tyiiTuny, BMHMI aJtö Tussen Oosf en Wesi De laaisie drie zijden van zijn dagboek 31 DECEMBER Tfv«u handschrift boven de laatste drie blad zijden. Wij vonden het dagboek van vorig jaar in de bovenste lade van een oude commode. Daaronder lag, fonkelend nieuw, de nog ongebruikte bundel voor 1948. Het boek, dat hij anders had willen beginnen, maar waarvan de bladzijden blank bleven omdat een hogere Macht het zo be schikte. Voor onze ogen leefde een ogen blik weer de oude heer met de spier witte baard. Wij hoorden een pen krassen in de schemer van deze zelf de werkkamer. Slechts een kleine bu reaulamp verlichtte de plek, waar hij zijn gedachten van zovele slapeloze nachten zorgvuldig op schrift stelde Deze drie velletjes waren de laatste die bij beschreef, maar ook de eerste die wij begrepen. Omdat wij wisten, hoe de eenzame zonderling ondanks alles aan Robert hechtte. Omdat wij beseften waarom hij dit alles beleven moest, alvorens hij van ons werd weggenomen. Deze drie bladzijden van zijn droef geestig dagboek vertelden ons al wat gebeurde in die Oudejaarsnacht. Hoe herinner ik me nog m'n tocht door die ijzige vriesnacht, waarin de bevroren sneeuw kraakte onder m'n vermoeide voeten en twee oren "tintel den onder de beschermende wollen doek. M'n adem vormde langdradige ijspegeltjes in m'n verwaaide baard en m'n oude ogen schrijnden in de 'elpriemende wind. De weg was lang; h_t pad onbe gaanbaar. Ik strompelde stroef en stram voorovergebogen voorwaarts over de oneffen vlakte. Ver, heel ver voor mij uit zag ik een glimp van het vaagrode schijnsel .waarheen ik m'n schreden richtte. In de duistere diep te rondom mij ontwaarde ik slechts de spookachtige schimmen van be ijzelde bomen, die hun naakte takken uitstrekten over 't slechts denkbeel dige pad. Het pad van de vader, op zoek naar zijn zoon. 1 Was hij daar, ver van de bewoonde wereld in een eenzame hut? Zou ik hem vinden bij een hoog oplaaiend vuur, piekerend over al hetgeen hij verliet? Dat roodachtig flakkerend licht deed de hoop terugkeren in 't moeilijk kloppende hart. Het gaf me de krach ten een lijdend lichaam voort te sis oen naar dat schier onbereikbare doel dat oneindig ver lokte._ Ternauwernood besefte ik nog, waarom ik die tocht ondernam. Waar om ik niet rustig afwachtte tot de verloren zoon zelve zijn vader weer opzocht en hem vergeving zou vra- «c.i. Ik wist immers, dat Robert nooit eigener beweging zou terugkeren. Ik kende immers zijn koppig karakter; 'ijn vreemde natuur. Wat ik niet ken- 'e waren alleen zijn problemen. Misschien had ik hem toch teveel Jleen gelaten. Had ik me méér met hem moeten bemoeien Niet moei' afwachten of hij bij zijn vader kwam. Robert zou immers iiooi. bij ine ko men. Ik had het hem moeten vragen. In zijn eigen kamer, tussen zijn pape rassen .daar had ik iets kunnen ho ren en hem iets kunnei geven. Een heel andere gedachte, een nieuw idee Zijn moeilijkheden waren dan ook de mijne geworden; zijn zorgen niet lan ger zijn kwelgeesten alleen. Ik had hem zo goed kunnen helpen in me nig probleem. Maar ik deed het niet. Ik stelde geen belang in zijn dromerijen. Ik in teresseerde me nooit voor zijn werk. Ik leefde m'n eigen leven. Wat gaf ik om anderen? Pas dat gedicht, dat ik na z'n ver trek vond tussen de drukproeven od z'n schrijftafel, vertelde me voor het eerst iets van m'n zoon. „De klok tikt hoorbaar en 't jaar is haast voorbij, Een jaar vol roem, vol geld en goede naam voor mij Zo was het immers: Rob behoefde zich niet te beklagen. Hij kon zich gemakkelijker bewegen dan zijn vader Mij was geen roem ,geen geld, geen goede naam beschoren. Wie kende de oude? En toch, ondanks zijn bekendheid, ondanks zijn uitgebreide kennissen kring stond hij innerlijk geheel alleen op de wereld. Er schijnt geen mens geweest te zijn, die hem begréép. „Maar-nu ik feesten wil, nu zijn m'n Vrinden in stamcafé noch sociëteit te vinden. Ze vieren thuis intiem hun Oudejaar; ik hunker ook, maar niemand vraagt waarnaar" Zelfs zi'n eigen va<<-- zwt. en liet z'n enige zoon van zich heengaan nder hem iets te vragen. Als hij geen briefje had achtergelaten, zou ik ook het nieuwe jaar nog niet hebben geweten, waar Rob zijn toevlucht wil de zoeken. In een armzalige hut temidden van ijs en sneeuw, verlaten door dè" oor spronkelijke bewoners cmdat een on weerstaanbare Oostenwind snijdt over de vlakte en de bomen geen beschut ting bieden tegen de felste vorst, daar bij het nog flauwe rose schijnsel, dat na elke strompeling naderbij komt maar net als de maan altijd even ver van ons vandaan schijnt te blijven, daar verbergt zich een mensenkind voor de mensen .een zoon voor zijn vader en een eenzame ziel voor zijn God. Omdat hij bevreesd is voor 1948. „De klok slaat 12 en ik maak een moe gebaar; ik durf niet opzien, ik ben bang voor 't nieuwe Jaar". Hij schreef het zeil Voor zijn eigen tijdschrift. Als een rauw realistische bijdrage voor het hoopvol gestemde nieuwjaarsnummer, dat ze straks ook bij mij zullen bezorgen Beide voeten u -nden als twee bloé dende ijsklompen. Het licht in de ver te schijnt af te nemen, hoewel ik het nauw merkbaar nader. Komt er een ondoordringbare mist het nachtelijk duister verdichten, of hangt er een waas voor m'n tranende ogen? O Rob, als je wist, jongen, welke strijd je oude vader op dit ogenblik voerde, zou je snikkend uit die schuil hoek vandaan snellen, me terugdra- gen op twee handen naar die ver trouwde warme woning en samen al les, alles bespreken. Want nü wil ik praten. Nu het eigenlijk al te laat is om goed te maken wat ik jaar-in jaar-uit verzuimde, nu wil ik trachten een vader voor je te worden. Nog ben ik een roepende in de woes tijn, een dolende op de barre sneeuw vlakte, die liever zijn eigen lichaam bevriezen doet dan zijn kind te lóten in die latente kou. Als je dat vuur maar gded oppookte, want 't ver flauwende schijnsel is nog nauwelijks voldoende om m'n koers in de duister n' te bepalen. Rob.Je hebt getracht mij te ver dragen, maar je kon het niet. Je hebt geprobeerd mij te gaan haten, maar het lukte je niet. Wil je nu een do delijke ziekte opdoen in een krank zinnige poging om mij en iedereen te vergeten? En dat terwille van het begrip, dat ii. je had kunnen geven. Dat ik jc -Teven zal, nu vanavond nog, vóór de blokken het nieuwe jaar inluiden! Jouw kennissen noemden zien vrienden". Omdat je naam maakte en royaal wist te tracteren. Ik, oude gen. noemde me „vader". Omdat ik in wendig trots was op een zoon, die zo veel bereikte. En jij vond wel de le vende lichamen, maar daarbinnen een gapende leegte. Geloof me, dat 't volgend jaar an ders zal zijn Als ik het pad maar kon vinden, want nu Je licht niet meer uitstraalt, moet ik gissend voortgaan. In de hoop, door de ondoordringbare duisternis en de hoogopgewaaide sneeuwhopen je schuilplaats te kun nen bereiken. Dit is het laatste blaadje van 1947. Ik heb hem gevonden. Na urenlang zoeken, strompelend over de vastge vroren sneeuwrichels en de daaronder verborgen boomstronken. Met stukge lopen voeten en een beijzeld gezicht Ik heb hem gevonden in een scha mele hut van dunhouten planken, waar de Oostenwind fel doorheen sneed en het vuur van dode takken reeds lang uitgedoofd was bij gebrek aan verse brandstoffen. Hij zat daar heel stil, vooroverge- leund bij de opdwarrelende as. Alsof hij eensklaps de moed had opgegeven opnieuw op te staan om hout te ha len. Alsof hij in een laatsté moede loze bui het doven van de vlammen wilde afwachten. Hij schreef het zelf: „De klok tikt hoorbaar en het jaar is haast voorbij" Vergeef me. 't Is alles zo vreemd. Er stromen geen tranen over m'n be vroren wangen. Er schrijnt slechts het heftige zelfverwijt 89. De spelers van DSE, die met hun lichaam de vrije schop hadden moeten keren en die hadden zien aankomen, met welk een verpletterende snelheid Jimmy op de bal afstormde, hadden in de allerlaatste seconden eieren voor hun geld gekozen. Gillend van angst, sommigen met de handen voor de ogen geslagen, stoven zij alle richtin gen uit En het was net op tijd, want er weerklonk een donderslag met di rect daarna een hoog fluitend geluld: „Pieieieieieieiet.Jimmy had de vrije schop „genomen". Terwijl buiten de machtige bronzen stemmen hun galmende slagen door de nacht doen weerklinken en van verre het knallen van vreugdeschoten doordringt tot in m'n werkkamer, leest een grijsgeworden vader het laatste gedicht van zijn voorgoed ver loren zoon: „Ik ben alleen, want niemand heeft mij nodig; men heeft zijn huis en ik ben overbodig. Men vraagt mij niets. Ik wacht tot middernacht. Een schaduw heeft het scheidend jaar gebracht. De klok slaat 12 en ik maak een moe gebaar ik durf niet opzien, ik ben bang voor 't nieuwe jaar" En nu, nü pas begrijp ik hem Ik zal m'n nieuwe dagboek anders beginnen. Brief uitPeiping In China kent men sedert iieniallen van jaren oorlog, maar elke Chinees geloof! in... de vrede Vrienden, wanneer ik dan een da tum zou moeten noemen, zou het 1932 kunnen zijn. Het jaar, waarin de oude erfvijand, Japan, ons aanviel. Maar die datum zegt weinig, want al tien tallen van jaren heerst er oorlogstoe stand in dit land. Ageerden losgebro ken generaals tegen de centrale rege ring en terroriseerden de burgerbe volking. En het klinkt misschien pa radoxaal voor Westerse oren, maar 'n Chinees houdt niet van vechten Mijn land is trouwens één collectie tegenstrijdigheden. In de grote steden oefent de ricksha-koelie 'r zijn bedrijf uit naast de taxi-chauffeur, die zijn gloednieuwe auto van het laatste ipo- del exploiteert. O, in China vindt men de meest verfijnde weelde naast een ongelooflijke armoede. En in geestelijk opzicht zijn de tegenstellingen niet minder diep. Naast de Christen vindt men er de fanatieke communist, die maar één religie heeft: verzet tegen het centrale bewind. Maar het gaat niet aan om de com munisten zonder meer de schuld te geven van de onzalige burgeroorlog, die thans China teistert. Het verwijt, dat onze regering in veel opzichten te conservatief is, is niet ongegrond. In dit armzalige land. waar in de af- Aan onze lezers Onze krant is uw krant. Wanneer het nog mocht voorkomen, dat gij niet te vreden zijt over de krant, besef dan dat wij het in nog sterkere mate zijn. Des te meer abonné's des te beter krant Hebt gij reeds een nieuwe abonné aangebracht? gelegen streken nog volkomen feo dale verhoudingen bestaan, kon mei» blijkbaar de sprong naar de democra tische gelijkheid in Westerse zin niet ir eens maken. Hoe ook, de grote mas sa wordt veelal het slachtoffer van de botsing. Ziekten, ondervoeding en ellende in velerlei vorm gaan hand in hand met oorlog. Hoeveel slachtoffers de burgeroor log nu al heeft geëist, is niet te be naderen en zelfs een gissing is vol komen nietszeggend. Dit zij slechts gezegd: het gaat hier om een volk van .400 millioen en de oorlog heeft stre ken verwoest, waar Nederland wel in omgedraaid kan worden Het is vooral Jong-China Het is vooral Jong-China, dat zich naar het Westen richt. Wij, van do oude stempel, zijn overtuigd dal al de huidige ellende door de inmenging van het Westen ontstaan is. Het land had niets van de buitenwereld nodig. China had een oude cultuur, had eigen geestelijke waarden en grootheden, die in de loop der tijden zeker ook voor de nieuwe generatie perspectieven 2ouden heb ben geopend. Maar Jong-China gelooft dat niet. Vooral door de studenten zijn Wes terse meningen en ideeën geïmpor teerd. Het grootste deel der studenten is wel communistisch georiënteerd, dat wil zeggen: staat open voor Rus sische invloed. Misschien zonder ook maar één ogenblik het land van hun voorouders te verloochenen. Ook zij willen het goede voor China, maar 't tragische is, dat zij menen dit alleen langs andere wegen te kunnen berei ken. De aanhangers van beide partijen dromen van een groot China. Om dat op te bouwen heeft men grote plan nen gemaakt. Benutten van de water kracht der rivieren voor de industrie; industrialisatie op grote schaal; ver betering van het onderwijs; uitbrei ding van lucht- en zeevaart Een pro gramma werd opgesteld om grote de len van de bevolking om te scholen van het agrarische bedrijf (waarin meer dan driekwart van de bevolking werkzaam is) naar de industrie. Her vormingen op het gebied van het bin nenlandse bestuur Voorshands is er burgeroorlog. Zo lang die voortwoekert, zal China de zwakke broeder blijven in de rij der Grote Naties. Pas als één der beide partijen de wapens neerlegt, zal mijn land weer een „eigen gezicht" krijgen. China is veel rampen te boven ge komen. Het zal ook deze storm door staan. Al is het nu verscheurd tot in zijn meest kwetsbare organen. Yat-Kwong. DAMMEN WINTERCOMPETITIE „DAMLUST" ZUID-SCHARWOUDE Door zijn partij in de laatste ronde tegen A. van der Welle te winnen, heeft Joh. Huy- tema zich als le geplaatst in de eer ste klasse der wintercompetitie van ..Damlust". Hij wordt op de voet ge volgd door P. Beers. die eveneens zijn laatste partij won van C. Schuffelen. Onderaan is W. Hoedjes drager ge worden van de rode lantaarn, waar door hij moet degraderen naar de 2e klasse. De eindstand is hier als volgt: 1, Joh. Huytema 8 6 1 1 13; 2. P. Beers 8 6 0 2 12; 3. Th. de Haas 8 4 3 1 11; 4. A. v. d. Welle 8 5 0 3 10; 5. C. Schuf felen 8 2 4 2 8; 6. P. Schuffelen 8 3 1 4 7; 7. A. Goudsblom 8 3 0 5 6; 8. Jac. Grootjes 8 1 2 5 4; 9. W. Hoedjes 8 0 17 1. J. Zijp en P. v.d. Molen, die resp. de le en 2e pL bezetten in de 2e kL, pro moveren naar de le kl. Dus een mooi resultaat v. Zijp, die pas verleden jaar naar de 2e klasse promoveerde. P Mienes deed het minder goed en zal zijn best weer moeten doen in de 3e klasse om zijn degradatie weer onge daan te doen worden. 1. J. Zijp 8 6 2 0 14; 2. P. v. d. Molen 8 5 2 1 12; 3. N. Jol 8 4 2 2 10; 4. G. Vroling 8 3 3 2 9; 5. J. Weel 8 3 3 2 9: 6. P. Balder 8 2 4 2 8; 7. J. Pluister 8 1 3 4 5; 8. A. Floris 8 2 0 6 4; 9 P. Mienes 8 0 17 1. In de derde klasse zag Jb. Glas zijn laatste kans voorbij gaan door van J. Engeringh te verliezen, waardoor H Engeringh de le plaats bezet en zo doende promoveert naar de tweede klasse. 1. H. Engeringh 7 5 2 0 12; 2. W. Glas 7 4 2 1 10; 3. C. Zijp 7 3 2 2 8; 4. W. de Jager 7 4 0 3 8; 5. P. Bekker 7 2 2 3 6: 6. J. Engeringh 7 2 1 4 5: 7. K. Buur 7 2 0 5 4; 8. P. Kramer 7 115 3. TERUTCEER WIERINGERWAARD Oudejaars avond zal bij de Ned. Herv. Gemeente de heer Tromp voorganger zijn in de dienst. De heer Tromp heeft vroeger als bakkersknecht in W'waard ge werkt. Later heeft hij zich op de theo logische studie geworpen en werd godsdienstonderwijzer! FEUILLETON Het leven van 'n velo <5) De periode, die ik nu meemaakte was geenszins een aangename. Een hele poos heb ik bij een smid gestaan, temidden van oud roest. Af en toe kwam hij eens naar me kijken, maar daar schoot ik niet veel mee op.- Ge lukkig echter dat mijn merk nog steeds een goede afkomst verried, waardoor de zware jaren, die ik met Jaap had meegemaakt, al telden ze da> ook dubbel, me niet helemaal in de soep hadden geholpen. Zo kwam er dan ten slotte een dag, dat dc baas me onder handen nam. Er werd aan me gebogen en ik werd beklopt, geschraapt, geschuurd en ge lakt, zo erg, dat de aardigheid er voor mij de eerste dagen glad af was. I' geloof, dat ik het bewustzijn heo verloren, want ik weet alleen nog, dat ik me op zekere dag weer in de eta - lage bevond, terwijl de spiegelruiten mijn beeld weerkaatsten. Ik herkende me zelf niet meer. Want al kon ik dan niet met de jongere broertjes vergeleken worden, ik zag er weer uit als een door en door respectabele fiets. Ik heb dan ook maar een paar da gen in de etalage gestaan. Toen vond ik een nieuw slachtoffer in de per soon van Klaas. Klaas was een lange magere jonge man, van een ruime twintig jaar. Het was een buitengewoon prettige baas voor me. Hij beschouwde me niet als zo maar een fiets, nee, ik werd zijn kameraad. En omdat hij. behalve lang en mager ook een ietsje bijzonder was maakte hy er een gewoonte van om gesprekken met me te voeren. Geloof niet, dat ik een wonderfiets was. De gesprekken waren eenzijdig. Dat wil zeggen, ik gaf nooit antwoord. Alleen herinner ik me nog wel dat ik altijd extra mijn best deed. als ik hem 7.0 gemoedelijk hoorde vertellen over de beslommeringen, die zijn ziel beroerden. Dan gonsden en snorden we samen langs de wegen Ik heb nog steeds de prettigste her inneringen aan de jaren, waarop Klaas mijn baas xvas. Het was toen dat ik voor het eerst kennis maakte •net de liefde. Denk nu niet, dat ik verliefd werd. Dan zou ik als het wa'-e een tandem geworden zijn en van die dingen moet ik helemaal niets hebben. Nee, die lange Klaas werd verliefd. Het duurde een hele poos, voor het goed en wel tot me was doorgedron gen. Eerst dacht ik, dat het een be gripsverwarring van mijn kant was. Toen vreesde ik, dat KlaaS aan ver standsverbijstering begon te lijden, maar toen ik mijn ogen eens goed de kost gegeven had. en in een rijwiel stalling het oordeel van andere fiet sen eens had ingewonnen, begreep ik het. Het was zo begonnen: Op een keer. dat Klaas me uit de schuur haalde, begon hij zachtjes mijn zadel te stre len. Ik had zoiets nog nooit meege maakt en vroeg me vol vreugde af, waar de tocht nu naar toe zou zijn Want dat het wat bijzonders moest wezen stond voor mij als een paal bo ven water. Toen Klaas eindelijk klaar was met strelen, hoorde ik hem mompelen: „Wat is ze toch lief. Ik ben haast bang om haar aan te raken". O gezegende Klaas. Als je toen in mijn arme fietsenziel had kunnen kij ken, zou je wel wat voorzichtiger met je uitingen geweest zijn, want dan zou je geweten hebben, dat de ont goocheling voor mij heel erg zou wor den. Om kort te gaan, ik dacht dat Klaas mij bedoelde en ik deed die avond nog meer mijn best als anders. Na een half uurtje waren we op een boerderij gekomen en ik werd in de schuur geplaatst, waar ik de hele avond in eenzaamheid doorbracht. Ik vond dat echter helemaal niet erg, want in de eenzaamheid krijg je de beste ideeën en komen soms de aan genaamste herinneringen boven. Het was reeds tamelijk laat, toen Klaas me eindelijk weer te voorschijn haalde. Ik voelde duidelijk, dat hij beefde van ontroering toen hij me aanvatte „Schat", hoorde ik hem mompelen, „lieve schat, ik kan niet meer buiten je". Mijn pedalen vielen haast af van vreugde en ik geloof, dat ik nog nooit zo licht over de wegen gesneld ben als die avond. Die gebeurtenis herhaalde zich en kele malen. Voornamelijk op Zondag avond. Dan scheen Klaas totaal weg te wezen van me. Helaas zou de ont goocheling spoediger komen als ik dacht. We naderden de tijd van het Pink sterfeest. Een feest, dat ik reeds meer malen in mijn aardse fietsenbestaan had meegemaakt en gedurende welk feest mijn eerste baas, Jaap, wel eens de wonderlijkste dingen had uitge haald. De avond voor het feest haalde Klaas me voor de dag. Buiten stond een kistje met was, olie, lappen en weet ik wat al niet meer, klaar. Ik heb die avond een beurt gehad, zoals me nog maar zelden was overkomen. Hier en daar ontving ik zelfs een kleiiv stipje lak. Ik wist van trots en voldoening niet hoe ik me houden moest en plotseling viel ik om, waar bij ik onzacht tegen Klaas' benen aanrolde. Mijn bel keek hem schuin aan, alsof hij zeggen wilde, dat was net erg genoeg. Klaas' liefde voor mij scheen er echter niet door te verminderen. Integendeel. Hij nam mij op, tilde me hoog de lucht in, zodat mijn wielen draaide van vreugd, en riep, terwijl hij me eens extra kneep: Morgen! Morgen. Wat ben ik toch gek op je. Ik kon je wel Met een smak werd ik op de grond gezet, zodat ik bij me zelf dacht, dat het wel even minder kon, maar ik had c! tijd niet om ever Klaas' zon derlinge gedrag na te denken, want ik werd voor de nacht opgeborgen, om over de dag van morgen te kun- r. dromen. (Wovdt vervolgd) Tédpoprogrcmrna WOENSDAG 31 DECEMBER NA 16 UUR Hilversum I 301 m. 16.15 Vra gen staat vrij; 16.45 Het stond in de krant, krantenknipsels uit 1947; 17.13 Gram.platen; 17.35 Ensemble Vincen- tino; 18.00 Nieuws; 18.30 Regeringsuit zending; 19.00 Wat onze hand vond om te doen, klankpanorama over 1947 voor de VPRO; 19.30 Ned. Herv. Oude- jaarsdienst; 20.45 Gesprek in de sche mering met ds Spelberg; 21.00 Kakel bont met een rood randje, VARA- programm.'s in vogelvlucht; 23.00 Nieuws; 23.15 Nederlanders op Oude jaarsavond, interview en kruisge- sprekken; 23.57 Uren, dagen, maanden jaren; 0.00 Klokslag der Amsterdamse Westertoren en de jaarwissenn öij de Amsterdamse haven en op het ran geerterrein der NS; 0.02 Bij de aan vang van dit jaar spreken K. de Jon gt en Koos Vorrinb; 0.15 Gezellige platen: 0.30 Regeringsuitzending: 1 00 Nieuwjaarsgroeten uit vele 3and<. - Hilversum II 415 n> IB.fT icht pianospel: 16.15 Knapenkoor; 16.45 Voor de jeugd; 17 30 De vijf Zakapa ra's; 17.45 Regeringsuitzending; 18.00 Mandolinata; 18.30 Toespraak door de secretaris der Ned. Zendingsraad; 19.00 Nieuws: 19.15 Regeringsuitzending; 19.30 H®t actueel geluid; 19.45 Gram.- muziek; 20.00 Ned. Herv. Oudejaars- avonddienst; 21.30 Omroeporkest met het gemengd omroepkoor (Hollands programma); 22.15 Epiloog 1947, kalei- öoscopisch overzicht; 23.00 Nieuws; 23.1 Strijkkwartet van Haydn; 23 30 NCRV-kwartet; 23.45 Toespraak door prof. Edelkoort. voorzitter der NCRV 0.00 De Klok; 0.05 Nieuwjaarswensen; 0.30 Kort woord door de voorzitter der KRO: 0.35 Vrolijke klanken in het Nieuwe jaar. DONDERDAG 1 JANUARI Hilversum I 301 m. 8.00 Nieuws 8.30 Hoogmis; 9.30 Nieuws; 10.00 Kerk dienst ÏKOR; 11.45 Koor van het Hil- versumse Diaconessenhuis: 12.15 Dans- orkest Klaas van Beeck; 13.00 Nieuws; 13.20 Kareool-septet; 14.00 Vrij en blij; 15.00 Weihnachts-oratorium van J. S. Bach; 17.00 Radio-jeugdjournaal; 17.30 Jan van Weelden. orgel; 18.00 Rege ringsuitzending; 19.00 Nieuws; 19.15 Successen van 1947: 19.30 Het actueel geluid; 19.40 De vaart der Volkeren in 1947; 20.00 Nieuws; 20.05 Program ma-proloog; 20.15 „Le roi David", ora torium van Arthur Honegger; 21.30 .De strijd der geesten nu", toespraak; 22.00 Met band en plaat voor u oa- raat; 22.30 Nieuws; 22.45 Avondover denking: 23.00 Pianorecital: 23.30 Slot- accoord. Hilversum II 415 m. 8 00 Nieuws; 8.15 Gram.platen; 8.45 BBC-symphonie orkest; 9.15 Morgenwijding; 9.30 Nieuwjaarsvitaminen; 10.35 Orgelcon cert door Pierre Palla: 11.15 Groeten van zeevarenden; 11.30 Woorden en muziek, kleinkunstprogramma; 12.00 Kinderkoor; 12.20 Orkest Nador Bela; 13.00 Nieuws; 13.15 Tournee-orkest; Groeten van zeevarenden: 14.00 De Kwintetspelers; 14.40 Declamatorii -n; 15.00 Voor zieken en gezonden; 16.05 Reprises; 16.30 Thé Dansant; 17.30 Gram.muziek; 18.00 Nieuws; 18.15 Sportpraatje: 18.30 Vaudeville-strijk orkest; 19.05 Muzikaal programma; 20.00 Nieuws; 20.15 Gram.platen-pro- gramma, samengesteld door Neder landse patiënten in Zwitserland; 21.15 Thomasvaêr en Pietemei; 22.00 Radio- Philharmonisch orkest; 23.00 Nieuws. VRIJDAG 2 JANUARI VOOR 16 UUR Hilversum I 301 m. 7.00 en 8.0ó Nieuws; 7.30 en 8.15 Gram.platen; 7.45 Een woord voor de dag; 8.30 Klas sieke platen; 9.15 Op radio-ziekenbe zoek; 9.30 Vrolijk programma; 10.30 Morgendienst; 11.00 Cello-recital; 11.45 Peter Nobino's musettc-orkest: 12.15 Orkestwerken van Rimsky-Korsakoff; 13.15 Metropole-orkest; 13.45 Kwintet van Brahms; 14.20 Van oude en nieu- v schrijvers; 14.40 Orgelconcert: 15.25 Ancoratrio. Hilversum II 415 m. 7.00 en 8.00 Nieuws; 7.15 en 8.15 Gram.platen; 8.30 Voor de huisvrouw; 9.00 Lichte mor- genklanken; 9,35 Strijkkwartet van Schubert; 10.00 Morgenwijding: 10.30 Voor de vrouw; 10.45 'ederer. van Grieg; 11.00 Voordrac li, 11.20 Licht orkesteoncert: 12.00 Tango's: 52.85 Guus van Opstal en zün Bal'1 m- orchestra; 13.15 Gram.platen: 100 Kookpraatje; 14.20 Werken van Beet hoven; 15.00 Ons volk in zifn dichter» 15.20 Solist^n-ccncert.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1947 | | pagina 3