Roosevelt en Churchill
Een mens moesi geen familie hebben
Een niet geflatteerd portret van Winston
,,'n Echte oude Tory, he?" bromde
vader Roosevelt op een nacht tegen
*yn zoon Elliott. toen hij de vorig;
avond inet minister-president Chur
chill op een ongewone manier aan de
«tok gehad. ,.'n Echte Tory uit de
oude school".
Ik dacht een ogenblik dat hij
uit elkaar zou springen, Paps. Roo
sevelt glimlachte. De President van de
Ver. Staten kende zijn medestrijder
nog maar kort en sprak: „O ik zal
uitstekend met hem kunnen samen
werken. We zullen het best met el
kaar kunnen vinden. Hij is de ideale
«erste minister in oorlogstijd. Zijn
grote opdracht ls te zorgen, dat Groot-
Brittannië deze oor'og overleeft".
Ja. maar vader hebt U wel op
gemerkt dat hij nooit wil spreken
over wat er na de oorlog gebeuren
moet? De zaken waarover U sprak
brachten hem in verlegenheid, dat is
waar.
En er is nog een andere reden.
De M.P. is uitstekend geschikt als
oorlogsleider, maar zal Winston Chur
chill de leidin ghouden in het na-oor-
chill de leiding houden in het na-oor-
logse Engeland? Ik geloof er niets
Roosevelt tikte op dat moment de
spijker op zijn kop. Het Engelse volk
heeft zich direct na de overwinning
op Duitsland van Churchill afgekeerd
en hem een vernietigende nederlaag
toegebracht.
Dc figuur van Churchill komt er in
de reportage van Roosevelt Junior niet
mooi af. In zijn boek ..Zoals hij het
zag" schrijft de jonge Roosevelt over
zijn vader en beschrijft hij zijn per
soonlijke ervaringen tijdens de oorlog.
Als aide-de-camp is hij een der zeer
weinigen, die nagenoeg alle confe
renties tussen Roosevelt en Churchill
bijwoonde en bovendien discussieer
de hij met zijn vader, die veel ver
trouwen in hem stelde en met hem
de gebeurtennissen van de dag be
sprak. Ook als officier van de Lucht-
verkenningsdienst en later als»Com
mandant hiervan heeft de schrijver in
Canada in Afrika en later in West-
Europa aan de vrijheidsstrijd deelge
nomen.
Churchill, Roosevelt. Stalin. De
Gaulle, Tsang-Kai-Sjek, Eisenhower
en vele anderen treden in deze revue
op en het is machtig interessant om
hun woorden te beluisteren. Zelfs H.
M. de Koningin der Nederlanden is op'
het appel aanwezig.
HOGE BOMEN VANGEN
NU EENMAAL VEEL WIND
O.i. komt Churchill er het slechtste
af. De schrijver erkent het ook, het
is geen vleiende foto die hij van de
staatsman Churchill geeft. Met zijn si
gaar in de mond beheerst de M.P. bij
elke conferentie de gesprekken aan
tafel. Roosevelt luistert en soms kan
de President niet langer zwijgen. Dan
khetteren de interrupties en dan
blijkt het cardinale verschil in opvat
ting tussen deze grote staatslieden,
Roosevelt, pur sang democraat
Churchill de oer-conservatieve, door
gewinterde vechter voor zijn land.
Roosevelt de sympathieke volkeren-
leider, die medelijden heeft met sol
daten en arbeiders, die de graven van
Amerikaanse soldaten in zyn eentje
gaat bezoeken, die de oorlog zo spoe
dig mogelijk wil beëindigen om men
sen te sparen en die aandringt op de
invasie en Churchill, de man die geen
haast heeft, die de Russen niet kan
zetten en liever Birma en Engels-In-
dië wil terughalen of de Middellandse
Zee wil beheersen. Hij ziet kans tel
kens te remmen, zijn adviseurs zijn
geladen met bezwaren en aden overal
gevaren, maar eindelijk moet Chur
chill het opgeven als hij ziet dat het
roeien tegen de stroom hem toch niet
baat.
Roosevelt wil breken met de fouten
der koloniale overheersing en wijst
Churchill telkens op de nieuwe tijden
die komen, waarin de Verenigde Vol
ken ieder hun plaats zullen opeisen.
Hy weet onze Koningin Wilhelmina
juist op tijd de ogen te openen voor
de toekomstige ontwikkeling van In
donesië. Geen koloniale overheersing
meer, geen winsten zonder tegenpres
taties. Hij zegt het zo karakteristiek:
vroeger hadden de koloniale volken
permanent honger en epidemiën. Een
van zijn stellingen is vrijheid, econo
mische welvaart voor allen, ware de
mocratie.
Churchill gelooft het best en laat
Roosevelt maar oreren. Als Engeland
er maar weer boven op komt en de
eerste viool speelt, is alles O.K.
Roosevelt zei het kort en pittig: Groot
Brittannië heeft het Atlantisch Hand
vest ontertekend. Ik hoop dat ze zul-
■jmuny, Rloum dik u.oifJj.altt'i
De zeevisserij is voor ons land altijd een grote bron van inkomsten geweest
en moet dit ook blijven. IJmuiden heeft dan ook een wijd en zijd bekende
visserijscbool, waar de jongens het vak tot in de perfectie leren. Gedu
rende de oorlog was deze school gesloten, doch thans draait zij weer op
volle' toerert. Hier wordt de jongens het knopen grondig geleerd.
40. Mijnheer Trapman keek even
peinzend voor zich en toen liep hij
met grote stappen naar zijn boeken
kast, greep daar het voetbalreglement
en begon er in te lezen. „Neen", mom
pelde hy tenslotte, „er staat nergens
dat er geen aap zou mogen meespe
len. Zou ik het er eens op wagen,
zou ik Jimmy eens voorstellen als
doelverdediger".
Hij liep naar zijn zoontje Jan en zei:
„Wat zou jij er van zeggen, Jantje,
als Jimmy Zaterdag eens onder de
lat stond? „Zou-ie 't er goed afbren
gen?"
len begrijpen, dat de regering van de
V.S. van plan is er voor te zorgen,
dat zij het zullen nakomen. Zij moe
ten zich niet verbeelden dat wij hen
alleen maar helpen om hen te steunen
in hun verouderde middeleeuwse ko
loniale opvattingen.
Uit alles blijkt dat Amerika wel de
bondgenoot van Engeland is. maar
heus niet blind is voor de fouten van
Groot-Brittannië. Dat belet Amerika
ook niet om en Engeland en Rusland
krachtig te helpen. Ook al dringt
Churchill op meer hulp voor zijn land
aan en minder hulp voor Rusland,
Roosevelt blijkt tegen Churchill vol
ledig opgewassen en hij is tussen de
kibbelende partijen de aangewezen
scheidsrechter.
Maa revenals Wilson eenmaal tegen
Clemenceau moest optreden, zo moet
Roosevelt Churchill terecht wijzen.
Roosevelt strijdt op twee fronten. Op
alle conferenties is hy de man, die
de Duitse oorlogvoering fel bestrijdt,
maar tegelijkertijd de Engelse politiek
doorziet. Ook in de kring van de ge
allieerden is het nu eenmaal geen bo
tertje aan de boom. Denk maar aan
de De Gaulle-misere. Maar altijd weet
Roosevelt de reddende formule te vin
den. En hoe arm is thans de wereld
dat zy juist zulk een eminent en
groot staatsman heeft moeten missen.
(„Zoals hij het zag" is een boek om
in één ruk uit te lezen. Het is een
uitgave van de Uitgevers Mij. Streng-
holt te Amsterdam).
Ons dagelijks overzicht
Churchill's bezoek
Het schijnt in het voornemen van
Churchill te liggen opnieuw een be
zoek te brengen aan Nederland en om
van die gelegenheid gebruik temaken
een aantal redevoeringen te houden
over de toekomstige Verenigde Staten
van West-Europa.
Tegen Verenigde Staten van West-
Europa hebben we niets. Integendeel,
er valt heel veel voor te zeggen. Niet
alleen is het mogelijk, dat daardoor
eindelijk een streep wordt gezet onder
de reeks van steeds opnieuw uitbre
kende oorlogen tussen de zich ontzet
tend gewichtig voelende West-Euro
pese volkeren, bovendien is de kans
groot, dat de vredestaak, die ons we
relddeel heeft te vervullen, alleen
dan met vrucht kan worden aange
vat. Er is niet de minste twijfel aan
of een West-Enropese bondstaat zou
voldoende prestige bezitten om zonder
behulp van wapengeweld respect af
te kunnen dwingen
Indien Churchill in dit opzicht iets
kan bereiken, mogen we zulk een re
sultaat toejuichen. We hebben echter
een eigen kijk op deze staatsman,
wiens prestaties uit dc oorlogsjaren
wc ten volle waarderen, maar die we
in vredestijd toch maar liever niet
aan het bewind zien. Anders dan het
Dagblad voor Alkmaar houden we
niet van „sterke mannen", aan Hitier
hebben we van dit soort meer dan
genoeg gehad.
We kennen de mentaliteit van Chur
chill zo langzamerhand te over en
we weten dus, dat hy wèl Verenigde
Staten van Europa wil. maar dat deze
zich dan naar zijn mening behoren te
plaatsen in het Amerikaanse schuitje.
Zo Churchill er iets aan kan doen.
zal een West-Europese bondsstaat het
blok van h;t kapitalistische imperia
lisme kunnen versterken tegen het
Communistische dito. Daarbij echter
zouden de landen, waarin wij wonen,
worden gemaakt tot een vooruitge
schoven bastion in de strijd, waarvoor
zo velen vrezen. We zouden er onher
roepelijk als eerste weer in worden
betrokken en het spijt ons voor Chur
chill, daarvan moeten we niets heb
ben.
We zouden krachtig meewerken aan
het ontstaan van een nieuwe oorlog
in plaats van wat ons heel wat
beter en nuttiger lykt met alle
macht te pogen deze te vermijden.
Eén ding is ons bij dit alles tot
troost: het zal Churchill niet gelukken
ons volk te overtuigen van de zege
ningen van het Amerikaanse kapita
lisme. Wij hebben de kapitalistische
periode uit onze historie afgesloten,
we zijn een stap verder. En niemand
ook Churchill niet .is sterk genoeg dit
ongedaan te maken. Zolang de volke
ren van West-Europa in %'rijhcid kun
nen beslissen is en blijft het onge
breideld kapitalisme een overwonnen
standpunt.
Daarom zal Churchill pleiten voor
een verloren zaak. In zoverre wensen
we hem succes, dat we iedere schre
de op de weg naar een aaneengesloten
West-Europa met vreugde zullen be
groeten Dat andere echter, de verbon
dcnhcid aan Amerika, njoet een il
lusie blijven. We zijn er eenmaal zelf
om te, voorkomen dat eventueel ver
kregen voordelen in dit opzicht weer
te niet worden gedaan. E
Rond de fooi
Portier met auto.... en zeiljacht
Toiletjuffrouw: f 250.- per week
Van vrijwillige gift tot
gedwongen fooi
David kan dan Goliath overwonnen
hebben, tegen Bertus zou hij zeker
het onderspit hebben moeten delven,
want Bertus is anderhalve kop groter
dan een normaal mens, hij heeft een
paar handen, die te breed zijn voor
de zakken van zijn colbertje een
gevaarlijke stierennek en moet zijn-
schoenen steeds laten aanmeten omdat
geen enkele winkel maat 49 in voor
raad heeft. Zou dit voor een normaal
mens een ramp zijn. voor Bertus heus
niet, want hij is portier. Daarom
heeft hij een „salaris", waarop een
minister jaloers kan zijn. Bertus heeft
dan ook niet alleen zijn eigen zeil
jacht (voor de zomermaanden), doch
tevens zijn eigen auto (tijdens winter)
VAN VRIJWILLIGE GIFT
TOT GEDWONGEN FOOI
Zijn vriendinnétje is.toiletjuf-
frouw. Dat wil zeggen, dat zij in de
toilettenhall van de zelfde Haagse bar
een tafeltje heeft staan met een bordje
er op. Zelf leest ze Lord Listers aan
de lopende band. Probeer niet van
dringende nood bevrijd te worden
zonder offer aan Lientje. Probeer ook
geen dubbeltje in het bordje te de
poneren. want dan kijkt ze je zo ver-
(Van onze Haagse correspondent)
nietigend aan, dat het schaamrood je
wangen zou kfeuren. Maar voor een
kwartje begenadigt Lien je met een
vriendelijk knikje. Ze hoort het aan
de klank, waardoor ze niet eens op
hoeft te kijken van haar verheffende
lectuur. Een ander vriendje van Lien
is hier garderobier. Als je met je jas
aan naar binnen durft lopen trekt hij
hem keurig voor je uit en bergt hem
op. Zelfs een hoed en een wandelstok
of parapluie hoort in zijn domein
thuis. En nu begrijpt U toch zelf ook
wel. dat als iemand eerst je jas en
hoed voor je ophangt, daarna een
•bonnetje overhandigt, een duplicaat
aan je garderobe bevestigt en ten
slolte je niet alleen je spullen weer
aangeeft, doch je zelfs helpt in je jas
te komen, dat ook deze daad met een
kwartje ter nauwernood beloond is
De ober, die op een glas bier van 50
ct. een dubbeltje fooi krijgt weet op
zo'n suprème wijze zijn minachting te
demonstreren, dat je voor de lieve
vrede ook al een kwartje offert. Zo
komt dat ene glaasje bier je te staan
op: 50 ct. plus 4 maal 25 ct. fooi, dus
f 1.50.
En probeer niet je aan deze plicht
te onttrekken, want Bertus houdt je
in de gaten. En met hem is het slecht
kersen eten.
Denk niet, dat deze lezing overdre
ven is, lezers.
De fooi is op deze (en andere) wijze
ontaard van een vrijwillige gift voor
een kleine bewezen dienst tot een ge
dwongen honorering van kunstmatig
geschapen of vermeende diensten.
OOK BIJ GERENOM
MEERDE ZAKEN.
Het zijn niet alleen de bars, waar
de bezoeker zich blauw offert aan
fooien doch ook in zaken van naam
hebben de uitwassen van dit stelsel
hun intrede gedaan. De brave burger
die de bar te lux vindt en in een nor
maal net hotel een biertje wil nemen,
stuit eveneens op een portier, een
toiletjuffrouw en (in vele gevallen)
een garderobier. Zelfs broodjeswin
kels, ijssalons en fotografen, alsmede
grote warenhuizen hebben tegenwoor
dig portiers, toiletjuffrouws enz.
Een fooi is een vrijwillige gift voor
een kleine bewezen dienst. Maar wel
ke diensten portiers bewijzen (de deu
ren staan door de regel ver open) of
toiletjuffrouwen, die niets anders
doen dan romans verslinden, is ons
een raadsel.
BIOSCOOPPORTIER
Als je naar de bioscoop gaat staat
er naast de cassa een blauw geüni
formeerde portier. Als je tegen de
cassière zegt: „twee balcon", zegt hij
eveneens „twee balcon". Hy schuift
je niet eens de kaartjes toe. Toch kost
je dit grapje weer minstens een dub
beltje. En zo kun je doorgaan. De
tramconducteur, de kapper, de man
van de fietsenstalling, de krantenver
koper en wie al niet meer.
De fooi is ontaard.
De fooi wordt een rem op het uit
gaansleven.
De fooi bezorgt ons een slechte
naam in het buitenland.
Wist U, dat een bioscoopportier een
„matige" week heeft, als hij „slechts"
f 150 verdient?
De normale burger, die met werken
en ploeteren een bescheiden salaris
verdient, betaalt belasting.
Denkt U dat Bertus en Lientje be
lasting betalen? Och, kom!
.NEDERLAND FOOIEN-
LAND.
In de afgelopen zomer hebben we
ons vaak onderhouden met buiten
landse gasten. Opmerkelijk slecht wa
ren ze te spreken over de fooien. De
Fransen noemen Nederland al Le Pays
des Pourboires. Een Schot, die even
eens in Nederland was geweest zei:
fee-accepting Dutchmen. Als we wer
kelijk een touristencentrum willen
worden, zal er ook op dit gebied nog
veel moeten veranderen.
Zo had Uw correspondent of juis
ter gezegd zijn ega deze zomer twee
Franse logeetjes. Het was zelfs op
haar aanminnige leeftijd de kinderen
niet euvel te duiden, dat ze vlak voor
het Kurhaus moesten rennen om de
„ondergrondse" nog tijdig te bereiken.
Maar denkt U dat de toiletjuffrouw
toegang verschafte zonder dubbeltje?
Geen denken aan. Pas nadat haar
gastvrouw het onderaardse damesdo
mein had opgezocht en de tol had be
taald konden de voorgenomen plan
nen worden uitgevoerd. Vermoedelijk
weet iedereen hoe de slachtoffers zich
op dergelijke „critische" ogenblikken
voelen. Is het dan te verwonderen,
dat deze gasten geen al te beste in
druk van Nederland kregen? Er zal
veel moeten veranderen.
Wat denkt U bijvoorbeeld van taxi
chauffeurs ,die eerst de 10 pet. fooi
bij de prijsopgave berekenen en dan
nog lelijk kijken als ze geen tip krij
gen. Het beste is de fooi af te schaf
fen. Edoch totale afschaffing zal wel
niet mogelijk zijn. Maar dan dienen
we toch minstens de fooi weer terug
te brengen tot wat zij oorspronkelijk
was: een vrijwillige gift voor een klei
ne bewezen dienst. De goede zaken
moeten voorgaan, en het publiek moet
de moed hebben geen fooi te geven
als er geen reden voor is.
Al is Bertus ook nog zo sterk.
WOENSDAG 29 OCTOBER 19J7.
Hilversum I - t :u Nieuws m 7.
8, 13, 18, 20 en 23 uur.
VARA 7.30 en 8.15 Gram.muziek; 8.50
Voor de huisvrouw; 9.00 Lichte orkest
werken; 9.30 Kamermuziek; VPRO
10.00 Morgenwijding; VARA 10.20
Kookpraatje; 10.45 Voordracht dtor
Jan Lemaire; 11.00 Populair non-stop;
12.00 The Ramblers; 12.38 Gram.platen
13.20 Malando speelt; 14.00 Lezing:
„In de herfst er op uit"; 14.15 Jeugd-
concert; 15.00 „Jelle van Sipke-frouk-
jes", hoorspel voor de jeugd; 15.30 De
Roodborstjes; 15.45 De Regenboog;
16.15 Vragen staat vrij; 16.45 Het
stond in de krant; 17.15 Johan Jong;
17.35 Millersextet; 18.20 ETA-triö;
18.30 Ned. Strijdkrachten; 19.15 Kwar
tet Jan Corcluwener; VPRO 19.30 Ons
leven en ons geloof; 19.45 Lezen in
de Bijbel; VARA 20.15 Operetteklan
ken; 21.10 Schuldig of onschuldig?;
21.15 „Marieken van Nimwegen",
hoorspel; 22.15 Paul Godwin-trio; 22.45
Van boek tot boek; 23.15 Voetbal
reportage.
Hilversum II - 415 m. - Nieuws om 7,
8, 13, 19, 20 en 22.30 uur.
NCRV 7.45 Een woord voor de dag;
8.30 Montere morgenklanken; 9.00 Op
ziekenbezoek; 9.35 Klassiek morgen
concert; 10.30 Morgendienst; 11.00
Vioolrecital; 11.30 Musetteorkest; 12.15
Orgelconcert; 13.15 Metropoleorkest;
15.00 Jeugdconcert door het Radio-
Philharmonisch orkest; 16.00'. Postze
gelpraatje; 16.15 Jeugdkoor; 16.45 Voor
onze jongens en meisjes; 17.45 Het
rijk over zee; 18.00 liederen; RVU 18.30
Lezing: „Qver de grenzen van ruimte
en tijd"; NCRV 19.15 Het nieuws uit
Indië; 19.30 Het actueel geluid; 19.45
Engelse les voor gevorderden; 2015
Oratorium: „Nicolas de Flue" van
Honegger; 21.15 Keerpunten in Israëls
geschiedenis; 22.15 Pianoduo Schutte
De Raaff; 23.00 Sweelinckkwartet.
TWEE dagen lang zocht dc oom
zyo neef Wlassow. Pas vlak
voor zyn thuisreis, in de loop van de
derde dag ontmoette hij hem door 'n
toeval. Hij ontmoette hem op de tram
Nauwelijks had hij plaats genomen
op het balcon en' tien kopeken uit
zyn zak gehaald om de conducteur
te betalen, toen plotseling— ja. wat
was dat? De conducteur kwam hem
bekend voor. Hy zag hem eens wat
nauwkeuriger aan ja. werkelijk!
Hy was het. Wlassow in hoogst eigen
persoon was conducteur!
„Endclyk". riep oom uit. ..Wlassow!
Bon Jü het. beste jongen?" De conduc
teur werd verlegen en zei. terwijl hij
zijn blok met kaartjes gedachteloos
van de ene hand in de andere scbcof:
„Dadelijk»k moet neg even zien
of er nog iemand zonder kaartje is
„Goed. ik wacht wel", zei de ver
heugde oom. Hij begon luid tc lachen
cn wendde zich tot de passagiers:
„HU is familie van me. moet U wc-
teu. Ssergej Wlassow. De zoon van
myn zuster Agatha. In geen zeven
jaar heb ik hem gezienZo'n grap
penmaker!" Met een stralend gezicht
keek oom naar zyn neef en zei: „Ik
heb je nu al twee dagen lang gezocht,
lieve jongen. Ik loop dc hele stad door
te sjouwen en jü bent hier kijk
nou toch eens aan! Conducteur is-ie!
Ik ben in je vorige woning geweest.
Maar daar vertelden ze me, dat je
daar niet was. Des te erger Zou de
politie hem misschienWel verdui
veld. waar is-ie dan heen getrokken,
vraag ik. Ik ben zyn bloedeigen oom
Maar ze wisten het niet. En je bent
hier kij me nou toch es aan
Maar vertel es ben je werkelijk con
ducteur?"
„Conducteur!", zei de neef klein
tjes.
De passagiers keken geïnteresseerd
naar de b^zdverwant. De oom glim
lachte innig en keek met tedere blik
naar zyn neef.
Maar die was zodanig in verlegen
heid gebracht, dat hij, zijn ambtelijke
waardigheid beseffende, geen flauw
vermoeden had van wat hy moest zeg
.gen en welke houding hij tegenover
zyn oom moest aannemen.
„Zo, zo", ging de oom voort, „con
ducteur is hy gewordenkijk hem
nou toch es. In de tram!
„Ja, conducteur!"
„Wat een toeval! En ik. beste jon
gen. ik kom de tram binnen, ik kyk
wat overkomt me? De conducteur
KORTE HISTORIE
door
Michael Sostschenko
net alsof ik die ken. En dan zie
ik dat jij het bent! Wgt een toeval!"
De conducteur ging van de ene voet
op de andere staan en zei plotseling:
„U moet betalen, oomVoor een
kaartjeWaarheen?"
De oom schoot in een lach en sloeg
de conducteur schertsend op zijn geld
tas.
„Natuurlijk zou ik betalen! Grote
genade! Als ik op een andere lijn zou
rijden of alleen maar in een andere
wagen natuurlijk zou ik dan be
talen. Ik zou helemaal niet op het
geld zien. Ik rijd naar het station."
„Twee trajecten", zei de conductuer
wanhopig, zonder zijn oom in de ogen
te zien.
„Nee! Werkelijk?", verbaasde oom
zich.
„U moet bellen!", zei de conduc
teur zachtmoedig.
„Twee trajecten, omdatgratis
gaat niet"
De oom vertrok geëergerd zyn mond
en keek zijn neef dreigend aan:
„Wat, wil je je eigen oom uitplun
deren?"
De conducteur keek me( treurige
blik naar de lege lucht.
„Zo'n brutaliteit!", zei de oom boos,
„zeven jaar lang heb ik je niet ge
zien. hondsvot dat je bent en jij?
Geld wil je hebben? Van je bloedei
gen oom? Waarom scherm je zo met
je handen? Al ben je ook familie van
me, ik ben niet bang van je handen,!
Waarom sta je zo te schermen? Waar
om maak je zo'n kouwe drukte?"
De oom draaide zijn muts in zyn
hand om en stak haar weer in zijn
zak.
„Hébben jullie ooit zo iets gezien,
mensen", zei hij terwijl hij zich tot de
passagiers wendde. „Z'n bloedeigen
oom wil-ie uitplunderen. Twee trajec
ten zegt-ie. Hoe heb ik het nou?"
„Iedereen moet betalen", zei de neef
bijna met tranen in zijn ogen,
„Wees U niet boos, burger oom. De
zaak zit namelijk zode tram hoort
immers niet van mij. De. tram is staats
eigendom. Algemeen bezit."
„Algemeen bezit", zei de oom. „dat
gaat me niets aan. Je had best een
uitzondering kunnen maken voor je
bloedeigen oom, hondezoon! Je had
kunnen zeggen steek Uw bloedig ver
diende geld maar weer jn Uw zak,
oom. Voor' deze ene keer kunt U gra
tis rijden. Daar zal de tram niet van
aan de grond raken. Laatst heb ik in
de tram geredenDe conducteur
was een vreemde, geen familie van
me, en die zei: Laat U maar zitten.
En hij braeht me, waar ik zijn moest
En hij was geen familie van me
Amper een kennis uit ons dorp. En
jy je eigen oomNee, je krijgt
geen geld!"
De conducteur wreef zich met zijn
mouw over het voorhoofd en gaf
plotseling het belsignaal.
„Mag ik U verzoeken uit te stap
pen, burger oom!", zei de conducteur
op officiële toon.
In het besef van een wijziging in
de situatie, waardoor het menens
werd, breidde de oom zijn armen uit,
haalde zijn muts uit zijn zak ,maar
stak hem er onmiddellijk weer in.
„Nee", stamelde hij, „Ik kan niet!
Ik kan je niet betalen, snotneus! Lie
ver ga ik er uit!"
Ontdaan begaf de oom zich naar de
deur. Plotseling bleef hij staan.
„Je oomje eigen oom smyt je er
uitriep hij woedend uit, „Ik zal
•je wel leren, snotjongen! Ik zal je op
je falie komen, schooier!Ik zal
je laten doodschietenik heb goede
relaties in het Smolny",
Nog eenmaal keek hij zijn neef met
een vernietigende blik aan; daarna
stapte hy uit.