PAAVO NURMI Na-oorlogs voetbal in Italië athleet, die jaren slechts de chronometer als tegenstander had VOETBAL MAC het dan in populariteit winnen van vrijwel alle andere sporten, merkwaardig is het, dat athletiek en zwemmen tijdens de Olympi sche Spelen toch nog steeds de hoofdrol blijven vervullen. Nog nimmer is een voetbaltournooi tij dens de Spelen zó geslaagd, dat het een hoogte punt werd. Merkwaardig is, dat de grootste be langstelling tijdens de Spelen altijd uitging naar de nummers over de lange afstand en dat is zeker niet in de laatste plaats te danken geweest aan Paavo Nurmi, die tot nog toe als enige athleet tijdens drie achtereenvolgende Olympische Spelen één of meer hoofdprijzen wist te winnen. Deze Fin, die op 23-jarige leeftijd te Antwerpen in '20 voor het eerst de aandacht van het buitenland op zich vestigde, was jaren en jaren een klasse apart. In 1920 werd hij op de 5.000 m. tweede jhter de Fransman Guillemet, maar de 10.000 m. was geheel voor de onbekende Finse athleet. Na tuurlijk, de Finnen waren blij met hun gouden medaille, maar zij konden toch nog altijd niet Kohlemainen vergeten, die acht jaar tevoren in Stockholm de 10.000 m. héél wat sneller had afge legd. Maar Nurmi's ster was rijzende. Dat bewees hij prompt vier jaar later in Parijs, toen hij weer de 10.000 m. in enorme hitte zonder moeite won. Die race heeft altijd een grote indruk achter gelaten. Grootser was misschien Nurmi's zege op de 1500 en de 5.000 meter, die hy dezelfde dag liep met een tussenruimte van... een half uurl Hij bracht bij deze gelegenheid de Olympische re cords op resp. 3 min. 53.6 sec. en 14 min. 31.4 sec. in een strijd tegen 's werelds grootste athleten. DOEL BIJNA BEREIKT MEN HEEFT wel eens de veronderstelling ge uit, dat Nui-mi's grote doel is geweest alle we reldrecords voor de afstanden tussen de 800 en de 20 km. op z'n naam te brengen en daarbij nog het uur- en halve uurrecord. Nurmi is indien deze lezing juist mocht zijn vrijwel geslaagd, want ille records van de 1500 meter tot de 20 km. én :1e uur- en halve uurrecords kreeg hij vroeg of aat op z'n naam. In Amsterdam (1928) overtroef de hij eindelijk ook z'n landgenoot Kohlemainen op de 10.000 m. in die onvergetelijke race met Ri- lola, waarover wij voor enkele weken een foto brachten. Kohlemains record stond scherp: het werd met 2 sec. verbeterd en gebracht op 31 min. 20.8 sec. Wat hy niet bereikte was een verbetering van de records op de 800 m. en de kilometer. Die afstanden lagen hem minder goed, maar de lan gere deden hem jaren en jaren schitteren. Nog altijd bezit hij het wereldrecord op de 10 mijl (50 min. 50.2 sec.) en zijn beroemde uurrecord (in '28 te Berlijn gevestigd) van 19,210 km. werd eerst in 1945 met 117 meter verbeterd door zijn landge noot Heino. Of deze prestatie als wereldrecord erkend is weten we niet zeker. Z'n overige records gingen vroeg of laat verloren, maar ondanks dat blijft Nurmi tot de superklasse behoren. Al was het slechts om zijn verrassende veelzijdigheid. r~ KLEIN KANSJE? In deze dagen wegen we nauwkeurig onze kansen af voor de Olympische Spelen, die momenteel in Londen in volle gang zijn. U weet 't: Fanny Blankers-Koen, Nel van Vliet Wim Slijkhuis, ons voetbalteam en misschien ook ons hockeyelftal. Voor dit laatste elftal is er een kans, doch India en Pakistan zijn tegenstanders van wereldformaat! Natuurlijk, er zijn heel wat jaren verstreken, sinds we de Brits-Indiërs (zo was het tnoe nogontmoet ten, maar de nederlagen waren om van te ril len! Weet U. 't nog? In 1928 was het 03, in 1932 liefst 19 en weer vier jaar later 18, alle keren in Amsterdam, Brits-Indië is ge splitst. Maar 't schijnt, dat men èn in Pakistan èn in India héél best spelersmateriaal bezit. Klein kansje dus! NURMI'S TAKTIEK PAAVO NURMI was een bescheiden, misschien zelfs verlegen man. Toejuichingen deden hem niets en altyd onttrok hij zich aan huldebetuigin gen. Nurmi was lange tijd een athleet, die niet wist, wat tegenstand was. Was he misschien daar om, dat hij een speciale tactiek tot de zijne maak te, de tactiek van de chronometer Altijd, bij elke race, liep Nurmi met de chrono meter in de hand. De 100 meter betekent een uit barsting van kracht, een alles geve- in iets meer dan 10 sec. Vóór men gelegenheid heeft aan tac tiek te denken Is de race voorhfl. Met 10 km. la dat anders. Daar komt het aan op een weloverwo gen plan om de krachten te verdelen. Nurmi was daarin een meester. Met tegenstanders bemoeide hij zich niet, maar was overigens uitstekend op de hoogte met hun capaciteiten. Daarnaar richtte hij z'n plannen in. Elke race was voor hem een race tegen het horloge, hetgeen het best tot uiting kwam in zyn ontmoetingen met de roemruchte Zweed Wide. Wide werd altoos nummer 2, kon het nooit winnen. Dat verdroot hem en 't gevolg was, dat hy iedere keer een nieuwe tactiek toe paste. Dat mocht voor de toeschouwers interes sant ztjn, Nurmi ging z'n gang. Wide moest altijd vroeg of laat bukken voor Nurmi's chronometer, die precies aangaf hoe snel de meester moest lopen...... Paavo Nurmi was een groot athleet en wan neer hw in 1932 niet onverrichterzake uit Los An gelos had moeten terugkeren (beschuldigd van geheel bewezen professionalisme), dan waren ver moedelijk enkele nieuwe Olympische medailles z'n deel geworden. Die teleurstelling voor de toen 35- jarige Fin was zeer groot. Deze donkere schaduw bracht het einde, maar in het hart der Finnen neemt hy nog altijd een buitengewoon grote plaats in. De plaats, die hy zonder twyfel verdoent heeft. WANNEER in Engeland een speler idee heeft by een bepaalde vereniging te vertrekken, dan wordt hjj op de transferiyst geplaatst. Die ïysten liggen voor alle clubs ter inzage en wanneer er liefhebbers zijn, komt men doorgaans wel tot re sultaten. Italië kent ook het beroepsvoetbal, maar het gaat hier by transfer heel wat emotioneler toe dan in het nuchtere Engeland. De meest fan tastische omkooppogingen worden dikwyis ge daan, waarby tegenwoordig ook betalingen in natura voorkomen. De Italianen - zyn een warmbloedig volk en het behoeft dan ook geen betoog, dat de op zet van het beroepsvoetbal in Italië vrywel al leen op sensatie gericht is. Méér nog dan in Engeland gaat het hier om het geld en aange zien de lire heel wat minder waard is dan het pond sterling, zijn de meeste clubs dan niet be paald happig op verkoop van bruikbare spelers. Dit heeft in de eerste jaren na de oorlog geleid tot aankoop van verschillende uitstekende Zuid- Amerikaanse voetballers, waaraan millioenen be steed werden. Of de clubs er wel by gevaren zyn? Over het algemeen niet. Daarvoor waren ver schillende redenen. Veelal voelden de Zuid-Ame rikanen zich in het land van de macaroni niet zo best thuis en bereikten niet die prestaties, die de Italiaanse managers verleid had hen uit Uruguay, Paraguay of Argentinië te laten ko men. Het werden dus vaak kostbare paardjes, die de haver niet op konden brengen. En aan gezien het doorgaans wel bekwame voetballers maar niet erg serieuze werkkrachten waren, kwam het nogal eens voor, dat ze plotseling spoorloos verdwenen waren... De Italiaanse competitie is een lange weg. In de hoofdklasse spelen niet minder dan 21 clubs en dat betekent veertig wedstrijden. Favoriet was dit jaar Torino uit Turyn, een ploeg, waar niet minder dan acht internationals in uit kwa men. Nu moet men niet denken, dat men week aan week die acht in het veld ziet verschynen. Vechtpartyen en invasies van het publiek op het speelterrein komen iedere week herhaaldeUjk voor en de spelers lopen dan ook nogal eens het een en ander op. Af en toe komt er een gekreukt in het ziekenhuis terecht. Onderlinge transfers we schreven het reeds hierboven komen dan ook betrekkelijk weinig voor. Na de mis lukte import uit Zuid-Amerika (de steenrijke voorzitter van Inter uit Milaan gaf uit eigen zak 200 millioen lires voor een aantal spelers, waarvan er in minder dan geen tyd drie deser teerden) trekken de managers meer en meer het platteland op om verborgen sterren te zoeken, doch ook daar moet men duur betalen en biyft het risica, dat een bekwaam speler in het aparte milieu van de hoofdklasse geen lire waard blijkt te zijn. NOG ALTIJD GERICHT OP SENSATIE De stadions in 't zonnige land van wylen Be- nito zyn op herrie tijdens de wedstryden over het algemeen uitstekend berekend door meters hoge rasterwerken. Als het echter menens wordt, gebeuren er soms wonderlijke dingen. By de wedstrijd TorinoJuventus in Turijn kwam het tot zo'n uitbarsting. De rasterwerken waren voor de opgezweepte 60.000 toeschouwers niet hoog genoeg en een flink deel kwam er dan ook over. Er vielen een serie gewonden, waaronder de scheidsrechter. De arme kerel kon niet tydig genoeg uit de voeten komen en werd op onge zouten manier afgedroogd. Dat was erger dan de (normale) rotte sinaasappelen e.d., die hy andere keren naar z'n hoofd kreeg gesmeten...

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 10