Canada, land van belofte voor
Nederlandse boeren
YUjuuwJl uit (U d^eAwirJcel
Kent U het leven van deze vogels
'2#
Zal export op coöperatieve basis
mogelijk zijn?
34 Dagen op een
reddingsvlot
Naar verre landen
In Iwee jaar kan een emigranl daar
een eigen bedrijf hebben
In verband met dt volkomen on
mogelijkheden om al de grondzoeken-
de boeren ook ipaar ooit te kunnen
helpen is de emigratie van boeren
dringend. Weliswaar zal onze indu
strie mettertijd in staat blijken te zijn
de boeren-zondrr-land op te nemen,
doch daarmee is de boerenzoon niet
tevreden. Een boer in een fabriek
voelt rich merendeels als een schip
per op de wal; bet mag aardig zijn
voor een korte poos bevrediging
schenkt het r.iet. Hoewel ook andere
vreemde landon Ir. min cf meer beper-
te mate mogelijkheden bieden voor on-
ae boeren en tninders, is het toch voor
al Canada, dat zijn grenzen vrijwel
onbeperkt beeft opengesteld voor Ne
derlandse boerenmens. En, het mag
gezegd, worden, zij m*ken er een ruim
gebruik van. In de eerste helft van
1948 zullen er wederom ongeveer
8990 Nederlandse boerenzoons (inclu
sief hun familieleden) naar Canada
vertrekken, om er een nieuw, beter
bestaan op te bouwen, een bestaan op
een eigen farm in een land, dal bene
sen heeft vaderland te kunnen z-'ju
In enkele artikeltjes zullen we een
en ander vertellen over Canada, hel
land zelf. zijn geschiedenis, histori-
bevolkmg en zijn boerenstand.
„IK 4V1L NAAR CANADA?"
Hel merendeel der adspirant-emi-
2rant?n is nog niet op de hoogte van
de weg. die zij moeten bewandelen
Op de allereerste plaats schrijven men
naar de Stichting Landverhuizing
Nederland. Lange Voorhout 20 te Den
Haag. Men ontvangt enkele formu
lieren ter invulling cn daarmee is dan
de eerste stap gezet Het emigratie
wagentje rolt dan wel verder. Men
kan belet vragen op het Canadese lm
migratie-kantoor, Sophialaan lb Der.
Haag. Dit kantoor is een afdeling van
de Canadese Legatie. Ook hier ver
schaft men vele inlichtingen. Vanzelf
sprekend moet men over een pas be
schikken. een bewijs van Goed Ge
drag. een gezondheidsattesl, plus een
paar honderd gulden voor de over
tocht.
Loopt emigratie naar andere landen
vaak spaak op de geringe passage-mo
gelijkheden, anders is het met Canada
waarop ook in de lente van 48 weer
speciale emigratieschepen gaan va
ren. Het vervoer betekent dus geen
moeilijkheden.
Anders is het met de deviezen. De
Nederlandse Bank, die op advies van
eerder genoemde stichting een devie-
zenvergunning verleent is erg zuinig
en veelal liet Nederland zijn beste
zonen in hun hemd staan. Overi
gens. zolang een pionier een hemd
aan heeft, mag hij nog niet klagen.
Overigens schijnt ook hierin enige
verandering te zullen komen. Van wel
ingelichte zijde vernamen wij dezer
dagen. da', de kans groot is. dat de boe
ren. d:c wensen te emigreren, wat rui
mer met deviezen worden uitgerust.
Laten wc het hopen.
«ch blijkt er veel misvatting te
heersen over emigratie in het alge
meen. Al te gemakkelijk denkt men:
ik heb tien duizend gulden èn daar
mee ga ik in Canada eens een aardig
boerde.-; beginnen. Da« gaat niet
wart. (he tienduizend gulden zult
pc grotendeels achter moeten laten.
'Cc kunt er enkele nieuwe costuumr
vnn aanschaffen, het laatste dwang
bevel opvolgen en de rest-.ten ge
schenke geven aan goede vrienden
In Canada zult ge opnieuw moeten be
ginnen. Behalve degenen, die er door
een familielid te paard worden ge
zet. moet d,> Nederandse boerenzoon
die naar Canada vertrekt, er op re
kenen, dat hij een paar jaartjes in
loondienst zal moeten werken. Van
zijn loon moet hij zoveel mogelijk spa
ren en met dat geld kan hij dan zijn
eigen gedoetje beginnen.
„Ut zcl urn wel an moin leggc", zoi
Kees. „maar ik ken ut niet meer bai-
houwe. Ut iene ouger.b'ik lees je u!
zo en ut are is ut net weer rarie-
contrarie Een weck of wat leden
stonde er gcole verbale in de krant,
dat de sigerette duurder worre zou-
we. Afoin, prak bezeerde ik bai m'r
oigen. den. koup ik nou op al m'r
bonne sigerette. Dat ik heb dat een
week of wat dein. Een segaartje er
bai en ik heb een beetje zuinigies an
dein. dat ik doch*, as die dinge nou
duurder worre; den ben ik ze op
voor en den rouk ik toch nag een
toidje s^edkoMpere sigerotte as een
aar
Maar leit me deer nou een dag of
wat leden in de krant staan, dat de
sigerette niet duurder worre zelle.
maar goedkouper.
ïk bad toch oigeluk verlegen de
straal in toe ik ut las."
W.ai kenne Kees en we wete. dat-ie
naga! op de penning is, dat wai hadde
lol. dat "voel je
Maar Klaas gaf Kees geloik.
Weer ut um zit, weet ik niet." zoid-
le maar ze loike wel gek. Das nou
met de prois van de sigerette zo. Maar
hoeven! keer zouwe die dinge nou
al niet van de bon gaan hewwe Den
weer wel en den weer niet.
En nou een toidje leden stong er
zo'n berichie in de krant, dat de suk-
kelaadreoe zou je zo koupe kenne as
ze vult wazze. De rest bleef op de bon.
Persies twei dagen later lees je
weer. dat de sukkelaadpositie zo
slecht is. dat je allien maar gevulde
repe op de "bon kroige kenne. De
rest hiUemaa-1 niet. Nou. knoup er
maar een touw an vast."
„Ut is ut toppunt", zoi de barre-
bier noidig. .Want nou hewwe jullie
ut nag maar over berichte van sige-
'rette en sukkelaad. Maar over be-
langroiker dinge is ut al net zo. Neem
nou die jöos, die uit Indië terugkom-
me zouwe Op die en die dag zouwe
ze ofzwoie. Alle mogelukke maatrC-
gele wazze al nomen om de demobi
lisatie zo vlot mogeluk verlope te
lcitcn.
Efkos later komme de berichte in
de krant, dat ut toch nag wel efkes
dure ken. Gevolg, die jöos noidig, de
frtnilte noidig en oigeluk alleman
nodig. Want wat is dat nou weer voor
een gezanik? De mensen rake op de
non."
„En je zouwe zo wel deur gaan ken
ne," bromde Kees. „Ut brood wordt
slechter, ut brood wordt beter. De
ougst zei slecht weze. de ougst zei
best weze. Er;zelle te kort eerappels
weze. of er zelle er le veul weze Je
zouwe razend worre op die kraofe-
kirrels.'
..Die krantekirreis?" zoi de ba-iC-
bier. „Die krantekirreis? Docht je dat
ut um deer zat? Ut is mogeluk Vaar
ik gelouf veul perder. dat ut urr in
de beroerde voorlichting zit. die ze
an die krantekirreis geve.
En meskien benne er wel te veul
bero's. want den hei je ut nag al
detus. dat ut iene bero ut zo zoit
en ut are zo.
Maar dat benne we tooft wel sla
gaar met mekaar iens. dat ut za een
rommeltje is en dat we zo oigeluk
nergens meer op an kenne. Want as
je nou weer ut ien of are bericht in
de krant leze over proisverho.uging of
verleiging. den begin je al bai je oigen
te zeggen: „Ut kon wel derus net
aarsom weze as ze ut skroive. As ik
nou wist, dat een brief niet al te lang
werk had om bai de Voorlichtings
dienst te kommen, voelde ik er toch
wel vooi" om' er een lcccr over te
skroiven."
„Den kon je d'r wel bai skroive. dat'
de lui uit de skeerwinkel d'r loif vol
hewwe van alle voorbarige berichies.
We houwe er niks van elke keer be
lazerd le won-" besloot Janus de
timmerman.
FIGARO.
HET VALT WEL MEE
Nu' moet men de spaar-mogelijkhe-
den en het noodzakelijke beginkapi
taal in Canada niet vereenzelvigen
met die in Nederland. De Winkelbe
diende die van zijn overgespaarde cer.t
jes 'n zaakje wil beginnen in ons g6e-
de (maar doodarme) vaderland, zal
doorgaans twee mensenlevens nodig
hebben om zijn droom te kunnen ver
wezenlijken. In Canada daarentegen
verdient men niet alleen een goed
loon. doch de levensmiddelen zijn er
ook vrij goedkoop, zodat men wel de
gelijk knap kan sparen. Bovendien
krijgt een goede boer gemakkelijk
hoge credieten.
Het leven is*er inderdaad ook iets
duurder geworden. Voor hetgeen men
in 1939 100,- moest betalen, telt
men nu ongeveer 160.neer. maar
het loon hield hiermede gelijke tred
zodat ook de eenvoudige arbeider er
op een hoge weistandsgrens leeft. Da
lor.en in het boerenbedrijf lopen sterk
uiteen. Een gemiddelde is moeilijk te
geven. Een loon van 25.voor een
flinke boerenknecht is echter zeker
normaal. Uit briefwisseling met Neder
landse emigranten blijkt nu. dat men
voor ongeveer 7.een prima kost
huis heeft en dat S 6 per week ruim
voldoende zijn om kleren aan te schaf
fen, zijn biertje te drinken, een si
garetje te roken een klein uitstapje
te maken enz. Een boemelbaron komt
natuurlijk handen vol geld te, kort,
doch de normale mens. die weet
daarvoor hij werkt kan vrij eenvou
dig gemiddeld 12.— per weck over
houden. In 2 jaar vormt dit een oaar-
centje van 1248.en als men dan
in die periode blijken heeft gegeven
zijn vak te verstaan, krijgt men zeker
voldoende credict om een eigen boer
derij te kunnen beginnen.
In deze berekening is dan geen reke
ning gehouden met de bijzonder hoge
weeklonen, die in de drukke oogsttijd
worden betaald. Kan men bovendien
in eigen gezinsverband leven en werkt
moeder de vrouw af en toe een handje
mee. of zijn de kinderen al volwassen,
dan kan men in 2 jaar tijd nog aan-
mi
w
M
r,
tr» >W. iwSBp
fiSEJ a.'
In het Oranjehotel te Bergen zal 27 Januari een lezing met lichtbeelden
worden gegeven over het natuurleven in de omgeving. Ook de hierboven
afgebeelde vogels zullen worden besproken. Kent U ze? 27 Januari zult U
alles van hen te weten kunnen komen!
zienlijk meer hebben gespaard.
Zo ziet men dat inderdaad de moge
lijkheden wel degelijk aanwezig zijn.
DE BEVOLKING
De Nederlander voelt zich in Ca
nada zeker niet als een kat in een
vreemd pakhuis. Wat U niet wist is
dat er al 220.000 Nederlanders in Ca
nada wonen en dit aantal neemt thans
nog jaar in jaar uit toe. Maar daar
over de volgende keer. Mocht U spe
ciale vragen hebben, da.i schrijft U
maar weer naar de emigratie-redac
tie van dit blad. Afgesproken?
(wordt vervolgd)
Ontevredenheid onder bollenkwekers
Nodig is het, want de winst komt
nu niet bij de kweker
I
Naar aanleiding van het onderhoud,
dat we onlangs hadden met de heren
Amels en Koorn over de tentoonstel
ling van tulpen in Winkel en waarbij
ook andere zaken ter sprake kwamen,
die de bollenkwekerswereld in beroe
ring brengen, hebben we ons licht nog
eens opgestoken bij de secretaris van
de afdeling Winkel, de heer Koorn.
BAAS IN EIGEN HUIS.
Evenals onder andere groepen tuin
ders (wij denken aan de oprichting
van een coöperatieve zuurkoolfabriek
te Avenhorn) heerst hier ontevreden
heid. Het zijn nu de bollenkwekers.
Men verdraagt het slecht, dat de win
sten der handelaren en exporteurs zo
hoog zijn, terwijl de noeste arbeid
op het land moet worden verricht.
Reeds tal van jaren is het zo ge
weest. dat men voor het veilingge
bouw. b.v. te Hillegom, reeksen van
do meest luxueuse auto's ziet staan,
terwijl de bollenkwekers, mede ten
gevolge van de saneringsmaatregelen,
het dikwijls niet best hebben.
Het geeft inderdaad te denken, dat
de winst op de geëxporteerde bollen
niet minder dan veertig percent be
draagt, terwijl de export naar Ame
rika een winst oplevert van zestig
percent! Niet alleen dat het Hollandse
product daardoor in het buitenland
nodeloos duur wordt, waardoor de
invoer in die landen kleiner wordt
dan wenselijk is, maar o.i. kon van
deze exportwinst gemakkelijk een
deel der saneringsmaatregelen worden
gefinancierd, die thans op de ruggen
der verbouwers worden afgewenteld.
Het is dus begrijpelijk, dat de bol
lenkwekers vurig verlangen zelf te
gaan uitvoeren en de afdeling Win
kel heeft dit idee. die trouwens al
1 eerder door anderen is gepropageerd,
in een vergadering van de boilenkwe-
kersvereniging „West Friesland", op-
piouw voorgedragen.
Grote moeilijkheden.
De heren ontveinsden zich niet. dat
er grote moeilijkheden te overwinnen
zouden zijn, daar de handel de export
geheel in handen heeft, tengevolge van
een verordening, die onder een vo
rige minister is ingesteld en die nog
steeds van kracht is. De tegenwoor
dige minister staat echter niet on
sympathiek tegenover de gedachte van
coöperatieve export.
Verordeningen worden echter nooit
voor eeuwig vastgesteld en ook hier
in kan dus verandering komen. Maar„.
Ook dan zullen er nog vele
moeilijkheden zijn. Want in de bol-
lenhandel kruipen enorme bedra
gen en men moet in de buiten
landse handel goed ingevoerd zijn
om resultaten te bereiken. Dat
bewijst alleen reeds het feit, dat
op het ogenblik niet minder dan
57 reizigers uitgestuurd zijn naar
Amerika om daar afzet voor de
bollen te vinden!
Als men dan nog weet. dat de twee
voornaamste uitvoerende firma's voor
twee en een half millioen uitvoeren
en Westfriesland alleen reeds meer
dan het dubbele voortbrengt, dan be
grijpt men. dat er ontzaglijke vraag
stukken opgelost zullen moeten wor
den. te meer, daar de vereniging prak
tisch geen vergunning om te expor
teren in handen kan krijgen, anders
dan door aankoop.
En men begrijpt tevens, dat de bol-
lenexporteurs niet gaarne genegen
zullen zijn om een vergunning uit
handen te geven, die een coöperatie
in handen zou vallen.
Men haalt toch immers niet graag
het paard van Troje binnen!
Het is dus nog geenszins zo. dat
het voorstel van de afdeling in een
vloek en een zucht verwerkelijkt zal
worden.
Maar als symptoom achtten wij het
uitermate belangrijk.
De landbouw ontwaakt.
Alle grote dingen hebben immers
een moeilijke geboorte. Wellicht zal
het zelfs zo zijn. dat de resultaten
niet direct bemoedigend zijn. Daar
kunnen de coöperatieve zuivelfabrie
ken één en ander over vertellen. Dat
is echter geen reden om bij de pak
ken te gaan neerzitten. Integendeel.
Misschien zal het nog jaren duren eer
de gedachte van de bollenkwekers
werkelijkheid is geworden.
Er is een tijd geweest, dat minister
Steenberge kwam spreken op een
vergadering van bollenkwekers. Hij
was een beetje laat. En het gevolg was
dat hij voor zijn auto bijna geen plaats
kon vinden. Zoveel auto's van han
delaars en exporteurs stonden er. De
vergadering ging over het verlenen
van Rijkssteun aanhandelaars en
exporteurs
Nog steeds rijden de grote bollen-
mannen in schitterende wagens. Nog
steeds is de bollenh^ndel voor een
groot gedeelte winsthandel en steeds
wordt getracht de grote winsten voor
zichzelf te houden en de verliezen op
anderen af te wentelen.
Anderen. Dat zijn in dit geval de
mensen, die het product voortbren
gen.
Het streven in de landbouw, om te
komen tot coöperatieve zuurkbolfabri-
cage, tot coöperatieve groentehandel.
tot coöperatieve bollenexport is een
symptoom voor de ontwakende land
en tuinbouw, dat wij met grote be
langstelling en sympathie gadeslaan.
Om met een variant van Zola te
eindigen:
„Dé gedachte aan het baas in eigen
huis zijn is op weg. Niets aal haar
kunnen tegenhouden."
Over de sanering in het bollen-
bedrijf hopen we in een volgend arti
kel een en ander te vertellen.
(Wordt vervolgd.)
Goede oriizen te Londen
voor Hollandse meesters
De veilingen van Christie en Solne-
by te Londen hebben in 1947 een om
zet van drie mililoen pond gehad. De
Nederlandse meesters hebben daarbij
een grote rol gespeeld, liet hoogste
bedrag voor een schilderij was 6.930
pond voor Rubens' „Heilige Familie
met St. John". De geschilderde bloe-
menkalender van Jacob van Huysum
volgde met 13500 pond voor twaalf
stukken. Albert Cuyp's „St. Philip,
een eunuch dopend" haalde 5250 pond.
Een kleine de Hoogh 3570 pond. een
Frans Hals 3360 pond en twee stuk
ken van Jan van Os 3045 pond.
Eerste helft wereldschaak
kampioenschap definitief
in ons land
Naar wij van de zijde van de Ko
ninklijke Nederlandse Schaakbond
vernemen is het thans zeker, dat het
eerste gedeelte van het schaaktour-
nooi om het wereldkampioenschap,
dat door loting aan Nederland wae
toegewezen, in o .s land zal doorgaan.
Waar de wedstrijden in ons land zul
len worden gespeeld is nog niet ze
ker. Een definitieve beslissing zal
t-z.t. worden genomen.
DONDERDAG 8 JANUARI 1948.
NA 16 UUR.
Hilversum I - 301 m.
16.00 Bijbellezing; 16.45 Orgelmu
ziek; 17.00 Radio-jeugdjournaal; 17.30
Liederen van Roussel; 18.15 Voor de
land- en tuinbouw; 18.30 Regeringsuit
zending; 19.00 Nieuws; 19.30 Repor
tage; 19.45 Regeringsuitzending; 20 00
Nieuws; 20.15 Studio-steravond; 21.30
De vaart -der volkeyen; 21.50 Met band
cn plaat voor U paraat; 22.30 Nieuws;
22.45 Avondoverdenking; 23.00 Piano
recital.
Hilversum II - 415 m.
16.05 Reprises; 17.00 AVRO-kaleidos-
coop: 18.15 Sportpraatje; 18.30 Les gars
de Paris; i9.05 Avonturen van Tom
Poes; 19.15 Pianomuziek; 19.30 Radio-
Volksmuziekschool; 20.00 Nieuws; 20.1S
Concertgebouworkest (Mozart, Brahms
Martinu. Roussel); 21.30 „De Spion",
hoorspel; 22.30 Gram muziek; 23.00
Nieuws.
VRIJDAG 9 JANUARI 1948.
VOOR 16 UUR.
Hilversum I - 361 m.
7.00 en 8 00 Nieuws: 7.30 Morgen
gebed; 8.15 Pluk de dag; 9.00 Piano
sonate van Beethoven; 9.30 Mis in
D, gr. t. van Bruckner; 10.15 Uit het
boek der boeken; 10.40 Grerette-klan-
ken; 11.00 De Zonnebloem; 11.35 Als
de ziele luistert; 12.03 Liederen van
Schumann; 12.33 en 13.20 Het orkest
zonder naam; 13.35 Orkestmuziek; 13.50
Van man tot man; 14.00 Uit Neder
lands glorietijdperk; 14.30 Mikrokos-
mos van Bartok; 1500 Elck wat wils.
Hilversum II - 415 m.
7.00 en 8.00 Nieuws; 7.15 en 8.15
Gram.platen; 8.50 Voor de huisvrouw;
i.OO Klassieke muziek; 10.00 Morgen
wijding; 10.30 Voor de vrouw; 10.45
Pianorecital; 11.10 Voorbracht; 11.25
Orgel en zang; 12.00 Pierre Palla; 12.35
The Skymasters; 13.00 Nieuws; 13 15
The Avrolians; 14.00 Kookpraatje;
14.20 Tweede symphonie van Dvorak:
15.00 Ons volk en zijn dichters (Jan
Campert); 15.20 Filmmelodieën.
FEUILLETON
door
ROBERT TRUMBULL
Kennelijk was ons nietige, en boven
dien oranje-gele vlot onzichtbaar op
het zilveren pad. dat de ochtendzon
over de zee spreidde. Het vliegtuig
kwam dichter en dichter bij, tot t
ongeveer een halve mijl van ons ver
wijderd was.
Tenslotte werd het ons duidelijk
dal men ons niet had gezien. Het vlieg
tuig passeerde ons. het geronk van de
«notoren stierf geleidelijk aar weg, als
de eindlonen van een dodenmars.
Ik liet mij op de rand van het vlot
zakken Gene en Tony leunden, met
hun handen op de boorden, nog steeds
zwakjes wuivend en naar de ver
dwijnende machine starend alsof hun
gedachten haar terug konden bren
gen.
De machine was nu nog slechts een
vlek aan de hemel en er klonk geen
ander geluid dan het gelispel der gol
ven tegen het vlot. En dan was ook de
vlek verdwenen, en wij voelden ons
wanhopig verlaten in onbegrensde een
zaamheid van hemel en zee en zon
De jongens tieten zich op de bodem
van ons vaartuig zakken, hun gezich
ten uitdrukkingloos.
Het heeft mij gespeten, dat ik op
dat ogenblik mijn tong niet beter in
bedwang had; het ontsnapte mij werk
tuiglijkdenk ik. en ik herinnerde het
me niet eens. lot Tony het later met
bitterheid herhaalde:
.Jongens, daar gaat onze enige en
laatste kans".
HOOFDSTUK TWEE
Soms tijdens de lange uren van diep
stilzwijgen, terwijl we hulpeloos in
Zuidelijke richting dreven, dacht ik
terug aan mijn laatste maaltijd aan
boord van het vliegtuig:moederschip.
In de mess van de onderofficieren
heerste de gebruikelijke herrie, maar
ik. Harold F. Dixon, assistent chef
machinist bij de Marine Luchtvaart
Dienst der Verenigde Staten, sprak
amper. Het was de 11-uur koffietafel,
en over drie uur zou ik met een klein
bombardements-vliegtuig opstijgen
voor routine-vlucht ter verkenning. Ik
stond op en wendde mij om. op weg
naar het zaaltje waar de piloten hun
intructies in ontvangst nemen. Bij de
deur bleef ik evenwel staan, draaide
mij weer om en keek naar de tafel.
We hadden dien dag selderij. De
meesten onder ons gaven de voorkeur
aan de malse harten, maar ik per
soonlijk heb liever de harde stronken.
Zonder san iets bepaalds te denken.
slenterde ik naar de tafel terug, nam
nog twee stronken selderij en at ze
langzaam op. Toen ik hier later aan
terugdacht, scheen het mij toe dat ik
op deze of gene manier e rtoe werd
aangespoord mijn lichaam te sterken
voor een op komst zijnde beproeving.
Dikwijls ook heb ik nadien overwogen
hoe vreemd en hoe gelukkig het was
dat ik aan dien aandrang gevolg gaf,
want dit zou mijn laatste maaltijd zijn
voor vier en dertig dagen. Ik kreeg
gelegenheid te over om te wensen dat
mijn voorgevoel, als het tenminste een
voorgevoel was, een stap verder ware
gegaan en mij had aangespoord een
extra slok water te drinken.
Terwijl ik de ziekenzaal" passeerde
werd ik staande gehouden door een
van de verplegers.
„Wil je eens wat zien:" vroeg hij.
„Ja," zei ik.
„Er ligt een vriend van je hier."
zei hij. en opende de deur.
Ik keek naar binnen, en ontdekte de
man die hij bedoelde. Hij lag plat
op zijn rug op bed. wuivend met ar
men en benen, en voortdurend tegen
zich zelf pratend.
Deze man was een van mijn beste
vrienden. Hij had een uiterst gevaar
lijk baantje jpn boord van het schip,
en meer dan eens had hij met mij ge
sproken over het risico dat hij liep
een lelijke klap te krijgen. Het was
inderdaad amper twee dagen geleden
dat we er nog over gesproken hadden
Hij vertelde mij toen wat hij zou doen
in geval een bepaalde kabel brak. En
nu. juist op deze morgen, was er iets
gebeurd, en hij was lelijk op zijn hoofd
terecht gekomen.
Hij bevond zich op zijn gebruike
lijke post en of de kabel in kwestie
nu al of niet brak heb ik nooit ont
dekt, maar in ieder geval liep hij een
levensgevaarlijke schedelbreuk op.
Mijn maag scheen ineen te krintpen
Ik had sterk het gevoel dat iets op
het punt stond te gebeuren.
De dokters waren bezig te trach
ten hem te onderzoeken. Hij sloeg al
lerlei wartaal uit. Het was onmogelijk
te verstaan wat hij zei: maar hij ra
telde aan een stuk door, soms luid,
en dan weer fluisterend.
Ik vroeg de ziekenoppasser of hij
dacht dat de patiënt het zou overleven
maar de man liet zich er niet over uit
en bepaalde zich er toe zijn hoofd te
schudden.
Opnieuw dat gevoel of mijn maag
samenkromp. Ik dacht bij mij zelf: o-.
ver enigen tijd bevind ik mij in pre
cies denzelfde toestand. Ik kon mij zelf
plat op mijn rug zien liggen met mijn
benen in de lucht.
Dan kwam de gedachte bij mij op:
Deze man lijdt, te oordelen naar de
manier waar op hij kreunt; er is gees
telijk iets met hem niet in de haak e*
zijn onderbewustzijn weet het.
En ik overwoog bij mezelf; fk zal
trachten al m'n lijden door te maken
eer mijn geest het opgeeft, en dat ia
dan de climax.
(Wordt vei - olgd.)