mmt r? GOED NIEUWS DE ELFSTEDENTOCHT VAN JIMMY BROWN Woningbouwprogramma komende jaren in nieuwe banen Avontuur in Venezuela De veertien kabouters IN DE MOLEN Zo de oude molenaar van de „Wie- Iconhocf" was blijven leven, dan zou den ook nu de kabouters nog bestaan hebben... Die oude molenaar was een goed jnens, die het (evenals zoveel goede nie'nsen) verschrikkelijk arm had. Dag en nacht moest hij werken om aan de kost te komen. En dat was dan nog maar een heel schrale maal tijd. Vlees of melk zag hij zelden- Wa ren er eens mensen.uit de omtrek, die hem met het een of ander verrasten, dan wist hij altijd weer mensen te wonen die nóg minder hadden. Met een opgewekt hart braqjit hij al die goede, versterkende middelen weer naar armere mensen. Jullie begrijpen dat de molenaar broodmager was. Niettemin werkte hij als een paard. De mensen begrepen nog niet hoe hy altijd al dat zware en moeilijke werk klaar kreeg. De mensen wisten ook niet, dat de kabouters hem altijd hielpen. Het bos werd gekapt Vroeger woonden de kabouters al tijd in het grote, ontoegankelijke bos. Maar jaren en jaren geleden al, toen er mensen gingen wonen die hout nodig hadden voor hun huizen, wer den er uit dat bos bomen gekapt om er planken van te zagen. En soms ook wel om ruime, open .plekken te krijgen, waarweer nieuwe hui2cn kon den staan. Zo ging dat- jaren en jaren voort. Steeds meer bomen kapten de hout hakkers, steeds meer bomen vielen er als slachtoffer aan de vraag naar planken en deuren. Die arme kabouters wisten geen raad. Al hun schuilplaatsen kwamen open te liggen. Steeds werdegi zij verder teruggedreven, tot op het laatst maar een heel klein plukje bomen van dat grote bos over was gebleven. Daar zaten de kabouters. Hoe moesten ze leven, zonder de bescher ming van hun bos? Het bos. waar zij hun werk hadden? Ze hoefden er niet aan te denken In een huis te gaan wonen, want de mensen zouden hun plagen en misschien zelfs tot moes knijpen. Toen cle laatste1 bomen omgehakt werden, liepen ze treurig de molen weg langs. Opeens begon het hevig te onweren en te regenen. Hun trotse kaboutermutsjes hingen troosteloos over hun kopjes heen. Waar moesten ze heen? Naar de molen. De kabouter-hoofdman besloot toen maar de molen binnen te gaan, in de hoop dat hen daar geen kwaad zou Weekend-puzz/e De 12 hondjes „Twaalf hondjes had ik "gedres seerd" blufte Piekerwaard op zijn ver trouwde geloofwaardige toon, „pracht bésies! Springen,dat ze konden!" Hij demonstreerde er mee ten hove (zei hij) en dan zette hij ze heerst in een kringetje, maar met een lege plaats tussen no. 1 en no. 12 in. Als ze uitgesprongen waren, düs steeds naar een lege plaats of over een an der hondje naar de vrijgekomen plek, dan zaten ze alle twaalf precies in omgekeerde volgorde en no. 1 zat op de plek van no. 12. We-roken de puzzle al. En jawel hoor, „Reken nu eens uit hoe die hondjes van me sprongen?" vroeg Piekerwaard, „Den-k er om. ze kon den alleen maar naar een vrye plaats springen als die naast hun plaatsje openviel of als er hoogstens één tus sen zat. Want verder konden die be- sles nog niet springen, zie je". We hebben ze laten springen. Dat de fetukken er af sprongen! En U? Probeert het maar! Zendt Uw oplossingen in vóór Za terdag 24 April aan de puzzle-redac- teur van dit blad*. Schrijf op de enve loppe of briefkaart in de linker bovenhoek de ivoorden: De 12 Hondjes. Onder do goéde oplossers wordt een boek verloot. geschieden. Ze troffen het bijzonder goed. Ze vonden een plaatsje op de hooizolder en de molenaar, die juist die dag naar de stad was om zijn pro ducten te verkopen, keek erg vreemd op, toen hij terugkwam en daar- veer tien van die kleine mensjes rond zag tippelen. De hoofdman v<yteldé de molenaar alles en deze zei onmiddellijk: blij ven jullie maar hier, ik zal wel zor gen dat het goed met jullie gaat. De kabouters zorgden er in het vervolg voor, dat de molen schoon bleef en dat alles op tijd verliep. In enkele weken was het hele bedrijf op geleefd. De molenaar verdiende meer geld, kon beter leven en: nog' meer goed doen aan andere mensen. Zcr leefden de kabouters nog vele jaren in -de molen, tot op een koude dag de wieken voorgoed stil bleven staan. De oude molenaar was gestor ven en de veertien'kaboutertjes heb ben hem snikkend begraven. Nu zijn ook de laatste kaboutertjes dood. Zij konden de molen alleen niet op gang houden en stierven de één na de ander... Zouden zy ooit terugkomen? Beste allemaal! Verschillende jongens en meisjes hebben njij al eens 'n paar maal gevraagd, 'waarom er nu nooit eens een leuk ver haal in dc Kinderkoerier staat. Daarom heb ik gedacht van daag eens niet de gewone puzzle-ruWHek te plaatsen, maar een mooi verhaal over veertien kabouters. Ik hoop, dat jullie het allemaal erg mooi zuilen vinden. Woensdag a.s. vincfen jullie op deze plaats 'n ..gewone" Kinderkoerier: puzz le, nieuws över de postzegSlac- fie (heb jij al postzegels inge zonden?) en een praatje: Juist gisteren heb ik eeft partijtje foto-albums en dozen post aangekregen, die ik spoe dig verzendeiuzal aan hen, die nog een prjjs van mij moeten hebben. Enkele kinderen krij gen een boek- en ook dat is on- derWeg. maar het duurt nog enkele dagen. Dus: nog even geduld en dan zijn we allemaal weer te vreden! De schuiten hebben den dag volbracht De schuiten hebben den dag volbracht. Zij drijven terug naar dé goede haven. Achter de kim ligt de zon begraven onder den troost van rode pracht. Wind is er haast niet, maar do sterke vloed draagt ze vriendelijk, alle gelijk, naar binnen, de» wijden, veiligen mond tegemoet, waar de hoofden hun wachtende omarming beginnen. Zo glijden z(j voo'r de avondlucht^ de hooge, slapende zeilen geheven. Het lijkt een betoverende vogelvlucht, in laatsten, dromenden^ wiekslag gebleven. Dan komt een enkele windenzucht. De dode wimpels rimjfelen even. O— Dit gedicht van JAN PRINS werd overgenomen uit „De Zee" in de serie „Nederlandse Schrij vers". uitg. W. E.'J. Tjeenk Wil link, Zwolle. Veel Nederlanders in de toekomst over de grenzen EMIGRATIE er gaat een aantrek kingskracht uit vèn het woord. Onge teld velen zijn er in ons land. die de grenzen over willen om zich in den vreemde een nieuw bestaan te ver schaffen. Australië, Canada, Zuid- Afrika- zijn in trek. Maar de mo gelijkheden zijri niet zo bijster groot, moeilijkheden zijn et* te over. Om een klein voorbeeldje te noemen: de Hol land—Australië-lijn de enige Ne derlandse maatschappij die op Austra lië vaart hoeft pel' jaar plaats voor 144 passagiers. Op t ogenblik staan er ruim 800 geboekt: voor de eerste jaren is het plaatsbespreken onmoge lijk. Er zijn natuurlijk andere wegen, maar welke men ook bewandelt, uit eindelijk komt men toch te staan voor (ie toestemming v^n de Australische regering. Die heeft meu niet een twee drie al kan men daarginds duizenden mensen gebruiken. Toch verwacht een autoriteit op dit gebied, de Wageninger prof. dr. E. W Hofstee, voor de toekomst een belang rijke „volksverhuizing" uit Nederland. Maar, voor een groot gedeelte, niet zo vèr over de landsgrenzen. Indien de Benelux-overeenkomst (en eventueel de West-Europese) tot eco nomische eenheid leidt, dan zal Ne- derand vogens hem zeker een aan zienlijke hoeveelheid arbeidskrachten aan andere landen leveren, vooral om dat in tegenstelling tot Nederland, het geboorte-overschot in andere landen afneemt of zich zelfs in negatieve lijn ontwikkelt. Hij voorziet een dergelijke ontwik keling in West-Europa temeer, omdat Oost-furopese landen met een ge- boor te.overschot wellicht om politieke redenen van een dergelijke afvloeiing .van arbeidskrachten verstoken zullen blijven. Prof. Hofstee zeide voor het heden niet te geloven in overbevolking. Naar zijn mening moet het zwaartepunt voor huidige emigratie gelegd worden op de stand der kleine boeren uit de zandstreken, voor wie werkelijk geen emplooi is. Hij acht echter emigratie van vaklieden, waaraan in ons land éfeu groot gebrek is, uit den boze. 78. Jelle slaakte eén kreet van'schrik en deed een zijsprong. De aanblik,* die deze schaatsenrijder heirTschonk was kortweg gezegd griezelig. Hij maak te slagen van'zeker dertig meter lengte en hij trek daarbij zulk een vervaarlijk gezicht, dat 't Jelle week om het hart werd. Zelf deed hij nog twee of .d"e slagen, maar toen wei gerden zijn trillende benen hun dienst. Hij zeeg neer op een vlondertje en barstte in tranen uit. Zij dropen langs zijn wangen en tikkelden toen als ha gelstenen op het ijs. Veel had h# ge zien in zijn leven, eenmaal zelfs een kalf met drie koppen, maar zulk een schaatsenrijder had hg nog nimmer aanschouwd. Het vervulde hem met diep respect, maar vol bitterheid? vroeg hij zich tevens af, waarom hy die man juist op deze dag moest te genkomen. Herverdeling geschiedI nu naar behoefte Het in In de afgelopen- jaren met de woningbouw.in ons land soms eeit min of meer wonderlijke historie ge weest. Terwijl overal een nijpend woning tekort is en men dus zou mogen ver wachten, dat in alle gemeenten en provincies gelijkelijk de hand aan de, ploeg zou worden geslagen is de werkelijkheid volkomen anders. Trouwens, wie in enigen omgeving om zich heen ziet, kan dit verschijn sel ook hier constateren. De ene ge meente heeft reeds, verschillende bouw werken laten uitvoeren, terwijl in an dere nog niets is gedaan. Het is wel duidelijk, dat het hier in hoge mate afhing van de mate "van initiatief, die er van de verschillende gemeentebesturen is uitgegaan. We zullen ons niet verdiepen in de redenen, die de gemeentebesturen tot het aannemen van deze passieve hou ding hebben gebracht. Waarschijnlijk zullen financiële motieven aan deze hele affaire niet vreemd zijn geweest. De toestand spitste zich echter zo danig tóe, dat er op een bepaald mo ment zo weinig aanvragen binnen kwamen. dat aan gemeenten, die dat wilden, een extra,toewijzing werd ver steekt. De woningpositie werd nur in ver: schillende gemeenten variabel. In een overzicht, dat wij van het Ministerie van Wederopbouw ontvin- gent komt dit wel zeer duidelijk tot uiting. We nemen byv. de provincie Fries land en de gemeente Den Haag. In Friesland bedraagt het woningtekort 5%, in Den Haag 18%. Percentsge wijs werd in Friesland gebouwd 37%, in Den Haag 3,40%. We zouden meerdere van zulke cij fers kunnen geven, maar'volstaan met te zeggen dat er grote tegenstellin gen zijn. Oorspronkelijk zou het sys teem gevolgd worden, dat in eikepro- vincie of gemeentp, waar een woning gereedkwam, een nieuwe zou worden aanbesteed. NIEUWE VERDELING. Het behoeft geen betoog, dat dit systeem hiet meer te. handhaven is. Dan zouden de gemeenten, die het meest gebouwd hebben, bevoorrecht blijven. Ten einde te voorkomen, dat méér huizen worden aanbesteed, dan er 'gebouw'd kunnen worden, blijft de regeling landelijk gelden. Voor de provincies wordt het an ders. Voor elke honderd gereedgeko men woningen in Friesland mogen ér in de provincie 50 worden aanbesteed, voor elke 100 in Den Haag is het aan bestedingspercentage op 400 gesteld! Het aantal woningen per provin cie wordt nu over de gemeenten ver deeld, waarbij rekening wordt gehou den met .het bestaande woningtekort, de bevolkingstoename en de woning bezetting. Als maatstaf voor de be rekening wordt genomen de uitkomst van de woningtelling van 1 Mei '47. Het systeem van het Ministerie ls er op gericht om in een tijdsverloop van vyf jaren door het schema van tóewijzlng er voor te zorgen, dat het tekort aan woningen in 1953 gelijk over het land verdeeld zal zfln. Hoewel het te betreuren valt, dat deze gelïjkelijke verdeling van het woningtekort niet eerder kan worden doorgevoerd, liet de pgactijk dit niet toe. Had men het resultaat reeds in het vólgend jaar willen bereiken, dan zou dit betekenen, da: in verschillen de provincies de bouwnijverheid vol komen stil had komen te liggen, wat oojc ten opzichte van de bouwvakar beiders, die dan elders werk hadden moeten zoeken, niet verantwoord 2bu zijn geweest. Deze overwegingen leidden er zélfs toe, dat b.v. Friesland met een aan tal van 50 nieuw aan te besteden wo ningen voor 100 klaargekomenen nog te gunstig is behandeld. De practijk gaat echter boven de leer. Toch wil het ons voorkomen, dat deze regeling op zich zelf zeer billijk is en een goede woningdistributie zeer in de hand werkt. ONZE PROVINCIE* Naturlijk gaat de belangstelling van onze lezers uit naar het cijfer voor de provincie Noordholland. Welnu, ook Noordholland is in het verleden niet zo actief geweest als in Friest- land, met het gevolg, dat wij in de periode vpn 1948 tot 1953 voor elke honderd gereedgekomen woningen er honderd en vijftig terug zullen krij gen. Voor de gemeente Amsterdam is het op honderd gesteld. TEMPO—TEMPO Het voordeel van deze regeling is, dat er niet teveel woningen tegelijk kt „aanbouw" zullen' zijn. Wat wy echter nog wel zo belangrijk vinden, is dat naar gelang de bouw van een woning sneller vordert, er weer eer der een nieutoe op stapel kan worden gezet. De Gemeenten vooral ook de particulieren via de Financieringsre geling 1947, zullen er nu zorg voor hebben te dragen, dat het aan onze provincie toegewezen aandeel wordt gebouwd. Anders heeft deze verdeling geen zin en komt de bedoeling van 't Ministerie Vliet tot zijn recht. Het Ministerie vestigt er echter de aandacht op, dat invloeden van bui ten of de snelheid van het bonwpro- tramma zullen kunnen versnellen of vertragen. Met name geldt dit voor de materi alen. die wij uit het buitenland moe ten betrekken en waar deviezen, voor nodig zijn, alsmede van het uitbreken van arbeidsconflicten. Het gelijkmatig opheffen van het woningtekort over het gehele land zal echter van nu af steeds op de voorgrond blyven staan. Ten bewijze, dat er toch een aan zienlijke voortgang zit in het "aantal gereedgekomen woningen voor 1947 nog enkele cijfers. Januari 137, Februari 69, Maart 149, April 498, Mei 798, Juni 784, Ju li 997, Augustus 809, September 1040 October 1038, November 1266, Decem ber 1605 en Januari van (Ut jaar 1914, Deze cijfers z(jn merkwaardig om even te bezien, want er blijkt duide- Ujk uit," van welk een ontzaglijke in vloed een zachte winter op 't gereed komen van woonruimte ls. Ook met die factor zal dus reke ning moeten worden gehouden. ZONDAG 18 APRIL 1948 Hilversum I 301 m. 8.00 Nieuw* 8.20 Het bos in het voorjaar, praatje; 8.40 Ensemble Intermezzo; 9.15 Men vraagt en wij draaien; 9.45 Geestelijk leven; 10.00 Kwintet van Beethoven; 10.30 Grepen uit de correspondentie van Zamenhoff; 11.00 Zondagochtend concert; 12 00 Gram. platen: 12.30 Zon dagsclub; 13.00 Nieuws; 13.15 The -Romancers; 13.50 De Spoorwegen spre ken; 14.05 Boekenhalfuur; 14.30 Ka merorkest; 15.30 Filmpraatje; 15.45 The Skymasiers; 16.30 .Sport; 17.00 De Merels; 17.30 Ome Keesje; 17.50 Sport; 18.00 Nieuws; i8.l5 Boekbespre king; 18.30 Ned Strijdkrachten; 19.00 Oecumenische kerkdienst; 20.00 Nieuws; 20.15 Walztime; 20.45 Her sengymnastiek; 21.35 Operette-pla„ ten; 21.45 - ..Johana-August Suter", hoorspel; 22.30 Chrystal Blomkamp, piano; 23. Nieuws; Hilversum II 415 ui. 8.00 Nieuws 8.30 Hoogmis; 9.30 Nieuws; 9.45 En gelse koorzang; 10l30 Lutherse kerk dienst; 11.30 Gewijde muziek; 12.15 Apologie: 12.30 Lunchconcert; 13.00 Nieuws; 13.20 Zwitserse solisten; 14.00 Het orkest zonder naam; 14.30 Verslag van de wedstrijd Holland-België te Rotterdam door Leo Pagano; 16.30 Het orkest zonder naam: 17.00 Ge reformeerde kerkdienst; 18.30 Orgel concert van Bossi; 19.00 De Psalmen van Sweelinck; 19.13 Kent gij Uvr bijbel?; 19.30 Nieuws; 19.50 In 't Boeck huys; 20.12 Klein orkest; 20.45 ,.D& zee heeft genomen", hoorspel; 21.45 Oair roep-kamerorkest; 22.37 Actualiteiten; 22.45 Avondgebed; 23.00 Nieuws; .23.15 Werken van Ierland en Bitten. MAANDAG 19 APRIL 1948 Hilversum II 405 m. 7.00 en 8.00 Nieuws; 7.15 Reveille; 7.45 Een woord voor de d&ë', 8.15 Gewijde muziek; 9.00 Pianomuziek; 9.15 Voor de zieken; 9.35 Pianotrio van Schumann; 10.00 Zangrecital; 10.30 Morgendienst; 11.00 Strijkorkest; 11.15 Van oude en nieu we schrijvers: 11.35 Internationale koorzang; 12.00 Pianorecitaal; 13.00 Nieuws; 13.15 Vrij en Blij; 14.00 Ra- dio-uitzentiing voor de scholen; 14.35 Werken van H. Bijvanck; 15.30 Zang recital; 16.00 Bijbellezing; 17.00 V^" de kleuters; 17.15 Holancta-scxtet; Sport; 18.30 Gr. pi. vër zoekprogr 19.00 Nieuws; 19.45 Onder de lces- lamp; 20.00 Nieuws:: 20.15 Concert gebouw-orkest; 20.45 Klassiek concert 21.35 Sans Soucci; 22.15 Sweelmck- kwartet; 22.45 Avondoverdenking; 23.00 Nieuws; Hilversum I 301 m. 7.00 en 8.09 Nieuws; 7.30 en 8.23 Licht morgen klanken; 9.15 Werken van Robert Sohumann: 10.00 Morgenwijding; 10.30 Voor de vrouw; 10.45 De Regenboog; 11.20 Reportage van de ontvangst van mevr. Roosenveldt; 12.00 Lunch concert; 12.38 Johan Jong, orgel; 1300 Nieuws; 13.20 Malando speelt; 14.09 Sas Bunge, piano; 14.30 De schoolarts weet raad; 14.45 Filmselecties; 13.20 „Eenmaal in je leven", hoorspel; 16.23 Bach-cantate: 17.00 De school is uit; 17.45 Regeringsuitzending. 18.00 Nieuws; 20.15- Vaudeville-orkest; 20.45 Radio-debat; 21.45 Negende symphonie van Beethoven uit het Concertge bouw; 23.00 Ni uws; feuilleton Naar het Engels door JOHN STUDLEY Wat hij zag was zó wonderlyk, zó heel anders dhy wat hij verwacht had dat hij verbluft bleef staren, nog steeds voorover leunend en nog steeds met zijn hand op de revolver. Hy kon de weg ean halve myl ver- af zien, maar vlak voor hem stond een ruste loze steigerende pony die de door gang versperde en op het dier zat «en meisje, blijkbaar helemaal niet Uit haar evenwicht gebracht door dc sprongen van de ponny of door de Verschoning van de vreemdeling". Roddy was voorzichtig genaderd co had zich voorbereid op een stuk of wat loerende Venezolanen met kara bijnen aan de schouder: zijn oren ver wachtten niets anders dan een bevel •om zijn handen omhoog te steken of een schot. Toen hij zo opeens tegenover een meisje stond, datuiterlijk niet méér van een dochter van Venezuela had dan van een gemaskerde struikrover, was zijn eerste gedachte dat dit de een of andere onschuldige vreemde linge moest zijn, die toevallig in de zelfde hinderlaag gevallen was als hij. Zijn ogen zochten angstig de weg en dc haag aan beide, kanten achter, haar af. Maar de weg was leeg, geen blad bewoog zich'en de bejaarde man zat onbeweeglijk en rustig op zijn pon ny te wachten. Roddy wendde zich weer naar het meisje en merkte dat ze hem aan dachtig opnam. Hij liet zich in zijn zadel terugvallen pn nam zyn hoed af. Hij bracht zijn pojmy naast de ha re en zei snel, terwijl zijn ogen de haag onderzochten: Neemt U me niet kwalijk, maar U moest liever doorrijden. Er zullen hier een paar -mannen komen. Ze... ze hadden hier al moeten zijn. Het was duidelijk dat hij alleen "ang stig was voor haar. Het meisje bloos de even en glimlachte. Bij die glimlach verdwenen Roddy's belangstelling voor moordenaars en zijn angst voor wat zij zouden doen. Hij hacl in geen maanden een meisje van zijn eigen ras gezien en bij twij felde er geen ogenblik'aan of dit meisje behoorde er toe. Als hij haar op weg naar de kerk had gezien met een kanten shawl over haar schou ders, met een hoge kam en mantilla, dan zou hij haar waarschijnlijk voor een Spaanse hebben gehouden, een prachtig type van Spaanse schoon heid. Maar nu, met haar linnen rijrok en haar jongensachtige blouse, met haar haar in een wrong onder een breedgerande, slappe, zwarte hoed, deed ze hem denken aan de meisjes waarmede hij -langs de boulevard iu Newport had gegaloppeerd of onder de dennebomen van Aiken. Hij^ kon niet begvypen hoe zo'n meisje, zo ge kleed op Curagao verzeild was. Maar hij had er niets op tegen. Dat het de goden behaagd had, haar daar te stu ren. was Roddy voldoende. Maar dat liet hij veel te veel blijken, want-hoe wel hy er zich niet van bewust was, straalden zijn ogen. Hij was veel lp verbluft om zyn bewondering te kun nen verbergen. Het meisje fronste haar voorhoofd en richtte haar slanke jongensachtig» figuur op. Mijn naam is Rojas, zei ze. MtJn vader is generaal Rojas. Iemand heeft my verteld, dat U hem wilde helpen en daarom stuurde ik U gis teravond dat briefje en vroeg U hier te komen. Ze sprak op rustige, zakelijke toon. Terwijl -ze sprak keek ze Roddy strak aan. Toen Inez de vorige avond dat briefje gestuurd had, had ze alleen maar kunnen gissen met wat voor soort man ze zo vroeg op de morgen op een eenzame weg een ontmoeting- zo« hebben. En ze was heel angstig geweest. Maar nu ze hem zag kon ze het type thuis brengen en was ze gerustgesteld. Maar ze was er nog .niet zeker van of ze hem haar ge heim koer toevertrouwen. Terwijl ze wachtte op wat hy zeg gen zou leek het alsof ze hem rustig opnam. Maar innerlijk was ze heel onrustig. Met een gevoel van verlich ting zag ze zijn bewonderend» blik veranderen in een uitdrukking van werkelijke sympathie, toen ze haar naam noemde. O, stamelde Roddy onhandig, nefmt U me niet kwalijk dat ik dat niet direct begrepen had. Ik ben gekomen om U te vra* gen, begon ze, regelrecht op haar doel afgaand, waf U van plan bent oirt te doen, Het was een buitengewoon ver warrende vraag. Roddy, die helemaal niet WisJ, wat hy van plan was ta doen, Het zich, om tijd te winnen, op de grond glydén en ging met zyn hoed in de hand, dicht bij haar zadel knop staan. Omdat hy geen antwoord gaf, ging het meisje vóórt, nu op een beetje vrieudeiyker toon; En om U te vragen, waarom U ons wilt hel- HU besefte dat tot nu toe gene raal Rojas voor hem nooit een men* van vlees en bloed was geweest e» dat hy nooit had ingezien, dat zijn be vrijding werkeiyk en tastbaar leven an geluk betekende. Hij had hens meer beschouwd als één van de stuk ken van een spel schaak, dat Peteg en hy stilletjes bezig waren tegen da commandant van de gevangenis ta spelen. En nu stond hier tegenover hem een mensenkind dat loofde ~'<r. leed óm de gevangen man, ei- ue vreemdeling vroeg, waaróm hg zich zelf had opgeworpen als haar vader'* voorvechter, waarom hy zich hhd ge mengd in de tragedie van d* familie Rojas. In zijn verwarring bertootiiod- dy maar by het begin te her precies de waarheid te vertel^- en niets dan de waarheid en zich daarna over te geven aan de genade van zij* charmante rechter.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 3