F I N DÉRKOERIER •WAAN.... „Je komt niet thuis..." Het Sterrenkind MA JA was op de kier' ooi en op eer» dag had de juf - ach tig vu t verteld sver het mannetje in de r.vfjm en de sterrenkinderen. Maja had 't heel erg mooi gevonden en thuis gekomen wilde zij het aan haar broertje Kees vertellen, die een jaar ouder was on ai naar di grote school ging Hii voetbalde met z'n vrindjes en knikkerde. Toen Me ja hem het verhaal van de juf verleide, wilde hij niet eens naai haar Klisteren. „.Ach," zei hij, „Ster- renkindert bestaan toch helemaal niet." Ma ja wilde hem niet geloven. Juf had het toch immers verteld en dan was het zo. Haar broertje wist er toch imjners niets van af. Hij ging v/eer op straat spelen en dacht niet meer aan het mannetje in de maan en de sterrenkinderen. Maar Maja kon het toch maar niet vergeten, telkens moest ze er weer aan denken, en toen ze 's avonds in bed lag kon ze er zelf niet van in slaap komen. Keesje was wel erg knap vond ze. en die zei dat ze niet bestonden, maar juf was véél en véél knapper en die zei dat ze wèl ■bestonden. ,,'s Avonds"* had juf gezegd, als de mensen slapen, dan komen de sterenkinderen héél zachtjes langs het sterrenlicht naar beneden geleden" Ja. dat zou ze doen. dacht Maja, natuur lijk zou ze wakker blijven. Misschien zou ze dan zo'n sterrenkind eens zien Heel zachtjes en voorzichtig gleed ze haar bedje uit en liep op haar blo te voetjes naar het raam. Ze deed 't gordijn wat op zij. Het was een prach tige zomernacht ea de maan scheen helde>- Maja kon alle sterren zien. „Zouden daar héél hoog bij dat witte puntje -de sterrenkinderen wonen?" vroeg zich af en ze boog zich een beetje voorover om beter te kunnen zien. „Ja, daar wonen wij" hoorde ze in eens een stemmetje naast haar. Ver baasd keek ze om zich heen en toen zag ze op de vensterbank een ste^ renkind staan in een prachtig wit kleedje, met lange blonde krullen. „Kom maar mee, dan zal ik het je héél even laten zien" zei het ster renkind en ze nam Maja bij de hand. En ineens was Maja net zo klein als het sterrenkind en samen klommen ze langs het sterrenlicht naar boven. Het bleek een lange weg en soms was Maja echt moe. maar het ster renkind hield haar stevig vast en zo kwamen ze voor een grote poort. Het sterrenkind klopte er drie keer op en de poort ging vanzelf open en toen zag Maja een prachtige zilve ren tuin. waarin wel honderd ster renkinderen speelden en dansten op muziek, die zo mooi klonk door de stille nacht. Maja keek haar oogjes uit naar al dat mooie wat ze zag „Maar nu moet je weer naar bed. want het is eigenlijk een schandaal, dat z'n klein meisje om deze tijd niet slaapt" zei toen het sterrenkind te gen Maja, en samen gingen ze te rug. De poort viel weer achter hen dicht en nu gleden ze naar beneden. Dat ging veel gemakkelijker en vlug ger dan het naar boven klimmen. Toen ze op de vensterbank van Maja's kamer kwamen, liet het ster renkind haar los en ineens was ze weer net zo groot als altijd. „Dag Ma ja. slaap maar lekker!" riep het ster renkind haar nog toe voordat Maja kon antwoorden, was ze al verdwenen Maja wreef haar ogen uit en gaap te. Ze had toch Wel erge slaap. Vlug kroop ze haar bedje weer in maar voordat ze insliep dacht ze nog: „Er bestaan toch wel sterrenkin deren en ik zal het morgen gauw aan Kees vertellen. En zie je nu wel juf had toch gelijk." KORT VERHAAL *t WAS EEN JOCH met schuwe ogen. slonzige kleren en een wat verwilderd wezen Toen hij de winkel binnen kwam. hield hij het boek onder zijn arm geklemd en daar bleef het, tot ik verklaarde het eerst te willen in zien. 't Was een duister verhaal. Natuurlijk was het ergens gestolen en ik dreigde het bij de politie aan te zullen geven als hij niet op staande voet met de waarheid voor de dag kwam. Dergelijke kostbare boeken hoorden niet in straatj'ongenshanden thuis als hij dus niet. Onwillig noemde de vlegel een adres 's Avonds ging ik er heen. Het boek dat op zulk een eigenaardige manier in mijn handen geraakt was, zorgvul dig ingepakt in mijn tas. Er werd opengedaan door een juffrouw op mid delbare leeftijd, die ik de reden van mijn komst uiteenzette. Zij luisterde aandachtig naar het verbaal en her kende het boek toen ik het haar toon de. „Ik vermoedde al dat Charlie zulke dingen deed" antwoordde ze eenvou dig, „maar tot dusver kon ik hem niet betrappen." „Enfin" besloot ik, „dan kunt U nu een herhaling voorkomen." „Mis schienzei ze voorzichtig, „Char lie komt op plaatsen waar met geld gesme'cn wordt, enwilt U mij éven volgen?" Ik ging haar achterna. „Spreekt U er niet over?" verzocht ze. We gingen een kamer binnen. Blijkbaar een stu deerkamer. want zover als de schemer dat toeliet ontdekte ik overal boeken kasten. Ik werd in m'n kwaliteit van an tiquair voorgesteld aan de bewoner van dat vertrek, een man van onge veer 75 Dat was tenminste mijn gis sing. want het was te donker om het te kunnen zien. ,Jk vind 't prettig én kenner op bezoek te krijgen" zei mijn nieuwe kennis. ..Dat gebeurt de laatste tijd niet veel meer. Vroeger bezocht ik alle veilingen, maar helaas maakt m'n lichame'ike toestand me dat nu onmogelijk. Draai het licht eens aan Agnes, mijnheer zal wel eens willen kijken", besloot hij met de trots van een verzamelaar. Het was iets wonderlijks. Tussen zeldzame boeken stonden h^er en daar absoluut waardeloze prul len. Er waren twee mogelijkheden: 6f die schamele delen hadden voor hun eigenaar 'een persoonlijke betekenis, óf zij moesten boeken vervingen die de veelbelovende Charlie had verkwan seld. Maar zulk een grof bedrog moest toch ontdekt worden? ,Jk heb mijn leven lang oude boe ken verzameld" mijn gastheer leek veel jonger in zijn enthousiasme „en het is nog mijn grootste bezit. Wanneer ik zo'n h-«V in m'n han den houd, leef ik in de tijd waarin het ontstond, zie ik die tijd Het licht viel langs de wanden met de enorme boekenkasten en liet 't midden van de kamer in de schaduw. Er was iets raadselach'ios in de oude man, zoals hij d~-'-««-te zat druk pratend en de licht cirkel van de schemerlamp. Het be klemde me, deze unieke verzameling waarin de pronkstukken vervangen schenen door prullen, die alleen maar oud léken. ..Maar zoudt u begon ik. Agnes schoof het licht zó. dat het oude man vol in het gelaat scheen Ik keek. verbijsterd en ontzet, in de ogen van een blinde Puzzle van de week De landheer en de armen „TJApeinsde de notaris, „daar moet Piekerwaard bijkomen...." De landheer was gestorven en de notaris zat er maar mee. Met het tes tament tenminste. Daar stond in, dal voortaan elk jaar f 660 moest worden uitgekeerd aan de armen van het dorp Voor elke vrouw 18 en voor eike man 30 gulden per keer. Maar nu moest de hele erfenis zo uitgedeeld worden, dal elk jaar het aantal mannen en het aantal vrouwen, dat iets ontving, weer anders was dan daarvoor. En 't nagelaten bedrag klopte volgens het testament precies met het totaal be drag van deze rekensom. Alles goed en wel.'Maar hoe hoe groot de hele erfenis nu was, dat had meneer de landheer toch vergeten op te geven. Of hij wist het nog niet, toen hij z'n testament opmaakte. Dus kwam Piekerwaard er* bij. „O" zei die kalmpjes, „is dat alles? U riet toch zo dat er maar zeven mo gelijkheden zijn om f 660 volgens die voorwaarden te verdelen. De armen profiteren dus zeven jaar van zo'n uit kering. Nou en hoe U het verder in deelt, dat is uw zaak'" Toen wist de notaris nog niet. hoe veel hem nu totaal ter beschikking stond. Wie van onze lezers kan hem hel pen en tegelijk vertellen hoe de zeven uitkeringen kunnen plaats hebben? Onder de goede oplossers verloten wij egn prijs van f 2.50. Oplossingen vóór Woensdag a.s. aan het bureau van dit blad. Het adres staat in de kop van onze krant vermeld. TUSSEN EN ZWART Damrubriek o. I. v. P. Beers, Noord-Scharwoude, A 100 Het is met veel genoegen dat ik, op verzoek van de redactie van onze courant, met ingang van heden de verzorging van een geregelde damru briek op mij neem. In ons gewest, v/aar de damsport zo intens wordt be oefend, is het zeer zeker op zijn plaats op gezette tijden een- hoekje voor de dammers te brengen. Namens de dam mers dank ik dan ook de' redactie hiervoor en spreek ik de wens uit dat vele dammers zich geroepen zullen gevoelen daadwerkelijk aan deze ru briek mede te helpen en ons hun be vindingen op het bord mede te delen, opdat wij vooral het werk van eigen bodem in onze rubriek kunnen bren gen. Zendt ons dus Uw interessante partijstanden. Uw problemen of eind spelen toe (adres: zie boven) en ge zamenlijk zullen wij een rubriek kun nen uitvoeren, die zeker het zijne er toe zal bijdragen om het damspel om hoog te brengen. Voorlopig zullen we eens in de drie weken kunnen verschijnen, doch hier in zal allicht verbetering komen. Naast het werk van onze dammers uit eigen omgeving hopen wij U steeds op de hoogte te houden met de ge beurtenissen uit het gehele land en ook daar buiten. Het zal U bekend zijn. dat ons spel de laatste tijd een grote vlucht heeft genomen. Meer dan tienduiz" timers zyn de N.DB. georganis^. i„. Voor enkele maanden is de Intern. Dambond opgericht, waar in Hollanders belangrijke bestuurs functies bekleden. Kort geleden is op gericht het Genootschap DAMAS, waarin zich de meest prominente dam mers van ons land he'*'- - verenigd en welk Genootschap „k.. tot doel heeft gesteld, binnen het raam der N. DB. ons spel op alle mogelijk gebied te verbreiden en te populariseren. De wedstrijd om bet kampioenschap van Nedor'and staat weer voor de deur. De geplaatsten uit dit kampi oenschap zullen straks ons lan verte, genwoordigen in de komende wed strijd om de wereldtitel, welke de I. D.B. in 1948 (het Olympische jaar zal organiseren In onze eigen kring is de famny, Baoumv afj u-o~etfra££ei 78. Veel gelegenheid om verder te snoepen kreeg Jimmy niet, want de DSE-ers raakten weer aardig opdreef en de ene gloeiende kogel na de an dere vloog op Jimmy's doel af en bij een van die gelegenheden, schoten ze hem zijn jampot finaal uit z'n hand. Het ding vloog met een grote boog over de deklat. Woedend werd Jimmy daarvan. Hij gromde van boosaardigheid en meteen vloog hij achter zijn eigendom aan. aan geen voetbal, aan geen lachende winnaars meer denkend. De gevolgen waren niet moeilijk te raden, want het is gemakkelijk te scoren, als de doelman op de loop is. competitie der PNHDB in volle gang en landelijk wordt het clubkampioen schap van Nederland Hoofdklasse ver speeld. Wij hopen U over deze wedstrijden in de komende tijd het een en ander te-vertellen. Ons staat verder voor de geest: het houden van wedstrijden in het oplossen van problemen voor onze lezers. Wij hopen U een keur van pro. blemen, lokzetten, eindspelen, studies en wat dies meer zij voor te kunnen leggen. Dammers, toont Uw belangstelling en het succes dezer rubriek is verze kerd. EEN KRACHTIG SLOT. De volgende stellingris uit het kam pioenschap van Nederland 1946-47 en uit de partij B. Dukel (wit) en G. J. van Dijk (zwart). Zwart 11 st. öp 5, 6. 8, 9, 10. 13, 15. 20 22, 27. 36. Wit. 11 st. op 18. 24. 29. 15. 39, 40. 42, 43. 45, 46. 48. Na een zeer interessante partij was het aan zwart gelukt deze voordelige stelling te bereiken. Indien hij ech ter op dit moment een stuk zou wil len winnen door 22-28 te spelen, redt wit zich zeer fraai door: (22-28) 18-12 (8:17) 46-41 (36:49) 35-30 (49:35) 30-25 (35:19) 25:12 en zwart zal, met een stuk meer nog hard voor de remise moeten vechten. Beide spe lers zagen echter de combinatie. De partij werd als volgt door wit verlo ren: Z 36-41: 33. 46:37 22-28; 34. 40-34 13:22; 35 24-19 10-14! natuurlijk, deze lastpost moet direct weg. 36. 19:10 5:14!; 37. 45-40 20-25; 38. 43- 38 6-11; 39. 29-24 8-13; 40 34-29 11-17; Ülw 38-33 27-32; 42. 37-31 17-21; 43. 40- (84,21-27; 44. 31-28 27-31; 45. 26:37 32: |41eE wit gaf het op. Een krachtig slot. schrijvende lezers Voor het laatsi: de NAC0 Mijneer de Redacteur. Gaarne verzoekt ondergetekende 'n plaatsje in uw blad. Heden las ik een stukje in uw krant omtrent de Naco. Dat men het daar niet zo nauw neemt blijkt uit het volgende. Of het hier gemakzucht van het personeel betreft of onwetendheid, daar gelaten, doch een beetje meer nauwlettendheid lijkt mij wel gewenst. Zelf hebben wij het meegemaakt in October, dat wij in Tuitjenhorn om 5 min. vóór negen 's avonds in de bus stapten en de chauffeur zei: „Instap pen. we gaan rijden". „Maar", zeg ik. „het is toch nog geen tijd". „Jawel, de bus moet om 20.50 vertrekken" We hadden beiden een dienstregeling en beiden gelijk. Doch mijn boekje wees aan: 21.15 en zijn boekje 20.50 een verschil van liefst 25 min.!! Toen wij de volgende dag gingen informe ren, kegen we daar te hore" „Ja, er zijn 2 series in omloop, alle chauffeurs wisten hiervan, doch deze nog niet! Nu vraag ik mij af, het was de laatste bus en wie helpt je als je daar staat met je retourtje, waar je vol gens het papiertje in de bus niet over behoeft te reclameren, en dan buiten je schuld? En dan .wat dit betreft: Dato 8 Nov. 1947 zat ik in de bus naar Hoarlem. We hadden aan het kantoor geïnfor meerd hoe Iaat er de bussen uit Haar lem vertrekken, daar er geen dienst regelingen aanwezig waren. Ik kreeg te horen van: „ieder uur vertrekken ze uit H." In de bus vroeg ik het nog eens en daar kreeg ik ten antwoord: „10 min. vóór ieder uur". Nu vraag ik mij af: Ts dit wel bevorderlijk voor de Naco? Alzo lastig voor de reizi gers (sters). Ik had er niet over geschreven, als ik nu dit stuk van 17 Nov. niet in de Vrije Alkm. las. Hopende dat er wat meer en beter notitie van de „klanten" genomen zal worden, daar het mij zéér lastig en nadelig voor het publiek lijkt, zo te ken ik bij voorbaat dank voor de ver leende plaatsruimte. Alkmaar G. R. M Hr. G. R. 2VL Wij betreuren het, dat de heer G. R. M. niet de gebruikelijke weg ge volgd heeft en niet terstond aan ons kantoor melding heeft gemaakt van zijn klacht Wij zouden dan in staat geweest zijn de betr. persoon onmid dellijk ter verantwoording te roepen. Thans, na reeds verscheidene weken sindsdien zijn verstreken, is bet zeer moéilijk om nog na te gaan, wie dc onjuiste inlichting heeft gegeven. Door enkele uitbreidingen hebben we de laatste tijd veel nieuw perso neel in onze dienst genomen. Dat de ze, nieuwe krachten, ondanks serieuze opleiding en voorbereiding soms fou ten, maken, is wel eens onvermijde lijk. Men begrijpe ons nu echter nie? verkeerd; wij willen de gemaakte fou ten absoluut niet goed praten, inte gendeel wij streven ernaar een goed en gezond autobusbedrijf op te bou wen, dat, ter. behoeve var het alge meen belang, een belangn, functie kan innemen in het maatschappelijk verkeer. Tot deze opbouw kan het publiek zelf een belangrijke bijdrage leveren door ons met gerechtvaar digde critiek, op- of aanmerkingen ter zijde te staan. Wij zullen daaraan steeds een gewillig oor verlenen en een open oog hebber, v ev. aange geven verbeteringen. Alleen op deze manier kan er op bouwend werk verricht worden, waar van het reizend publiek uiteindelijk de vruchten zal kunnen plukken ogrfmm, ZONDAG 14 DECEMBER 1947 HILVERSUM I - 301 m. - Nieuws om 8, IS, 18, 20 en 23 uur. VARA 8.30 De mens en zijn liefheb berijen; 8.40 Ensemble Barcarolle; 9.15 Men vraagt en wij draaien; 9.45 Gees telijk leven: 10jOO Cello-recital; 10.30 Grepen uit de correspondentie van be roemde mensen; 11.00 Kunst na ar beid. Zondagochtendconcert door het omroeporkest met koor en solist: A- VRO 12 00 Platennieuws; 12.30 Zon dagsclub; 12.40 Vrouwenkoor; 13.15 The Romancers; 13.50 De spoorwegen spreken; 14.05 Boekenhalfuur; 14.30 Concertgebouworkest (Mozart. De- bussy. Granados, De Falla)15.25 Film praatje: 16.35 Sportflitsen; VARA IKOR 19.00 Oecumenische kerkdienst; AVRO 2015 Waltztime: 20.45 Hersen gymnastiek; 21.15 Koorvereniging Pro Musica; 21.45 Paul Vlaanderen en het Gregory mysterie, hoorspel: HILVERSUM II 415 m. - Nieuws om 8, 9.30, 13, 19.30 en 22.30 uur. KRO 9.30 Hoogmis; NCRV 9.45 Gram platen: IKOR 10.00 Ned Herv Kerk dienst: NCRV 11.30 Gewijde muziek; 14.05 De Gooise kring bijeen in Huize Kareol: 15.50 In 't Boeckhuis: 16.05 Mu zikale tombola; 16-25 Vespers: NCRV 17.00 Gereformeerde kerkdienst; 1830 Gewijde muziek: 19.00 De Psalmen v Sweelinck; 19.15 Kent gij Uw bijbel?: KRO 19.55 Sportreportages: 20.20 Do Zilvervloot. Ned. muzikaal pro er. 2100 „Dit is de dag van het recht", hoor spel; 21.45 Zwitserse muziek; 22.15 A- vondgeb'ed; 22.50 Dansorkest Klaas v Beeck. MAANDAG 15 DECEMBER Hilversum I 301 m. Nieuws om 7, 8, 13, 18, 20 en 23 uur. VARA 7.30 en 8.15 Gram. platen; 9.15 Kamermuziek-programma; VPR O 10.00 Morgenwijding; VARA 10.30 Voor de vrouw; 10.45 De Regenboog; 11.20 Engelse liederen; 11.40 Voor dracht; 12.00 Orkest Carlo Carcasso- la; 12.38 Orgelspel door Johan Jong; 13.20 The Ramblers; 14.00 Piano vier handig; 144.30 Voor de jonge moe der; 14.45 Omroépkamerorkest; 15.3G „Van muizen en mensen", hoorspel, 16.15 Zangrecital; 16.35 Filmselec ties; 17.00 Voor de kleuters: 17.15 De school is uit; 18.30 Ned Strijd krachten; 19.00 Calvet-k wartel. 15 Klankbeeld over dr. F. M. Wihaut; 20.15 Cabaret; 20.45 Radio-debat; 21.05 Metropole-orkest; 22.90 Saro- phoon-recital: 230 Meestcrtrio. Hilversum 1 301 m. Nieuv-s om 7. 8. 13. 20 en 22.30 uur. NCRV 7.15 en 8.15 Gram. p'la r, 7.4f Een woord vooi de dag; 5) 15 Op radio-ziekenbezoek; 9.35 Symp'.o- nisch morgenconcert; 10.30 JSfforgen- dienst: 11.15 Van oude er. nieuwe schrijvers: 11.39 Ensemble Donsukla- ken: 12.33 Omroepkoor; 13.15 Ore. concert: 14.00 Radio-uitzending vo*>r de scholen: 14.30 The Cosmopolitaris; 15 00 Sibelius-programma; 15 30 Ka mermuziek; 16.00 Bijbellezing: 17.15 Marinierskapel. 18.3C Ravel-piari<. cyclus. 19 15 Onder de leeslamp; 19" Het actueel geluid: 20.15 Sans Sou... 20.45 „Louis Favre", hoorspel. 21.30 NCRV-kwartet: 22 00 Kerkelijk orgel spel. FEUILLETON 12) Toet,- ij bij Jan in de buurt was wenkte hij hem even apart „De leren jas en het horioge wor den hier niet bezorgd. Het is te ge vaarlijk. Je kunt de volgende dag een jas van mij krijger., dan trek je die uR in het dorp over de dijk, waar je je leren jas aan dit adres in ontvangst kan nemen Misschien moet je nog verder zijn, maar dat hoor je daar wel. Mond dicht. Enkele ogenblikken later hoorde men in de grote landbouwschuur slechts de ademhaling van vermoeide men sen, die er op uit waren om eten te halen n die achtergebleven waren. Het weer was die nacht omgeslagen Een dichte mist hing over de velden. In plaats van de vorst, was nu mieze rig dooiweer gekomen, dat voorlopig door de ontwakende trekkers met grote vreugde werd begroet Want nu konden de aardappelen worden uit gegeven. Het was nog schemerig, toen er al tttee werd begonnen. En het deed Jan on"33n Hnt ov '--kkers tus sen aren. die i>ioowv.„„.i inplaats van één, twee mud te krijgen. Met een onnozel gezicht namen ze hun plaatsen weer in de rij in. Het zat hen echter niet glad. Want tegelijk net de aardappelen werd het per soonsbewijs afgegeven. Zij stonden beschaamd te kijken. Dol van vreugde laadde Jan zijn twee zakken aardappelen en een zak suikerbieten op zijn karrtMe en telde zijn twintig guldens uit. Op het erf zag hij de boer lopen. Hij haastte zich naar hem toe. „Met 1:J weer heb ik uw jas niet nodig, tic 'ai me achter het karretje best be- Wormen kunnen. En het is nog minder riskant ook". De boer knikte stug. „Bemoei je niet meer dan nodig is, met die an der". Zonder antwoord af- te wachten, liep hij het huis in. Inmiddels begon dc uittocht. Slechts enkelen gingen al terug in de richting van het oude land. De meesten wilden hun geluk nog verderop beproeven. Jan stond met zijn karretje op de weg in tweestrijd. Zou hij ook nog verder gaan naar andere boerderijen? Of zou hij maar zo spoedig mogelijk weer in Amsterdam trachten te ko men? Zachtjes b™*"" hij te glimlacht*" „Ik kom - - ..ertje", momp' zachtjes voor zich heen. De weg terug was begonnen. Dat het geen plezierreisje zou wor den bleek al spoedig. De vastgereden sneeuw, die gisteren en eergisteren ""^el glad was geweest, maar niet zwaar reea, begon onder de invloed van het Een verhaal uü de hongerwinter door JA/^P VAN ZOONEN veel zachtere weer, week te worden. De wielen zakten er in. Het werd een hevige krachtsinspanning, niet voor 'n klein poosje, maar voor de hele ver dere dag. De sneeuw werd natter en natter. Jan's voeten werden drijfnat, hoewel hij toch behoorlijke schoenen aanhad. Al gauw lag zijn jasje op de zak ken aardappelen. Hei zweet parelde op zijn voorhoofd. Af en toe nam hij een stukje sneeuw ste dorst te lessen. Uit de mist doemden mensen op, die de Wieringermeer introkken. Stil en zonder groeten verdwenen zij er ook v/eer ia. Voorbijgaande karretjes ïn dichte mist. van de berm van de weg om de erg- Jan dacht aan het meisje, waarmee hij gisteravond kennis had gemaakt. En aan het boek „Voorbijgaande schepen Met schrik bedacht hij, dat hij haar adres niet eens had gevraagd. Daar moest hij toch achter zien te komen. Hij wist tenminste haar r. Prettige gedachten kwamen bij hem op. Gedachten aan uitstapjes en pret jes. Was het in 's hemelsnaam toch maar weer Vrede. Ellendig zulke natte voeten als je itt die natte sneeuw kreeg. Bij elke stap hoorde je het sieperen. Al peinzende sukkelde Jan voort. Moeizaam, stap voor stap. Het scheen eindeloos, die lange rechte weg door de polder en het uitzicht was troos teloos. „Kom jö", trachtte hij zich zelf op te beuren, „elke stap die je doet brengt je korter bij huis". Eindelijk stond hij met zijn karre tje weer boven op de dijk, die het oudé land van de Wieringermeer Scheidde. Hij zette de kar neer, trok zijn dun ne jasje aan. en ging op de knik zit- tv:;. Van bet laatste restje tabak araaide hij een cigaret. Af en toe pas seerden hem andere mensen met kar ren. Fietsers martelden door de sneeuwbrei konder zich bijna niet recht houden. Alles was grauw Grauw de mist. f rauw de wegen, grauw de gezichten van de mensen. Gelaten nam Jan zijn karretje weer Mei een vaartje ging het naar be neden. Zo spoedig mogelfjk moeit hij het adres opzoeken, waar bii zijn jis t n moeders horloge in ontvangst kon nemen. Het lag heel aan het eind van aet dorp. Bij een kleine arbeiderswoning klopte Jan aan. Een jonge vrouw deed open en vroeg hem al dadelijk naar zijn persoons bewijs. Toen zij het nauwkeurig had bekeken en Jan van alle kanten had opgenomen .noodde zij Jan uit binnen te komen. In de armoedig gemeubileerde ka mer vertelde zü hem. dat de bewuste jas en het horloge naar een verder liggend dorp waren gebracht. Van morgen waren alle bezitters van leren jassen hier nog aangehouden en met boer Wildeman geconfronteerd. Jan mocht de hemel danken, dat hij niet eerder m het dorp men, want dan had' l^j aü. «i» ge had de boer tegen het 'tijf te lopen, die hem misschien zou hebben herkend. De vrouw had inmiddels een paar boterhammen klaar gemaakt en duw de die Jan in de handen. Hij moest zo snel mogelijk het dor.- uit en vooral niet bij de uitdeeipost van de Centrale keuken gaan kijken. Daar werd nogal eens geïnspecteerd door de Landwacht Naar de inlich tingen. die haar man haar had ver strekt. was hij in het volgende dorp wel zo goed als veilig. Zonder woorden, maar mei eer. dankbare blik vertrok Jan zo spoedig mogelijk. Zijn gedachten werden steeds som berder. Sterker en sterkar werd weer het gedreun in zijn hoofd. „Hij komt niet terug. Tegelijkertijd voelde hij weer angst bij zich opkomen. HU schrok van «Ik onverwacht geluid en kretg een schok, als hij de een of ander uit de m!s* zag opdoemen Maar toch scheer, die angst htai gro tere krach* te gever- Met op eikaar geklemde tanden liep hij achter de kar. Zonder aar gehou den te worden bereikte hU net volgen de dorp. maar ook daar ward hij weer verderop verwezen Het begon ie regt: "f De mist was dunner geworden, "cht biecf loodgrijs. tWordt vervolgd».

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 5