DE JAPANNER -
De schooltijd gevaarlijke periode
fantnyr föiaum alö iwdtfacMeA
Interesselozen en anarchistische typen
op weg naar de afgrond
De eerlijke vinder
Brief uil Tokio
een „ideaal overwonnen volk
Mac Arthur Importeerde voedsel uil
Amerika en kanop een democratisch
an zeer gehoorzaam land neerzien
Wie dooc de- hoofdstraten van het
ia-<x>rlogsc Tokio wandelt, zou werke
lijk moeite hebben om te geloven dat
rij in een Japanse stad loopt. Niet al
leen omdat het overgrote deel van het
publiek, dat langs de rijkgevulde win
kelétalages schuifelt, uit Europeanen
bestaat, maar ook omdat de Japanner
*ich met zulk een verbluffende snel
heid aan de Westerse sfeer heeft aan
gepast. Ara» of rijk, parmantig loopt
hij nu in zijn Europees cos tv um rond
en ook de Japanse schone heeft haar
traditionele kimono en sandalen voor
het mantelpakje en de hoge hak ver
wisseld!
De kimono behoort, nu to+ de hoge
uitzonderingen en wie het dan ook
waagt zich in een dergelijk costuum
op straat te vertonen, stelt zich niet
zelden bloot aan een spottende opmer
king van do een of andere „kaïtw-
gummi-kauwende" Yankee, die nu in
z'n lichte khaki-uniform het stads
beeld van Tokio volkomen beheerst
Slechts een enkele oude taxi, die men
zo af en toe nog fussen de files van
glimmende Cadillac's en Buick's op
merkt, doet nog aan het keizerrijk van
voor de oorlog terugdenken. En ook
de Japanse politie-agent die, balan
cerend op z*n verkeerstonnetje, de
voor Europeanen »og altijd onbegrij
pelijke grimassen maakt, herinnert
aan vroeger dagen. Nu is het alles
Amerikaans wat de klok slaat. By
duizenden zijn de vrouwen uit Ame
rika toegestroomd sinds Mac Arthur
heeft gelast dat iedere militair vanaf
de rang van sergeant zijn gezin op
staatskosten kan laten overkomen. En
ieze dames zijh het, die het stadsbeel i
rolkonien hebben gewijzigd. Men kan
lan ook beter zeggen dat Tokio een
Amerikaanse stad is met veel Japan-
te rs. dan omgekeerd.
Mae Arthnr „de dictator"
Wie Japan zegt. zegt Mac Arthur.
Want hij is het, die onbeperkt heerst
over dit laad met zijn 70 millioen zie
len. Keizer Hrrcvhit» en zijp ministers
zijn slechts marionetten en gehoorzame
dienaren van htm strenge meester, de
generaal.
Eén van de eerste maatregelen van
Mac Arthur» toen hij na Japan's capi
tulatie met de oppêrste macht werd
bekleed, was met één pennes treek een
einde makeer aan het sprookje van de
goddelijke «nacht van de keizer. Een
sprookje. dat eeuwenlang de geschie
denis en traditie van dit land heeft
beheerst. Hirofcito is «u een gewoon
man, net als aHe andere.' Het is de
Japanner verboden pm. wanneer de
keizer langs komt, hem zoals vroe
ger voorgeschreven was de rug toe
te draaien. Iedereen mag niet alleen,
«naar moet nu de keizer kunnen zien.
Hoe deze zich er zelf onder voelt zal
gezien de ondoorgrondelijke ziel
van de Aziaat, wel altijd een ge
heim blijven. Volgens zyn omgeving
zou de keizer het erg prettig vinden
zich nu als ge woon mens onder zijn
▼olk te kunnen bewegen en zou hij
Mac Arthur dankbaar zijn. dat die do
oude traditie brak. Degelijke uitlatin
gen hebben echter weinig waarde. D?
Japanners zijn een volk dat gehoor
zaamt. zonder meer. Elke maatregel
van de overwinnaar, hoe hard ook,
wordt met een diepe buiging aan
.vaard. Het gelaat lacht, de mond
spreekt dank voor ..zoveel barmhar
tigheid" .maar het hart verkropt en
verzamelt alle wrok. tot het getij keert
en de vroeger overwonnene op zijn
beurt de regels kan stellen. Dan slaat
bij toe. Hard en zonder mededogen.
Zo is de Japanner.
Een taai volk
Mac Arthur heeft eens gezegd, dat
de Japanner het ideale overwonnen
volk is. Alle verzet -en heimelijke sa
botage zijn hem vreemd. Niet zoals in
Duitsland, waar telkens weer een zg.
weerwolf-organisatie de kop op-
teek t en nu en dan een vilde hon-
-ferdemonstratfe de orde verstoort Hier
volgt men gedwee de bevelen van de
bezetter op en is men tevreden met
iet rantsoen, dat men krijgt. Dit laat-
se is trouwens lang zo slecht niet.
Veel wordt er uit Amerika geïmpor
teerd en in elk Japans gezin is het
blik Amerikaans vlees of vet een ver
trouwd gezicht. Alleen brandstof is er
schaars. Maar ook hierin toont de Ja
panner zich van zijn sterke zijde. Een
ijzeren pot met een paar gloeiende
kooltjes in wat as is voor hem vol
doende. Alleen bij de hevigste kou
schaart de familie zich rondom dit
vuurtje om voor de verstijfde vingers
wat warmte te zoeken.
Eén ding is er in Japan volop: éTec-
triciteit. Het kleinste dorp, het ar-
melijkste hutje heeft elcctrisch licht.
Geen wonder, het bergachtige binnen
land met zijn suelstromende rivieren
levert een haast onuitputtelijke bron
an energie aan de krachtcentrales,
die in grote getale over het gehele
land verspreid liggen. Zo is dan ook
practisch alle treinverkeer electrisch
en., dit zou men in een Aziatisch
land ternauwernood verwachten, de
treinen zijn zeer luxueus ingericht.
Alleen de Europeaan met zijn lange
benen heeft nog wat moeite om het
zich pp de kort tegenover elkaar ge
plaatste zitbanken geriefelijk te ma
ken.
Overigens, afgezien van de prach
tige vergezichten op sn eeuwbet ont
bergen en rijk natuurschoon, biedt 'n
reis door het gehavende Japan weinig
aantrekkelijks. In troosteloze regel
maat rijen zich de platgebombardeer
de steden en dorpen aaneen. Stelsel
matig is de Amerikaanse luchtmacht
hierbij te werk gegaan. Zo bevindt
zich 60 mijl ten Noorden van Tokio
een stad, die op een enorm fabrieks
complex na letterlijk geheel plat ligt.
Het fabriekscomplex, één van de
grootste chemische bedrijven ter we
reld, liep practisch geen schrammetje
op en is nu bestemd voor.herstel
betaling aan de V.S. Zo is het bijna
overal: huizen tegen de grond, maar
fabrieken bleven gespaard.
Ook weer politiek?
Toch. ondanks deze verwoestingen
en ondanks het dictatoriaal bewind
van generaal Mac Arthur, is de Ame
rikaan populair. Mac Arthur is zelfs
meer geliefd bij de Japanner dan bij
zijn eigen'soldaten. Elke yankee vindt
hem een desaoot, maar zo zegt hij
er bij hij is een goed generaal.
Vooral de Japanse |aagd is verkot
op alles wat Amerikaans is. Studenten
willen niots liever dan in de U.S.A.
studeren en iedereen, die maar even
kan, spreekt Engels. Boze tongen be
weren, dat de blikjes vlees en vet
hier niet vreemd aan zijn. Anderen
gaan zelfs zo vei*, dat ze zeggen Uat:
de Am-iikanen dit alles doen om het
volk Op hun hand te krijgen en zo
doende te trachten het af te houden
van de Russen, die blijkbaar (indach
tig aan de toekomst) ook trachten de
Japanner voer zich te winnen.
Wat hiervan waar is, moet de ge
schiedenis uitrijzen en dan zal ze te
vens leren of de Japanner door Mac
Arthur ingeprente indeën van vrijheid
en democratie alleen wegens #de blik
jes met zoveel geestdrift toepaste, óf
dat deze denkbec-Kïen zich ook wer
kelijk van hun harten hebben races-
ter gemaakt.
Een belangrijke laak voor de overheid
We kunnen nog wat
leren van Engeland
U kunt u waarschijnlijk niet meer
herinneren, de dag. waarop u voer 't
eerst de school binnen stapte, om si!"
kënnis op te deen, die u later zo brood
nodig zou blijken te hebben.
Als u het nog wèl wist. zou u stel
lig ook nog weten, met welk een ver
bisterende overmacht de nieuwe din
gen uit dit vreemde schoolleven op j
af stormden.
Wat een ommezwaai plotseling In
uw toen nog zo jong leventje. Zelfs
voor kinderen, die op een school voer
voorbereidend onderwijs zijn gewejesi,
is de overgang groot, al zijn zij reeds
aan zekere vormen van onderwijs en
van tucht gewend.
Voor anderen zijn deze begrippen
vrijwel nieuw. Hier schuilen gevaren
voor de kleuters, met aanleg tot stot
teren. En wie kan beoordelen, welk
kind dat wel of niet heeft? De onder
wijzeres met al haar liefde voor
haar werk en haar -leerlingen heeft
bij haar opleiding geen Vennis kimnen
nemen van de verschijnselen van be
ginnend stotteren en de propbylaxe
daarvan. Zij denkt eenvoudig aan
geen stotteren en het is harr niet
guvel te duiden, dat zij het gevaarlij
ke keerpunt niet ziet.
Toch ik zei het reeds de vorige
maal neemt het aantal stotteraars
van het 6e tot het 12de jaar sterk
toe. Het kind, dat thuis dikwijls dialec
tisch heeft gesproken, kómt op school
in aanraking met het algemeen be
schaafd Nederlands en moet vaak, op
straffe van te worden uitgelachen zich
in „t Hollands" uitdrukken. Het be
hoort immers mede tot de taak van de
onderwijzeres het kind het alg. be
schaafd bij te brengen. Dat hier een
moeilijkheid en een gevaar kan schui
len zal ieder begrijpen.
Voor het verlegen kind komt daar
bij de moeilijkheid zich te moeten
uiten, in het bijzijn van veel vreemde
kinderen.
Op 6-jarige leeftijd is de spraak-
ontwikkeling niet geheel voltooid. Een
vlot automatisme is nog niet altijd
aanwezig. Het gevolg is. dat het kind
zo nu en dan nog blijft steken! Dit
wordt soms door de onderwijzeres ver
keerd uitgelegd. Het kind krijgt een
standje: „Wie zegt er nu: Wat
watwatis dat, juf?" Kom
Jantje, dat moet je eens beter zeg
gen".
Het verlegen kereltje op deze wijze
behandeld, haalt zijn voelhoorntjes in
en trekt zich in ziin eigen gedachten-
wereldje terug. Gaat de klas lachen
om de „grappige" herhalingen, of het
lange aanhouden van de klonk, dan is
ue voorwaarde voor c-ca verder schrij
den van het gevreesde folteren eerst
goed aanwezig
En komt het kind al stotterend op
school, dan zijn de moeilijkheden nog
veel groter. Zullen zijn nieuwe vriend-'
3?s heta nic-t nabouwen, of hem uit-'
lachen om rijn gebrek?
Is de onderwijzeres zodanig op de
hoogte, dat zij het kind op de
wijze tegemoet treedt? Noch ergeyj^isj
noch medelijden tonend? Het is dik
wijls zo moeilijk ,voor een leerkracht
met een volle klas, geduldig te wach
ten tot liet stotterend kereltje zijn
anwoord kan geven.
Dikwijls behoren onze stotteraars
tot de intelligentste kinderen, (al ko
men er veel stotteraars onder de min
der begaafden voor) maar zij worden
vaak voor dom aangezien, omdat ze
soms geen antwoord geven op vragën.
waarvan ze wel het antwoord weten.
We kennen zelfs gevallen van ernstig.1
stotteraars, die maar liever een foutie'
antwoord geven, om een bepaalde
moeilijke klank te vermijden.
56. De spelers van De Lachende Win
naars wisten eigenlijk niet of ze moes
ten lachen of huilen. Zij hadden veel
vreemde dingen beleefd op het voet
balveld, maar zoiets dwaas nog nooit.
Een debuterende doelverdediger be
gon met een doelpunt te maken. En
dan wat voor een doelpunt! Op de
tribune was men intussen van zijn
verbazing bekomen en er steeg een
gejuich op alsof er 30.000 toeschou
wers aanwezig waren inplaats van
amper 3000. Jimmy liep inmiddels met
een hoogst voldane snuit naar zijn
eigen doel terug en knipoogde een»
tegen een van rijn l^acks, die hem
aankeek alsof hij.een koe zag plano
spelen.
Misschien komt het u vreemd voor,
wanneer wij in het bovenstaande tel
kens spreken van „hij" en „hem" en
dus niet het oog schijnen te hebben
op de meisjes, die snotteren. Zo is het
inderdaad. En dit is niet zo verwon
derlijk, als u weet, dat het aantal jori-
gens, dat stottert 9 maal zo groot is
als het aantal meisjes.
Behalve de boven aangeduide oor
zaken van het toenemen van het aan
tal stottergevallen op de l.s. moeten
we nog wijzen op de z.g. psychische
besmetting, waarmede we bedoelen,
dat kinderen het stotteren kunnen
„overnemen" van een kameraadje of
volwassene en daarna zelf met dit ge
brek behept blijven. Hierin ligt oreri-
gens een waarschuwing, die niet al
leen voor de school van belang is.
Voor de kinderen, die lijden onder
het stotteren is het vaak prettig., op
de voorste bank te ritten, zo mogelijk
naast een meelevende, behulpzame ka
meraad.
Het ware te wensen, dat alle onder
wijskrachten tijdig het' gebrek konden
onderkennen en hun maatregelen juist
zouden kunnen nemen. Dat dit niet
het geval is, is niet hun schuld! Voor
enige jaren is het besluit genomen
aan alle Rijkskweekscholen logopae-
disten (spraakleraren) te benoemen,
die de toekomstige onderwijskrachten
de nodige kennis hiervoor zouden bij
brengen. De oproepen daartoe 'Ver
schenen in de weekbladen. De solli
citaties werden ingestuurd. En
geen enkele logopaedist hoorde meer
wat van zijn sollicitatie.
Het vak spreekonderwijs staat nog
steeds niet op de lesrooster van de
Rijkskweekscholentot schade van
het Nederlandse sp^aakgebrekkige
kind. dat ook op andere wijze door
dc overheid aan zijn lot wordt over
gelaten.
Slechts in enkele grote steden van
ons land bestaan gemeentelijke poli
klinieken voor spraakgebrekkigen. In
de meeste plaatsen is niets van die
aard.
Engeland kent, evenals Nederland,
een groot gebrek aan logopaedisten,
maar bij de nieuwe grondwet in 1944
werd in Engeland de behandeling van
spraakgebrekkigen verplicht gesteld
Bij ons denkt men nauwelijks aan
deze patiëntjes.
Er moet op dit gebied nog veel ver
anderen! J. E. VAN DOK
Hef jeugdprobleem
11)
Het is eei% aangeboren eigenschap
van de mensen, dat ze verloren voor
werpen niet teruggeven.
De mens is ongewoon zwak ten op
richt e van een gevonden voorwerp.
Het gaat hem na aan het hart liggen
en hij kan er niet van scheiden.
Anderzijds is het gebruikelijk, dat
ie mens zeer vaak iets verliest; an-
iers zou de eerste stelling haar bete
kenis verliezen.
Zolang er nog geen kranten beston-
ien en dc mens in een half dierlijke
toestand leefde, verloor de mens rijn
eigendommen evengoed als thans.
De jager uit de oertijd verloor rijn
#ienen bijl en andere voorwerpen, die
pas na enkele tientallen eeuwen wer
den gevonden, waarvan de talrijke
vondsten in de jnusea en de particu
liere verzamelingen getuigen.
Toen de cultuur begon toe te nemen,
was het natuurlijk noodzakelijk, dat
de rechtsverhouding tussen de burger,
die iets verloren heeft, en de andere,
die het gevonden heeft, geregeld werd.
En zo ontstond de wet inzake de zo
genaamde „verduistering van gevon
den voorwerpen".
Om deze wet echter niet tc hard te
laten rijn, duikt later die verordening
op betreffende de beloning van de
eerlijke vinder. Eerlijkheid wordt be
loond, met tien procent van de gevon
den som of van de waarde van het
gevonden en eerlijk afgegeven voor
werp.
Ik heb echter zelf vóór de oorlog
een geval beleefd, waarin de au tori-
Behoeite aan
„liberale" jeugd
In tijden van verwarring en geeste
lijke malaise pleegt men naar de jeugd
te rien. die immers de bouwer van de
toekomst is. En als wij de toekomst
moeten afmeten naar de culturele
stand van onze hedendaagse jeugd,
dan gaat deze er zeer duister uitzien..
Wel wordt veel gedaan om de jonge
mensen in goede banen te leiden. Or
ganisaties als de Nederlandse Jeugd
Gemeenschap, de padvinderij, ver
scheidene confessionele groeperingen
e.a. doen bewonderenswaardig werk.
Maar het lijkt wel of al deze pogin
gen uiteindelijk stuiten op een kern.
die keihard is en geen invloeden kan
ondergaan.
Hoe is het beeld van onze moderne
teiten de verordening inzake «de be
loning van de eerlijke vinder mis
schien uit onwetendheid niet juist
naleefden.
Toen ik namelijk op een nacht in
Praag rondslenterde, vond ik ergens
een tien-Hellerstuk, waarop ik mij
naar het hoofdbureau van politie be
gaf, waar ik het hele bedrag aan de
dienstdoende inspecteur overreikte en
KORT VERHAAL
door
JAROSLAV HASEK
jonge mannen en vrouwen? Er val
len twee uitersten te constateren, bin
nen welke schakeringen voorkomen.
Aan de ene kant staat de groepering
die men de .interesselozen" zou kun
nen noemen, aan de andere kant ver
schijnt hoewel niet als tegenvoeter
de „anarchistische" groepering. Het
interesseloze type valt gemakkelijk te
karakteriseren. De algemene grond
trek is. dat het geen belangstelling en
derhalve geen eerbied vertoont.
Eerbied voor God en de medemens
xyn, zo al niet verdwenen, dan toch
dermate in de verdrukking gekomen,
dat elke neiging ten goede reeds da
delijk in de kiem gesmoord wordt.
Soms wordt wel het eigen beroep
geapprecieerd, meestal echter niet,
maar erger nog is het feit dat daar
naast. geen enkele belangstelling aan
wezig is. Kunst, literatuur en andere
culturele uitingen worden niet op prijs
gesteld, ja, zelfs belachelijk gemaakt.
Het niet (willen) begrijpen, is een
kenmerkende trek van deze groepe
ring. De moraliteit is dikwijls ver te
zoeken.
Het anarchistische type moet als „na
tuurlijker" beschouwd worden. Want
is in alle tijden de jeugd niet steeds
een voorstander van onbegrensde
zelfstandigheid en is een zg. „behou
dende" jeugd niet een symptoom van
cultureel verval? Helaas, in onze tijd
rit de anarchistische grondtrek die
per. Zij ontstaat niet alleen als af
weer, maar ook als een gebrek aan
steunpunten in de maatschappij. Het
anarchistische type kenmerkt zich
door afwijzing van bestaande waar
den en toestanden; het huldigt een
negatieve houding. Oeic hier is dik
wijls een moreel verval te constateren
Het interesseloze en anarchistische
type plegen samen te gaan, als een
gewetenloze leider lage instincten als
interessen opwekt en de zucht naar
zelfstandigheid bevredigt. Wij hebben
daarvan in nari-Duitsland de heilloze
uitwerking gezien. De interesseloze
groepering dientals fundering, de
anarchistische trekt daarop haai* re-
volutionnair gebouw op. Zij beïnvloe
den elkaar over en weer. Aangezien
de anarchie geen aanknopingspunten
kan vinden in deze holle fundering,
zakt het gebouw in de loop der tijden
ineen. Doch in die tussentijd heeft de
anarchie haar gruweldaden gepleegd.
Zij brengt niet anders vport dan de
anarchie zelve, een eeuwige cirkel
gang.
En nu de belangrijkste zijde van
dit probleem: de oplossing. Wij heb
ben behoefte aan een „liberale" jeugd;
Liberaal in de oude betekenis van het'
woord, waar prof. Huizinga nog eens
in één van zijn geschriften op gewe
zen heeft: behoudend wat betreft de
goede waardevolle elementen, afwij
zend tegenover elk negativisme en af
brekende.
Dat wil zeggen, dat déze jeugd dan
niet vooruitstrevend zou kunnen zijn.
integendeel. Maai* hetgeen waardevol
is. blijft behouden en dient als steun
punt voor de maatschappelijke op
bouw. Hoe moet men de jeugd van
dergelijke beginselen doordringen?
Wij zouden ons willen aansluiten bij
de mening van prof. Meaniche, die de
vorming van kleine kernen bepleitte,
van waaruit de geestelijke opbouw be
gonnen zou kunnen worden. Hier ligt
een taak voor de kleine naties, vooral
voor Nederland. Gedenk de woorden
van Leopold H. de grote koning der
Belgen: ..Er bestaan geen kleine naties
alleen maar kleine geesten".
schrijvende lezers
VREEMDE PRIJSVERLAGING
Van de N.V. Philips Gloeilampenfa
briek te Eindhoven ontvingen we on
derstaand schrijven:
Hooggeachte Heer.
Wij namen kennis van het artikel
dat ge in Uw blad van 4 Nov. ge
schreven hebt „Onder de Schijnwer
per". Wij willen niet in discussie tre
den over'de inhoud daarvan doch wij
willen slechts onze teleurstelling uit
spreken over het feit, dat ge gemeend
hebt zoveel vragen in dit artikel te
moeten stellen en dus Uw lezers zo
zeer in het onwetende te houden, ter
wijl ge voordat ge het artikel schreef
met een telefoontje op al deze vragen
ons antwoord had kunnen ontvangen.
Het is toch de eerste taak van de
krant zoals wij die zien om het pu
bliek voor te lichten en niet om het
nog meer in verwarring te brengen
door het voor nog meer vragen te
stellen dan* het heeft te verwerken.
Hoogachtend,
Philips' persbureau
J. J. F. Stokvis
Onderschrift redactie
Indien men iets te vragen heeft, kan
men dit doen per telefoontje, gelijk
in bovenstaand schrijven tot uitdruk
king wordt gebracht. Men kan het
echter oök doen in het openbaar in
de courant Dat het publiek door dit
laatste is verwarring zou worden ge
bracht dunkt ons volkomen onjuist.
Die verwarring ontstaat eerst dan.
wanneer het antwoord uitblijft of on
voldoende is.
Nu verwondert het ons, dat de N.V.
Philips, die in- een telefoontje blijk
baar zo heel gemakkelijk op al nze
vragen een antwoord had kunnen ge
ven, er in haar schrijven geen enke
le aanroert laat staan beantwoordt
We zijn daarom geneigd aan te ne
men, dat de zaak niet zo eenvoudig
ligt als de N.V. Philips ons in haar
brief tracht te suggereren. En, zo er
sprake is van verwarring dan wil het
ons voorkomen, dat die in grotere ma
te wordt aangetroffen bij de N.V.
Philips dan bij het publiek. We heb
ben de gedaohte, dat dit laatste de
zaak min of meer dóór heeft.
Intussen zal het ons genoegen doen
van de N.V. Philips alsnog een
v/oord te ontvangen. Ze kan 'e>- cp re
kenen, dat we dit zullen afdrukken.
WOENSDAG 19 NOVEMBER 1947
Hilversum I 301 ui. Nieuws
om 7, 8, 13, 18, 20 en 23 uur.
7.30 en 8.15 Gram.muzjek; 8.50 Voor
de huisvrouw; 9.00 Werken van Mo-
zart en Beethoven; VPRO: 10.00 Mor
genwijding; VARA: 10.20 Kookpraatje-
10.45 Voordracht; 11.00 Populair non
stop; 12.00 Ensemble Vincentino; 12.38
Accordeonorkest Jan Vogel; 14.00 Kin
derlectuur, lezing; 14.15 Jeugdconcert;
15.00 Jelle van Sipke-Froukjes, hoor
spel voor de jeugd; 15.30 De Rood
borstjes; 15.45 De Regenboog: 16.15
Vragen staat vrij; 16.45 Het stond in
de krant: 17.15 Werken 'van Beethoven;
17.35 Vioolrecital; 18.30 Ned. Strijd
krachten; 19.15 Johan Jong; VPRO:
19.30 Cursus „De kerk nu"; 19.45 Le
zen in de Bijbel; 20.25 Concertgebouw
orkest (Bach en Berg); 21.10 .Het gla
zen speelgoed", hoorspel: 22.10 Metro-
pole-orkest; 22.45 In de tuin der poëzie
Hilversum II 415 m. Nieuws
om 7. 8, 13. 19. 29 en 22.30 uur.
NCRV: 7.45 Een woord voor de dag;
8.15 Gram.platen; 9.00 Ochtendbezoek
bij de jonge rieken; 9.35 Lichte orkest-
weiken; 10.00 Vioolrecital; 10.30 Mor
gendienst; 11.15 „De Landverhuizers?'
hoorspel; 12.33 Orgelmuziek van Men
delssohn; 13.15 Pianospel; 13.45 Va
rianten; 14.30 Plantcn-praatje; 1510
Jeugdconcert; 36.15 Kinderkoor; 1P
Voor de jeugd; 17.30 en 18.00 Omroep
orkest; 17.45 Het Rijk over zee; R*TJ:
18.30 Over de grenzen van ruimte en
tijd; NCRV 19.30 Het actueel geluid
20.15 Geestelijke liederen; 21.00 Keer
punten in Israëls geschiedenis; 21.30
Concertgebouw-orkest (Beethoven)
22.45' Avondoverdenking.
verlangde, dat mijn naam in de. krant
gepubliceerd zou worden, en dat my
de beloning van één Heller zou wor
den uitbetaald.
Maai* de commissaris van politie
blafte mij af en beweerde, dat hij mij
wel kende, waaraan hij alleen nog de
woorden „naar de cel met hem!" toe
voegde
's Morgens bracht men mij naai* 'n
heer op de eerste verdieping, die een
proces verbaal opstelde, waarna ik op
grond van de „Wet op de lijfstraffen"
tot een geldboete van 5 kronen werd
veroordeeld; subsidiair tot 48 uur
hechtenis in geval van onvermogen.
Om iets aan de staat te kunnen ver
dienen, was ik gedwongen de laatste
eis aan te nemen, en zo werd ik twee
dagen lang op nummer vier gevoe
derd. Toch zwoer ik, dat ik, ingeval
ik weer iets zou vinden, het nooit
weer terug zou geven. Helaas vond ik
niets meer behalve een te vondeling
gelegde zuigeling in een portiek, waar
heen ik mij -begeven had om mijn ve
ter te repareren. Ik liet het gevonden
voorwerp een gevonden voorwerp.
Anna Buklova, werkster uit Strsche.
schowitz, ging in alle vroegte om vijf
uur naar een familie waar ze werkte,
om de was te doen. Toen zij bij het;
Kruisherenklooster de tramrails over
stak, struikelde ze over een voor
werp.
Onwillekeurig keek ze naar dat
voorwerp en met de haar aangeboren
scherpzinnigheid begreep ze dadelijk,
dat het een leren portefeuille was.
Ze opende hem en zag dat er diverss
papieren in zaten, waarvan ze de in
houd niet begreep. Daar zij van na
ture goedmoedig en eerlijk tot iu haar
gebeente was, begaf ze zich dadelijk
naar het hoofdbureau van politie, waar
ze haar vondst aan de dienstdoende
ambtenaar ter hand stelde.
Toen deze de inhoud van de porte
feuille controleerde, verbleekte hij,
stond op en zei met een bevende stem
tegen Anna Buklova: „Ik feliciteer
U hebt zeven millioen achthonderd-
zesennegentig duizend kronen gevon
den, in chèques, inwisselbaar bij de
„Boheemse Bank!" Anna Buklova
staarde schaapachtig naar de politie- -
functionaris en zei hem na: „7.896.090
kronen".
„Ja", zei de ambtenaar ernstig.
„7.896.000 kronen; gaat u ritten, dan
zal ik er met u een proces-verbaal van
opmaken".
„Maar meneer, als ik u in 's hemels
naam verzoeken mag, laat u me toch
naar huis gaan!**, begon Anna Buklo
va te huilen, „ilj kan er immers niets
aan doen; ik moet naar m'n werkhuis
om de was te doen. Ik ben er heus
per ongeluk tegen aangelopen!"
(Wordt vervolgd»