m Bij jubileum en eeuw !Afs cheid MAJESTEIT NEDERLAND is een van de zeer weinige landen in deze twintigste eeuw, waar de figuur van de regerende persoon eigenlijk niet omstreden is. Er zijn partijen of groeperingen, zeker, die principiëel vóór een republiek zijn, maar dat is nog wat anders. Bovendien maakt niemand zich ook druk zelfs om die principe-strijdvraag; sterker nog, wie hier een partg zou willen stichten en zich en zjjn aanhangers tooien met de naam: Republikeinen, hg zou geen partijgenoten vinden en bij een verkiezing slechts op zgn eigen stem kunnen rekenen. En, wanneer hg trouw zou blijven ijveren, hg zou in de loop» der jaren historie maken. Mogelgk zouden al zijn redevoeringen en geschriften zorgvuldig worden opgeborgen in 's Rijks museum ais zijnde van de grootste politieke zonderling en zot die Nederland ooit kende Zwijger, een Karei de Stoute, 'n Iwan de Verschrikkelijke, zo, misschien, zullen volksmond en geschiedenis ééns kennen een Wilhelmina de Goe de, of een Wilhelmina de Rechtvaar dige. Of een krachtiger, juister en poëtischer benaming. WIJ ZIJN een volk dat wellicht om veel bezit te benijden valt. Om één bezit zijn wij zonder twgfel te benij den: het bezit van een zo geliefde en liefhebbende Koningin. Bijna een men senleeftgd stond Zij aan het hoofd van onze constitutionele monarchie. Bgna een mensenleeftgd, een halve, eeuw voluit, is Zij voor ons een voor beeld geweest van plichtsbetrachting en zelfopoffering, heeft zij voor ons, Haar volk, gediend, was ónze vreugd Haar vreugd, ons leed Haar leed. ONS LEED Hóór leed. Ja, dat vooral. In tijden van voorspoed kun nen de banden tussen ziel en ziel ge makkelijk, los en soepel zijn. In tijden van tegenspoed, in tgden van nood, blijkt eerst hun kracht, hun waarde. Onze gedachte gaan uit naar die vijf rampjaren. Toen waren wg ge scheiden, wg, volk en Koningin. Maar ook: beter dan ooit hebben wg el kander toen leren kennen, meer dan ooit hebben wij elkander toen lief gehad, inniger dan ooit waren wij met elkander verbonden. Toen eerst bleek goed de kracht dier banden van ziel tot ziel. Zij wa ren sterker dan de beproeving. Nog enkele dagen en Koningin Wil helmina zal afscheid van ons nemen als regerend Vorstin. Een afscheid, dat velen weemoedig zal stemmen, dat weer vele anderen zal doen na denken over de wel zeer bijzondere positie, die de Koningin in de laatste jaren in het hart van het Nederland se volk heeft ingenomen. Het koningschap over de ganse wereld heeft zich sedert de beide we reldoorlogen niet meer in de bijzon dere volksgunst mogen verheugen. De kronen rolden over de straat en de monarchieën werden republieken. Er zijn nog maar weinig koninkrij ken overgebleven. Ons land is er een van. En we geloven, dat we daar dankbaar voor mogen zijn. Zelfs wie de republikeinse staatsvorm mocht verkiezen en er zijn nog altijd tallo zen, die deze principiëel de beste vin den, zal moeten erkennen, dat de aan wezigheid van een Vorstin in de ach ter ons liggende jaren van een grote bindende kracht is geweest. Ze is een voorbeeld geweest van moedig verzet. Welk een verschil als we ons land vergelijken met België, waar de moeilijkheden omtrent dé te rugkeer van Leopold niet van de lucht DAT IS merkwaardig genoeg om er even bg stil te staan. Hier, in ons land, is geen partij, hoe „extreem" ©ok, die zich zou kunnen veroorloven ©m het koningschap in de politieke strgd te betrekken. Het is zelfs de vraag of er ook maar één politieke leider is die het in zgn hart zou wen sen. Dat is een machtig iets. Hoeveel Verdeeldheid, hoeveel strgd, haat en ngd er ook in ons kleine landje is, hoeveel kleinzieligheid, bekrompen heid en vooroordeel, bg één punt zwij gen de debatten, staakt het gekib bel. Mag er dan over „het" koning schap nog een nuancering van menin gen zijn, voor Haar, die dit koning schap schier een mensenleeftgd thans vervult, is slechts algemene bewon dering, algemene eerbied, algemene liefde. Het is ook in ons land anders ge weest. Toen Wilhelmina vijftig jaar geleden de troon besteeg, was-de pulariteit van het Huis van Ora~ vooral onder de arbeiders, nietfpiL zonder groot. Het is nog niet zo he lang geleden, dat in de grootste s~ cialistische partg van het land 'n ernst gedebatteerd werd over ue vraag, of een socialistische wethou der wel aanwezig kon zijn, als er leden van het koninklijk huis op be zoek kwamen. is ook bi ons bleven, maet. Zij is ook bi ons bleven." Daarop keken zg elkaar aan en 2\j schudden elkander de hand. Lang en krachtig. IN DIE JAREN heeft ons volk meer dan eens hartstochtelijk getuigd van z^jn verknochtheid aan zijn Ko ningin. En z$j? W§ weten het: uit al Haar gedachten, met heel Haar ziel was Z»j brj ons, temidden van ons. Zij leed, zo fel als één van ons, bg het lflden dat ons trof en trots was Zg op ons volharden, ons verzet. Ve len, zeer velen in ons volk hebben de strgd in de eerste rgen hier gestre den, minder goed begrepen dan Zg, onze Koningin. Zg beleefde met hart en ziel deze verbeten strgd. Zg heeft de angst geweten van de opgejaagde, altgd vechtende mens en zgn geluk bg elke overwinning geproefd. Het was het eerste, wat zg weten wilde van elke Engelandvaarder die Zg ont ving: hoe staat het met het verzet... En bekend is ook de afstraffing, die Zg haar conservatieve raadslieden eens gaf, toen dezen, in hun onbegrip een gekleurd beel^ wensten van de strgd en Haar een gedeelte verzets- lectuur uit Holland onthieldén. Met minder dan de volle waarheid, met mindar 4*an de fftlle omvang van de >trgd Ttftm Zij geen genoegen. De oorzaak van deze grote eu lang durige verwijdering moet men niet uitsluitend zoeken bg de arbeiders. Ook niet ljg het Huis van Oranje. De voornaamste oorzaak niogt wor den gezocht in het feit dat de reac- tie zich van de naam van Oranje be diende in haar strijd tegen het socia lisme. Langzamerhand verflauwde deze methode. Het lied van „alle so cialisten in een harington", zeef te onpas gevolgd door „Oranje Boven", is Goddank verdwenen. Alleen in de woelige Novemberdagen van 1918 heeft wnen nog weer eens gepoogd hetzelfde spelletje uit te halen Wg geloven, dat de houding van onze Ko ningin er veel toe heeft bggedragen dat deze uitingen verstomden. Ze is het symbool geworden, dat, noe pa radoxaal het ook moge klinken, fo eenheid van het Nederlandse v«Ws^ verbeeldt. Het is de grootste verdienste vay de aftredende 'Koningin, dat het af scheid anders en beter gevierd wordt, dan haar inkomste. Ze staat als het ware boven het volk. Ze ziet toe en luistert. En het zal haar genoeg©^ doen, dat het afscheid gevierd vJBrdt, zonder de behoefte om bepaalde de len van het volk in een harington te stoppen. Het volk in zijn geheel beleeft dit afscheid mee. Niet in Duitse slaafs heid en onderdanigheid, maar omdat het zich bezint over een bewogen hal ve eeuw. Een halve eeuw, die haar stempel heeft gedrukt op onze Ko ningin. Maar ook een halve eeuw, waarop Wilhelmina Haar stempel heeft gedrukt. Moge Zg nog lang in ons midden zgn. v. Z. OP DIE gedenkwaardige en ver- schrikkelgke dag in de Meimaand van 1940, toen bekend werd dat koningin Wilhelmina naar Engeland was uit geweken, heerste er voor het eerst in die stormachtige dagen even verwarring in het hart van óns volk. Men kon, men wilde niet geloven, dat Zg van ons was weggegaan. Men kon de harde noodzaak, de gzeren dwang, KONINGIN WILHELMINA. Haar niet zien en niet de plicht die dit af- naam is het symbool geworden van scheid gebood. een volk. Van zgn edelste karakter- Ik hoorde die dag een kort gesprek trekken. Van zgn goedheid en mens- tussen twee zeer oude mannen. Twee Hevendheid, van zgn vredeswil en^ Zeeuwen. Een tgdlang had ik hen rechtvaardigheid, van zgn vasthou- reeds zien staan, naast elkander, met dendheid en wilskracht. hun armen geleund over een hek. Zg Van zijn rechtschapenheid. keken en peinsden. Toen schudde een Misschien, dat dit volk later, of van hen zijn oude hoofd. Hg zei een begrijpend geschiedschrijver, nog langzaam en door zgn stem klonk de eens het juiste, eenvoudige en sterke kracht van het verzet: woord vindt, dat voor Haar naam „Maar wi bluven, Dirk-Jan, wl blu- het bgpassende sieraad zgn kan. Het ven". woord, dat met één klank Haar wezen I Dirk-Jan antwoordde, bedachtzaam tekent. Zoals de volksmond en ge- I en zacht en in zgn stem klonk de achiedenis eens kenden een Willem de kracht van het geloof „Maer, Zg H.M. Wilhelmina en Z.K.H. Print Hendrik WANNEER WIJ thans Haar ge denken, nu het afscheid zo dicht voor ons staat een afscheid, dat per slot zo zwaar niet hoeft te wegen, want wie weet, hoeveel jaren wg haar nog mogen houden als Koningin-Moe der en temidden van ons? past het ons, een blik te laten gigden over Haar leven, om hier met altgd te ar me, te koele woorden vast te leggen wat Zg voor ons wilde zgn en wós. De prinsesjes Irene en Beatrix op de school van Kees Boeke San gedicht, pged qen een H.M. Koningin Wllhmbnlnm", In de bexattlngatij door een enonym dichter gemaakt. Overge nomen uit „he Ceuz •liedboek" Ik zag U, Majesteit» Op al Uw staatsiedagen; Ik zag U dan altijd Eén van Uw glories dragen; De krans der maagdeneer Of myrte sierde Uw slapen, Uw kroon schitterde meer Als diamant op 't wapen. Nu is Uw Majesteit Onze oogen uit, verscholen Wij weten, dat Gij schreit Al houdt Ge 't ons verholen. Ons trekt die grootheid meer Dan grootheid vroeger dagen. Nu wij U zien, met eer Uw kroon van doornen dragen. Moeder en kind DRIE GESLACH1EN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 5