MARS
,,Op de boulevard"? zei de burgemeester.
..Man, je bent mal. Ga kijken, want er is
vast en zeker ruzie of zo. Ik ga trouwens
zelt mee.
Vóór het badhotel stond een geweldige
drom mensen en er kwamen er steeds
meer bij. Zij staarden allen omhoog en
ook de agent en de burgemeester vingen
aan om in de lucht te kijken. Na een
paar minuten kwamen ze echter tot de
ontdekking, dat er absoluut niets te zien
was. Tenminste niets wat er ook niet op
andere dagen te zien zou zijn geweest.
De agent vond, dat hier iets aan gedaan
moest worden en riep daarom met een
stentorstem: Doorlopen! Er keken een
paar mensen om, maar niemand bewoog
zich. De gehele vergadering bleef zwij
gen. De agent, die dit als een demonstra
tie tegen het wettelijk gezag aanvoelde,
begon met zijn armen te zwaaien, drong
tegen een lange en een korte heer op en
schreeuwde zo hard hij kon: Alsjeblieft
nou, doorlope. Doorlope
,,Laat me toch kijke man dadelijk
komt-ie misschien terug," vinnigde een
magere burgerjuffrouw, die in de ver
drukking kwam.
,,Wie terug?", vroeg de burgemeester,
die het gezagsapparaat niet wilde des
avoueren. maar die toch ook bliksems
graag wilde weten wat er aan het handje
was.
,,Nou die vent natuurlijk", jsei de bur
gerjuffrouw. En ter verduidelijking voeg-
ze er aan toe: „Hij is in de lucht ge
zakt."
„In de lucht gezakt", zei de burgemees
ter, denkende dat hij in het ootje geno
men werd. „Dat gaat maai' zo niet...".
,,'t Is wel man, ik heb het zelf gezien.
Vliegen kun je het niet noemen, want hij
had geen vleugels. Hij zakte zo maar naar
boven toe. Net of-ie aan een touwtje zat
als éen Harlekijn. Hij spartelde een beet
je met z'n armen en benen en hij ging
de lucht in."
„Barst!" zei de burgemeester - een
term, die hij anders alleen voor huise
lijke aangelegenheden gebruikte.
„Barst jij!" zei de burgerjuf. ..Als je
mijn nie wilt gelove, vraag het dan aan
de andere hier. Hier, die kale ze wees
op de korte meneer heeft het ook ge
zien."
„Ik heb het gezien. Met mijn eigen
ogen", bevestigde de kale zeer plechtig.
„Ik ook, mijnheer. Ik zag het zelf. Hij
deed niks en hij ging zo maar de lucht
in", piepte een dun stemmetje ter hoogte
van 's burgemeesters knieën, 't Was een
meisje van een jaar of tien met vlecht
jes. Ze knikte ijverig en ze had grote,
trouwhartige bologen. Bovendien beves
tigden tien, twintig omstanders onge
vraagd deze woorden. Het drong tot de
burgemeester door, dat er iets gebeurd
moest zijn. Waarschijnlijk, zo overlegde
hij, is er een man van het dak afgevallen.
„Waar ligt-ie?" vroeg hij. „Haal een
brancard. Op zij daar mensen, jullie staan
misschien boven op hem." „Op zij",
schreeuwde de agent. „Op zij, hij ligt op
het trottoir".
„Wat zeggen ze daar?" vroegen de men
sen even verder op. „Waar ligt-ie? Is-ie
neergevallen?" „Op zij, op zij", schreeuw
de de agent, schreeuwde de burgemeester,
schreeuwde de burgerjuffrouw met een
doordringende gil-stem, schreeuwde ook
de kale meneer. De mensen begonnen te
dringen, te duwen met ellebogen en knie
ën, er werd gegild en gejammerd, er ont
stond een complete paniek. Van voren
golfden ze naar achteren, van achteren
drongen ze naar voren, van links naar
rechts en van rechts naar links. Dn boven
alles uit klonken de waarschuwende woor
den: „Op zij, op zij, daar ligt-le. Pas op,
je trapt op 'm."
Er kwam een ambulanceauto aangieren,
gevolgd door een brandweerwagen, 't Was
goed dat ze gekomen waren, want toen de
straat leeggespoten was. moesten er vier
mensen worden opgeraapt. Ze waren deer
lijk vertrapt. Onder hen bevond zich ook
de burgemeester. Mijnheer Pietersen was
er niet bij.
MIJNHEER PIETERSEN ZWEEFDE op
dat ogenblik boven Amsterdam. Hij had
de Ceintuurbaan onder zich en vermaakte
zich kostelijk met het aardig gezicht van
die kleine mensjes, de speelgoed-autotjes
en de poppentram. Hü vroeg zich niet af,
of ze hem ook zagen, evenmin als hij dat
gedaan had bij zijn start van het bad
hotel.
Maar de mensen zagen hém, eerst een,
toen een ander, toen allen die zich in de
omgeving van de Ceintuurbaan, de Vijzel
straat. op het Rembrandtpleln en de
Chnrchillaan bevonden. Ze keken en wre
ven hun ogen uit. Ze begonnen allemaal
mee te lopen in de richting waarheen de
heer Pietersen zich door de lucht voort
bewoog. De automobilisten stopten, zagen
Pietersen in vogelvlucht en gaven vol gas.
om hem bij te blijven.
Alle verkeer zoog Pietersen mee met
een onweerstaanbare zuigkracht. Beneden
discussieerden de mensen er over wat dit
geval te betekenen had. De meesten waren
het eens met een slagersjongen, die luid
keels had beweerd, dat 't „een opge
pompte luchtballon" was, anderen meen
den dat men te maken had met een re
clame stunt van een of andere grote firma
Een koloniaal-gezinde Fransman keek
omhoog, wuifde met z'n glacé-handschoen
en zei: mirage, maar aangezien niemand
hem verstond, kwam het idee. dat mijn
heer Pieterse een luchtspiegelling kon
zijn. niet verder. Allemaal dachten ze ech
ter één ding heel zeker te weten: dat het
geen mens was.
DAT WERD LANGZAMERHAND AN
DERS. toen mijnheer Pietersen wat begon
te dalen. Hij had de wolkenkrabber van
het Merwedeplein in de smiezen gekr egen
en besloot, om daar even te gaan zitten
Niet om uit te rusten, want moe was hij
voor geen cent, alleen om even op z'n
gemak dit mooie gedeelte van Mokum te
bekijken. Maar nog voor hij zat, stroomde
het Merwede-plein vol van de mensen en
ook van de andere kant gierden de auto's,
de fietsers en drommen hardlopende voet
gangers aan. Pietersen merkte de belang
stelling nu op en. vriendelijk als zijn aard
was. begon hij te zwaaien. Had hij dat
niet maar niet gedaan, want er ging een
schok door de menigte beneden hem. De
mensen gilden, vele vertegenwoordigsters
van het zwakke geslacht deden prompt
wat van haar- verwacht kon worden en
vielen flauw of daaromtrent en een zenuw
achtige politieman trok z'n revolver en
loste een waarschuwingsschot in de lucht.
En op het moment, dat dat schot viel,
was mijnheer Pietersen een eindje ge
daald. omdat hij bij het zwaaien vergeten
had met z'n armen en benen te roeien,
zoals het behoorde. Hij was. om precies
te zijn, juist gedaald tot voor de bad
Radioverbinding reeds fof stand gebracht
We zaten ergens in Nederland.
Een eenzame plaats, waar geen
lawaai doordrong en waar zo wei
nig mogelijk electrische storingen
waren. Boven het gebouw een
spinneweb van draden, de zoge
naamde gerichte antenne. Op de
tafel een ingewikkeld toestel, dat
wij ongetwijfeld de meest moderne
radio-ontvanger mogen noemen.
Door middel van dit apparaat had
den we reeds méér dan eenmaal
onbekende seinende opgevangen,
die, naar wij met zekerheid kon
den vaststellen, van andere pla
neten afkomstig waren.
Tekens, die wij niet konden ont
cijferen, zodat het tot dusverre
ook nog niet gelukt was andere
planeetbewoners te doen weten,
dat wij op aarde ook een en ander
afweten van radio-telegrafie en
telefonie
En zo zaten we in de grootst
mogelijke spanning te wachten of
er bekende seinen door zouden
komen. Dat zou betekenen, dat
één van de riskantste ondernemin
gen uit de wereldgeschiedenis zou
zijn geslaagd. Het zou de moge
lijkheid aantonen met andere pla
neten in contact te komen. Dan
zouden alle afstanden overwonnen
zijn, zou het heelal voor de men
sen openliggen!
Wij zullen U eerst uiteenzetten,
wat er gebeurd is. Eén van onze
meest roekeloze journalisten, Joris
Nooitvervaard, heeft een meer dan
normale technische knobbel. Hij heeft
een diepgaande studie gemaakt van
alles wat in verband staat met ra-
iio en televisie en sedert de ontdek
king van de atoomsplitsing hebben
wij hem op het redactiebureau maar
een enkele keer meer gezien. Hij
hield zich met proeven bezig.
Het js al weer enkele weken gele
den dat er voor de heer Nooitver
vaard bezoek kwam. Een drietal
Franse geleerden, wetende van de ex
perimenten van onze medewerker,
kwam eens met hem praten over de
resultaten, die hij had bereikt.
We kunnen U verzekeren, dat het
niet mis is. Want zoveel hebben wij
wel van het gesprek begrepen, dat
Nooitvervaard een ontdekking heeft
gedaan, die de splitsing van atomen
tot een onbetekenend ding maakt.
Onze redacteur is er namelijk in
geslaagd, door vernuft en intelligen
tie gewone Hollandse klei tot een zó
enorme krachtbron te maken, dat de
atoombom van Hirosjima er 'n knik
ker bij is.
Hij heeft zijn vinding aan de Fran
se geleerden gedemonstreerd met als
gevolg, dat ze gezamenlijk aan de
arbeid zijn getogen. Ze hebben daar
toe naar de Noord-Oost Polder zich
begeven en hebben daar, temidden van
de onafzienbare kleivelden, een fa
briek in het klein gesticht. Dat was
dan enkele weken geleden. Na dien
hoorden we niet meer van Joris, zo
dat we reeds vreesden, dat hij in de
vette klei van Hollands nieuwste pol
der zou zijn verzonken
Vijf dagen geleden kwam Joris
echter weer opdagen. Zijn mannelijk
gelaat stond nog ernstiger dan ge-
woonlgk en op onze uitbundige be
groetingen ging hij niet in. Geheim
zinnig wenkte hg ons naar zich toe
en het duurde niet lang of de hele
redactie stond om hem geschaard.
„Jullie gaan volgende week met de
ontvanger naar
„De ontvanger van de belastingen
zeker," waagde de jongste onder ons
een grap. Hij had er echter weinig
succes mee, behalve dat hij door een
van Joris' dodenblikken werd getrof
fen.
Toen de rust weer hersteld was,
vervolgde Joris met een grafstem:
„Over twee dagen vertrek ik met
kamer op een der bovenste verdiepingen, in <3
en een niet zo jeugdige maar evengoed
wel op haar eer gestelde dame die op datseDe
moment in de badkuip was gezeten, quaidere
llficeerde de heer Pietersen al voor een
belager van haar onschuld en smeet metw 'J
een eau-de-cologneflesje naar hem, nogpriit
voor zij tijd had gehad om te bedenken, -
dat de meeste mannen zich niet zo ge?ni,lo
makkelijk door de lucht voortbewegen, ande
zelfs al zou er het welslagen van een ga- w
lant avontuur van afhangen. Als dezé'11 w'
dame nu maar wat minder impulsief wasgelu
geweest, dan was alles waarschijnlijk nog p,
goed afgelopen. Maar nu waren de ge
volgen affreus. Het eau-de-cologneflesji wacl
raakte. Het maakte een metaal-achtig enmari
bijna angstig geluidje tegen de schedel
van de heer Pietersen. Tegelijk drong het tje t
revolverschot tot zijn oren door en een ren
klein beetje kruitdamp in zijn neusgaten]
De heer Pietersen schrok ontzaglijk. Vlug het
van begrip als hij was, realiseerde hU zichmoe,
ogenblikkelijk, dat er op hem geschoteii
moest zijn en de klap tegen en de pijn opvaar
zijn schedel overtuigde hem op hetzelfdt i00n
ogenblik er van, dat het schot raak was
ook. Daar hij hier uit begreep, dat hetwe
toch met hem afgelopen was. sloot hij de hem
ogen en liet zich vallen.
Het laatste wat tot hem doordrong was zoud
het gegil in ontzetting van een duizend- 3iae]
koppige menigte. Daarna werd alles stil
en héél lichtblauw. won
H<
den'
„HOE KOM JE AAN DIE BULT op je F
liers... op je hoofd, papa?" vroeg Adriaan,
toen de heer Pietersen een volle inlnuul span
later dan voorgeschreven was aan het ont«
bUt verscheen. !aKe
„Dat wilde ik jullie wel vertellen, kimdanl
deren", zei mama Pietersen met een rouwj].-^
omfloerste, maar duidelijke stem. „Jullie
vader had gisteravond -eh-een tikje t< over
veel gedronken. Hij verbeeldde zich, dats,,itf
hij kon vliegen en dat hij alles tegen zijn"
vrouw kon zeggen wat maar bij hem op-jvan
kwam. Ik heb heel veel moeite gehad orri qt
hem thuis te krijgen, na het kaart-avondje 1
bij de Hendriksen. Tenslotte, kinderen! geu
moest ik hem niet een flesje eau-de-coJ gindi
logne weer bijbrengen."
Mama Pietersen zweeg en keek strak op, c
voor zich op haar bord. De kinderen ke] \var<
ken elkaar en mama en papa aan. De heeij
Pietersen nam zijn zakdoek en veegderen
langs zijn voorhoofd, voorzichtig bij a«He r
bocht uit respect voor de nog gestaag.
zwellende verhevenheid, die de woorden heirr
van mama Pietersen staafde. Dan zei re J,
Mientje met een van binnenpret benauwd
piepstemmetje: Zullen we nou maar gaanmoe'
vlieg.... eten bedoel ik?" loploi
Onze medewerkerjQpjg NoOitVGrV30rd bereiki mei drie Franse geleerden
een klei-atoom raket naar Mars."
Wanneer hij verteld had, dat hij ver
liefd was geworden op de grootmoe
der van zijn schoonmama, hadden wij
hem niet ongeloviger kunnen aankij
ken.
Het werd ons echter dra duidelijk,
dat hij in volle ernst sprak.
„De gebeurtenissen hebben zich de
laatste weken met fantastische snel
heid ontwikkeld", vervolgde Joris
Nooitvervaard, terwijl hij een stoel
nam en de benen ongegeneerd op een
bureau legde.
„Jullie weet, dat ik reeds een heel
eind op weg was om de gewone Hol
landse klei tot de grootste energie
bron op aarde te maken. De onder
zoekingen die ik met mijn Franse col
lega's heb verricht, hebben mjjn uit
vindingen zo vervolmaakt, dat wij 't
thans practisch uitvoerbaar achten,
om naar een andere planeet te rei
zen". Het spottend gelach uit onze
mond kon Joris' enthousiasme niet
verminderen.
Opgewekt ging hij verder:
„We hebben een vervoermiddel ge
schapen in de vorm van een monster
granaat, waarin zich een vertrek be
vindt, waarin reizigers 't enkele dagen
kunnen volhouden. De gesplitste klei-
atomen ontwikkelen zulk een enor
me kracht, dat snelheden van hon
derden kilometers per minuut worden
bereikt, wanneer we eenmaal in de
stratosfeer zijn aangeland. In één
week tijd moeten we Mars kunnen
bereiken! Is dat niet het geval, dan
zullen we in de onmetelijke Kosmos
ons einde vinden". Joris staarde in de
verte, alsof hij visioenen zag. Wij
blikten elkaar aan en wisten niet
wat te doen. Moesten we een krank
zinnigengesticht opbellen of zouden
het slechts gevaarloze fantasieën
zgn?
We helden tot het laatste over,
toen onze geachte collega ons ten
strengste verbood bij 't opstijgen van
het projectiel aanwezig te zijn.
We lieten Joris vertrekken, verge-
'wij
idege
oneii
Hi
zeld van onze beste wensen. Om Ua^de
de waarheid te zeggen dachten we-^e
niet eens meer aan het geval, hoewel Tc
de prachtige ontvanger ons er steeds ken
aan herinnerde. Tot we, nu precies elka
vijf dagen geleden, het alarmerende
bericht ontvingen van nachtelijke ex
plosies .en wonderlgke verschijnselei
in de Noord-Oost Polder. Ogenblik
kelijk stuurden we onze beste repor
ter er per helicoptère heen en reedf
na een paar uur kwam hij opgewoi^
den terug. Niemand wist precies w»
er in de uitgestrekte polder was ge
beurd. Alleen waren enkele Fransen
en een Nederlander, die zich een week 1
of wat op uiterst geheimzinnige wij-
ze bg een nog geheimzinniger instal
latie hadden opgehouden, verdwenen,
terwijl van de installatie niets meer
te vinden was. Op de plek waar z
gestaan had was alles verschroeid. y
De bewoners van de polder hadden
die nacht een hevige ontploffing ge- ea'
hoord en daarna een geluid, tienmaal verv
erger dan van de VI. lfrou
Toen wisten we genoeg. Onze col? het
lega Joris Nooitvervaard was met de serie
Fransen opgestegen en per raket op u
weg naar Mars!
Zouden ze de planeet ooit berei
ken? Zouden ze weer op aarde kun
nen terugkeren? Zou er contact tus
sen onze redactie en Mars tot stam
komen
Razende opwinding maakte zich vai zien.
ons meester. Koortsachtig troffen w< van
voorbereidingen, in vliegende vaar! Wy
snelden onze auto's langs de wogeo ontVi
teneinde de gunstigst mogelijke plaati
uit te zoeken voor het opstellen vai
het ontvangapparaat. a
Mensen, wier bezigheid anders be 1
stond in het beklimmen van een vul
pen, bestegen nu met doodsverachi nc
ting het hoge gebouw midden op <Hno9
Veluwe en spanden daar een antenn« w"oor
die de grootste waarborgen bood vooj -yn»
een ongestoorde ontvangst. j Nu
Het spreekt vanzelf, dat dit alleijprek
kerd
kunt
bespi
op 1