De hond in de Engelse samenleving „Hoordonder getuige" Wij Dokie Durf in „Boris Baal duikt op„ RADIO Voor de Zondag Introductie voor conversatie, ook met onbekenden en dat in Engeland, waar men alleen zijn leveranciers mag aanspreken zonder voorgesteld te zijn! Mag lk U even m|jn hond voor stellen? Ricky, verengelste vorm van Rlquet, de hond van Anatole Fran- ••'s Monsieur Bergeret. Een rasech te Franse poedel. Engelse variëteit, met de schranderheid van rijn land van oorsprong en de Engelse solidi teit. Een echte waterhond: taalkun dig bestaat er verband tussen „pudd- le" plas en poedel. De enorme oorkleppen beschermen het oor ter wijl hy in het water zit, en in het water zit hy zo vaak de gelegenheid sich aanbiedt. Dan verricht htf won dere kunstjes, zoekt een klein stuk- Je hout dat ik midden in de Theems zie drijven, volgt m|jn zacht gespro ken wenken en Instructies, kortom een heerlijkheid van n hond. Ik zou bladzijden over hom kunnen vullen,. LAZEN Hei masker gevallen „Flseviers Weekblad" schrijft in •en artikel over de Indonesische zaak. dat achter Sjahrir slechts „het communisme gr|jnst". Het artikel «egt. Het besluit oud-premier Sjahrir het woord te geven, was door niet gerechtvaardigd. De weigering van het verzoek om. zo Sjahrir mooht spreken, dan ook de leiden de figuren van West-Borneo en Oost-Indonesië toe te laten, was een onrecht grievend genoeg om de Nederlandse delegatie te nopen van verdere deelneming aan de bespre kingen af te zien. J T Lake Succes heeft de heer Sjahrir het masker laten vallen. Het is zeer nuttig dat dit ge- beurd is. Want de heer Sjahrir i droeg zulk een vriendelijk masker Het glirtilachte. Het scheen zo min- j zaam, zo intelligent en vooral zo redelijk. In Indlë en vooral in Ne- derland hebben velen zeer hoge ver I wachtingen van hem gekoesterd, i Wel is waar kwam men nooit tot I zaken, maar dat was dan de schuld van Soekamo of van Hatta, of van andere boze machten. Sjahrir ech ter, dat was onze man. Z|jn intel ligentie, z|jn goede trouw, z|jn soci alisme, waren even zovele redenen tot vertrouwen. Thans weet men beter. Daarna vervolgt het blad in dezelfde feest: Andertialf jaar geleden heeft dr Meyer Ranneft er reeds op gewe zen. dat men na deze totalitaire kunnen verwachten. Maar tone wil de men slechts Sjahrir's glimlach Zien. Nu toonde h|J de Veiligheids raad z|jn ware gelaat. Nu zal men •r ook In Nederland goed aan doen deugdelijk te onthouden, wat Sjahrir nastreeft. Niet: een con structief nationalisme, dat samen werking zoekt met alle volksgroe pen. Maar wel: volstrekte onafhan keljjkheld en verdrijving aller Ne derlanders. Niet: een democratisch soclrflisme, maar wel: een revolu- tlonnaire volkspartij", die maar weinig leden behoeft te tellen, mits deze „gedisciplineerd" en „ef ficiënt" z|jn. Het communisme im mers heeft ~an een meerderheid nimmer behoefte, zo de minderheid maar diciplias genoeg heeft om de macht te grijpen en te houden. De schrijver laat In het slot tenslotte de aap uit de mouw komen, als hij schrijft: Het is zeer nodig, dit alles vast te leggen. Want de heer Sjah rir is inderdaad intelligent. Hij heeft zijn nederlaag in de Veilig heidsraad zeer wel begrepen en het is niet uitgesloten, dat hij eer lang wel weer tot overleg te vin den is. Doch wij hebben nu echer zijn masker gezien: de haat. de re volutie, de regering door een dis ciplinaire minderheid, het commu nisme. Het is bU dit alles goed te weten dat de regering te Batavia over een lange lijst beschikt van Indo nesische figuren, waarvan sommi gen zich bultea, doch anderen zich #btnen het gebied der republiek op Java en Sumatra In-vinden, die al len wèl bereid tot constructieve sa menwerking zijn, zodra wij rust en recht en veiligheid zullen hebben verzekerd. Eo nu weten wjj het.' Fr zjjn nog wel lbdonesische figuren te vinden, die Zich wilen laten spannen voor het koloniale karretje van „Efceviers" ®.s. Eén ding is zeker: van „Else vier" is niets te verwachten voor^de eplossiiyr van het Indonesisch pro bleem. Wie het nog niet wist, weet het nu! Want yoor mQ is h|j niet alleen het wezen dat in een kinderloos bestaan een leemte vult, maar ook een aan leiding tot meditatie over de natuur van het intellect. Ik ben er heilig van overtuigd dat de geest der dieren en kel quantitatief. maar allerminst qua- iitatief van ons verschilt. Ik ontdek in hem een psyche met rudimontaire complexen. een vereenvoudigde ethiek met vaste schalen van waar de, en een veel grotere beginselvast heid dan by de meeste mensen te onderkennen valt. Bij hem diagnoseer ik in dalende richting liefde voor de mens, liefde voor honden van beider lei kunne, liefde voor voedsel en speelsheid. Over zulke dingen wilde ik echter niet schryven, maar over de hond als sociaal-psychisch verschynsel in Engeland. Het dier ir het algemeen, de hond in het byzonder bezit in dit land een speciale plaats. Ik heb, ja ren geleden, over dat onderwerp ge schreven en de opvatting verkondigd, dat de Engelse samenleving meer rechten toekent aan het dier dan aan de kinderen der armen. Nu er is se dert ik dat schreef heel wat water onder de bruggen van Engeland ge lopen. Voorlopig en zolang de Brit ten wys genoeg zijn om een socialis tische regering aan het bewind te laten, worden de kinderen der armen even goed en byna even wijs behan deld als de kinderen der gegoeden. En de bejaarde dames die alleen le ven om couponnetjes te knippen en pekineesjes te vertroetelen worden jaariyks minder talryk, ze ergeren zich dood omdat Fidotje paardenbief- stuk moet eten, en omdat de meis jes uit de werkende stand liever rymr de fabriek lopen dan by ande ren in dienst te gaan Onlangs werd mijn huishoudster, die Ricky by zgn ochtendwandeling in het park vergezelde, aangesproken door de dame uit het grote huis by de ingang van het park. „Pardon, juffrouw, U werkt immers voor Prof. Renier?" Jawel„Is dat zy*n hond?" „Jawel„Nou begrijp ik er niets meer van. Het beest wordt keurig behandeld. Dat kun je zo zien. En ik heb hem ook eens met deze hond zien voorbijgaan. Hy achynt er zelfs van te houden. Maar hy heeft In zyn boektegen de dieren ge schreven. Ik begryp het heus niet. Is hy goed voor die hond?' En toen mijn getrouwe, even ademhaalde voor een niet bepaald mals wederwoord", zei de dame met een glimlach: „ril teil you what's happened Laat ik U zeggen wat er gebeurd is hy is verengelst!" GEEN VERVELING Waneer ik met Ricky uitga hoef ik nooit bevreesd te zyn dat ik me zal vervelen. Beschaafde Engelsen spreken geen onbekenden aan, noen op de wandeling, noch in de trein. Maar wanneer iemand een hond bij zich heeft is iedereen bereid om met hemSte conserveren. Vooral wanneer beide partyen een hond als introducent bzitten vallen de sociale omheiningen gauw neer. Honden kennen nu eenmaal de re gel niet, dat men alleen zyn leveran ciers zonder de plechtigheid der voor stelling mag aanspreken. Zg ruiken aan iedere collega, stellen hem een paar vragen, en, als ze tc oud zyn om te stoeien, ruilen ze al kwispelstaar tend informatie over de uitgebreide en ingewikkelde hondenwereld waar wy mensen zo weinig van weten, om dat wy niet beseffen wat een wereld van kennis, publiciteit en propagan da tot beschikking staat van allen die het krantje aan de lantaarnpaal of by de brievenbus kunnen lezen. Het krantje waaraan iedere hond spaarzaam, druppelsgewys. zyn ali neaatje bijdraagt. En tervvyi de honden aan het pra ten zyn, zoeken en vinden de bazen ook contact. „Zend U hèm het is toch een hij", want de woorden „dog" en „bitch" worden, wegens de min- faer deftige assiociaties van het tweede, vermeden, „naar de show? Me dunkt„Nee, want ik knip hem op my'n manier. Maar ze willen alleen de „lion-cut". Als ze nu nog de Royal Dutch toelieten". Royal Putch heet de manier van knippen waarbij alleen de romp van de hond geknipt wordt, terwgl het haar op de poten biyft groeien als een soort matrozenbroek. Als ze dat op Bui tenlandse Zaken in Den Haag te we ten komen sturen ze weer een circu laire aan Nederlanders in den Vreem de om hun te verbieden het woord „Dutch" te gebruiken wegens on waardige connotaties. Gelukkig wordt de Engelse taal nog steeds in Enge land" en niet in Den Haag gefabri ceerd. NAAM - SPEL - GROET GESPREK In het park komen de kinderen me de naam van mgn hond vragen. Dan spelen ze met hem en als ik ze de volgende keer, met hun ouders ont moet, wordt er ook gegroet. En by de volgdende gelegenheid wordt er geconverseerd. Nu ja, er is geen introductie geweest, maar we zyn zulke oude kennissen! Ik ken nu al myn buren uit heel de straat, en ze weten nu allen reeds lang dat men in Nederland niet beter eet dan hier. Maar eergisteren vroeg me de ge pensionneerde stationschef of ik ook eens even over Indonesië kon uit leggen. En toen moest ik wel zeg gen dat ik net zo'n haast had omdat ik met de trein van 10.31 mee moest. Ik hoop dat hy me niet gozien heeft toen ik een kwartier later stiekum aan de achterzyde myn huis weer insloop. In Nederland moet het heerlyk wezen om oorlogscommuniqué's door onze eigen staf gepubliceerd te mo gen lezen. Als Zeeuw kan ik het mee voelen: „En wie voor Oud-Holland niet boog, die sloeg er het ros met zyn hoef, dat het bloed uit neus en oren hem vloog..." Jammer genoeg zyn oorlogscommuniqué's hier in Engeland op het ogenblik minder In trek. Ondertussen heeft mijn hond me ook nog introducties bezorgd by de conservatieve elite van Twickenham Men kan het hem zo aanzien dat hy een lange stamboom bezit en een handvol ponden gekost heeft. Ik, zyn meester, kan dus niet anders dan weldenkend zyn. Ik kleed me, althans gedurende de vacantie, be paald armoedig. Maar dat kan zo een hebbeiykheid zyn. Sir Lionel Tollema che, van Ham House, loopt in nog veel sjofeler plunje rond. Maar zyn hart zit op de rechte plaats en met myn dure poedel zal het mijne daar oo'.: wel zitten. En zo wil het gebeu ren dat ik van de dames en heren aan wie myn hond me voorstelt heel wat harde waarheden over Attlee, Bevin, Dalton-mensen die ik per- soonlyk gekend heb te horen kryg. En over de mynwerkers en over het proletariaat in het alge meen. Ik denk er niet aan om myn nieuwe en vermoedelyk tydelylae ken nissen uit do waan te helpen. Met m|jn Zuid-Afrikaanse vrienden zeg ik maar: MOE NIE PERELS VIR DIE SWYNE GOOI NIE: SWYNE VIN DIE PERELS TOG NIE >IOOI NIE! 58. Nog éénmaal dook Boris Baal in de hoofdstad van Dokie's land op en wel in gekooide staat. Zoals eertyds Don Quiehotte in een kooi door de Spaanse straten werd gedragen, zo ging thans Baal zyn weg naar het gevang. Het enige ver was, dat Don Quicfiotte stil schfl en droef ineengedoken in zij.T draag bare gevangenis had gezeten. Boris Baal rukte aan zyn tralies en schreeuwde. „De wraak zal komen", schreeuwde hy. Een kwartier later was hy nog steeds niet tot bedaren gekomen, maar de mensen konden hem niet horen. Een rij keurige cel len, "in dë nieuwste gevangenis van de stad, werd nu het onvrijwillige hoofdkwartier van de „groep-Baal", zoals Dokie het uitdrukte. Geen oc- todestraal hinderde meer enig schip en rustig stoomden de oceaanreuzen de havens uit. Laat Heer Uw dienstknecht in vrede gaan Er liggen bange jaren achter ons. Bange jaren, waarin de dood ons allen heel dichtbij was. Wij hadden er voortdurend rekening mede te houden, dat wij het volgend ogen blik niet meer tot deze aarde zou den behoren. Dit geldt natuurlijk voor iedere tijd, maar hoeveel ster ker voor de jaren, waarin het ge weld van de oorlog over ons heen rolde. Hoe sterker echter de dreiging van de dood, hoe sterker de drift tot het leven zich in ons doet gel den. Wij mensen zijn nu eenmaal geneigd ons met heel ons wezen aan het leven vast te klampen. Wij houden van het warme leven, dat bij elle pijn en zorgen ons toch veel vreugde geeft en de voortdurende belofte van geluk. Ons zoeken naar geluk en onze drift tot het leven, zij wortelen beiden in dat wonder lijke iets, dat wij de ziel plegen te noemen. Onbegrepen is het myste rie van het leven. De wonderen der natuur, w|j ontsluieren het een na het ander. Maar het leven? Wie zich poogt rekenschap te geven van oorzaak, waarde, zin en In houd van het leven, moet teleur gesteld worden. Hier ligt een ge heim, dat geen menselyk denken kan benaderen, laat staan ont hullen en dwingen in het keursiyf van een these. Zelfs de mens, die in stilte be- sluit het eigen leven teniet te t ifloen, hy nog heeft het leven zo lief, dat hg de saamgetaste schuld de wanhopige verknoeiing, de tot zielsverscheuring geworden v eenzaming niet dat leven wil zien bezoedelen en het daarom eigen machtig terugvoert naar de Eeu wigheid, waaruit het naar voren trad. De zelfmoordenaar is stel lig geen voorbeeld van levens overwinnaar, zyq „neen" tegen het leven is echter ongetwyfeld ingegeven door de verheven illu sie, die hem toch uit het leven te gemoet trad en die in staat la sommige mensen zo te verteren, dat zij gedrongen worden het eigen schynsel te doven. Niet al le mensen kunnen sterk zyn en wy die de sterkte wel kennen, die nen er ons voor te behoeden, hen te minachten, die aan het leven te gronde gaan. Laat ons toch steeds verstaan, hoe schoon, maar ook hoe moeilyk het leven is. Laat ons elkaar liefhebben, ook waar het redelijk begrijpen moet falen. Wij staan onbegrepen in 'n leven, dat wy zelf ook niet be grijpen. En schommelend tussen Eeuwigheid, waaruit wy te voor schijn trader en waarheen wy op weg zijn, zijn wy geroepen eigen geluk op te bouwen uit de scher ven, van wat de volmaaktheid van de aanschouwelijke wereld had kunnen zyn. Op die weg tus sen de Eeuwigheid treden wy de medemens tegemoet en willen, dat ook hy het geluk deelachtig wordt dat wij zoeken zonder het ooit geheel te vinden. Zo schrijden wij voort langs de heirbaan van het leven. Het le ven is daarby een spel poker, waarvan de dichter zegt: Zo speelt de mens het eeuwig spel van het leven, God schudt de kaart, de mens mag eenmaal geven; Misschien is het troef, misschien verloren slag En dan wenkt aan het einde van het leven de dood. Deze komt, als milde trooster voor ons allen, waar wy ook ge staan hebben in het aardse ie ven. De dood, als grote verevener, Als in een film gaat nog een maal het hele leven aan ons oog voorbij, een zachte glimlach komt over ons vermoeid gelaat, het hoofd neigt zich over de borst en de vrede van de dood treedt aan Moge het dan voor ons allen gel den: „Nu laat Gy Heer, Uw dienst knecht, naar Uw woord, In vre de heengaan..." Misschien ligl^in die vrede toch het vinden van het geluk dat wij altijd zochten. BERGSMA Als de maand September in het land is worden overal de schoolbanken veer bezet FEUILLETON door Anihony Berkeley Hoofdstuk XI MIJNHEER CHITTERWICK LOST EEN PROBLEEM OP Nadat hy zijn aantekeningen geraadpleegd had, stelde mynheer Chitterwick het volgende relaas op: Algemene conclusies: Dat aan deze moord en de poging de schuld er van op een ander te werpen, een zorgvuldig en langdurig voorbereid plan ten grondslag moet liggen. Dat, wanneer het plan aucces heeft en majoor Sinclair wordt opgehangen, een dubbele moord gepleegd zal zijn. (Deze aantekeningen berusten alle op de veronderstelling, dat de majoor on schuldig is). Dat het voornaamste doel van de moordenaar de dood van juffrouw Sinclair was. Dat het werpen van de schuld op majoor Sin clair en zyn daaruit voortvloeiende executie even eens belangrijke doelstellingen waren, maar on dergeschikt aan het beveiligen van de werkelijke moordenaar, indien op hem enige verdenking zou vallen. (Dit, indien ik aanneem, dat m|jn theorie omtrent de gedragingen ;van de moordenaar juist Is). Dat, in dit geval dus, rayn aandeel in de zaak aan de volgende drie feiten moet worden toege schreven: dat ik alleen was, dat lk in de positie verkeerde de handelingen van de moordenaar te kunnen gadeslaan, en dat hy my in de spiegel kon zien. (N.B. Dit verklaart de keuze van het Piccadilly Hotel, gezien van het standpunt van de moordenaar, omdat daar op dat ogenblik zeker iemand zou zyn, die dit kon doen. Inderdaad kon de moordenaar voor het bereiken van ztjn doel geen betere plaats uitzoeken. Het was echter juf frouw Sinclair en niet de moordenaar, die het Piccadilly Hotel koos. Voor dit laatste punt moet nog een oplossing gevenden worden). Dat, op dezelfde veronderstelling voorbordurend een belangrijk bewys, dat waarschijniyk de dader respectievelyk majoor Sinclair zou vrijpleiten, aan my en aan de politie ontgaan is. (Dit was ook de bedoeling van de moordenaar). Opmerkingen omtrent de toediening van het gif. Dat de wijze, waarop het vergif werd toege diend, wasxschynlljk nog niet ontdekt is. Dat het door middel van de koffie gebeurde is te betwy- felen. (Heeft juffrouw Sinclair of haar metgezel misschien iets anders besteld? Een likeur bijvoor beeld? Benedictine of chartreuse zou waarschijn iyk zowel de smaak als de geur van Pnüsisch zuur verbergen. Een onderzoek moet hiernaar worden ingesteld). Dat, gezien het feit, dat de# moordenaar on- middeliyk na my de lounge verliet en zulks be slist niet zou hebben gedaan, voor hy er zeker van was, dat juffrouw Sinclair het vergif ge bruikt had of gebruiken zou, de middelen tot toediening bij de hand moeten z|jn geweest om streeks het ogenblik, dat ik aan de telefoon werd geroepen. (N.B. Misschien kan de kellnerin, die my aan de telefoon riep, op dit punt inlichtingep geven). Dat, aannemende dat juffrouw Sinclair het vergif op zijn vroegst tien minuten, nadat de man vertrokken was, heeft kunnen innemen, dit waarschyniyk in een koude drank gemengd ge weest is, of misschien ook wel in een medicyn, waarvan de man wist, dat zij het vcor haar ver trek zou gebruiken. (Hieromtrent een onderzoek Instellen). (wordt vervolgd) UITZENDINGEN ZONDAG 7 SEPTEMBER Hilversum I Nieuws om 8, 13, 19.30 en 32.30 uur. NCRV 8.15 Gewijde muziek 8.30 Morgenwijding KRO 9.55 Alfr. Cortot, piano 10.25 Hoog mis 12.15 Boekbespreking 12.30 en 13.20 Metropole-orkest 14.00 Orgelbespeling 15.00 Reportage Mariacongreb 16.00 Kath. Thuis front 16.30 Reportage Mariacon- gres 17.00 Ned. Herv. Kerkdienst 1KOR 18.30 Ned. Strydkrachten 19.00 Kentucky Minstrels 19.45 Sport 20.15 Concert t.g.v. Maria- congres 21.00 Seriehoorspel „Een nieuw leven" III 21.40 deel TV 22.50 Radio Fhilh. orkest. Hilversum II Nieuws om 8. 13, 18, 20 en 23 uur. VARA 8.30 Voor de tuin 8.45 Ensemble Johan Jong 9.30 Men vraagtwy draaien 10.00 Geest. Leven 10.15 Vioolvoor dracht 10.45 Gedichten over Sep tember 11.00 Lichte muziek 11.30 Britse filmmuziek AVRO, 12.00 Gram. muziek 12.40 Dames koor 13.15 Vaudeville-strykorkest 14.05 Boekenhalfuur 14.30 Kamer orkest 15.15 Filmpraatje 15.30 Pierre Palla, orgel 15.50 Skymas- ters en gram. platen 16.30 Sport flitsen VARA, 17.00 Muziekver. „Ons Genoegen" L'warden 17.20 Gemengd koor 17.40 Accordeon harmonie -r- 18.15 Sport 18.30 Cursus VPRO 19.00 Ned. Herv. Kerkdienst AVRO 20.15 Walstyd 20.45 Eerste deel „Bandjir" 21.15 Zigenerorkest 21.45 Hersen gymnastiek 22.15 Orkesten met bijzondere bezettingen 23.15 Dans muziek. MAANDAG 8 SEPTEMBER 1947 Hilversum I 301 m. Nieuws om 7, 8, 13, 19, 20 en 22.30 uur. NCRV 7.30 Muziek van Bach 8.15 Koorzang en orgelspel 9.00 Suite van Joseph Haydn 9.30 Mor geitconcert 10.30 Morgendienst 11.15 Van oude en nieuwe schrijvers 11.35 Zangvoordracht 12.00 Vro lijk Om- en Om-programma 12.30 Weeroverzicht 12.35 Populair or gelspel 13.15 Mandolinata 14.00 De Varianten 14.15 Voor jonge moeders 14.35 De Varianten 15.00 Pianoconcert van Schumann 15.30 Gemengd omroepkoor 16.00 Bijbellezing 16.45 Scalasextet 17.30 Pianoduo Beuker-Denijs 18.15 Vervolg 18.30 Ned. Stryd krachten 19.15 Boekbespreking 19.45 850-jarig bestaan van de Zype 20.15 Frans programma 20.45 Re portage uit Schoonhoven 21.40 Omroeporkest 23.00 Licht avond concert. Hilversum II 415 m. Nieuws om 7, 8, 13, 18, 20 en 23 uur. VARA 7.30 Muziek by het ont bijt 8.18 Lichte morgenklanken 9.00 Kamermuziekprogramma 9.35 Derde symphonie van Roussel 10.00 Morgenwydin; VPRO 10.20 Ziekenprog-amma De Regenboog 11.00 Franse pianomuziek 11.30 Voordracht 12.00 Stafmuziek A' damsepolitie 12.30 Weerpraatje 12.38 Vervolg Stafmuziek 13.20 Ensemble Vincentino 14.15 Opera Madame Butterfly van Puccini 15.05 (jpngres Plattelandsvrouwen 15.20 Vervolg opera 16.15 Fabel voor de jeugd 16.30 Laatste deel opera 17.00 Voor de jeugd 17.30 Dansmuziek 18 Ensemble Jan Corduwener 19.15 Roos Boels- ma, zang met pianobegeleiding 19.40 Pianoduo De Raaff-Schutte 20.15 Radio Philh. Orkest 21.15 Halfuur G.G.-cabaret 22.15 Be roemde koren uit opera's en operet te's 22.45 Klankbeeld over het Ier ven van de plattelandsvrouw 23.15 Johan Jong. orgel 23.40 Or kest Artie Shaw.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 2