DE JAPANNER - De schooltijd gevaarlijke periode fantnyr föiaum alö iwdtfacMeA Interesselozen en anarchistische typen op weg naar de afgrond De eerlijke vinder Brief uil Tokio een „ideaal overwonnen volk Mac Arthur Importeerde voedsel uil Amerika en kanop een democratisch an zeer gehoorzaam land neerzien Wie dooc de- hoofdstraten van het ia-<x>rlogsc Tokio wandelt, zou werke lijk moeite hebben om te geloven dat rij in een Japanse stad loopt. Niet al leen omdat het overgrote deel van het publiek, dat langs de rijkgevulde win kelétalages schuifelt, uit Europeanen bestaat, maar ook omdat de Japanner *ich met zulk een verbluffende snel heid aan de Westerse sfeer heeft aan gepast. Ara» of rijk, parmantig loopt hij nu in zijn Europees cos tv um rond en ook de Japanse schone heeft haar traditionele kimono en sandalen voor het mantelpakje en de hoge hak ver wisseld! De kimono behoort, nu to+ de hoge uitzonderingen en wie het dan ook waagt zich in een dergelijk costuum op straat te vertonen, stelt zich niet zelden bloot aan een spottende opmer king van do een of andere „kaïtw- gummi-kauwende" Yankee, die nu in z'n lichte khaki-uniform het stads beeld van Tokio volkomen beheerst Slechts een enkele oude taxi, die men zo af en toe nog fussen de files van glimmende Cadillac's en Buick's op merkt, doet nog aan het keizerrijk van voor de oorlog terugdenken. En ook de Japanse politie-agent die, balan cerend op z*n verkeerstonnetje, de voor Europeanen »og altijd onbegrij pelijke grimassen maakt, herinnert aan vroeger dagen. Nu is het alles Amerikaans wat de klok slaat. By duizenden zijn de vrouwen uit Ame rika toegestroomd sinds Mac Arthur heeft gelast dat iedere militair vanaf de rang van sergeant zijn gezin op staatskosten kan laten overkomen. En ieze dames zijh het, die het stadsbeel i rolkonien hebben gewijzigd. Men kan lan ook beter zeggen dat Tokio een Amerikaanse stad is met veel Japan- te rs. dan omgekeerd. Mae Arthnr „de dictator" Wie Japan zegt. zegt Mac Arthur. Want hij is het, die onbeperkt heerst over dit laad met zijn 70 millioen zie len. Keizer Hrrcvhit» en zijp ministers zijn slechts marionetten en gehoorzame dienaren van htm strenge meester, de generaal. Eén van de eerste maatregelen van Mac Arthur» toen hij na Japan's capi tulatie met de oppêrste macht werd bekleed, was met één pennes treek een einde makeer aan het sprookje van de goddelijke «nacht van de keizer. Een sprookje. dat eeuwenlang de geschie denis en traditie van dit land heeft beheerst. Hirofcito is «u een gewoon man, net als aHe andere.' Het is de Japanner verboden pm. wanneer de keizer langs komt, hem zoals vroe ger voorgeschreven was de rug toe te draaien. Iedereen mag niet alleen, «naar moet nu de keizer kunnen zien. Hoe deze zich er zelf onder voelt zal gezien de ondoorgrondelijke ziel van de Aziaat, wel altijd een ge heim blijven. Volgens zyn omgeving zou de keizer het erg prettig vinden zich nu als ge woon mens onder zijn ▼olk te kunnen bewegen en zou hij Mac Arthur dankbaar zijn. dat die do oude traditie brak. Degelijke uitlatin gen hebben echter weinig waarde. D? Japanners zijn een volk dat gehoor zaamt. zonder meer. Elke maatregel van de overwinnaar, hoe hard ook, wordt met een diepe buiging aan .vaard. Het gelaat lacht, de mond spreekt dank voor ..zoveel barmhar tigheid" .maar het hart verkropt en verzamelt alle wrok. tot het getij keert en de vroeger overwonnene op zijn beurt de regels kan stellen. Dan slaat bij toe. Hard en zonder mededogen. Zo is de Japanner. Een taai volk Mac Arthur heeft eens gezegd, dat de Japanner het ideale overwonnen volk is. Alle verzet -en heimelijke sa botage zijn hem vreemd. Niet zoals in Duitsland, waar telkens weer een zg. weerwolf-organisatie de kop op- teek t en nu en dan een vilde hon- -ferdemonstratfe de orde verstoort Hier volgt men gedwee de bevelen van de bezetter op en is men tevreden met iet rantsoen, dat men krijgt. Dit laat- se is trouwens lang zo slecht niet. Veel wordt er uit Amerika geïmpor teerd en in elk Japans gezin is het blik Amerikaans vlees of vet een ver trouwd gezicht. Alleen brandstof is er schaars. Maar ook hierin toont de Ja panner zich van zijn sterke zijde. Een ijzeren pot met een paar gloeiende kooltjes in wat as is voor hem vol doende. Alleen bij de hevigste kou schaart de familie zich rondom dit vuurtje om voor de verstijfde vingers wat warmte te zoeken. Eén ding is er in Japan volop: éTec- triciteit. Het kleinste dorp, het ar- melijkste hutje heeft elcctrisch licht. Geen wonder, het bergachtige binnen land met zijn suelstromende rivieren levert een haast onuitputtelijke bron an energie aan de krachtcentrales, die in grote getale over het gehele land verspreid liggen. Zo is dan ook practisch alle treinverkeer electrisch en., dit zou men in een Aziatisch land ternauwernood verwachten, de treinen zijn zeer luxueus ingericht. Alleen de Europeaan met zijn lange benen heeft nog wat moeite om het zich pp de kort tegenover elkaar ge plaatste zitbanken geriefelijk te ma ken. Overigens, afgezien van de prach tige vergezichten op sn eeuwbet ont bergen en rijk natuurschoon, biedt 'n reis door het gehavende Japan weinig aantrekkelijks. In troosteloze regel maat rijen zich de platgebombardeer de steden en dorpen aaneen. Stelsel matig is de Amerikaanse luchtmacht hierbij te werk gegaan. Zo bevindt zich 60 mijl ten Noorden van Tokio een stad, die op een enorm fabrieks complex na letterlijk geheel plat ligt. Het fabriekscomplex, één van de grootste chemische bedrijven ter we reld, liep practisch geen schrammetje op en is nu bestemd voor.herstel betaling aan de V.S. Zo is het bijna overal: huizen tegen de grond, maar fabrieken bleven gespaard. Ook weer politiek? Toch. ondanks deze verwoestingen en ondanks het dictatoriaal bewind van generaal Mac Arthur, is de Ame rikaan populair. Mac Arthur is zelfs meer geliefd bij de Japanner dan bij zijn eigen'soldaten. Elke yankee vindt hem een desaoot, maar zo zegt hij er bij hij is een goed generaal. Vooral de Japanse |aagd is verkot op alles wat Amerikaans is. Studenten willen niots liever dan in de U.S.A. studeren en iedereen, die maar even kan, spreekt Engels. Boze tongen be weren, dat de blikjes vlees en vet hier niet vreemd aan zijn. Anderen gaan zelfs zo vei*, dat ze zeggen Uat: de Am-iikanen dit alles doen om het volk Op hun hand te krijgen en zo doende te trachten het af te houden van de Russen, die blijkbaar (indach tig aan de toekomst) ook trachten de Japanner voer zich te winnen. Wat hiervan waar is, moet de ge schiedenis uitrijzen en dan zal ze te vens leren of de Japanner door Mac Arthur ingeprente indeën van vrijheid en democratie alleen wegens #de blik jes met zoveel geestdrift toepaste, óf dat deze denkbec-Kïen zich ook wer kelijk van hun harten hebben races- ter gemaakt. Een belangrijke laak voor de overheid We kunnen nog wat leren van Engeland U kunt u waarschijnlijk niet meer herinneren, de dag. waarop u voer 't eerst de school binnen stapte, om si!" kënnis op te deen, die u later zo brood nodig zou blijken te hebben. Als u het nog wèl wist. zou u stel lig ook nog weten, met welk een ver bisterende overmacht de nieuwe din gen uit dit vreemde schoolleven op j af stormden. Wat een ommezwaai plotseling In uw toen nog zo jong leventje. Zelfs voor kinderen, die op een school voer voorbereidend onderwijs zijn gewejesi, is de overgang groot, al zijn zij reeds aan zekere vormen van onderwijs en van tucht gewend. Voor anderen zijn deze begrippen vrijwel nieuw. Hier schuilen gevaren voor de kleuters, met aanleg tot stot teren. En wie kan beoordelen, welk kind dat wel of niet heeft? De onder wijzeres met al haar liefde voor haar werk en haar -leerlingen heeft bij haar opleiding geen Vennis kimnen nemen van de verschijnselen van be ginnend stotteren en de propbylaxe daarvan. Zij denkt eenvoudig aan geen stotteren en het is harr niet guvel te duiden, dat zij het gevaarlij ke keerpunt niet ziet. Toch ik zei het reeds de vorige maal neemt het aantal stotteraars van het 6e tot het 12de jaar sterk toe. Het kind, dat thuis dikwijls dialec tisch heeft gesproken, kómt op school in aanraking met het algemeen be schaafd Nederlands en moet vaak, op straffe van te worden uitgelachen zich in „t Hollands" uitdrukken. Het be hoort immers mede tot de taak van de onderwijzeres het kind het alg. be schaafd bij te brengen. Dat hier een moeilijkheid en een gevaar kan schui len zal ieder begrijpen. Voor het verlegen kind komt daar bij de moeilijkheid zich te moeten uiten, in het bijzijn van veel vreemde kinderen. Op 6-jarige leeftijd is de spraak- ontwikkeling niet geheel voltooid. Een vlot automatisme is nog niet altijd aanwezig. Het gevolg is. dat het kind zo nu en dan nog blijft steken! Dit wordt soms door de onderwijzeres ver keerd uitgelegd. Het kind krijgt een standje: „Wie zegt er nu: Wat watwatis dat, juf?" Kom Jantje, dat moet je eens beter zeg gen". Het verlegen kereltje op deze wijze behandeld, haalt zijn voelhoorntjes in en trekt zich in ziin eigen gedachten- wereldje terug. Gaat de klas lachen om de „grappige" herhalingen, of het lange aanhouden van de klonk, dan is ue voorwaarde voor c-ca verder schrij den van het gevreesde folteren eerst goed aanwezig En komt het kind al stotterend op school, dan zijn de moeilijkheden nog veel groter. Zullen zijn nieuwe vriend-' 3?s heta nic-t nabouwen, of hem uit-' lachen om rijn gebrek? Is de onderwijzeres zodanig op de hoogte, dat zij het kind op de wijze tegemoet treedt? Noch ergeyj^isj noch medelijden tonend? Het is dik wijls zo moeilijk ,voor een leerkracht met een volle klas, geduldig te wach ten tot liet stotterend kereltje zijn anwoord kan geven. Dikwijls behoren onze stotteraars tot de intelligentste kinderen, (al ko men er veel stotteraars onder de min der begaafden voor) maar zij worden vaak voor dom aangezien, omdat ze soms geen antwoord geven op vragën. waarvan ze wel het antwoord weten. We kennen zelfs gevallen van ernstig.1 stotteraars, die maar liever een foutie' antwoord geven, om een bepaalde moeilijke klank te vermijden. 56. De spelers van De Lachende Win naars wisten eigenlijk niet of ze moes ten lachen of huilen. Zij hadden veel vreemde dingen beleefd op het voet balveld, maar zoiets dwaas nog nooit. Een debuterende doelverdediger be gon met een doelpunt te maken. En dan wat voor een doelpunt! Op de tribune was men intussen van zijn verbazing bekomen en er steeg een gejuich op alsof er 30.000 toeschou wers aanwezig waren inplaats van amper 3000. Jimmy liep inmiddels met een hoogst voldane snuit naar zijn eigen doel terug en knipoogde een» tegen een van rijn l^acks, die hem aankeek alsof hij.een koe zag plano spelen. Misschien komt het u vreemd voor, wanneer wij in het bovenstaande tel kens spreken van „hij" en „hem" en dus niet het oog schijnen te hebben op de meisjes, die snotteren. Zo is het inderdaad. En dit is niet zo verwon derlijk, als u weet, dat het aantal jori- gens, dat stottert 9 maal zo groot is als het aantal meisjes. Behalve de boven aangeduide oor zaken van het toenemen van het aan tal stottergevallen op de l.s. moeten we nog wijzen op de z.g. psychische besmetting, waarmede we bedoelen, dat kinderen het stotteren kunnen „overnemen" van een kameraadje of volwassene en daarna zelf met dit ge brek behept blijven. Hierin ligt oreri- gens een waarschuwing, die niet al leen voor de school van belang is. Voor de kinderen, die lijden onder het stotteren is het vaak prettig., op de voorste bank te ritten, zo mogelijk naast een meelevende, behulpzame ka meraad. Het ware te wensen, dat alle onder wijskrachten tijdig het' gebrek konden onderkennen en hun maatregelen juist zouden kunnen nemen. Dat dit niet het geval is, is niet hun schuld! Voor enige jaren is het besluit genomen aan alle Rijkskweekscholen logopae- disten (spraakleraren) te benoemen, die de toekomstige onderwijskrachten de nodige kennis hiervoor zouden bij brengen. De oproepen daartoe 'Ver schenen in de weekbladen. De solli citaties werden ingestuurd. En geen enkele logopaedist hoorde meer wat van zijn sollicitatie. Het vak spreekonderwijs staat nog steeds niet op de lesrooster van de Rijkskweekscholentot schade van het Nederlandse sp^aakgebrekkige kind. dat ook op andere wijze door dc overheid aan zijn lot wordt over gelaten. Slechts in enkele grote steden van ons land bestaan gemeentelijke poli klinieken voor spraakgebrekkigen. In de meeste plaatsen is niets van die aard. Engeland kent, evenals Nederland, een groot gebrek aan logopaedisten, maar bij de nieuwe grondwet in 1944 werd in Engeland de behandeling van spraakgebrekkigen verplicht gesteld Bij ons denkt men nauwelijks aan deze patiëntjes. Er moet op dit gebied nog veel ver anderen! J. E. VAN DOK Hef jeugdprobleem 11) Het is eei% aangeboren eigenschap van de mensen, dat ze verloren voor werpen niet teruggeven. De mens is ongewoon zwak ten op richt e van een gevonden voorwerp. Het gaat hem na aan het hart liggen en hij kan er niet van scheiden. Anderzijds is het gebruikelijk, dat ie mens zeer vaak iets verliest; an- iers zou de eerste stelling haar bete kenis verliezen. Zolang er nog geen kranten beston- ien en dc mens in een half dierlijke toestand leefde, verloor de mens rijn eigendommen evengoed als thans. De jager uit de oertijd verloor rijn #ienen bijl en andere voorwerpen, die pas na enkele tientallen eeuwen wer den gevonden, waarvan de talrijke vondsten in de jnusea en de particu liere verzamelingen getuigen. Toen de cultuur begon toe te nemen, was het natuurlijk noodzakelijk, dat de rechtsverhouding tussen de burger, die iets verloren heeft, en de andere, die het gevonden heeft, geregeld werd. En zo ontstond de wet inzake de zo genaamde „verduistering van gevon den voorwerpen". Om deze wet echter niet tc hard te laten rijn, duikt later die verordening op betreffende de beloning van de eerlijke vinder. Eerlijkheid wordt be loond, met tien procent van de gevon den som of van de waarde van het gevonden en eerlijk afgegeven voor werp. Ik heb echter zelf vóór de oorlog een geval beleefd, waarin de au tori- Behoeite aan „liberale" jeugd In tijden van verwarring en geeste lijke malaise pleegt men naar de jeugd te rien. die immers de bouwer van de toekomst is. En als wij de toekomst moeten afmeten naar de culturele stand van onze hedendaagse jeugd, dan gaat deze er zeer duister uitzien.. Wel wordt veel gedaan om de jonge mensen in goede banen te leiden. Or ganisaties als de Nederlandse Jeugd Gemeenschap, de padvinderij, ver scheidene confessionele groeperingen e.a. doen bewonderenswaardig werk. Maar het lijkt wel of al deze pogin gen uiteindelijk stuiten op een kern. die keihard is en geen invloeden kan ondergaan. Hoe is het beeld van onze moderne teiten de verordening inzake «de be loning van de eerlijke vinder mis schien uit onwetendheid niet juist naleefden. Toen ik namelijk op een nacht in Praag rondslenterde, vond ik ergens een tien-Hellerstuk, waarop ik mij naar het hoofdbureau van politie be gaf, waar ik het hele bedrag aan de dienstdoende inspecteur overreikte en KORT VERHAAL door JAROSLAV HASEK jonge mannen en vrouwen? Er val len twee uitersten te constateren, bin nen welke schakeringen voorkomen. Aan de ene kant staat de groepering die men de .interesselozen" zou kun nen noemen, aan de andere kant ver schijnt hoewel niet als tegenvoeter de „anarchistische" groepering. Het interesseloze type valt gemakkelijk te karakteriseren. De algemene grond trek is. dat het geen belangstelling en derhalve geen eerbied vertoont. Eerbied voor God en de medemens xyn, zo al niet verdwenen, dan toch dermate in de verdrukking gekomen, dat elke neiging ten goede reeds da delijk in de kiem gesmoord wordt. Soms wordt wel het eigen beroep geapprecieerd, meestal echter niet, maar erger nog is het feit dat daar naast. geen enkele belangstelling aan wezig is. Kunst, literatuur en andere culturele uitingen worden niet op prijs gesteld, ja, zelfs belachelijk gemaakt. Het niet (willen) begrijpen, is een kenmerkende trek van deze groepe ring. De moraliteit is dikwijls ver te zoeken. Het anarchistische type moet als „na tuurlijker" beschouwd worden. Want is in alle tijden de jeugd niet steeds een voorstander van onbegrensde zelfstandigheid en is een zg. „behou dende" jeugd niet een symptoom van cultureel verval? Helaas, in onze tijd rit de anarchistische grondtrek die per. Zij ontstaat niet alleen als af weer, maar ook als een gebrek aan steunpunten in de maatschappij. Het anarchistische type kenmerkt zich door afwijzing van bestaande waar den en toestanden; het huldigt een negatieve houding. Oeic hier is dik wijls een moreel verval te constateren Het interesseloze en anarchistische type plegen samen te gaan, als een gewetenloze leider lage instincten als interessen opwekt en de zucht naar zelfstandigheid bevredigt. Wij hebben daarvan in nari-Duitsland de heilloze uitwerking gezien. De interesseloze groepering dientals fundering, de anarchistische trekt daarop haai* re- volutionnair gebouw op. Zij beïnvloe den elkaar over en weer. Aangezien de anarchie geen aanknopingspunten kan vinden in deze holle fundering, zakt het gebouw in de loop der tijden ineen. Doch in die tussentijd heeft de anarchie haar gruweldaden gepleegd. Zij brengt niet anders vport dan de anarchie zelve, een eeuwige cirkel gang. En nu de belangrijkste zijde van dit probleem: de oplossing. Wij heb ben behoefte aan een „liberale" jeugd; Liberaal in de oude betekenis van het' woord, waar prof. Huizinga nog eens in één van zijn geschriften op gewe zen heeft: behoudend wat betreft de goede waardevolle elementen, afwij zend tegenover elk negativisme en af brekende. Dat wil zeggen, dat déze jeugd dan niet vooruitstrevend zou kunnen zijn. integendeel. Maai* hetgeen waardevol is. blijft behouden en dient als steun punt voor de maatschappelijke op bouw. Hoe moet men de jeugd van dergelijke beginselen doordringen? Wij zouden ons willen aansluiten bij de mening van prof. Meaniche, die de vorming van kleine kernen bepleitte, van waaruit de geestelijke opbouw be gonnen zou kunnen worden. Hier ligt een taak voor de kleine naties, vooral voor Nederland. Gedenk de woorden van Leopold H. de grote koning der Belgen: ..Er bestaan geen kleine naties alleen maar kleine geesten". schrijvende lezers VREEMDE PRIJSVERLAGING Van de N.V. Philips Gloeilampenfa briek te Eindhoven ontvingen we on derstaand schrijven: Hooggeachte Heer. Wij namen kennis van het artikel dat ge in Uw blad van 4 Nov. ge schreven hebt „Onder de Schijnwer per". Wij willen niet in discussie tre den over'de inhoud daarvan doch wij willen slechts onze teleurstelling uit spreken over het feit, dat ge gemeend hebt zoveel vragen in dit artikel te moeten stellen en dus Uw lezers zo zeer in het onwetende te houden, ter wijl ge voordat ge het artikel schreef met een telefoontje op al deze vragen ons antwoord had kunnen ontvangen. Het is toch de eerste taak van de krant zoals wij die zien om het pu bliek voor te lichten en niet om het nog meer in verwarring te brengen door het voor nog meer vragen te stellen dan* het heeft te verwerken. Hoogachtend, Philips' persbureau J. J. F. Stokvis Onderschrift redactie Indien men iets te vragen heeft, kan men dit doen per telefoontje, gelijk in bovenstaand schrijven tot uitdruk king wordt gebracht. Men kan het echter oök doen in het openbaar in de courant Dat het publiek door dit laatste is verwarring zou worden ge bracht dunkt ons volkomen onjuist. Die verwarring ontstaat eerst dan. wanneer het antwoord uitblijft of on voldoende is. Nu verwondert het ons, dat de N.V. Philips, die in- een telefoontje blijk baar zo heel gemakkelijk op al nze vragen een antwoord had kunnen ge ven, er in haar schrijven geen enke le aanroert laat staan beantwoordt We zijn daarom geneigd aan te ne men, dat de zaak niet zo eenvoudig ligt als de N.V. Philips ons in haar brief tracht te suggereren. En, zo er sprake is van verwarring dan wil het ons voorkomen, dat die in grotere ma te wordt aangetroffen bij de N.V. Philips dan bij het publiek. We heb ben de gedaohte, dat dit laatste de zaak min of meer dóór heeft. Intussen zal het ons genoegen doen van de N.V. Philips alsnog een v/oord te ontvangen. Ze kan 'e>- cp re kenen, dat we dit zullen afdrukken. WOENSDAG 19 NOVEMBER 1947 Hilversum I 301 ui. Nieuws om 7, 8, 13, 18, 20 en 23 uur. 7.30 en 8.15 Gram.muzjek; 8.50 Voor de huisvrouw; 9.00 Werken van Mo- zart en Beethoven; VPRO: 10.00 Mor genwijding; VARA: 10.20 Kookpraatje- 10.45 Voordracht; 11.00 Populair non stop; 12.00 Ensemble Vincentino; 12.38 Accordeonorkest Jan Vogel; 14.00 Kin derlectuur, lezing; 14.15 Jeugdconcert; 15.00 Jelle van Sipke-Froukjes, hoor spel voor de jeugd; 15.30 De Rood borstjes; 15.45 De Regenboog: 16.15 Vragen staat vrij; 16.45 Het stond in de krant: 17.15 Werken 'van Beethoven; 17.35 Vioolrecital; 18.30 Ned. Strijd krachten; 19.15 Johan Jong; VPRO: 19.30 Cursus „De kerk nu"; 19.45 Le zen in de Bijbel; 20.25 Concertgebouw orkest (Bach en Berg); 21.10 .Het gla zen speelgoed", hoorspel: 22.10 Metro- pole-orkest; 22.45 In de tuin der poëzie Hilversum II 415 m. Nieuws om 7. 8, 13. 19. 29 en 22.30 uur. NCRV: 7.45 Een woord voor de dag; 8.15 Gram.platen; 9.00 Ochtendbezoek bij de jonge rieken; 9.35 Lichte orkest- weiken; 10.00 Vioolrecital; 10.30 Mor gendienst; 11.15 „De Landverhuizers?' hoorspel; 12.33 Orgelmuziek van Men delssohn; 13.15 Pianospel; 13.45 Va rianten; 14.30 Plantcn-praatje; 1510 Jeugdconcert; 36.15 Kinderkoor; 1P Voor de jeugd; 17.30 en 18.00 Omroep orkest; 17.45 Het Rijk over zee; R*TJ: 18.30 Over de grenzen van ruimte en tijd; NCRV 19.30 Het actueel geluid 20.15 Geestelijke liederen; 21.00 Keer punten in Israëls geschiedenis; 21.30 Concertgebouw-orkest (Beethoven) 22.45' Avondoverdenking. verlangde, dat mijn naam in de. krant gepubliceerd zou worden, en dat my de beloning van één Heller zou wor den uitbetaald. Maai* de commissaris van politie blafte mij af en beweerde, dat hij mij wel kende, waaraan hij alleen nog de woorden „naar de cel met hem!" toe voegde 's Morgens bracht men mij naai* 'n heer op de eerste verdieping, die een proces verbaal opstelde, waarna ik op grond van de „Wet op de lijfstraffen" tot een geldboete van 5 kronen werd veroordeeld; subsidiair tot 48 uur hechtenis in geval van onvermogen. Om iets aan de staat te kunnen ver dienen, was ik gedwongen de laatste eis aan te nemen, en zo werd ik twee dagen lang op nummer vier gevoe derd. Toch zwoer ik, dat ik, ingeval ik weer iets zou vinden, het nooit weer terug zou geven. Helaas vond ik niets meer behalve een te vondeling gelegde zuigeling in een portiek, waar heen ik mij -begeven had om mijn ve ter te repareren. Ik liet het gevonden voorwerp een gevonden voorwerp. Anna Buklova, werkster uit Strsche. schowitz, ging in alle vroegte om vijf uur naar een familie waar ze werkte, om de was te doen. Toen zij bij het; Kruisherenklooster de tramrails over stak, struikelde ze over een voor werp. Onwillekeurig keek ze naar dat voorwerp en met de haar aangeboren scherpzinnigheid begreep ze dadelijk, dat het een leren portefeuille was. Ze opende hem en zag dat er diverss papieren in zaten, waarvan ze de in houd niet begreep. Daar zij van na ture goedmoedig en eerlijk tot iu haar gebeente was, begaf ze zich dadelijk naar het hoofdbureau van politie, waar ze haar vondst aan de dienstdoende ambtenaar ter hand stelde. Toen deze de inhoud van de porte feuille controleerde, verbleekte hij, stond op en zei met een bevende stem tegen Anna Buklova: „Ik feliciteer U hebt zeven millioen achthonderd- zesennegentig duizend kronen gevon den, in chèques, inwisselbaar bij de „Boheemse Bank!" Anna Buklova staarde schaapachtig naar de politie- - functionaris en zei hem na: „7.896.090 kronen". „Ja", zei de ambtenaar ernstig. „7.896.000 kronen; gaat u ritten, dan zal ik er met u een proces-verbaal van opmaken". „Maar meneer, als ik u in 's hemels naam verzoeken mag, laat u me toch naar huis gaan!**, begon Anna Buklo va te huilen, „ilj kan er immers niets aan doen; ik moet naar m'n werkhuis om de was te doen. Ik ben er heus per ongeluk tegen aangelopen!" (Wordt vervolgd»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 2