mmt
r?
GOED NIEUWS
DE ELFSTEDENTOCHT VAN JIMMY BROWN
Woningbouwprogramma komende jaren
in nieuwe banen
Avontuur in Venezuela
De veertien kabouters
IN DE MOLEN
Zo de oude molenaar van de „Wie-
Iconhocf" was blijven leven, dan zou
den ook nu de kabouters nog bestaan
hebben...
Die oude molenaar was een goed
jnens, die het (evenals zoveel goede
nie'nsen) verschrikkelijk arm had.
Dag en nacht moest hij werken om
aan de kost te komen. En dat was
dan nog maar een heel schrale maal
tijd.
Vlees of melk zag hij zelden- Wa
ren er eens mensen.uit de omtrek, die
hem met het een of ander verrasten,
dan wist hij altijd weer mensen te
wonen die nóg minder hadden. Met
een opgewekt hart braqjit hij al die
goede, versterkende middelen weer
naar armere mensen. Jullie begrijpen
dat de molenaar broodmager was.
Niettemin werkte hij als een paard.
De mensen begrepen nog niet hoe hy
altijd al dat zware en moeilijke werk
klaar kreeg. De mensen wisten ook
niet, dat de kabouters hem altijd
hielpen.
Het bos werd gekapt
Vroeger woonden de kabouters al
tijd in het grote, ontoegankelijke bos.
Maar jaren en jaren geleden al, toen
er mensen gingen wonen die hout
nodig hadden voor hun huizen, wer
den er uit dat bos bomen gekapt om
er planken van te zagen. En soms
ook wel om ruime, open .plekken te
krijgen, waarweer nieuwe hui2cn kon
den staan.
Zo ging dat- jaren en jaren voort.
Steeds meer bomen kapten de hout
hakkers, steeds meer bomen vielen
er als slachtoffer aan de vraag naar
planken en deuren.
Die arme kabouters wisten geen
raad. Al hun schuilplaatsen kwamen
open te liggen. Steeds werdegi zij
verder teruggedreven, tot op het
laatst maar een heel klein plukje
bomen van dat grote bos over was
gebleven.
Daar zaten de kabouters. Hoe
moesten ze leven, zonder de bescher
ming van hun bos? Het bos. waar zij
hun werk hadden? Ze hoefden er
niet aan te denken In een huis te
gaan wonen, want de mensen zouden
hun plagen en misschien zelfs tot
moes knijpen.
Toen cle laatste1 bomen omgehakt
werden, liepen ze treurig de molen
weg langs. Opeens begon het hevig
te onweren en te regenen. Hun trotse
kaboutermutsjes hingen troosteloos
over hun kopjes heen.
Waar moesten ze heen?
Naar de molen.
De kabouter-hoofdman besloot toen
maar de molen binnen te gaan, in de
hoop dat hen daar geen kwaad zou
Weekend-puzz/e
De 12 hondjes
„Twaalf hondjes had ik "gedres
seerd" blufte Piekerwaard op zijn ver
trouwde geloofwaardige toon, „pracht
bésies! Springen,dat ze konden!"
Hij demonstreerde er mee ten hove
(zei hij) en dan zette hij ze heerst in
een kringetje, maar met een lege
plaats tussen no. 1 en no. 12 in. Als
ze uitgesprongen waren, düs steeds
naar een lege plaats of over een an
der hondje naar de vrijgekomen plek,
dan zaten ze alle twaalf precies in
omgekeerde volgorde en no. 1 zat op
de plek van no. 12.
We-roken de puzzle al. En jawel
hoor, „Reken nu eens uit hoe die
hondjes van me sprongen?" vroeg
Piekerwaard, „Den-k er om. ze kon
den alleen maar naar een vrye plaats
springen als die naast hun plaatsje
openviel of als er hoogstens één tus
sen zat. Want verder konden die be-
sles nog niet springen, zie je".
We hebben ze laten springen. Dat
de fetukken er af sprongen! En U?
Probeert het maar!
Zendt Uw oplossingen in vóór Za
terdag 24 April aan de puzzle-redac-
teur van dit blad*. Schrijf op de enve
loppe of briefkaart in de linker
bovenhoek de ivoorden: De 12
Hondjes. Onder do goéde oplossers
wordt een boek verloot.
geschieden. Ze troffen het bijzonder
goed. Ze vonden een plaatsje op de
hooizolder en de molenaar, die juist
die dag naar de stad was om zijn pro
ducten te verkopen, keek erg vreemd
op, toen hij terugkwam en daar- veer
tien van die kleine mensjes rond zag
tippelen.
De hoofdman v<yteldé de molenaar
alles en deze zei onmiddellijk: blij
ven jullie maar hier, ik zal wel zor
gen dat het goed met jullie gaat.
De kabouters zorgden er in het
vervolg voor, dat de molen schoon
bleef en dat alles op tijd verliep. In
enkele weken was het hele bedrijf op
geleefd. De molenaar verdiende meer
geld, kon beter leven en: nog' meer
goed doen aan andere mensen.
Zcr leefden de kabouters nog vele
jaren in -de molen, tot op een koude
dag de wieken voorgoed stil bleven
staan. De oude molenaar was gestor
ven en de veertien'kaboutertjes heb
ben hem snikkend begraven.
Nu zijn ook de laatste kaboutertjes
dood. Zij konden de molen alleen niet
op gang houden en stierven de één na
de ander...
Zouden zy ooit terugkomen?
Beste allemaal!
Verschillende jongens en
meisjes hebben njij al eens 'n
paar maal gevraagd, 'waarom
er nu nooit eens een leuk ver
haal in dc Kinderkoerier staat.
Daarom heb ik gedacht van
daag eens niet de gewone
puzzle-ruWHek te plaatsen,
maar een mooi verhaal over
veertien kabouters. Ik hoop,
dat jullie het allemaal erg mooi
zuilen vinden. Woensdag a.s.
vincfen jullie op deze plaats 'n
..gewone" Kinderkoerier: puzz
le, nieuws över de postzegSlac-
fie (heb jij al postzegels inge
zonden?) en een praatje:
Juist gisteren heb ik eeft
partijtje foto-albums en dozen
post aangekregen, die ik spoe
dig verzendeiuzal aan hen, die
nog een prjjs van mij moeten
hebben. Enkele kinderen krij
gen een boek- en ook dat is on-
derWeg. maar het duurt nog
enkele dagen.
Dus: nog even geduld en
dan zijn we allemaal weer te
vreden!
De schuiten hebben
den dag volbracht
De schuiten hebben den dag volbracht.
Zij drijven terug naar dé goede
haven.
Achter de kim ligt de zon begraven
onder den troost van rode pracht.
Wind is er haast niet, maar do sterke
vloed
draagt ze vriendelijk, alle gelijk,
naar binnen,
de» wijden, veiligen mond tegemoet,
waar de hoofden hun wachtende
omarming beginnen.
Zo glijden z(j voo'r de avondlucht^
de hooge, slapende zeilen geheven.
Het lijkt een betoverende vogelvlucht,
in laatsten, dromenden^ wiekslag
gebleven.
Dan komt een enkele windenzucht.
De dode wimpels rimjfelen even.
O—
Dit gedicht van JAN PRINS
werd overgenomen uit „De Zee"
in de serie „Nederlandse Schrij
vers". uitg. W. E.'J. Tjeenk Wil
link, Zwolle.
Veel Nederlanders
in de toekomst over
de grenzen
EMIGRATIE er gaat een aantrek
kingskracht uit vèn het woord. Onge
teld velen zijn er in ons land. die de
grenzen over willen om zich in den
vreemde een nieuw bestaan te ver
schaffen. Australië, Canada, Zuid-
Afrika- zijn in trek. Maar de mo
gelijkheden zijri niet zo bijster groot,
moeilijkheden zijn et* te over. Om een
klein voorbeeldje te noemen: de Hol
land—Australië-lijn de enige Ne
derlandse maatschappij die op Austra
lië vaart hoeft pel' jaar plaats voor
144 passagiers. Op t ogenblik staan
er ruim 800 geboekt: voor de eerste
jaren is het plaatsbespreken onmoge
lijk. Er zijn natuurlijk andere wegen,
maar welke men ook bewandelt, uit
eindelijk komt men toch te staan voor
(ie toestemming v^n de Australische
regering. Die heeft meu niet een twee
drie al kan men daarginds duizenden
mensen gebruiken.
Toch verwacht een autoriteit op dit
gebied, de Wageninger prof. dr. E. W
Hofstee, voor de toekomst een belang
rijke „volksverhuizing" uit Nederland.
Maar, voor een groot gedeelte, niet zo
vèr over de landsgrenzen.
Indien de Benelux-overeenkomst (en
eventueel de West-Europese) tot eco
nomische eenheid leidt, dan zal Ne-
derand vogens hem zeker een aan
zienlijke hoeveelheid arbeidskrachten
aan andere landen leveren, vooral om
dat in tegenstelling tot Nederland, het
geboorte-overschot in andere landen
afneemt of zich zelfs in negatieve lijn
ontwikkelt.
Hij voorziet een dergelijke ontwik
keling in West-Europa temeer, omdat
Oost-furopese landen met een ge-
boor te.overschot wellicht om politieke
redenen van een dergelijke afvloeiing
.van arbeidskrachten verstoken zullen
blijven.
Prof. Hofstee zeide voor het heden
niet te geloven in overbevolking. Naar
zijn mening moet het zwaartepunt
voor huidige emigratie gelegd worden
op de stand der kleine boeren uit de
zandstreken, voor wie werkelijk geen
emplooi is. Hij acht echter emigratie
van vaklieden, waaraan in ons land
éfeu groot gebrek is, uit den boze.
78. Jelle slaakte eén kreet van'schrik
en deed een zijsprong. De aanblik,* die
deze schaatsenrijder heirTschonk was
kortweg gezegd griezelig. Hij maak
te slagen van'zeker dertig meter
lengte en hij trek daarbij zulk een
vervaarlijk gezicht, dat 't Jelle week
om het hart werd. Zelf deed hij nog
twee of .d"e slagen, maar toen wei
gerden zijn trillende benen hun dienst.
Hij zeeg neer op een vlondertje en
barstte in tranen uit. Zij dropen langs
zijn wangen en tikkelden toen als ha
gelstenen op het ijs. Veel had h# ge
zien in zijn leven, eenmaal zelfs een
kalf met drie koppen, maar zulk een
schaatsenrijder had hg nog nimmer
aanschouwd. Het vervulde hem met
diep respect, maar vol bitterheid?
vroeg hij zich tevens af, waarom hy
die man juist op deze dag moest te
genkomen.
Herverdeling geschiedI nu naar behoefte
Het in In de afgelopen- jaren met
de woningbouw.in ons land soms eeit
min of meer wonderlijke historie ge
weest.
Terwijl overal een nijpend woning
tekort is en men dus zou mogen ver
wachten, dat in alle gemeenten en
provincies gelijkelijk de hand aan de,
ploeg zou worden geslagen is de
werkelijkheid volkomen anders.
Trouwens, wie in enigen omgeving
om zich heen ziet, kan dit verschijn
sel ook hier constateren. De ene ge
meente heeft reeds, verschillende bouw
werken laten uitvoeren, terwijl in an
dere nog niets is gedaan.
Het is wel duidelijk, dat het hier
in hoge mate afhing van de mate "van
initiatief, die er van de verschillende
gemeentebesturen is uitgegaan.
We zullen ons niet verdiepen in de
redenen, die de gemeentebesturen tot
het aannemen van deze passieve hou
ding hebben gebracht. Waarschijnlijk
zullen financiële motieven aan deze
hele affaire niet vreemd zijn geweest.
De toestand spitste zich echter zo
danig tóe, dat er op een bepaald mo
ment zo weinig aanvragen binnen
kwamen. dat aan gemeenten, die dat
wilden, een extra,toewijzing werd ver
steekt.
De woningpositie werd nur in ver:
schillende gemeenten variabel.
In een overzicht, dat wij van het
Ministerie van Wederopbouw ontvin-
gent komt dit wel zeer duidelijk tot
uiting.
We nemen byv. de provincie Fries
land en de gemeente Den Haag. In
Friesland bedraagt het woningtekort
5%, in Den Haag 18%. Percentsge
wijs werd in Friesland gebouwd 37%,
in Den Haag 3,40%.
We zouden meerdere van zulke cij
fers kunnen geven, maar'volstaan met
te zeggen dat er grote tegenstellin
gen zijn. Oorspronkelijk zou het sys
teem gevolgd worden, dat in eikepro-
vincie of gemeentp, waar een woning
gereedkwam, een nieuwe zou worden
aanbesteed.
NIEUWE VERDELING.
Het behoeft geen betoog, dat dit
systeem hiet meer te. handhaven is.
Dan zouden de gemeenten, die het
meest gebouwd hebben, bevoorrecht
blijven. Ten einde te voorkomen, dat
méér huizen worden aanbesteed, dan
er 'gebouw'd kunnen worden, blijft de
regeling landelijk gelden.
Voor de provincies wordt het an
ders. Voor elke honderd gereedgeko
men woningen in Friesland mogen ér
in de provincie 50 worden aanbesteed,
voor elke 100 in Den Haag is het aan
bestedingspercentage op 400 gesteld!
Het aantal woningen per provin
cie wordt nu over de gemeenten ver
deeld, waarbij rekening wordt gehou
den met .het bestaande woningtekort,
de bevolkingstoename en de woning
bezetting. Als maatstaf voor de be
rekening wordt genomen de uitkomst
van de woningtelling van 1 Mei '47.
Het systeem van het Ministerie ls
er op gericht om in een tijdsverloop
van vyf jaren door het schema van
tóewijzlng er voor te zorgen, dat het
tekort aan woningen in 1953 gelijk
over het land verdeeld zal zfln.
Hoewel het te betreuren valt, dat
deze gelïjkelijke verdeling van het
woningtekort niet eerder kan worden
doorgevoerd, liet de pgactijk dit niet
toe. Had men het resultaat reeds in
het vólgend jaar willen bereiken, dan
zou dit betekenen, da: in verschillen
de provincies de bouwnijverheid vol
komen stil had komen te liggen, wat
oojc ten opzichte van de bouwvakar
beiders, die dan elders werk hadden
moeten zoeken, niet verantwoord 2bu
zijn geweest.
Deze overwegingen leidden er zélfs
toe, dat b.v. Friesland met een aan
tal van 50 nieuw aan te besteden wo
ningen voor 100 klaargekomenen nog
te gunstig is behandeld.
De practijk gaat echter boven de
leer.
Toch wil het ons voorkomen, dat
deze regeling op zich zelf zeer billijk
is en een goede woningdistributie zeer
in de hand werkt.
ONZE PROVINCIE*
Naturlijk gaat de belangstelling van
onze lezers uit naar het cijfer voor
de provincie Noordholland. Welnu,
ook Noordholland is in het verleden
niet zo actief geweest als in Friest-
land, met het gevolg, dat wij in de
periode vpn 1948 tot 1953 voor elke
honderd gereedgekomen woningen er
honderd en vijftig terug zullen krij
gen. Voor de gemeente Amsterdam
is het op honderd gesteld.
TEMPO—TEMPO
Het voordeel van deze regeling is,
dat er niet teveel woningen tegelijk
kt „aanbouw" zullen' zijn. Wat wy
echter nog wel zo belangrijk vinden,
is dat naar gelang de bouw van een
woning sneller vordert, er weer eer
der een nieutoe op stapel kan worden
gezet. De Gemeenten vooral ook de
particulieren via de Financieringsre
geling 1947, zullen er nu zorg voor
hebben te dragen, dat het aan onze
provincie toegewezen aandeel wordt
gebouwd. Anders heeft deze verdeling
geen zin en komt de bedoeling van 't
Ministerie Vliet tot zijn recht.
Het Ministerie vestigt er echter de
aandacht op, dat invloeden van bui
ten of de snelheid van het bonwpro-
tramma zullen kunnen versnellen of
vertragen.
Met name geldt dit voor de materi
alen. die wij uit het buitenland moe
ten betrekken en waar deviezen, voor
nodig zijn, alsmede van het uitbreken
van arbeidsconflicten.
Het gelijkmatig opheffen van het
woningtekort over het gehele land
zal echter van nu af steeds op de
voorgrond blyven staan.
Ten bewijze, dat er toch een aan
zienlijke voortgang zit in het "aantal
gereedgekomen woningen voor 1947
nog enkele cijfers.
Januari 137, Februari 69, Maart
149, April 498, Mei 798, Juni 784, Ju
li 997, Augustus 809, September 1040
October 1038, November 1266, Decem
ber 1605 en Januari van (Ut jaar 1914,
Deze cijfers z(jn merkwaardig om
even te bezien, want er blijkt duide-
Ujk uit," van welk een ontzaglijke in
vloed een zachte winter op 't gereed
komen van woonruimte ls.
Ook met die factor zal dus reke
ning moeten worden gehouden.
ZONDAG 18 APRIL 1948
Hilversum I 301 m. 8.00 Nieuw*
8.20 Het bos in het voorjaar, praatje;
8.40 Ensemble Intermezzo; 9.15 Men
vraagt en wij draaien; 9.45 Geestelijk
leven; 10.00 Kwintet van Beethoven;
10.30 Grepen uit de correspondentie
van Zamenhoff; 11.00 Zondagochtend
concert; 12 00 Gram. platen: 12.30 Zon
dagsclub; 13.00 Nieuws; 13.15 The
-Romancers; 13.50 De Spoorwegen spre
ken; 14.05 Boekenhalfuur; 14.30 Ka
merorkest; 15.30 Filmpraatje; 15.45
The Skymasiers; 16.30 .Sport; 17.00
De Merels; 17.30 Ome Keesje; 17.50
Sport; 18.00 Nieuws; i8.l5 Boekbespre
king; 18.30 Ned Strijdkrachten; 19.00
Oecumenische kerkdienst; 20.00
Nieuws; 20.15 Walztime; 20.45 Her
sengymnastiek; 21.35 Operette-pla„
ten; 21.45 - ..Johana-August Suter",
hoorspel; 22.30 Chrystal Blomkamp,
piano; 23. Nieuws;
Hilversum II 415 ui. 8.00 Nieuws
8.30 Hoogmis; 9.30 Nieuws; 9.45 En
gelse koorzang; 10l30 Lutherse kerk
dienst; 11.30 Gewijde muziek; 12.15
Apologie: 12.30 Lunchconcert; 13.00
Nieuws; 13.20 Zwitserse solisten; 14.00
Het orkest zonder naam; 14.30 Verslag
van de wedstrijd Holland-België te
Rotterdam door Leo Pagano; 16.30
Het orkest zonder naam: 17.00 Ge
reformeerde kerkdienst; 18.30 Orgel
concert van Bossi; 19.00 De Psalmen
van Sweelinck; 19.13 Kent gij Uvr
bijbel?; 19.30 Nieuws; 19.50 In 't Boeck
huys; 20.12 Klein orkest; 20.45 ,.D& zee
heeft genomen", hoorspel; 21.45 Oair
roep-kamerorkest; 22.37 Actualiteiten;
22.45 Avondgebed; 23.00 Nieuws; .23.15
Werken van Ierland en Bitten.
MAANDAG 19 APRIL 1948
Hilversum II 405 m. 7.00 en 8.00
Nieuws; 7.15 Reveille; 7.45 Een woord
voor de d&ë', 8.15 Gewijde muziek;
9.00 Pianomuziek; 9.15 Voor de zieken;
9.35 Pianotrio van Schumann; 10.00
Zangrecital; 10.30 Morgendienst; 11.00
Strijkorkest; 11.15 Van oude en nieu
we schrijvers: 11.35 Internationale
koorzang; 12.00 Pianorecitaal; 13.00
Nieuws; 13.15 Vrij en Blij; 14.00 Ra-
dio-uitzentiing voor de scholen; 14.35
Werken van H. Bijvanck; 15.30 Zang
recital; 16.00 Bijbellezing; 17.00 V^"
de kleuters; 17.15 Holancta-scxtet;
Sport; 18.30 Gr. pi. vër zoekprogr
19.00 Nieuws; 19.45 Onder de lces-
lamp; 20.00 Nieuws:: 20.15 Concert
gebouw-orkest; 20.45 Klassiek concert
21.35 Sans Soucci; 22.15 Sweelmck-
kwartet; 22.45 Avondoverdenking;
23.00 Nieuws;
Hilversum I 301 m. 7.00 en 8.09
Nieuws; 7.30 en 8.23 Licht morgen
klanken; 9.15 Werken van Robert
Sohumann: 10.00 Morgenwijding; 10.30
Voor de vrouw; 10.45 De Regenboog;
11.20 Reportage van de ontvangst
van mevr. Roosenveldt; 12.00 Lunch
concert; 12.38 Johan Jong, orgel; 1300
Nieuws; 13.20 Malando speelt; 14.09
Sas Bunge, piano; 14.30 De schoolarts
weet raad; 14.45 Filmselecties; 13.20
„Eenmaal in je leven", hoorspel; 16.23
Bach-cantate: 17.00 De school is uit;
17.45 Regeringsuitzending. 18.00
Nieuws; 20.15- Vaudeville-orkest; 20.45
Radio-debat; 21.45 Negende symphonie
van Beethoven uit het Concertge
bouw; 23.00 Ni uws;
feuilleton
Naar het Engels
door
JOHN STUDLEY
Wat hij zag was zó wonderlyk, zó
heel anders dhy wat hij verwacht had
dat hij verbluft bleef staren, nog
steeds voorover leunend en nog steeds
met zijn hand op de revolver. Hy kon
de weg ean halve myl ver- af zien,
maar vlak voor hem stond een ruste
loze steigerende pony die de door
gang versperde en op het dier zat
«en meisje, blijkbaar helemaal niet
Uit haar evenwicht gebracht door dc
sprongen van de ponny of door de
Verschoning van de vreemdeling".
Roddy was voorzichtig genaderd co
had zich voorbereid op een stuk of
wat loerende Venezolanen met kara
bijnen aan de schouder: zijn oren ver
wachtten niets anders dan een bevel
•om zijn handen omhoog te steken of
een schot.
Toen hij zo opeens tegenover een
meisje stond, datuiterlijk niet méér
van een dochter van Venezuela had
dan van een gemaskerde struikrover,
was zijn eerste gedachte dat dit de
een of andere onschuldige vreemde
linge moest zijn, die toevallig in de
zelfde hinderlaag gevallen was als
hij. Zijn ogen zochten angstig de weg
en dc haag aan beide, kanten achter,
haar af. Maar de weg was leeg, geen
blad bewoog zich'en de bejaarde man
zat onbeweeglijk en rustig op zijn pon
ny te wachten.
Roddy wendde zich weer naar het
meisje en merkte dat ze hem aan
dachtig opnam. Hij liet zich in zijn
zadel terugvallen pn nam zyn hoed
af. Hij bracht zijn pojmy naast de ha
re en zei snel, terwijl zijn ogen de
haag onderzochten:
Neemt U me niet kwalijk, maar
U moest liever doorrijden. Er zullen
hier een paar -mannen komen. Ze...
ze hadden hier al moeten zijn.
Het was duidelijk dat hij alleen "ang
stig was voor haar. Het meisje bloos
de even en glimlachte.
Bij die glimlach verdwenen Roddy's
belangstelling voor moordenaars en
zijn angst voor wat zij zouden doen.
Hij hacl in geen maanden een meisje
van zijn eigen ras gezien en bij twij
felde er geen ogenblik'aan of dit
meisje behoorde er toe. Als hij haar
op weg naar de kerk had gezien met
een kanten shawl over haar schou
ders, met een hoge kam en mantilla,
dan zou hij haar waarschijnlijk voor
een Spaanse hebben gehouden, een
prachtig type van Spaanse schoon
heid.
Maar nu, met haar linnen rijrok
en haar jongensachtige blouse, met
haar haar in een wrong onder een
breedgerande, slappe, zwarte hoed,
deed ze hem denken aan de meisjes
waarmede hij -langs de boulevard iu
Newport had gegaloppeerd of onder
de dennebomen van Aiken. Hij^ kon
niet begvypen hoe zo'n meisje, zo ge
kleed op Curagao verzeild was. Maar
hij had er niets op tegen. Dat het de
goden behaagd had, haar daar te stu
ren. was Roddy voldoende. Maar dat
liet hij veel te veel blijken, want-hoe
wel hy er zich niet van bewust was,
straalden zijn ogen. Hij was veel lp
verbluft om zyn bewondering te kun
nen verbergen.
Het meisje fronste haar voorhoofd
en richtte haar slanke jongensachtig»
figuur op.
Mijn naam is Rojas, zei ze. MtJn
vader is generaal Rojas. Iemand
heeft my verteld, dat U hem wilde
helpen en daarom stuurde ik U gis
teravond dat briefje en vroeg U hier
te komen.
Ze sprak op rustige, zakelijke toon.
Terwijl -ze sprak keek ze Roddy
strak aan. Toen Inez de vorige avond
dat briefje gestuurd had, had ze alleen
maar kunnen gissen met wat voor
soort man ze zo vroeg op de morgen
op een eenzame weg een ontmoeting-
zo« hebben. En ze was heel angstig
geweest. Maar nu ze hem zag kon
ze het type thuis brengen en was ze
gerustgesteld. Maar ze was er nog
.niet zeker van of ze hem haar ge
heim koer toevertrouwen.
Terwijl ze wachtte op wat hy zeg
gen zou leek het alsof ze hem rustig
opnam. Maar innerlijk was ze heel
onrustig. Met een gevoel van verlich
ting zag ze zijn bewonderend» blik
veranderen in een uitdrukking van
werkelijke sympathie, toen ze haar
naam noemde.
O, stamelde Roddy onhandig,
nefmt U me niet kwalijk dat ik dat
niet direct begrepen had.
Ik ben gekomen om U te vra*
gen, begon ze, regelrecht op haar
doel afgaand, waf U van plan bent
oirt te doen,
Het was een buitengewoon ver
warrende vraag. Roddy, die helemaal
niet WisJ, wat hy van plan was ta
doen, Het zich, om tijd te winnen, op
de grond glydén en ging met zyn
hoed in de hand, dicht bij haar zadel
knop staan. Omdat hy geen antwoord
gaf, ging het meisje vóórt, nu op een
beetje vrieudeiyker toon; En om
U te vragen, waarom U ons wilt hel-
HU besefte dat tot nu toe gene
raal Rojas voor hem nooit een men*
van vlees en bloed was geweest e»
dat hy nooit had ingezien, dat zijn be
vrijding werkeiyk en tastbaar leven
an geluk betekende. Hij had hens
meer beschouwd als één van de stuk
ken van een spel schaak, dat Peteg
en hy stilletjes bezig waren tegen da
commandant van de gevangenis ta
spelen. En nu stond hier tegenover
hem een mensenkind dat loofde ~'<r.
leed óm de gevangen man, ei- ue
vreemdeling vroeg, waaróm hg zich
zelf had opgeworpen als haar vader'*
voorvechter, waarom hy zich hhd ge
mengd in de tragedie van d* familie
Rojas. In zijn verwarring bertootiiod-
dy maar by het begin te her
precies de waarheid te vertel^- en
niets dan de waarheid en zich daarna
over te geven aan de genade van zij*
charmante rechter.