Een idyllisch sprookjesrijk Jacques BLOEM: Dichter van het gefnuikte verlangen De Gasperi werd woedend Maak eens zo'n grote kraag Diep-ernstige gesprekken over dwaze dingen ,0 Popeye, Mickey en Tom Poes Zorg voor cultuur en jeu^d eist de aandacht LETTERKUNDIGE RICHTLIJNEN OP 10 Mei heeft de dichter J. C. Bloem zijn zestigste verjaar dag gevierd. Ter ere van dit feit verscheen een voortreffelijk verzorgde uitgave van zijn verzamelde gedichten, waarin wij on verkort de zes bundels terugvinden die hij in het licht gaf: Hel verlangen; Media vita; De nederlaag; Enkele gedichten; Sintels; Quiet though sad. Te betreuren valt slechts, dat daarin niet tevens de voor Bloem even typerende als belangrijke beschouwingen „Over het verlangen" en „Over poëzie" zijn opgenomen; hoewel in proza geschreven, behoren zij toch essentieel tot de uitingen van zijn dichterschap. Ook een goed portret van de dichter zou de waarde van deze uitgave nog hebben verhoogd. Evenals Van Eyck, Gossaert, Jan Prins en Israël de Haan is Bloem voortgekomen uit de kring van dich ters. die zich om Verwey'? tijdschrift j „De Beweging" gevormd had. In zijn oudere verzen is de invloed van sommigen dezer tijdgenoten soms merkbaar, met name die van Gos saert. Maar deze beïnvloeding is van voorbijgaande aard en beperkt zich bovendien tot de meer uiterlijke kant van het vers: woordkeus, vorm.^ toon. Naar zijn innerlijke wezen is Bloem ook hier reeds enkel zichzelf Men heeft Bloem, met een toespe-1 linj» op de titel van zijn eerste bun- j del. wel gekarakteriseerd als „de dichter van het verlangen". Zonder meer lijkt mij dit echter niet juist Want al is deze eerste bundel ook omvangrijker dan de vijf volgende 1 bundels gezamenlijk en al is hij on misbaar voor een zuiver verstaan daarvan toch blijkt hij in het ge heel van deze dichterlijke levens- confessie slechts een uitgangspunt. Niet „het verlangen" typeert dit dichterschap, maar veeleer de erken ning dat elke verwachting werd te leurgesteld: „de nederlaag" mèt de aanvaarding van en de uiteindelijke berusting in die nederlaag Ik zou daarom de karakteristiek willen uit breiden tot: „dichter van het teleur gestelde. het gefrustreerde verlan gen". Dorst naar volmaaktheid Het verlangen dat hier bedoeld wordt, heeft Bloem zelf in een welhaast klassiek geworden uit spraak nader geformuleerd als „de goddelijke onvervuldheid die wel verre van ons het leven tot een last te maken, ons juist de anders on duldbare last des levens doet dragen niet alleen, maar zelfs bovenal be minnen". Het is niet gericht op iets concreets en het laat zich daarom Ook niet preciseren, nauwelijks on der woorden brengen zelfs. Het is een onbepaald heimwee, voortkomend zoals Rispens terecht heeft opge merkt uit de diepste behoeften van de mens naar lichaam en naar zieL In de verschillende „Gestalten" van zijn eerste bundel tracht Bloem objectiverend aan dit even reële als onbestemde verlangen uiting te ge ven, het sterkst misschien in „De bruid": Laat W dit lintje verlangen geduld zijn Wat ik begeer Is slechtsverloren, verrukt en vervuld zijn Voor L e. mee In de afdeling „Lyrisch" uit hij zich directer en daarom vaak nog klemmender. Toch is hier telkens zoals trouwens ook reeds in „Gestal ten" iets merkbaar van het toene mend besef, dat de vervulling fan het verlangen zou kunnen uitblij ven De felheid van de jeugd gaat door voorbij; er komt een behoefte aan rust en berusting, waaraan de dich ter echter nog niet kan toegeven: Maar ik be i bang, den ouden droom te ontsterven, •Voordat ik ocit zijn volheid heb gekend' De volgende bundels brengen de voortzetting van deze neergang. Steeds omwondener wordt de te leurstelling uitgesproken. De mono tonie van het altijd-eendere dage lijkse bestaan doet zich onduldbaar gelden en vernedert de ziel tot „een trekhond voor de dagelijksche kar" Tenslotte kan de dichter niet anders dan de nederlaag erkennen en moeizaam trachten zich daarbij neer te leggen: Men begmi tnet het leven U aanvaarden En emdlijk uaneaardi men den dood. In de laatste bundel („Quiet tliougb sad") blijkt deze gedwongen aanvaarding tot een wijze berusting verstild De pijn blijft, maar de dich ter kan weer glimlachen en zelfs weer voor een ogenblik „domweg ge lukkig" zijn In „De gelatene" opent hij ook symbolisch zijn raam «m het najaar binnen te laten. Het deert hem niet meer dat het leven hem weinig heeft gebracht: Jeugd is onrwtir. zijn eeen verdwaasd Hunkren nam onverg elijlce beminden, Ei- eenzaamheid is dan genlis en pijn. Da* is voorbij. zodU hi leven haast. Maat ii alleen is nu rust te Vinden, En dan: hal zoaz 1 erger kunnen zijn. Een zuiver gevoelsmens 1 n enkele, al te grove en simpele -1 lijnen is dit de ontwikkeling van het thema in Bloem's poëzie. Niet het feit echter van deze douloureuze en tenslotte berustend-aanvaarde „ne- derl r" maakt hem groot, maar de wü<w -aarop hij dit alles wist vast te i in zijn vers. Bloem is geen •picus, die in stoute verbeeldingen J. C. BLOEM Men begint met het leven te En eindelijk aanvaardt men de dood zijn innerlijk leven objectiveert en daarmee boven zijn eigen begren zingen uitstijgt geen wijsgerig dichter, die als Verwey of Van Eyck niet rust voor hij zich een wereldbe schouwing veroverd heeft, welke hem voldoet geen godsdienstige natuur, die als Gossaert of Israël de Haan worstelt om de zekerheid van het geloof hij is enkel een diep en zuiver gevoelsmens, die zich met haast meedogenloze eerlijkheid over zichzelf uit In zekere zin kan men dit natuurlek als een beperktheid zien. Maar het wonder van Bloem is, dat hij dan juist deze beperktheid zo puur en zo volkomen gegeven heeft als weinigen vóór hem. Zozeer dringt hij door tot de essentie, dat hij door zijn eigen gevoelens heen vertolker wordt van iets algemeen-menselijks. Het is niet enkel een mens die we hier horen klagen; het is de mens, ontdaan van alle toevallige tijdelijk heid, in een bepaald aspect van zijn menselijkheid: het gefrustreerde ver langen naar volledige vervulling. Het geheim van Bloem's dichter schap ligt in de verpuurde stilheid van zijn vers. Daarom vormen in zijn oeuvre de latere bundels onbe twist het hoogtepunt. De onstuimig heid en hartstochtelijkheid van vele vprzen uit „Het verlangen" liet zich in deze stilheid nog niet vangen. Bloems dichterschap ismisschien niet het dichterschap van een groot mens. Maar het is stellig wèl een groot dichterschap. En daarom kon het de zin van zijn leven worden. Fragment van Poesjkin Deze maand heeft Zaandam met allerlei feestelijkheden liet ver blijf van Czaar Peter de Grote her dacht Naar aanleiding van deze her denking werd, in de voortreffelijke vertaling van Aleida G. Schot, het romanfragment uitgegeven dat de grote Russische dichter Poesjkin (1799—1837) aan deze Czaar en zijn omgeving wijdde. In een korte inlei ding deelt de vertaalster ons mee, dat hij daarmee niet alleen uiting gaf aan zijn bewondering voor Peter de Grote, maar ook aan zijn leven dige belangstelling in de figuur van zijn overgrootvader, de Moor Ibra- him Hannibal, die Peters pleegzoon en gunsteling was. In de ruim zes hoofdstukken, die dit fragment omvat en die het begin moesten zijn van een historische roman, wordt ons de Moor eerst getekend in de verfijnd- decadente sfeer van het Franse hof en daarna in de ruige omgeving van Peter, zodat de tegenstelling tussen beide des te sterker uitkomt. De ro man zet breed en krachtig in, de te kening der verschillende figuren heeft dadelijk onze volle belangstel ling zodat wij het abrupte afbre ken van het fragment oprecht be treuren. Maar toch stemt deze vluchtige ontmoeting met Poesjkin, als blij vende herinnering aan de Peter-her denking van dit jaar, tot dankbaar heid. De Gasperi, Italic's minister- president, is een beheerst man. Daarom vertelt men elkaar in Rome met genoegen de volgende geschiedenis, die zich alspeelde tijdens de jongste regeringscrisis, in een van de talrijke vergaderin gen van de partijleiding der Christen-Democraten. Het was zo warm in Rome, dat de leidende mannen van de ze grote Itali aanse partij er last van kregen. Men besloot daarom in het naburige café enige verfris singen voor de vier en twintig bestuursleden te bestellen. Ijskoffie was natuurlijk hei beste. Kortdaai auu. na verschenen d. Cas^ri dan oo)[ viw en twintig kopjes Ijskoffie, en er naast keurig in aparte glaas jes geserveerd vier en twintig porties slagroom. Toen de Gaspe ri de slagroom zag werd hij woe dend. „Weet de eigenaai van dat café dan niet, dat het volgens de re- geringsbepalingen verboden is slagroom te gebruiken bij de ver vaardiging van iedere soort van verfrissingen? Of wil hij door hel negeren van de regeringsvoor- schriften mij en mijn medewer kers belachelijk maken?" Het antwoord op^ deze vraag liet niet lang op zich wachten. Inderdaad, volgens de laatste be palingen was het verboden om slagroom bij de vervaardiging van verfrissingen te gebruiken. Het was echter niet verboden zoals het hier gebeurde de room apart te serveren. „Trovato la leggee. trovato 1'inganno". zegt een gevleugeld Italiaans woord. Dat wil zeggen dat de ontduiking van de wet nauw sa mengaat met de uitvaardiging daarvan. Het zal, wel niet nodig zijn nog te vermelden, dat de volgende dag een nieuwe regeringsveror dening ook de verkoop van slag room verbood. T EKENFILM grillig spel van lijn. kleur en rhythme. spel van butnBf en sentiment, soms als een bekoorlijk sprookje, dan weer als èen" bizarre klucht, maar altijd boeiend als een verschijnsel uit een andere wereld. Egn irreële wereld, waarin 'konijntjes piano spelen en goudvissen een spelletje bridge, waarin bomen spreken en hutzen aan de wandel gaan waarin juist zoveel mogelijk is als de menselijke fantasie het toelaa\ En die lijkt wel onbegrensd...^ Disney, pionier en meester in het rijk der tekenfilm, beweert soms het gevoel te hebben, dat jong en oud behagen scheppen in zijn teken films. omdat het in staat stelt, voor hun nuchtere ogen een fantas tische wonderwereld te toveren, ge heel vrij van de voor velen zo dor re werkelijkheid. Hoe het zij. zijn creaties hebben in weinig jaren de harten van alle filmfans veroverd en iedere nieuwe tekenfilm van Dis ney schijnt voorbestemd voor een triomftocht door talloze bioscopen over de gehele wereld. En niet alleen Disney, ook Fleischer. de geestelijke vader van Popeye the Sailorman en Betty Boop oogstte succes en fortuin, terwijl onlangs in Parijs de première plaats vond van „De dief van de bliksemafleider", het product van de jonge Franse kunstenaar Paul Grimault. Sinds omstreeks 1910 door tech nische zieners hardnekkige pogingen werden gedaan, getekende poppe tjes op het linnen venster in bewe ging te brengen, sinds in 1928 in het Panopticum e Parijs de première draaide van de eerste getekende rolprent, is de tekenfilm gerijpt tot een product, dat n >g wel technische onvolkomenheden bezit, maar dat de mogelijkheden in zich draagt van een specifieke, artistieke vorm geving. een kunstuiting met een eigen karakter. En het is duidelijk, dat de massa de tekenfihn ook in dit ontwikkelingsstadium maar al te graag accepteert; de bankrekenin gen van Disney en Fleischer varen er wél bij. Proza wordt poëzie Ook. Nederland heeft zijn teken- filmstudio's. In vergelijking met het complex vriendelijke witte gebouw tjes in Hollywood, waar meer dan 800 assistenten van Disney over hun calqueerpapier getogen zitten, moge het een nietig bedrijf schij nen: er wordt tekenfilm gemaakt! Marten Toonder is de ontwerper. Kabos de regisseur en geassisteerd door een twintigtal tekenaars leg gen zij thans de laatste hand aan een filmpje, dat binnenkort in de theaters te zien zal zijn. We zijn met Kabos een praatje gaan maken. We hebben ons laten vertellen dat aan dit filmpje, met een draaitijd van V/i minuut twine tig man 3 maanden lang hard wer ken. Voor het merendeel zeer pro zaïsch werk: dat van de betwee- ners bijvoorbeeld, die de tussensta dia van de bewegingen aangeven in ongeveei 5000 tekeningen. Het werk van de animators begint Iets min der te lijken od dat van de lopende band: zij verdelen de verschillende scènes in fazen en scheppen daar mee de beweging. Maar tenslotte is ook dit een vrij nuchtere bezigheid en als men deze .'.ensen zo inge spannen bezig ziet met hun stapels calqueerpapiertjes en hun scherpge punte .ekenstiften, verbaast men er zich over. dat uit dit fabriekachtig gedoe een bezield sprookje ontstaat, dat duizenden in verrukking brengt! We ontdekken het geheim, als Kabos vertelt wat hieraan vooraf gaat. Eerst de nog onrijpe idee in het brein van Toonder of een van zijn medewerkers die groeit tijdens de gesprekken met regisseur en componist. Dit zijn diep-ernstige gesprekken over humoristische ef fecten. waarbij men met behulp van ;piegels! zoekt naar de meest rake „gags", gelaatsuitdrukkingen en bewegingen. Zo ontstaat de ruwe vorm. die in scènes wordt- inge deeld. waarvan schetsen gemaakt worden: het begin, het midden en Regisseur Kabos met een van zijn geesteskinderen, Tekko Taks het eind van elke scène, van de verschillende hoeken, waaruit het beeld bekeken wordt, close-up en andere onderdelen, die van belang zijn. Beeld en klank equivalent Aardig is oojc, dat bij het uitwer ken van de scènes deze door de te kenaars moeten worden nagespeeld Van iedere beweging immers moet de regisseur weten, hoe lang «e duurt en pas clan kan het draaiboek worden samengesteld, waarin de aldus ontwikkelde idee tot in kleine bijzonderhedeh wordt beschreven Men komt in het draaiboek zinsne den tegen als: „Deur slaat met klap dicht uil schrikt wind doet veren opwaaien let op muzikaal effect. Als deze faze wordt bestu deerd, vallen er in Toonders studio enige malen deuren dicht, maken de tekenaars in diepe ernst malle schrikbewegingen en als de meest malle schrik-ir.terprctatie is gevon den, herhaalt ch alles nog eens. terwijl Kabos met een stopwatch in de hand nauwkeurig time't. Let cp muzikaal effect.... Hugo de Groot, Toonder's componist, is een van de belangrijkste mensen van de studio. Bij een gewone film is het meestal zo, dat de muziek 't nauwelijks merkbaar relief vormt van het beeld. Als de muziek op valt, is dit vaak een bewijs, dat de film visueel een zwakke plek ver toont. Het komt zelfs vaak voor, dat de muzikale compositie het uit gangspunt vormt voor de beeldcom positie! Wij hebben het draaiboek van de nieuwe Toonderfilm eens doorgele zen. „Zet er niet teveel over in de krant", zei Kabos. „het moet een verrassing blijven!" Wat Mickey Mouse is voor Disney em Popeye voor Fleischer, dat is TPm Poes voor Toonder. Ook dit wordt een Tom Poes-film. waarin natuurlijk ook de heer Bommel weer een rare schaats rijdt. Maar dit is dan ook het enige, dat we mogen vertellen.... U zult er versteld van staan, hoe dat Uw japon verandert U kunt er zelfs een enigszins „antiek" jurkje een heel modern ca chet mee geven. Het patroon Is getekend van mo del A; aan de hand daarvan kunt U zelf alle mogelijke variaties aanbrengen. Knip de kraag eerst van papier en pas en ver ander net zo lang tot hij naar Uw zin is. Zijde of an dere dunne stof moet U voeren, bij zwaardere stof kunt U volstaan met de randen met schuine repen stof af te werken. Zo'n kraag is aardig in afstekende kleur, maar ook in de stof van de japon. U kunt hem garneren met één of meer. geplooide stroken, met tus- senzètsels van kant, biezen of bor duursel in de kleur van de japon of in goed harmoniërende tinten. II kunt er lovertjes of kralen opnaaien, kortom: U kunt hem zo mooi maken als U zelf maar wilt. Veel succes! JjJEZEMER R.W. 92 c.M. ONTMOETINGEN N.J.G. KRIJGT KAMPEERTERREINEN Wf DE de jeugd heeft, heeft de toekomst". M Deze leuze geeft de materiële doel stelling aan, waarmee aanvankelijk een deel van het jeugdwerk werd bedreven. Isolement en propaganda voor eigen richting, niet over de muren van het eigen terrein heenkijken, waren er de kenmerken van. Maar de ideële drijfveren, de hang naar het samengaan waar dat mogelijk was, hebben dat zoeken tot re sultaat gehad, dat in de oorlogsjaren in het verborgen vastere vormen kreeg en dat na de bevrijding leidde tot de stichting van de Nederlandsche Jeugdgemeenschap. In de jeugdorganisaties die deze omvat is onge veer de helft van de jeugd ondergebracht. Aan de totstandkoming en het werk daarvan nam en neemt de Utrechtse, Remonstrantse predikant d r. J. A. d e Koning een zeer werkzaam aandeel. Reeds voor de oorlog was hjj in de jeugdbeweging op zijn post: Jan de Koning was na zijn studententijd gedurende een achttal jaren de bekende secretaris van het vrijzinnige jeugdwerk, en zijn liefde bleef, ook nadat hij de kerk op een andere plaats ging dienen. Di. J A. DE KONING rvien* hart en zorgen niet alleen uitgaan naar de georganiseerde en massa-jeugd, maar die ook een toegewijde in teresse heeft in de cul turele belangen van ons volk. De achtergrond van dit zoeken naar gemeenschap ziet ds. De Ko ning in een onrust over onze samen leving, die in alle groepen is waar te nemen. Wy zijn intellectueel erg knap en hebben enorme technische middelen, maar tegelijkertijd rijn wij ten prooi gevallen aan een pro ces van massaficatie, waarbij ons menszijn niet tot uiting komt. Dit deed in de oorlogsjaren de plannen rijpen om nationaal en internationaal de geestelijke, menselijke en mo rele krachten te verzamelen om een nieuwe wereld op te bouwen. Die coördinatie van inspanningen sluit natuurlijk niet uit. dat de positieve krachten van de verschillende groe peringen in ons volk tot ontplooiing zouden komen. Integendeel een vol ledige doorwerking van beginsel vaste opvoeding naar verscheiden heid van overtuiging wordt bevor derd. Geen nivellering is het doel, maar een. in persoonlijk bewustzijn, samenwerken. Uit die gedachten is de Ned. Jeugdgemeenschap naar voren ge komen. Het z.g. derde milieu, dat der vrije jeugd vorming, ls niet min der belangrijk dan de school en men meent dan ook een beroep te mogen doen op de overheid om dit werk te steunen, ook in materieel opzicht, omdat het leiderscorps vrijwel ge heel vrijwillig zijn tijd en krachten geeft, zodat eventuele subsidies dus zeer effectief worden gebruikt. Enorm kampeerterrein Krijgt U die steun ook? Ongetwijfeld. In materieel, zo wel als principieel opzicht. Zij. die in overheidsdienst zijn, kunnen 14 dagen extra verlof krijgen als zij die besteden in een leidende jeugd- functie, een voorbeeld door vele particuliere bedrijven gevolgd. Van Volksherstel heeft men veel medewerking ohdervonden om de nodige materialen aan te schaffen en onlangs nog hebben de overheid en verschillende semi-overheids- organen hun medewerking verleend, opdat de N.J.G. de beschikking zou krijgen over het grote complex van terreinen, dat vroeger in gebruik was bij de „Ster van het Oosten" en dat tijdens de bezetting het be ruchte kamp Ommen was. Met de daaromgelegen bossen komt het nu ten dienste van de vrije Jeugdvor- ming. Daar kunnen grote nationale manifestaties worden gehouden, men hoopt het als internationaal centrum te gebruiken en men denkt aan de aanleg van een amphithea- ter voor ongeveer 6000 personen. Er is een keukeninrichting, die 4000 mensen voedsel kan verschaffen. De V.C.J.C. hoopt er Pinksteren 1948 te vieren. Welke zaken vragen thans in het bijzonder Uw aandacht? In de eerste plaats zijn wfl be zig een manifestatie van de Neder landse jeugd voor te bereiden ter gelegenheid van het Regeringsjubi leum. Dan vraagt het kampeerpro- bleem onze aandacht. Eigenlijk vraagt het hele jeugdleven in de vrije tijd deze en wij hopen dat dit nog eens in een jeugd wet zal wor- I geregeld. Een zeer reële moei- Iijkheid is b.v. de vraag wie er een kampeergdegenheid mag openen. Verder helpen w\j b\j de oogst en proberen natuurterreinen voor het werk der jeugdorganisaties gereser veerd te krijgen. Massajeugd cn volwassenen tl EN afzonderlijk probleem is dat A-' der massa-jeugd, die geestelijk Indifferente laa«r. die gemakkelijk ten prooi valt aan het nihilisme. Een oplossing daarvoor heeft nog niemand gevonden, maar haar te pakken en tot een keuze te bren gen blijft één onzer grootste op drachten. Maar de jeugd wordt volwas sen en wat dan? Moet het werk dan niet in een of andere vorm doorgaan Inderdaad, en daarom zijn et ook op het terrein van de culturele ontwikkeling en ontspanning pogin gen aan de gang om tot een ge zamenlijk beraad te komen. Dit ter rein is natuurlijk veel omvangrijker en men zal contaët hebben te zoe ken met organisaties van allerlei soort: centra voor culturele zorg. sportverenigingen, plaatselijke en streekgemeenschappen. vakvereni gingen. volkstoerisme. enz. Dit onderdeel voerde vanzelf -naar de Butlincamps. Dr. De Koning noemt een dergelijke instelling een „Paradies der Seelenloscn". Hij ziet daarin een gevaar voor de geeste lijke volksgezondheid en acht het dan ook funest, dat een paar mil- lioen voor een dergelijk kermispark zouden worden uitgegeven, nog niet meegeteld het consent bouwmate rialen. Dc jeugdgemeenschap en alle kerken via het I.K.O. hebben zich sterk verzet tegen het tot standkomen van een dergelijk kamp. Het argument van deviezen- winst geldt door de nieuwe maat regelen van Engeland ook niet meer. Waarom zou men dit geld niet geven aan niet-commerciële or ganisaties. die bewezen hebben be hoorlijk voor een vulling van de vrije tijd te kunnen zorgen. DE WIKKELROK HEEFT WEEK ZIJN intrede gedaan. Dit exem plaar werd afgewerkt met een bies van dezelfde geruite stof als het wollen jasje. En dal jas je werd n eer geparnezrd met een effen bies van het rokje. Een vlot ensembla,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3