Een idyllisch sprookjesrijk
Jacques BLOEM: Dichter van het
gefnuikte verlangen
De Gasperi werd
woedend
Maak eens zo'n grote kraag
Diep-ernstige gesprekken over
dwaze dingen ,0
Popeye, Mickey en
Tom Poes
Zorg voor cultuur en jeu^d
eist de aandacht
LETTERKUNDIGE RICHTLIJNEN
OP 10 Mei heeft de dichter J. C. Bloem zijn zestigste verjaar
dag gevierd. Ter ere van dit feit verscheen een voortreffelijk
verzorgde uitgave van zijn verzamelde gedichten, waarin wij on
verkort de zes bundels terugvinden die hij in het licht gaf: Hel
verlangen; Media vita; De nederlaag; Enkele gedichten; Sintels;
Quiet though sad. Te betreuren valt slechts, dat daarin niet tevens
de voor Bloem even typerende als belangrijke beschouwingen
„Over het verlangen" en „Over poëzie" zijn opgenomen; hoewel
in proza geschreven, behoren zij toch essentieel tot de uitingen van
zijn dichterschap. Ook een goed portret van de dichter zou de
waarde van deze uitgave nog
hebben verhoogd.
Evenals Van Eyck, Gossaert, Jan
Prins en Israël de Haan is Bloem
voortgekomen uit de kring van dich
ters. die zich om Verwey'? tijdschrift j
„De Beweging" gevormd had. In zijn
oudere verzen is de invloed van
sommigen dezer tijdgenoten soms
merkbaar, met name die van Gos
saert. Maar deze beïnvloeding is van
voorbijgaande aard en beperkt zich
bovendien tot de meer uiterlijke kant
van het vers: woordkeus, vorm.^
toon. Naar zijn innerlijke wezen is
Bloem ook hier reeds enkel zichzelf
Men heeft Bloem, met een toespe-1
linj» op de titel van zijn eerste bun- j
del. wel gekarakteriseerd als „de
dichter van het verlangen". Zonder
meer lijkt mij dit echter niet juist
Want al is deze eerste bundel ook
omvangrijker dan de vijf volgende 1
bundels gezamenlijk en al is hij on
misbaar voor een zuiver verstaan
daarvan toch blijkt hij in het ge
heel van deze dichterlijke levens-
confessie slechts een uitgangspunt.
Niet „het verlangen" typeert dit
dichterschap, maar veeleer de erken
ning dat elke verwachting werd te
leurgesteld: „de nederlaag" mèt de
aanvaarding van en de uiteindelijke
berusting in die nederlaag Ik zou
daarom de karakteristiek willen uit
breiden tot: „dichter van het teleur
gestelde. het gefrustreerde verlan
gen".
Dorst naar volmaaktheid
Het verlangen dat hier bedoeld
wordt, heeft Bloem zelf in een
welhaast klassiek geworden uit
spraak nader geformuleerd als „de
goddelijke onvervuldheid die wel
verre van ons het leven tot een last
te maken, ons juist de anders on
duldbare last des levens doet dragen
niet alleen, maar zelfs bovenal be
minnen". Het is niet gericht op iets
concreets en het laat zich daarom
Ook niet preciseren, nauwelijks on
der woorden brengen zelfs. Het is een
onbepaald heimwee, voortkomend
zoals Rispens terecht heeft opge
merkt uit de diepste behoeften
van de mens naar lichaam en naar
zieL In de verschillende „Gestalten"
van zijn eerste bundel tracht Bloem
objectiverend aan dit even reële als
onbestemde verlangen uiting te ge
ven, het sterkst misschien in „De
bruid":
Laat W dit lintje verlangen geduld
zijn
Wat ik begeer
Is slechtsverloren, verrukt en
vervuld zijn
Voor L e. mee
In de afdeling „Lyrisch" uit hij
zich directer en daarom vaak nog
klemmender. Toch is hier telkens
zoals trouwens ook reeds in „Gestal
ten" iets merkbaar van het toene
mend besef, dat de vervulling fan
het verlangen zou kunnen uitblij
ven De felheid van de jeugd gaat
door
voorbij; er komt een behoefte aan
rust en berusting, waaraan de dich
ter echter nog niet kan toegeven:
Maar ik be i bang, den ouden droom
te ontsterven,
•Voordat ik ocit zijn volheid heb
gekend'
De volgende bundels brengen de
voortzetting van deze neergang.
Steeds omwondener wordt de te
leurstelling uitgesproken. De mono
tonie van het altijd-eendere dage
lijkse bestaan doet zich onduldbaar
gelden en vernedert de ziel tot
„een trekhond voor de dagelijksche
kar" Tenslotte kan de dichter niet
anders dan de nederlaag erkennen
en moeizaam trachten zich daarbij
neer te leggen:
Men begmi tnet het leven U
aanvaarden
En emdlijk uaneaardi men den dood.
In de laatste bundel („Quiet
tliougb sad") blijkt deze gedwongen
aanvaarding tot een wijze berusting
verstild De pijn blijft, maar de dich
ter kan weer glimlachen en zelfs
weer voor een ogenblik „domweg ge
lukkig" zijn In „De gelatene" opent
hij ook symbolisch zijn raam
«m het najaar binnen te laten. Het
deert hem niet meer dat het leven
hem weinig heeft gebracht:
Jeugd is onrwtir. zijn eeen
verdwaasd
Hunkren nam onverg elijlce
beminden,
Ei- eenzaamheid is dan genlis en pijn.
Da* is voorbij. zodU hi leven haast.
Maat ii alleen is nu rust te
Vinden,
En dan: hal zoaz 1 erger kunnen
zijn.
Een zuiver gevoelsmens
1 n enkele, al te grove en simpele
-1 lijnen is dit de ontwikkeling van
het thema in Bloem's poëzie. Niet het
feit echter van deze douloureuze en
tenslotte berustend-aanvaarde „ne-
derl r" maakt hem groot, maar de
wü<w -aarop hij dit alles wist vast
te i in zijn vers. Bloem is geen
•picus, die in stoute verbeeldingen
J. C. BLOEM
Men begint met het leven te
En eindelijk aanvaardt men
de dood
zijn innerlijk leven objectiveert en
daarmee boven zijn eigen begren
zingen uitstijgt geen wijsgerig
dichter, die als Verwey of Van Eyck
niet rust voor hij zich een wereldbe
schouwing veroverd heeft, welke
hem voldoet geen godsdienstige
natuur, die als Gossaert of Israël de
Haan worstelt om de zekerheid van
het geloof hij is enkel een diep
en zuiver gevoelsmens, die zich met
haast meedogenloze eerlijkheid over
zichzelf uit In zekere zin kan men
dit natuurlek als een beperktheid
zien. Maar het wonder van Bloem is,
dat hij dan juist deze beperktheid zo
puur en zo volkomen gegeven heeft
als weinigen vóór hem. Zozeer dringt
hij door tot de essentie, dat hij door
zijn eigen gevoelens heen vertolker
wordt van iets algemeen-menselijks.
Het is niet enkel een mens die we
hier horen klagen; het is de mens,
ontdaan van alle toevallige tijdelijk
heid, in een bepaald aspect van zijn
menselijkheid: het gefrustreerde ver
langen naar volledige vervulling.
Het geheim van Bloem's dichter
schap ligt in de verpuurde stilheid
van zijn vers. Daarom vormen in
zijn oeuvre de latere bundels onbe
twist het hoogtepunt. De onstuimig
heid en hartstochtelijkheid van vele
vprzen uit „Het verlangen" liet zich
in deze stilheid nog niet vangen.
Bloems dichterschap ismisschien
niet het dichterschap van een groot
mens. Maar het is stellig wèl een
groot dichterschap. En daarom kon
het de zin van zijn leven worden.
Fragment van Poesjkin
Deze maand heeft Zaandam met
allerlei feestelijkheden liet ver
blijf van Czaar Peter de Grote her
dacht Naar aanleiding van deze her
denking werd, in de voortreffelijke
vertaling van Aleida G. Schot, het
romanfragment uitgegeven dat de
grote Russische dichter Poesjkin
(1799—1837) aan deze Czaar en zijn
omgeving wijdde. In een korte inlei
ding deelt de vertaalster ons mee,
dat hij daarmee niet alleen uiting
gaf aan zijn bewondering voor Peter
de Grote, maar ook aan zijn leven
dige belangstelling in de figuur van
zijn overgrootvader, de Moor Ibra-
him Hannibal, die Peters pleegzoon
en gunsteling was. In de ruim zes
hoofdstukken, die dit fragment omvat
en die het begin moesten zijn van
een historische roman, wordt ons de
Moor eerst getekend in de verfijnd-
decadente sfeer van het Franse hof
en daarna in de ruige omgeving van
Peter, zodat de tegenstelling tussen
beide des te sterker uitkomt. De ro
man zet breed en krachtig in, de te
kening der verschillende figuren
heeft dadelijk onze volle belangstel
ling zodat wij het abrupte afbre
ken van het fragment oprecht be
treuren.
Maar toch stemt deze vluchtige
ontmoeting met Poesjkin, als blij
vende herinnering aan de Peter-her
denking van dit jaar, tot dankbaar
heid.
De Gasperi, Italic's minister-
president, is een beheerst man.
Daarom vertelt men elkaar in
Rome met genoegen de volgende
geschiedenis, die zich alspeelde
tijdens de jongste regeringscrisis,
in een van de talrijke vergaderin
gen van de partijleiding der
Christen-Democraten.
Het was zo warm in Rome,
dat de leidende
mannen van de
ze grote Itali
aanse partij er
last van kregen.
Men besloot
daarom in het
naburige café
enige verfris
singen voor de
vier en twintig
bestuursleden
te bestellen.
Ijskoffie was
natuurlijk hei
beste. Kortdaai
auu. na verschenen
d. Cas^ri dan oo)[ viw en
twintig kopjes Ijskoffie, en er
naast keurig in aparte glaas
jes geserveerd vier en twintig
porties slagroom. Toen de Gaspe
ri de slagroom zag werd hij woe
dend.
„Weet de eigenaai van dat café
dan niet, dat het volgens de re-
geringsbepalingen verboden is
slagroom te gebruiken bij de ver
vaardiging van iedere soort van
verfrissingen? Of wil hij door hel
negeren van de regeringsvoor-
schriften mij en mijn medewer
kers belachelijk maken?"
Het antwoord op^ deze vraag
liet niet lang op zich wachten.
Inderdaad, volgens de laatste be
palingen was het verboden om
slagroom bij de vervaardiging
van verfrissingen te gebruiken.
Het was echter niet verboden
zoals het hier gebeurde de
room apart te serveren. „Trovato
la leggee. trovato 1'inganno".
zegt een gevleugeld Italiaans
woord. Dat wil zeggen dat de
ontduiking van de wet nauw sa
mengaat met de uitvaardiging
daarvan.
Het zal, wel niet nodig zijn nog
te vermelden, dat de volgende
dag een nieuwe regeringsveror
dening ook de verkoop van slag
room verbood.
T EKENFILM grillig spel van lijn. kleur en rhythme. spel van butnBf
en sentiment, soms als een bekoorlijk sprookje, dan weer als èen"
bizarre klucht, maar altijd boeiend als een verschijnsel uit een andere
wereld. Egn irreële wereld, waarin 'konijntjes piano spelen en goudvissen
een spelletje bridge, waarin bomen spreken en hutzen aan de wandel gaan
waarin juist zoveel mogelijk is als de menselijke fantasie het toelaa\ En
die lijkt wel onbegrensd...^
Disney, pionier en meester in het
rijk der tekenfilm, beweert soms
het gevoel te hebben, dat jong en
oud behagen scheppen in zijn teken
films. omdat het in staat stelt,
voor hun nuchtere ogen een fantas
tische wonderwereld te toveren, ge
heel vrij van de voor velen zo dor
re werkelijkheid. Hoe het zij. zijn
creaties hebben in weinig jaren de
harten van alle filmfans veroverd
en iedere nieuwe tekenfilm van Dis
ney schijnt voorbestemd voor een
triomftocht door talloze bioscopen
over de gehele wereld. En niet
alleen Disney, ook Fleischer. de
geestelijke vader van Popeye the
Sailorman en Betty Boop oogstte
succes en fortuin, terwijl onlangs in
Parijs de première plaats vond van
„De dief van de bliksemafleider",
het product van de jonge Franse
kunstenaar Paul Grimault.
Sinds omstreeks 1910 door tech
nische zieners hardnekkige pogingen
werden gedaan, getekende poppe
tjes op het linnen venster in bewe
ging te brengen, sinds in 1928 in het
Panopticum e Parijs de première
draaide van de eerste getekende
rolprent, is de tekenfilm gerijpt tot
een product, dat n >g wel technische
onvolkomenheden bezit, maar dat
de mogelijkheden in zich draagt
van een specifieke, artistieke vorm
geving. een kunstuiting met een
eigen karakter. En het is duidelijk,
dat de massa de tekenfihn ook in
dit ontwikkelingsstadium maar al te
graag accepteert; de bankrekenin
gen van Disney en Fleischer varen
er wél bij.
Proza wordt poëzie
Ook. Nederland heeft zijn teken-
filmstudio's. In vergelijking met het
complex vriendelijke witte gebouw
tjes in Hollywood, waar meer dan
800 assistenten van Disney over
hun calqueerpapier getogen zitten,
moge het een nietig bedrijf schij
nen: er wordt tekenfilm gemaakt!
Marten Toonder is de ontwerper.
Kabos de regisseur en geassisteerd
door een twintigtal tekenaars leg
gen zij thans de laatste hand aan
een filmpje, dat binnenkort in de
theaters te zien zal zijn.
We zijn met Kabos een praatje
gaan maken. We hebben ons laten
vertellen dat aan dit filmpje, met
een draaitijd van V/i minuut twine
tig man 3 maanden lang hard wer
ken. Voor het merendeel zeer pro
zaïsch werk: dat van de betwee-
ners bijvoorbeeld, die de tussensta
dia van de bewegingen aangeven in
ongeveei 5000 tekeningen. Het werk
van de animators begint Iets min
der te lijken od dat van de lopende
band: zij verdelen de verschillende
scènes in fazen en scheppen daar
mee de beweging. Maar tenslotte is
ook dit een vrij nuchtere bezigheid
en als men deze .'.ensen zo inge
spannen bezig ziet met hun stapels
calqueerpapiertjes en hun scherpge
punte .ekenstiften, verbaast men er
zich over. dat uit dit fabriekachtig
gedoe een bezield sprookje ontstaat,
dat duizenden in verrukking brengt!
We ontdekken het geheim, als
Kabos vertelt wat hieraan vooraf
gaat. Eerst de nog onrijpe idee in
het brein van Toonder of een van
zijn medewerkers die groeit tijdens
de gesprekken met regisseur en
componist. Dit zijn diep-ernstige
gesprekken over humoristische ef
fecten. waarbij men met behulp
van ;piegels! zoekt naar de meest
rake „gags", gelaatsuitdrukkingen
en bewegingen. Zo ontstaat de ruwe
vorm. die in scènes wordt- inge
deeld. waarvan schetsen gemaakt
worden: het begin, het midden en
Regisseur Kabos met een van
zijn geesteskinderen, Tekko Taks
het eind van elke scène, van de
verschillende hoeken, waaruit het
beeld bekeken wordt, close-up en
andere onderdelen, die van belang
zijn.
Beeld en klank equivalent
Aardig is oojc, dat bij het uitwer
ken van de scènes deze door de te
kenaars moeten worden nagespeeld
Van iedere beweging immers moet
de regisseur weten, hoe lang «e
duurt en pas clan kan het draaiboek
worden samengesteld, waarin de
aldus ontwikkelde idee tot in kleine
bijzonderhedeh wordt beschreven
Men komt in het draaiboek zinsne
den tegen als: „Deur slaat met klap
dicht uil schrikt wind doet
veren opwaaien let op muzikaal
effect. Als deze faze wordt bestu
deerd, vallen er in Toonders studio
enige malen deuren dicht, maken de
tekenaars in diepe ernst malle
schrikbewegingen en als de meest
malle schrik-ir.terprctatie is gevon
den, herhaalt ch alles nog eens.
terwijl Kabos met een stopwatch in
de hand nauwkeurig time't.
Let cp muzikaal effect.... Hugo
de Groot, Toonder's componist, is
een van de belangrijkste mensen
van de studio. Bij een gewone film
is het meestal zo, dat de muziek
't nauwelijks merkbaar relief vormt
van het beeld. Als de muziek op
valt, is dit vaak een bewijs, dat de
film visueel een zwakke plek ver
toont. Het komt zelfs vaak voor,
dat de muzikale compositie het uit
gangspunt vormt voor de beeldcom
positie!
Wij hebben het draaiboek van de
nieuwe Toonderfilm eens doorgele
zen. „Zet er niet teveel over in de
krant", zei Kabos. „het moet een
verrassing blijven!" Wat Mickey
Mouse is voor Disney em Popeye
voor Fleischer, dat is TPm Poes
voor Toonder. Ook dit wordt een
Tom Poes-film. waarin natuurlijk
ook de heer Bommel weer een rare
schaats rijdt. Maar dit is dan ook
het enige, dat we mogen vertellen....
U zult er versteld van staan,
hoe dat Uw japon verandert U
kunt er zelfs een enigszins
„antiek" jurkje een
heel modern ca
chet mee
geven.
Het
patroon Is
getekend van mo
del A; aan de hand
daarvan kunt U zelf alle
mogelijke variaties aanbrengen.
Knip de kraag eerst van papier
en pas en ver ander net zo lang tot
hij naar Uw zin is. Zijde of an
dere dunne stof moet U voeren, bij
zwaardere stof kunt U volstaan
met de randen met schuine repen
stof af te werken. Zo'n kraag is
aardig in afstekende kleur, maar
ook in de stof van de japon. U
kunt hem garneren met één of
meer. geplooide stroken, met tus-
senzètsels van kant, biezen of bor
duursel in de kleur van de japon
of in goed harmoniërende tinten.
II kunt er lovertjes of kralen opnaaien, kortom: U kunt hem zo mooi
maken als U zelf maar wilt. Veel succes!
JjJEZEMER
R.W. 92 c.M.
ONTMOETINGEN
N.J.G. KRIJGT KAMPEERTERREINEN
Wf DE de jeugd heeft, heeft de toekomst".
M Deze leuze geeft de materiële doel
stelling aan, waarmee aanvankelijk een deel
van het jeugdwerk werd bedreven. Isolement
en propaganda voor eigen richting, niet over
de muren van het eigen terrein heenkijken,
waren er de kenmerken van. Maar de ideële
drijfveren, de hang naar het samengaan waar
dat mogelijk was, hebben dat zoeken tot re
sultaat gehad, dat in de oorlogsjaren in het
verborgen vastere vormen kreeg en dat na
de bevrijding leidde tot de stichting van de
Nederlandsche Jeugdgemeenschap. In de
jeugdorganisaties die deze omvat is onge
veer de helft van de jeugd ondergebracht.
Aan de totstandkoming en het werk daarvan
nam en neemt de Utrechtse, Remonstrantse
predikant d r. J. A. d e Koning een zeer
werkzaam aandeel. Reeds voor de oorlog was
hjj in de jeugdbeweging op zijn post: Jan de
Koning was na zijn studententijd gedurende
een achttal jaren de bekende secretaris van
het vrijzinnige jeugdwerk, en zijn liefde bleef,
ook nadat hij de kerk op een andere plaats
ging dienen.
Di. J A. DE KONING
rvien* hart en zorgen
niet alleen uitgaan naar
de georganiseerde en
massa-jeugd, maar die
ook een toegewijde in
teresse heeft in de cul
turele belangen van ons
volk.
De achtergrond van dit zoeken
naar gemeenschap ziet ds. De Ko
ning in een onrust over onze samen
leving, die in alle groepen is waar
te nemen. Wy zijn intellectueel erg
knap en hebben enorme technische
middelen, maar tegelijkertijd rijn
wij ten prooi gevallen aan een pro
ces van massaficatie, waarbij ons
menszijn niet tot uiting komt. Dit
deed in de oorlogsjaren de plannen
rijpen om nationaal en internationaal
de geestelijke, menselijke en mo
rele krachten te verzamelen om een
nieuwe wereld op te bouwen. Die
coördinatie van inspanningen sluit
natuurlijk niet uit. dat de positieve
krachten van de verschillende groe
peringen in ons volk tot ontplooiing
zouden komen. Integendeel een vol
ledige doorwerking van beginsel
vaste opvoeding naar verscheiden
heid van overtuiging wordt bevor
derd. Geen nivellering is het doel,
maar een. in persoonlijk bewustzijn,
samenwerken.
Uit die gedachten is de Ned.
Jeugdgemeenschap naar voren ge
komen. Het z.g. derde milieu, dat
der vrije jeugd vorming, ls niet min
der belangrijk dan de school en men
meent dan ook een beroep te mogen
doen op de overheid om dit werk te
steunen, ook in materieel opzicht,
omdat het leiderscorps vrijwel ge
heel vrijwillig zijn tijd en krachten
geeft, zodat eventuele subsidies dus
zeer effectief worden gebruikt.
Enorm kampeerterrein
Krijgt U die steun ook?
Ongetwijfeld. In materieel, zo
wel als principieel opzicht. Zij. die
in overheidsdienst zijn, kunnen 14
dagen extra verlof krijgen als zij
die besteden in een leidende jeugd-
functie, een voorbeeld door vele
particuliere bedrijven gevolgd.
Van Volksherstel heeft men veel
medewerking ohdervonden om de
nodige materialen aan te schaffen
en onlangs nog hebben de overheid
en verschillende semi-overheids-
organen hun medewerking verleend,
opdat de N.J.G. de beschikking zou
krijgen over het grote complex van
terreinen, dat vroeger in gebruik
was bij de „Ster van het Oosten"
en dat tijdens de bezetting het be
ruchte kamp Ommen was. Met de
daaromgelegen bossen komt het nu
ten dienste van de vrije Jeugdvor-
ming. Daar kunnen grote nationale
manifestaties worden gehouden,
men hoopt het als internationaal
centrum te gebruiken en men denkt
aan de aanleg van een amphithea-
ter voor ongeveer 6000 personen.
Er is een keukeninrichting, die 4000
mensen voedsel kan verschaffen.
De V.C.J.C. hoopt er Pinksteren
1948 te vieren.
Welke zaken vragen thans in
het bijzonder Uw aandacht?
In de eerste plaats zijn wfl be
zig een manifestatie van de Neder
landse jeugd voor te bereiden ter
gelegenheid van het Regeringsjubi
leum. Dan vraagt het kampeerpro-
bleem onze aandacht. Eigenlijk
vraagt het hele jeugdleven in de
vrije tijd deze en wij hopen dat dit
nog eens in een jeugd wet zal wor-
I geregeld. Een zeer reële moei-
Iijkheid is b.v. de vraag wie er een
kampeergdegenheid mag openen.
Verder helpen w\j b\j de oogst en
proberen natuurterreinen voor het
werk der jeugdorganisaties gereser
veerd te krijgen.
Massajeugd cn volwassenen
tl EN afzonderlijk probleem is dat
A-' der massa-jeugd, die geestelijk
Indifferente laa«r. die gemakkelijk
ten prooi valt aan het nihilisme.
Een oplossing daarvoor heeft nog
niemand gevonden, maar haar te
pakken en tot een keuze te bren
gen blijft één onzer grootste op
drachten.
Maar de jeugd wordt volwas
sen en wat dan? Moet het werk
dan niet in een of andere vorm
doorgaan
Inderdaad, en daarom zijn et
ook op het terrein van de culturele
ontwikkeling en ontspanning pogin
gen aan de gang om tot een ge
zamenlijk beraad te komen. Dit ter
rein is natuurlijk veel omvangrijker
en men zal contaët hebben te zoe
ken met organisaties van allerlei
soort: centra voor culturele zorg.
sportverenigingen, plaatselijke en
streekgemeenschappen. vakvereni
gingen. volkstoerisme. enz.
Dit onderdeel voerde vanzelf -naar
de Butlincamps. Dr. De Koning
noemt een dergelijke instelling een
„Paradies der Seelenloscn". Hij ziet
daarin een gevaar voor de geeste
lijke volksgezondheid en acht het
dan ook funest, dat een paar mil-
lioen voor een dergelijk kermispark
zouden worden uitgegeven, nog niet
meegeteld het consent bouwmate
rialen. Dc jeugdgemeenschap en
alle kerken via het I.K.O. hebben
zich sterk verzet tegen het tot
standkomen van een dergelijk
kamp. Het argument van deviezen-
winst geldt door de nieuwe maat
regelen van Engeland ook niet
meer. Waarom zou men dit geld
niet geven aan niet-commerciële or
ganisaties. die bewezen hebben be
hoorlijk voor een vulling van de
vrije tijd te kunnen zorgen.
DE WIKKELROK HEEFT WEEK
ZIJN intrede gedaan. Dit exem
plaar werd afgewerkt met een bies
van dezelfde geruite stof als het
wollen jasje. En dal jas je werd n eer
geparnezrd met een effen bies van
het rokje. Een vlot ensembla,