rïêHÏHH
ïluuopi uit de, {JhejeAwinfczi
„Ik acht het een groot voorrecht, al Mijn krachten
te wijden 'aan het welzijn en de bloei van
Mijn dierbaar Vaderland
HET GEHEIM VAN DE
GELE NARCISSEN
Geen ijdele snorden
Aan Mijn Volk
Zo sprak 50 jaar geleden de Vrouwe, aan
Wie ons volk grote dank verschuldigd is
Nu de datum van de inhuldiging van H K.H. de prinses-regentes als
Koningin Juliana is vastgesteld, moge herinnerd worden aan die dag,
straks vijftig jaar geleden, 6 September 1898, toen Haar Koninklijke
Moeder ln de Nieuwe Kerk te Amsterdam is ingehuldigd.
Op 31 Augustus van dat jaar had H. M. Koningin Wilhelmina b\j
het bereiken van de achttienjarige leefyd de regering aanvaard. Zij
vaardigde daarbij de volgende proclamatie uit:
»Wy Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prin
ses van Oranje-Nassau enz., enz., enz.
Toen de ministers, de leden van de
Raad van State, de leden van het
corps diplomatique, de vorstelijke
genodigden en een deputatie van In
dische vorsten hadden plaats geno
men, deed H. M. de Koningin-Moe
der haar intrede in het kerkgebouw.
Om elf uur begaf H. M. Koningin
•Wilhelmina zich in plechtige stoet
te voet van het paleis op de Dam
naar de Nieuwe Kerk. Zodra Zij het
paleis verliet viel het eerste kanon
schot van de saluutbatterij. Alle
klokken van de hoofdstad en de Am
sterdamse carillons mengden hun
klanken in het algemeen feestge
druis.
Begeleid door de leden van de com
missie van ontvangst betrad Konin
gin Wilhelmina, die de -hermelijnen
mantel en de diadeem als de tekenen
van Haar Koninklijke waardigheid
droeg, het kerkgebouw.
Voor het koperen koorhek was de
troonzetel geplaatst, welke ook bij
de inhuldiging van Koning Willem III
en Koning Willem n was gebruikt.
Voor de zetels, waarop de beide
vorstinnen plaats namen, lagen op
rood fluwelen kussens de kroon, de
scepter, de rijksappel en de grond-
kwet. Ter rechterzijde stond vice-ad-
miraal P: ten Bosch met de stan
daard van het Koninkrijk en ter lin
kerzijde de luitenant-generaal van
het Nederlands-Indische leger, K.
van der Heyden.
Op dezen voor TJ en mij gewich-
tigen dag gevoel ik mij gedrongen
enige woorden tot U te richten.
Allereerst een woord van warme
dankbaarheid. Sedert mijn vroegste
jeugd hebt GU Mij omgeven met Uwe
liefde. Uit alle deelen van het Ko
ninkrijk, uit alle kringen der maar-
schappij, van ouden en jongen, ont
ving ik steeds de treffendste blijken
van gehechtheid. Nadat Mijn Gemin
de Vader My was ontvallen, werd ai
Uwe aanhankelijkheid aan Mijn
stamhuis 01 My overgebracht. Thans
nu Ik gereed sta de schoone. doch
zware taak, waartoe Ik geroepen
ben, te aanvaarden, gevoel Ik Mij
als gedragen door Uw trouw.
Ontvangt Mijnen dank. Hetgeen Ik
tot dusver i icht ondervinden liet
©nuitwischbare indrukken bij mij na.
Het is My ee* waarborg voor de toe
komst. Myn innig geliefde Moeder,
wie Ik onuitsprekelijk veel ver
aahuldigd ben, gaf Mij het voorbeeld
▼an een edele en verhevene opvat
ting der plichten, die nu op Mij rus
ten.
Ik stel Mij tot levensdoel dat voor
beeld na te volgen, te regeren zoals
van een vorstin uit het Huis van
Oranje wordt verwacht.
Aan de grondwet getrouw, wensch
Ik den eerbied voor den Nederland-
schen naam en de Nederlandsche
vlag te bevestigen. Ik wensch by
het opperbestuur over de bezittin
gen en koloniën in Oost en West
rechtvaardigheid te betrachten en
naar myn vermogen by te dragen
stoffelijk welzyn.
Ik hoop en verwacht, dat Üw al
ler steun, in welken ambtelyken of
tot verhoging van Uw geestelyk en
maatschappeiyken werkkring binnen
of buiten het KoninKrijk gy zujt ge
plaatst My daarbij nooit ontbreken
zal.
Op God vertrouwende en met de
bede, dat hy my sterke, aanvaard
Ik de regering.
Lasten en bevelen, dat deze pro
clamatie in de Staatscouront en het
Staatsblad opgenomen en ter plaat
se, waar zulks gebruikelijk is, aan
geplakt zal worden.
Gedaan te 's-Gravenhage, op he
den den 31sten Augustus 1898.
WILHELMINA"
De plechtigheid der
inhuldiging
Op 5 September 1898 had H. M.
Koningin Wilhelmina Haar plechtige
Intocht in Amsterdam gehouden; 6
September geschiedde de inhuldiging
Op die dag hadden zich reeds te
kwart over tien in de Nieuwe Kerk
verzameld de leden van de Staten-
Generaal met de griffiers en de com
miezen-griffiers der beide Kamers.
Mr. van Maanen van Eemnes pre
sideerde de verenigde vergadering
van Eerste en Tweede Kamer: hij
deed voorlezing geven van het Ko
ninklijk Besluit van 5 Augustus 1898,
waarbij H. M. de Koningin-Regen
tes de Statcn-Generaal had bijeen
geroepen ter plechtige beëdiging van
H. M. Koningin Wilhelmina.
Zo bevestig Ik heden de
hechten band
Alvorens de eed op de grondwet
af te leggen hield de jonge Konin
gin de volgende toespraak:
„Myne heeren, leden der Staten
Generaal.
Reeds op jeugdigen leeftijd heeft
God Mij door het overlijden van mijn
onvergetelijken Vac.-i tot den troon
geroepen, dien Ik onder het zo wij
ze en zegenrijke regentschap Mijner
innig geliefde Moeder beklom.
Na de vervulling van Mijn acht
tiende levensjaar, heb Ik de rege
ring aanvaard. Mijne proclamatie
heeft dit aan Myn dierbaar Volk
bekend gemaakt.
Thans is de ure gekomen, waarin
Ik Mij, te midden van mijn trouwe
Staten-Generaal, onder aanroeping
van Gods Heiligen Naam zal ver
binden aan het Nederlandsche Volk.
tot instandhouding van Zijn dierbaar
ste rechten en vrijheden.
Zo bevestig ik heden den hechten
band, die tusschen Mij en Myn Volk
bestaat, en wordt het aloude verbond
tusschen Nederland en Oranje op
nieuw bezegeld.
Hoog is mijn roeping, schoon de
taak.^lie God op myn schouders ge
legd heeft. Ik ben gelukkig en dank
baar, het Volk van Nederland te
mogen regeren, een Volk klein ln
zielental, doch groot in deugden,
krachtig door aard en karakter.
Ik acht het een groot voorrecht,
dat het myn levenstaak en plicht is,
al Mijn krachten te wijden aan het
welzijn en den bloei van Myn dier
baar Vaderland. De woorden van
myn beminden vader maak ik tot
de myne: „Oranje kan nooit, ja
nooit genoeg voor Nederland doen"
Bij de vervulling van Mijne taak,
heb Ik Uwe hulp en medewerking
nodig. Myne heeren leden der volks
vertegenwoordiging: Ik ben over
tuigd, dat Gij mij die in ruii»e mate
zult verleenen.
Laat on. samen arbeiden voor het
geluk en de voorspoed van het Ne
derlandsche Volk. Dat zy ons aller
levensdoel.
God zegene Uwen en Mijnen ar
beid, dat Hij strekke tot heil van
ons Vaderland".
Hierna legde H.M. de volgende eed
af:
„Ik^zweer aan het Nederlandsche
Volk, dat Ik de 'grondwet steeds zal
onderhouden en handhaven.
Ik zweer, dat Ik de onafhankelijk
heid en het grondgebied des Rijks
met al Mijn vermogen zal verdedi
gen en bewaren: dat Ik de algemene
en bijzondere vrijheid en de rechten
van al Myn onderdanen zal bescher
men tot instandhouding en bevorde
ring van de algemene en byzondere
welvaart, alle middelen zal aanwen
den, welke de wetten te Mijner be
schikking stellen, zooals een goede
Koningin schuldig is te doen.
Zoo waarlijk helpe mij God al
machtig"
De vijftig jaren, die verhepdÈ sinda
deze woorden gesproken werden, heb
ben nu eerst ten volle hun diepe zin
van waarachtigheid verleend. Immers
een ieder lid van ons Volk zat moeten
getuigen, dat Hare Majesteit Koningin
Wilhelmina Haar beloften ten volle
heeft gestand gedaan.
Snel-bouw van een
school
In Hilversum zal een school vol
gens een nieuw systeem (een primeur
ln Nederland) ales een padde stoel uit
de grond verrryzen. Nog vóór Sep
tember n.L is het gebouw gereed.
Deze proef met het procédé van 't
zogenaamde systeem-Knoop bestaat
grote belangstelling. De snel-verry-
zende school zal bestaan uit een wit,
langgerekt gebouw van één verdie
ping - "v
Het M.S. „Cel^bes" van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland" hreft de
eerste lading erhle Sumatratabak van Sumatra's Oos kust in de Amster
damse haven aangevoerd. De kostbare lading wordt gelost.
Nederland13 sporten doen
we mee!
Naar wy vernemen is het thans
zeker, dat Nederland in de volgende
takken van sport te Londen verte
genwoordigd zal zijn:
Zwemmen met een waterpolozeven-
tal en een dames-herenzweraploeg.
Schennen voor sabel en degen.
Roeien, Athletiek, Schieten Worstelen,
Gewichtheffen., Wielrennen, Zeilen,
Kano, Hockey, Voetbal, Gymnastiek
(dames), Boksen, Ruitersport.
o
Aan welke nummers Nederlandse
athleten zullen deelnemen by athle
tiek en ook bij zwemmen staat nog
niet vast. Ook de namen van de deel
nemers zullen pas over enkele weken
kunnen worden bekend gemaakt, het
geen niet alleen voor athletiek en
zwemmen geldt, maar ook voor ver
scheidene andere takken van sport:
voetbal, hockey, boksen, kano, ruiter
sport enz.
Ongeveer een week voor de aan
vang van de Spelen zullen de Chef
de Mission, de heer K. J. J. Lotsy, de
chefs d'equipe, trainers, verzorgers en
deelnemers te Amsterdam bijeenko
men teneinde ook op deze wijze de
ploeggeest te versterken.
T KAN VERKEREN
Het eerste Olympisch cere
monieel zal 6 Juli a.s. plaats
hebben, wanneer de nieuwe weg
naar het Wembley-stadion door
dé Britse minister van verkeer,
Alfred Barnes, zal worden ge
opend. De weg is voor 't groot
ste gedeelte aangelegd door
Duitse krygsgevangenen, wat
wel wat ironisch aandoet, wan
neer men bedenkt dat de vo-
rige Spelen te Berlijn werden
gehouden.
Toen Hitier in 1936 over de
Olympische alle naar het Ber-
lijnse stadion reed zal hy wel
nooit hebben kunnen bevroe
den, dat het Duitsers zouden
zijn, die de weg naar het sta
dion van de volgende Olympi
sche Spelen moesten aanleg
gen....
COMMUNISTEN VAN TSJECHO-
SLOWAKIJE FUSEERDEN
De fusie van de communistische en
sociaal-democratische partijen is in
Tjecho-Slowakije werkelijkheid ge
worden tijdens een plechtige manifes
tatie, gepresideerd door minister-pre
sident Zapotoclc.
We zatte van de week met eeij
man of wat te wachten in de skeer-
winkei. De barrebier was in huis. En
wai wachtte al. tien lang en tien
breid en we hadde vezelf .al een heel
toid over koeie en kalve en peerde
en varkens praat, want ja, die ben-
ne nagal op de nominasie de leste
toid, maar dat begon ons ok mise
rabel te verveulen: Want ja, je hore
wel een houp, maar je worre er niet
veul woizer van.
We verveulde ons oigeluk een beet
je, maar op ut lest, deer kwam de
barrebier den toch an. Een gezicht,
nei mense as een stief. En kladdige
hande. En een smerig jassie, dat wai
hadde derekt al skoten, dat er wat
an de hand was. En we hoefde gien-
iens .te vragen, want hai ontplofte
uit z'n oigen. Z'n kloine snorretje
stond zo wat recht overeind. „Ik
wou dat die plattelandsvrullie ok..."
Ik skroif niet neer wat de barre
bier zoi, want dat was niet mooi
meer. De weerlum nei. Ut kon d'r
niet mee deur. Ut kwam hier op
neer, dat hai had verlegen de smoor
in, want z'n woif was met de platte-
landsvrullie mee op een eksltursie.
Dat hai most zo'n beetje ut huis
houwen doen. No dat was er ok nei,
zokke kirrels kenne d'r wat mee,
dat steekt zo krap niet. Maar afoin,
om kort te gaan, want we benne
hier altoid zo breid van stof, hai
had zin in een koppie koffie, dat hai
had een panje met melk op ut pe-
nteroliestelletje zet, want ja, op ut
^gas gaat ut er zo gauw over. maar
ja hai had de hele melk vergeten
en nou was ut steltje ok nag begin
ne te louven, nei mense ut was een
troep. En deerom was-ie zo noidig
en gaf-ie zo giftig af op die platte-
landsvrullie:
Maar deer kvvam-ie van een kouwe
kerremis thuis. Hai had zeker docht,
dat-ie steun kregen had bai ons. Ut
was net rarie-contrarie!
„Houw je maar stil", zoi Kees,
toe de eerste anval nag gieniens of
loupen was.
/.Houw je» assieblieft stil. Want
die plattelandsvrullie^ deer kenne wai
nag een puntje an zuige. En niet
alliea op de durpe. In de stad even
goed. En ik zou wel wulle. dat er
in de stad ok wat meer zokke bai-
ienkomste wazze as van de platte-
landsvrullie. Want ja, ut mag weze
wat ut wul, maar die plattelands-
vrullie, dat wordt een ding. dat je
niet wegcoifere moete. Ze houwe
maar vergaderinge en ze organisere
lezinge en uitstappies of ze komme
alle weke bai mekaar en den bespre-
ke ze dut en dat, maar wai kirrels
kenne er nag maar niet teugen op.
En ik weet niet of £b in de stad ok
zoks of zoks hewwe en meskien
hewwe ze er deer wel net zo'n be
hoefte an, maar ut i seen goed ding".
Afoin de barrebier hapte zowat nei
asem. En hai keek de sk eer winkel
rond om te kolken of-ie gien hulp
kroige kon. maar Klaas viel um Ok
al niet bai. En das wel een wonder,
want as Kees zoit, dat ut wit is,
zegt Klaas in de regel dat ut zwart
is. Maar nou was ut twei hande
op ien buk;
„Kees hep geloik", zoid-ie. „Ik hep
er respect voor. Ze benne dat een
jaar of wat leden begonnen as boe-
rinnebond, maar ze hadde al gauw
in de gate, dat ze den te eng wazze,
dat ut werd de plattelands vrouwe-
bond en as je zien hoe ze ln een
jaar of wat vooruit gaan benne. ut
is een merakel. Wai hewwe we. derus
docht dat wai allien wat konne,
maar ut heb er niks van. Wsfnt wai
moete ut nag maar zo voor mekaar
brenge.
As wai ut nag erus voor mekaar
kroige om alle weke bai mekaar te
komme, den is ut in de regel op
de soos of op een kaareivendje. Erg
veul gaat er niet van uit En nou
magge we derus op die vrullie of-
geve en een beetje smalend prate
over ut noikransie en we magge
derus een skimpskeut geve, maar
ut ls niks as de kift.
We kenne er èerluk nag wat van
opsteke".
We zouwe de barrebier meist be
keerd hewwe, maar toe keek-ie nel
z'n zwarte hande en de roetstrepe
op z'n jassie en toe was er weer
gien land met um te bezoilen. Afoin,
hai brocht ut niet veerder dan dat
we um allemaal een benepen kirrel-
tj£ vondeEn we hope maar, dat
z'n vrouw ut leest. den. ken ze ut
ura nag erus onder z'n neus douwe.
FIGARO
VOOR STALIN ZOU DEWEY EEN
UITZONDERING WILLEN MAKENI
„Meent gij met Maarschalk Stalin
te kunnen onderhandelen?", zo vroeg
een journalist aan Dewey, de zo juist
gekozen Republikeinse candidaat voor
het presidentschap. Dewey antwoord
de: „Ik ben een tegenstander van wat
de „persoonlijke diplomatie" wordt
genoemd. Ik meen dat de tc ^stand
ten opzichte van de USSR kan opge
klaard worden door middel van een
normale diplomatie, waarvan de me
thodes in het verleden met succes
werden bekroond. Maar ik zou een
onderhourl m«t Maarschalk Stalin
niet rfBlaan'-., voegue »tl er aan toe.
DINSDAG 29 JUNI 1948.
Hilversum I - 301 m. 7.00 en o.OO
Nieuws; 7.30 en. 815 Gramanuziek;
7.50 Dagopening; 8.45 Symphonische
muziek; 9.15 Morgenwijding; 9.45 Ar
beidsvitaminen; 10.35 Gram.muziek;
10.50" Voor de kleuters; 11.00 Orgel
concert; 12.00 Fluitrecital; 12.43 Schut
te en De Raaff; 13.00 Nieuws; 13.15
The Skyr asters; 13.45 De prins in ons
volk, lezing; 14.30 Radio-matinee; 1640
De Schoolbel; 17.00 Dat kun jij ook;
17.30 Wimbledon-reportage; 18.01
Nieuws; 18.15 Tom Erich, piano; 18.30
Ned. Strijdkrachten; 19.15 Vaudeville
strijkorkest; 20.00 Nieuws; 20.05—24.00
Nationaal programma t.g.v. de verjaar
dag van Prins Bernhard; 20.05 Lezing
van het Bernhard-fonds; 2015 Orkest
„De witte Anjelieren"; 20.45 „De ver
zoening tussen Tromp en De Ruyter",
hoorspel; 21.00 Omroeporkest; 21.45
Oranjepoëzie; 22.00 Beethoven-concert
23.00 Nieuws; 23.15 Grarm.muziek.
Hilversum H - 415 m. 7.00 en 8.00
Nieuws; 7.15 en 8.15 Gram.muziek;
7.45 Morgengebed; 900 Lichtbaken;
9.35 Dvorak-programma; 10.00 Voorde
kleuters; 10.30 Schoolradio; 11.00
Gram.muziek; 11.40 Werken van Haen-
del; 12.03 Zangrecital; 12.33 en 13.20
Het orkest zonder naam; 13.00 Nieuws;
13.45 Uft het boek der boeken; 14.00
Pianoduo; 14.30 Voor de vrouw; 15.00
Schoolradio; 1530 Opera-muziek; 16.00
De Zonnebloem; 16.30 Ziekenlof; 17.00
Voor de jeugd; 18.00 Volkslieder
kwartet; 18.20 Sportpraatje;
Oude melodieën met nieuwe harmo
nieën; 19.00 Nieuws: 19.45 Cello-reci
tal; 20.00 Nieuws; 20.05—24.00 Zie
Hilversum I (programma in andere
volgorde).
WOENSDAG 30 JUNI 1948.
Hilversum I - 301 m. 7.00 en 8.00
Nieuws; 7.30 en 8.15 Gram-muziek;
8.50 Voor de huisvrouw; 9.00 Werken
van Elgar; 10.00 Morgenwijding; 10.20
Kookpraatje; 10.30 Voor de Vrouw;
11.00 RVU-uitzending; 11.30 Populair
non-stop; 12.00 Weekend-orkest; 12.38
Lunchconcert; 13.00 Nieuws; 13.20 The
Ramblers; 14.00 Gesproken portret+en;
14 J5 Omroeporkest; 15.00 „JaneEyre"
hoorspel; 15.30 De Regenboog; 16.00
De Roodborstjes; 16.15 Het stónd in
de krant; 16.45 Vragen blaat vrij; 1735
Virtuose-trio; 18.00 Nieuws; 18.30
Ned. Strijdkrachten; 19.15 Verkiezings
rede WD; 19.30 Voor de jeugd; 19.45
Lezen In de bijbel; 20.00 Nieuws; 20.15
Omroeporkest; 2200 „De vleugelen
van, de Dageraad", hoorspel; 22.15 Ma-
lando speelt; 22.45 Van boek tot boek;
23.00 Nieuws.
Hilversum II 415 m. 7.00 en 8.00
Nieuws; 7.15 en 8.15 Gram-muziek;
7 45 Een woord voor de dag; 9.00 Voor
de zieken; 9.35 Symphonie van Mo-
zart; 10.00 Heiligingssamenkomst van
het Leger des Heils; 11.30 Leger des
Heils-muziek; ,12.00 Ancora-trio;'1233
Cello en orgel; 13.00 Nieuws; 13.20
Cesaretrlo; 14.05 Gram.muziek; 14.30
Planten praatje 15.00 Omroepkoor;
15.30 Gisaconda-ensemble; 16.15 Voor
de jeugd; 17.30 Wimbledon-reportag'-
18.00 Waterings mannenkoor;
Lezing over sprookes; jl990 Nie
19.30 Verkiezingsrede A.R. partij; 20.00
Nieuws; 20.15 Jeugdsamenkomst; 21.30
Sweelinckkwartet; 22j)0 Nederlands
kamerkoor; 22.45 Avondoverdenking:
23.00 Nieuws-
FEUILLETON
Spannend verhaal van
EDGAR WALLACE -
14)
„Och kom", mompelde hij, deze mogelijkheid als iets
ongehoords verwerpend, liep naar de deur en riep zijn
Chinese bediende.
Ling Chu beantwoordde zwijgend aan zijn roepstem.
„Ling Chu." zei hij, „de man met het Bleke Gezicht
is dood."
Ling Chu sloeg zijn ondoorgrondelijke ogen op naar
zijn meester.
„Alle mensen sterven eens", zei hij kalm. „Deze man
snel gestorven. Dat is beter dan lang sterven."
Tarling keek hem scherp aan.
„Hoe weet je, dat hij snel stierf?" vroeg hij.
„Deze dingen worden verteld," zei Ling Chu zonder
aarzelen.
„Maar niet in de Chinese tooi," antwoordde Tarling,
„en Ling Chu, jü spreekt geen Engels."
„Ik spreek het een beetje, meester," zei Ling Chu,
„en ik heb deze dingen op straat gehoord."
Tarling gaf niet dadelijk antwoord en de Chinees
bleef wachten.
„Ling Chu," zei hij na een poosje, „deze njan kwam
in Shanghai terwijl wij daar waren, en er ontstond
herrie. Eenmaal werd hij Wing Fu's theehuis uitge
gooid, waar hij opium had geschoven. Ook was er nog
iets anders herinner jij het je?"
De Chinees keek hem recht in de ogen.
„Ik ben het vergeten," zei hij. „Dit Bleek-Gezicht was
een slecht mens. Ik ben blij, dat hij dood is."
„Hm-" zei Tarling en liet zijn ondergeschikte gaan.
Ling Chu was de slimste van al zijn speurhonden,
een man, die zijn neus niet ophief van het eens gevon
den spoor en hij was de eerlijkste entrouwste geweest
van al Tarling's inlandse speurders. Maar de detec
tive beweerde nooit, dat hij Ling Chu doo^|rondde of
dat hij wist, wat zich verborg achter de sluier, die de
inboorling getrokken had tussen zijn eigen heimelijke
gedachten en de nieuwsgierige vreemdeling. Zelfs de
misdadigers uit het land zelf stonden versteld over Ling
Chu's onderzoekingen en menigeen was noor het scha
vot gegaan, zich het hoofd, dat spoedig van zijn lichaam
gescheiden zou worden, brekend over de wijze, waarop
Ling Chu zijn misdaad ontdekt had.
Tarling liep terug naar de tafel en nam de courant
op, maar had nauwelijks iets gelezen, of de telefoonbei
ging. Hij nam de hoorn op en luisterde. Tot zijn ver
bazing hoorde hij de stem van Cresswell, de Hulp-com
missaris van politie; hy was het geweest, die Tarling
overreed had om naar Engeland te komen.
„Kun je onmiddellijk op Scotland Yard komen, Tar
ling?" zei de stem. „Ik zou je gaarne spreken over de
moord op Mr. Thornton Lyne."
„Zeker," zei Tarling. „Ik ben over een paar minuten
bij je."
Binnen vijf minuten was hij op Scotland Yard en werd
naar he't bureau van de Hulp-commissaris Cresswell
geleid. De man met het grijze haar, die hem tegemoet
trad met een vergenoegd glimlachje om de mond, legde
hem het doel van de oproep uit.
„Ik ga je hulp inroepen in deze zaak. Tarling," zei
hy. „Het ziet er naar uit; alsof we behoefte hebben aan
iets meer dan de gewone ervaring van onze eigen men
sen. Zoals je weet gebeurt het meer," zei hy, terwijl
hij de ander uitnodigde om plaats te nemen, „da't
Scotland Yard hulp inroept van buiten af. vooral wan
neer wij te doen rebben met een misdaad als deze. De
feiten zijn je bekend, vervolgde hy een dunne porte
feuille openende. ..Dit zijn de rapporten, die je op je
gemak door kunt lezen. Thornton Lyne was, op zijn
minst genomen, exentriek. Zyn leven was nu niet be
paald zoals het zyn moest en hy had vele minder ge
wenste kennissen, waaronder een misdadiger en ex-
veroordeelde, die eerst enkele dagen geleden de gevan
genis verliet."
„Da't is iets buitengewoons," zei Tarling, de wenk
brauwen optrekkende. „Wat had hy met die misdadiger
uit te" staan?"
Commissaris Cresswell trok zyn schouders op.
„Volgens mijn mening was deze betrekking niets dan
aanstellerij van Lyne. Hy had graag, dat men over hem
sprak. Hét bezorgde hem onder zijn vrienden de naana
dat hij. karakter bezat."
„Wie is die misdadiger?" vroeg Tarling.
„Het is een zekere Stay, een man, die kleine diefstal
len pleegde, maar in mijn oog een veel gevaarlijker
sujet, dan de politie heeft kunnen vaststellen."
„Is hy begon Tarling. Maar de Commissaris
schudde zijn hoofd.
„Ik geloof, dat wy hem wel kunnen schrappen van
de lyst van verdachten van de moord," zei hy. „Sam
Stay bezit weinig hoedanigheden, die men mag ver
wachten in de doorsnee-mens, maar er valt niet aan te
twyfelen, of hy is Lyne met hart en ziel toegedaan.
Toen de detective, die op het ogenblik met de zaak is
belast, te Lambeth kwam, om Stay te ondervragen, vond
hij hem, door droefheid overmand, op zijn bed liggen
en een courant met de byzonderheden omtrent de moord
naast zich. De man is buiten zich zeiven van verdriet
en zweert: de persoon, die voor deze misdaad verant-
woordelyk is, „in te maken". Je kunt hem later onder
vragen. Ik bet wy fel, of je veel uit hem zult krijgen,
omdat hy beslist geheel in de war is. Lyne was, in zijn
ogen meer dan een menselijk wezen, en lk geloof, dat
het enige goede in zyn leven deze genegenheid ls voor
een man, die beslist goed voor hem was, hétzy dan
dat zyn philantropie echt was of niet. Ziehier nu enigo
feiten, die niet bekend gemaakt zyn." Cresswell ieundo
achterover in zyn stoel en telde op zyn vingers de
feiten op, die hy opnoemde.
(Wordt vervol gd>«