil in product. De Suri
naamse sinaasappel heeft een minder
aanlokkelijke kleur, waar echter te
genover staat, dat het sapgehalte 20
procent hoger is dan van de Valen-
cia's en Jaffa's. Ook de smaak ls be
ter door het hogere suikergehalte.
Hier zou het nodig zjjn, dat de
Nederlandse afnemer een zekere pre
ferentie zou verlenen aan de Suri
naamse sinaasappel, hetgeen natuur
lijk in wezen ongezond is. Ook de
cacao-verbouw acht men minder
veilig. Daarentegen acht men verho
ging van de cocoscultuur verant
woord, speciaal met het oog op de
vetpositie.
50.000 zoeker»
Wie kennis neemt van de ervarin
gen, die landverpachters in Neder
land op doen, verwondert zich niet,
dat een enquete geleerd heeft, dat
ongeveer 50.000 boeren in Nederland
op een eigen bedrijf zitten te wach
ten. Naar het oordeel der rapporteurs
begint deze toestand het stadium te
bereiken, dat met „onhoudbaar" niet
te sterk is gequalificeerd, hierbij
steunende op het feit, dat de rentabi
liteit geen verdere spitsing van be
drijven ten behoeve van de zoons,
mee rtoelaat. Nu heeft elke emigra
tie bezwaren, die naar de tropen in
het bijzonder maar deze moeten wor
den afgewogen tegen het feit, dat de
kans om in Nederland een eigen be
drijf te verkrijgen, dat enigszins over
eenkomt met de wensen van de be
trokkenen, uiterst gering ls.
Emigratie van Nederlandse land
bouwers naar Suriname wordt door
de rapporteurs mogelijk geacht en
verdient zeer zeker ernstige overwe
ging.
Dit is de eindconclusie van dit uit
stekende rapport.
Onzerzijds kunnen wy hier nog aan
toe voegen, dat spoed wel dringend
gewenst ls. Nu zoeken onze boeren
een goed heenkomen naar andere lan
den. Australische en Canadese mi
nisters reizen de wereld rond om
boeren te zoeken voor hun enorme
uitgestrektheden. Straks voegen zich
hier ongetwijfeld nog vertegenwoor
digers bij van Brazilië en Nieuw-Zce-
land. Overal heeft men grote waar
dering voor onze boerenstand. Men
steekt die niet onder stoelen of ban
ken. Laat onze regering dat ook niet
doen en trachten althans een deel
van onze boerenstand in te schake
len in de nationale economie. Ver
geet onze twaalfde provincie niet
genover Holland staat cn Hollandse
Immigranten, die het Hollands Afri
kaanse element in de samenleving
kunnen versterken, gaarne verwel
komt.
Tekort aan personeel.
Volop plaats is er voor bouwvakar
beiders, typografen, verpleegsters, me
taalbewerkers, kortom voor allen, die
een vak verstaan. Voor hoger opge
leiden, administratieve krachten,
rechtsgeleerden e.d. zijn de kansen
minder goed.
Voor artsen daarentegen is er een
groot arbeidsveld. Maar de bepaling,
dat een Nederlandse arts nog 3 jaren
moet studeren alvorens practijk Je mo
gen uitoefenen, is voor de meesten
een onoverkomelijk bezwaar. Een en
ander neemt echter niet weg, dat ook
thans in leidende functies tal van
Nederlanders en oud-Nederlanders be
langrijke plaatsen innemen.
Landbouwmogciykheden.
Ook voor landbouwers is er plaats
in Zuid-Afrika. Maar de wijze van uit
voering van dat bedrijf, de vrU gro
te kapitalen, welkv.1 er mee gemoeid
z(Jn en het droge klimaat zUn facto
ren, die het raadzaam maken, dat "-mi
granten voor landbouw niet in de eer
ste plaats hun oog op Zuid-Afrika
moeten slaan.
De taalstrijd voor het Zuid-Afri
kaans is uitgestreden met een volle
dige overwinning voor die taal. Wns
50 jaar geleden het AfrikaaM
door de Engelsen en Enge^ ^rr-
kaners geminacht dialect, thans hoort
men daarover geen opmerkingen
meer. Integendeel, het land is volledig
tweetalig en de Engelse-Afrikaners
spreken vrijwel allen ook Afrikaans.
Zelfs in Natal, de meest Engelse pro
vincie van de Unie, kan men goed met
Afrikaans terecht. Ook de literatuur
in het Afrikaans mag er wezen.
Zuid-Afrika heeft verschillende
problemen, als b.v. het meest econo
mische gebruik van het beschikbare
water, de overgang van een mijn- en
landbouwende bevolking naar indu
strialisatie enz.
De heer Middelberg besloot zijn re
laas met de woorden:
„Mijn indruk van Zuid-Afrika Is:
een land met veel moeilijke proble
men, een land van veel moeilijkheden
en met plaats voor een ieder, die iets
kan werken en werken wil, ook voor
Nederlanders".
Mr. E. N. Kleffcn», onze ambassadeur te Washington in gesprek met Ut.
Oscar Lange en W. R. Hodgson over het Indonesische vraagstuk, het
welk ln de Veiligheidsraad behandeld werd.
MODE. De garnering van dit eenvou
dige blousje bestaat uit een half op
staand boordje langs de hals, dat ge
vlochten is uit bandjes van hetzelfde
materiaal. Ook de beide strikjes zijn
hiervan vervaardigd. Een leuk en vlot
mORelletje.
CORRESPONDENTIE MET ONZE
MILITAIREN OVERZEE.
Men schrijft ons:
De oproep aan de Hollandse meisjes
door de Club .Nederland Overzee" een
aantal weken terug gedaan, is een
groot succes geworden. Meer dan 1200
meisjes gaven gevolg aan het ve.zoek
in briefwisseling te willen treden met
één der vele Hollandse militairen in
Indonesië, die daarom verzochten.
Heel veel dankbare brieven van de
militairen waren hiervan weer het ge
volg. Doch ook de deelnemende meis
jes zijn erg tevreden, want het brie
ven schrijven blijkt prettig werk te
zijn.
Toch is nog niet geheel en al aan
de grote vraag voldaan. Er resten nog
ongeveer een 1000 aanvragen van mi
litairen tot pl.m. 22 jaar, zonder ge
loof, en met alleen lagere schoolop
leiding. Hiervoor zijn dus meisjes no
dig van dezelfde leeftijd (van 17 tot
22 dus), dezelfde schoolopleiding (tl-
leen lagere school) en dezelfde (dus
géén) godsdienstige overtuiging.
Voorts zijn er een aantal aanvragen
van Prot. en R. K. militairen in de
zelfde Ibeftijd en met alleen lagert
schooi.
Daarnaast stelt men zich voor spe
ciaal de zieke en gewonde militairen
met post te bedenken. Wie mee wil
helpen hun lot tc verlichten kan dus
ook via de club „Nederland-Overzee"
contact met hen krijgen. Schrijft even
een briefkaartje aan dc Club „Neder
land-Overzee", Singel 320, Amsterdam,
wat u wenst; dan kan spoedig het con
tact met overzee tot stand komen.