En zó lacht Ameri ka
JIMMY BROWN ALS WIELRENNER
Onisiemming onder landbouwers over
uitblijven van richtprijzen
VOORLENS
Boekje vol van humor van de hand
vakman
van een
Voor mij ligt een opmerkelijk boek
je getiteld: „En zó lacht Amerika".
Het bevat een clolectie typische Ame
rikaanse humor uit de jaren 1940
1045, bijeengebracht door Jaap Sikke-
ma en vertaald en bewerkt door de
bekwame journalist Ten van fieers.
Het boekje is een waardige pendant
van het reeds eerder bij dezelfde uit
geverij (Schcffer en Sikkema te Am
sterdam) verschenen werk. „Het
lachen niet verleerd......", dat een
voortreffelijk beeld gaf van -de En
gelse oorlogshumor.
Het bijeenbrengen van deze Ame
rikaanse grappen verraadt de hand
van de vakman. Er wordt een goed
inzicht geboden in de veelheid van
de gebieden, waarop deze humor zich
beweegt. Voor3l de vele getekende
moppen zijn hiervan even zo vele
treffende voorbeelden. De samenstel
ler heeft er wel voor gewaakt, dat
deze humor van de andere zijde van
de Atlantische Oceaan te moeilijk is
voor het publiek. Dat is een van de
grote verdiensten. Zo immers wordt 'n
belangrijke kant van het Amerikaan
se leven toegankelijk voor de grote
massa. Leert men eigenlijk een volk
niet beter kennen door zijn humor
dan door verklaringen van zijn on
getwijfeld wijze staatsmannen in de
Veiligheidsraad en de UNO Het is
mede daarom, dat ik dit boekje van
harte toejuich. Om mijn woorden waar
te maken -meen ik niet beter te kun
nen doen dan een willekeurige
greep uie deze grappen onder de
aandacht van de lezers te brengen
Betere kansen voor
ontspoorde jeugd
Vandaag. Donderdag 14 Octobei.
Wordt het Rtjkskamp voor sociaie
jeugdzorg „Vreeswijk" te De-urne of
ficieel geopend.
De openstelling van dit kamp be
tekent het inluiden van een nieuwe
phase in de ontwikkeling van het
Rijkskamp- "en internaatswerk voor
de sociaal-labiele jeugd. Als eerste
biedt thans het kamp „Vreeswijk"
aan die jongens, wier leven in ver
keerde banen dreigt te komen of die
reeds met de kinderrechter in aan
raking kwamen, de mogelijkheid zich
in een vak te bekwamen, zodat zij als
geoefend of geschoold arbeider be
tere kansen hebben bij hun terug
keer in de maatschappij. Een lang
gekoesterde wens is hiermede in ver
vulling gegaan.
Na de opening van het kamp zal
het borstbeeld van de oud-kinder-
réchter Mr. G, T. J. de Jogh, de
geestelijke vader van het kampwerk,
Onthuld worden.
De vader
De multi-millionnair John D. Rocke-
feller Sr. kwam in het Willard-hote!
Washington en wenste de goed
koopste kamer (zonder bad). De ho
telhouder was met stomheid geslagen
Maar meneer, uw zoon neemt hier
altijd de mooiste suite!"
Best mogelijk!", antwoordde John
D. „Hij heeft een rijke vader".
Hei brak zijn val
Toen hij met zijn maats op de 94ste
verdieping van de nieuwe wolken
krabber, werkte verloor Finnigan zijn
evenwicht en suisde omlaag. Hij
sloeg met zijn hoofd door het trottoir
heen en kwam in de kelder terecht.
Zijn jnaats zagen hem weer naar bo
ven klauteren en hoorden hem in
zichzelf mompelen: „Gelukkig, dat
het trottoir er was. Dat brak m'n val".
De bus voor Blaricum
Met veel moeite slaagde de jonge re-
cruut er in de dokter er van te over-
tuigen, dat hij niet meer dan tien
meter ver kon zien. Hij had bar
slechte ogen. Maar 's avonds zag de
dokter hem in de bioscoop zitten
en waarlijk niet op de voorste rij.
De jongeman handelde snel, toen hij
bemerk Ie, dat de dokter hem nijdig
bekeek.
„Pardon meneer zei hij nerveus „is
dit de bus vooj Blaricum.
Laai hem maar lopen
„Vader' zei Moeder, „Robbie's onder
wijzer zegt dat de jongen een ency
clopedie moet hebben".
„Is die vent razend" stoof Pa op.
„Laat die snotneus maar naar school
lopen".
Tact
Toen Mariene Dietrich wee" eens 'n
goede foto van zich liet maken, was
ze niet erg tevreden met het resul
taat. „Ik begrijp er niets van", zei ze
„De vorige keer dat U mij fotogra
feerde waren de opnamen zo prach
tig" „Ah, natuurlijk" zei toen de fo
tograaf „maar vergeet U niet dat is
nu tien jaar ouder ben
De sprekende paarden
Het paard wandelde de bar binnen
en vroeg: „Een droge Martini met 'n
beetje tomaten:ap" „Okay, buddy"
zei de barkeeper. Toen het paard de
borrel naar binnen had geslagen, zei
het: „Je zult het wel vreemd vinden,
dat een paard een martini met toma
tensap drinkt".
„Helemaal niet" antwoordde de- bar
keeper „Ik drink 't zelf ook het lief
ste zo".
„ZO ZIT-IE NOU ELKE WOENSDAG
HIJ HEEFT UITGEREKEND, DAT
HIJ EEN DAG IN DE WEEK VOOR
DE BELASTING WERKT'
(Dave Gerard in Collier's)
Geiikt
Soldaat Williams mankeerde op het
appèl en toen de sergeant van de
week hem ging opzoeken, vond hij
Williams, rustig schrijvend, op zijn
krib zitten. „Wel, wel, schrijf je aan
je schatje?" begon de sergeant hate
lijk. „Nee," zei Williams zonder op te
zien. „Ik schrijf aan mezelf'.
„Och, wat een grappenmaker", zei
de sergeant. „En wat schrijf je wel
allemaal?"
„Hoe kan ik dat nou weten, sufferd.
Ik heb -de brief immers nog niet ont
vangen".
O
Met deze enkele grappen, waar
van twee getekende, die dank
zij de medewerking van de uit
gever gepubliceerd konden
worden, is het boekje „En zó
lacht Amerika" natuurlijk wat
al te schematisch weergegeven.
Moge de lezer hiervan althans
een kleine indruk hebben ge
kregen
C. J. v. d. P.
„MAAK JE VOORAL GEEN ZOR
GEN. IK KRIJG JE ERUIT, AL ZAL
IK ER MIJN HELE LEVEN AAN
MOETEN WERKEN"
(Chon Day in New Yorker)
dis1
N1LLWE BONNEN VOOR TABAK*
EN WIJZIGING IN DE
BON AAN WIJZING
Van 24 October af zullen de bon
nen voor tabak tegelijk met de bon
nen voor voedingsmiddelen worden
bekendgemaakt.
In de bonnenlijst van 21 October
zullen derhalve bonnen worden aan
gewezen voor 6 rantsoenen tabak
(tabakskaart) en 2 rantsoenen tabak
(gecombineerde kaart), bestemd voor
het tijdvak van 24 October t.m. 6 No
vember.
In verband hiermede worden voor
de week van 17 tm. 23 October van
de tabakskaart de bon Tabak 116
voor twee rantsoenen sigaretten of
kerftabak, en van de gecombineerde
kaart de bon Tabak 119 voor één
rantsoen sigaretten.of kerftabak aan
gewezen.
Houden van kippen
en eenden vrij
In het kader van het streven be
perkende bepalingen, o a. op voedsel
voorzieningsgebied, geleidelijk op te
heffen, is. voor het komend seizoen
geen regeling ontworpen inzake het
vaststellen van maxima voor te hou
den aantallen kippen en eenden.
Een en ander geldt niet ten aanzien
van de kuikentoewijzingen, welke
voorlopig gehandhaafd zullen blij
ven.
De algemene inleveringsplicht van
eieren is zoals men './eet eveneens
gehandhaafd.
Monsterproces tegen
Franse fascisten
Elf lange jaren heeft men in Frank
rijk gewerkt aan een aanklacht van
1200 dicht betikte bladzijden tekst,
die in de komende zes weken ge
bruikt zal worden tijdens een mon
sterproces tegen 6* mannen en vrou
wen, beschuldgid van lidmaatschap
van de vooroorlogse fascistische or
ganisatie van de Calougards.
De Calougards (de gemaskerden)
verenigden zich in 1935 als een bol_
werk tegen 't communisme en thans
worden de leden o.m. beschuldigd
-van moord, anarchie en illegale wa
penhandel. In 1937 vonden de eerste
arrestaties plaats, toen te Parijs een
belangrijke clandestiene wapenop
slagplaats werd ontdekt. De actie te
gen de Calougards werd daarna voort
gezet, doch tot berechtingen is het
nooit gekomen.
Het spreekt vanzelf, dat geduren
de de bezetting de organisatie zich
geheel op het fascisme afstemde en
buitengewoon brutaal optrad. De aan
klacht noemt o.a. het venr4oorden
van Italiaanse anti-fascistische vluch_
telingen, het opblazen van het hoofd
kwartier van het Franse werkgevers
verbond, moorden (o.a. in 1941 op
de socialistische oud-minister Dor_
moy met een in het bed van het
slachtoffer verscholen bom), execu
ties van „verraderlijke" medeleden
en nog vele andere misdaden.
Ongeveer 400 gécuigen zullen wor
den opgeroepen. Van de 64 "beschul
digden zijn er 20 buitenlands; zij zul
len blfl verstek worden veroordeeld.
Tweede Kamerlid stelt vragen
Door het lid der Tweede Kamer,
de heer den Hertog, zijn aan de mi
nister van Landbouw. Visserij en
Voedselvoorziening de volgende vra_
gen gesteld:
Is het de minister bekend, dat mo
menteel onder de akkerbouwers gro
te ontstemming heerst over het feit,
dat de richtprijzen voor de oogst-1949
nog steeds niet door de regering zijn"
bekendgemaakt?
Is het de minister bekend, dat als
gevolg hiervan het voor de akker
bouwers bijzonder moeilijk wordt tij
dig hun bouwplan op te stellen, als
gevolg waarvan de tijdige bestelling
van zaaizaad en pootgoed grote moei
lijkheden oplevert en tevens de in
het landbouwbedrijf noodzakelijke
spreiding van het risico over de di
verse landbouwproducten in ernstige
mate wordt bemoeilijkt?
Is de minister bereid mede te de
len, of het in de bedoeling van de
regering ligt om, zo nodig in.afwij
king van de door het Landbouw
Economisch Instituut voor 1949 bare
kende prijsbases, de omvang van de
teelt van bepaalde landbouwproduc
ten door zekere prijsmanipulaties in
de door haar wenselijk geachte rich
ting te leiden, een en ander naar
analogie van de voor 1948 en 1949
vastgestelde koolzaadprijzen?
Is de minister bereid die maatre
NURKS
Is het u wel eens overkomen, dat
u een avontuur heeft gehad? Een
avontuur, waarin ge zelf kostelijk hebt
genoten? Het behoeft helemaal niet zo
bijzonder te zijn. Geen wereldschok
kend feit, maar zo maar eens een
avontuur.
Ge verheugt u er reeds op uw
vriend te ontmoeten en het hem in
kleuren en geuren te vertellen. Want
ge zijt overtuigd, dat hij ook uw
vreugde zal delen.
Eindelijk is het dan zo ver. Ge ver
telt uw belevenissen met veel verve.
Ge geniet er nog eens van. Ge windt
u op, terwijl ge vertelt, onderwijl kij
kend, of uw vriend ook geniet van
uw vertelkunst.
Als er op zijn gezicht niets te be-
inzïken valt, spant ge u nog eens da
nig in. Het wordt nu zelfs een boel-
end relaas en ja, het gelaat van de
luisteraar ontspant even. Tuk op suc
ces gaat ge verder, tot ge plotseling
afgesneden wordt door een opmer
king, die neef Nurks uit de Haarlem
merhout eer zou hebben aangedaan.
„Je moet niet zo fantaseren", klinkt
het plotseling. Alle aardigheid is er
af. Ge doet nog een poging om ver
der te gaan, verzekert, dat ge de
waarheid en niets dan de waarheid
spreekt, maar de „vriend" herhaalt:
„Je bent een fantast".
Is het u wel eens overkomen? Mij
wel. En ik vertel nooit meer iets.
In de politiek kunnen de verschil
lende landen het niet zo erg best met
elkaar vinden, maar de Amerikaanse
filmmensen rekenen dat geld niet
stinkt. De vertegenwoordiger van de
Amerikaanse maatschappij. MPEA. de
heer Eric Jhonston is tenminste in
Moskou geweest om te trachten daar
Amerikaanse films aan. de man te
brengen. Na Moskou kwam Tito aan
de beurt en in de terugreis liep hij
even bij Franco binnen. Ook die klop
te hij vaderlijk op de schouder. Mis
schien heeft hij overal wel verteld,
dat de Amerikanen gek op iedereen
zijn. Ten minste als het op „business"
aankomt.
De Amerikanen schijnen plotseling
een bevlieging te hebben voor de Hol
landse tulpen. Naar alle waarschijn
lijkheid zal de export dit jaar acht
millioen dollar bedragen. Wat ons be
treft krijgen ze daar zelfs een hobby
voor bloembollen. Wij eten ze toch
niet meer. Dat hebben we in de hon
gerwinter gedaan. Geef ons er nu
maar Amerikaans vlees voor terug.
We zullen dit jaar met de Sinter
klaas niet verwend worden met ho
ningkoeken. De imkers hebben een
buitengewoon slecht jaar gehad. En
de bijen natuurlijk nog slechter. Door
de koude tijdens de bloeiperiode van
heide en koolzaad, leden de anders
zo nijvere diertjes liever honger en
bleven in de korf. De opbrengst be
draagt nog geen derde van het vorig
jaar.
gelen te treffen, waardoor alsnog op
korte termijn de richtprijzen worden
bekendgemaakt?
'Is het voorts de minister bekend
dat er in boerenkringen enige twfl
fel begint te rijzen ten aanzien van
de waarde, die overigens aan dez®
richtprijzen op de duur kan worden
toegekend, waar deze prijzen geen
garantieprijzen zijn, zodat b(J een
eventueel vortgaande daling van de
wereldmarktprijzen mogelijkerwijs in
toenemende mate voor meerdere pro
ducten ook de nog vast te stellen
richtprijzen niet kunnen worden gi.
haald.?
Indien deze laatste vraag in beves
tigende zin wordt beantwoord is de
minister dan bereid maatregelen te
treffen, waardoor de landbouwers enl
ge grotere zekerheid voor een lonend
bedrijf en een groter vertrouwen is
het landbouwbeleid van de regering
worden gegeven?
VRIJDAG 15 OCTOBER 1948
Hilversum I 301 m 7.00 en 8.00
Nieuws; 7,30 en 8,15 Gram .muziek;
9.00 Schubert-prOgramma; 10.00 Mor
genwijding; 10.30 Voor de vrouw.
10.45 Zangrecital; 11.05 Voordracht;
11.25 Orkest Frans Wouters; 12.00 En
semble Jo Bos; 12.45 Pianospel; 13.00
Nieuws; 13.00 Musette-orkest; 1400
Kookpraatje; 14.20 en 15,20 Gram.mu-
ziek; 15,00 Ons volk in zijn dichters;
16.00 Vioolrecital; 16.30 Jeugduitz.
„Tussen 12 en 16"; 19,00 Orgelspel v.
Johan Jong; 17.30 Muziekpraatje van
Piet Tiggers; 18.00 Nieuws; 18.15 VA
RA felicitaties; 18.30 Strijdkrachten
PrOgr.; 19.00 Denk om de bocht; 19.15
Kwartet Jan Corduwener; 19,30 VPRO
uitzending; 20.00 Nieuws; 20.05 Vier
handig pianospel; 20.30 Cursus: Mid
den in de wereld,H; 21.00 Men vraagt
wij draaien; 21.30 Hoorspel: De
kermis der ijdelheid; 22.00 Buitenl.
weekoverzicht; 22,15 Swing en sweat
22.40 Mej. dr. N. A. Bruining „Van
daag"; 22,45 Avondwijding; 23.00
Nieuws; 23.15 Symphonisch concert.
Hilversum II 415 m. 7.00 en 8.00
Nieuws; 7.15 en 8,15 Vrolijke platen;
9.00 Werken van Engelse componis
tfin; 9.35 Schoolradio; 10.05 Muziek
houdt U.00 ziekenbezoek: 11.40
Schoolradio; 12.03 Kinderliedjes door
sopraan; 12.30 Weerpraatje; 12.33 Or
kest zonder naam; 13.00 Nieuws; 13,25
Orkest zonder naam; 14.00 Middag
concert op gram. pl.; 15,25 Vrolijke
middagklanken v(gr.); 16.00 Radiozie
kenbezoek; 17,00 Na schooltijd; 17.45
De RaaffSchutte, planoduo met
rhythm. beg.; 18.00 Promenade-or
kest; 18.30 Kamermuzie'- (Mozart-pr)
19.00 Nieuws; 19.30 Orkest Geraldo;
20.00 Nieuws en de gewone man;
20.12 Missa Brevis van Kodaly; 20.50
Luisterspel: Uit de schatkamer van
het O.T.; 21.40 Franse muziek; 22.15
Lichte pianoklanken: 23.00 Nieuws;
23,15 Disco-variëteiten.
82. Het publiek had dit schouw
spel ademloos aanschouwd, ademloos
doch ook met instemming, want men
vond de hinderlaag, die men Jimmy
had gelegd niet helemaal netjes.
„Vooruit Jimmy, zet 'm op!" riep ie
mand en deze -woorden wekten een
storm van geestdrift bij de andere toe
schouwers op. Er steeg 'n daverend
gejuich op van de tribunes en er was
niemand, die oo» maar eer. greintje
meelij had met meneer Babbel, die
als een zak vuil wasgoed op de bre
de rug van Jimmy hing.
FEUILLETON
Jean Vaubaron bewijst
zijn onschuld
door
X AVI ER DE MONTEPIN
8). De jonge man, wel beseffende dat het hem voor
het ogenblik niet mogelijk was te werken, wierp zich op
zijn legerstede en wilde gaan slapen. Een enkele, een
onophoudelijke gedachte hield de slaap van hem ver
wijderd. Hij meende voortdurend te midden van de
duisternis, die hem omgaf, het blonde meisje te zien,
bleek en uitgeput, gelijk aan een beeld der smarte.
De gehele nacht verliep aldus en de nacht was lang.
Toen eindelijk het uur aanbrak om zijn zolderkamer te
verlaten, teneinde zich naar het atelier te begeven, had
Jean Vaubaron nog geen ogenblik rust genoten.
Wat ging er toch in deze ziel om? Welk nieuw machtig
gevoel maakte zich zo zegevierend, daarvan meester,
bracht daarin zulk een volkomen verwarring teweeg?
Wanneer men Jean Vaubaron dienaangaande onder-
vraagd had, zou hij ongetwijfeld geantwoord hebben, dat
dit gevoel medelijden was. Doch beter ingelicht dan hij,
kunnen -wij verzekeren dat het liefde was, een liefde des
te sterker, wijl ze zich zelve onbewust was, een liefde,
die de jonge werktuigkundige niet vermoedde en dus ook
niet kon bestrijden, hetgeen hij, zo hij haar gekend had,
wellicht beproefd zou hebben te doen met de woorden:
Ik ben te arm om het recht te hebben haar te beminnen!
Acht dagen"* verliepen er.
Op ae avond van de achtste dag kwam Jean Vaubaron
later dan gewoonlijk thuis. De portierster hield hem
staande op het ogenblik dat hij haar loge voorbijging.
Mijnheer Vaubaron, vroeg zij hem, hebt ge soms
in de paar laatste dagen uw klein buurmeisje gezien?
Neen, antwoordde Jean.
Ik ma., me wezenlijk ongerust over dat schaap,
weet u dat wel?
En waarom?
Verbeeld u, sinds de dag der begrafenis is ze nog
maar twee maal uitgegaan. Hoe en van wat leeft rij?
Begrijpt gij daar iets van? Gisteren ben ik eens wezen
kyken. Ik heb zeker meer dan tienmaal moeten klop
pen, voor zij mij open deed. Ze was zo bleek als een lijk
Ik heb zo tegen haar gezegd: Juffrouw Martha zei ik, itc
kom eens horen of je niet aan het een of ander behoefte
hebt. Wat of het ook is, ik zal het met alle plezier voor
je gaan halen....
Ze heeft me echter heel beleefd bedankt en verzekerd
dat ze niets nodig had. Vandaag is ze uitgegaan. Onder
haar doek droeg zij een mandje. Toen zij na een half
uur terugkwam zag zij eruit als een geest. Ik geloof be
paald dat ze ziek is, mijnheer en als ze niet riek is,
hongert zij zich dood.
Na dit gesprek was het plan van Jean Vaubaron ge
maakt. Hij moest het meisje redden en zocht slechts een
gelegenheid om haar te spreken. Hij zocht zijn kamer op
en juist toen hij de sleutel in het slot stak, hoorde hij
aan de overzijde een dof gereutel, alsof iemand lag te
sterven. De jonge man aarzelde geen ogenblik en op de
deur van de andere kamer toelopend, zette hij er zijn
stevige schouder tegen aan en drukte haar in, Op de
drempel bleef hij ontzet staan.
HOOFDSTUK VI
DE TWEE WEZEN
Een benauwde damp sloeg hem tegen, de damp van
houtskolen, die aan het smeulen waren en vlam vatten.
Het raam was zorgvuldig gesloten. Het jonge meisje had,
voor haar rampzalig plan ten uitvoer te brengen, nog
zelfs de moed gehad om stroken ruw grijs papier op de
reten te plakken, opdat geen enkel deeltje der dodende
dampen zou kunnen ontsnappen.
Zij had zich vervolgens op haar bed glegd, geheel in
het zwart gekleed, de handen samengevouwen, de ogen
naar de hemel, waar zij zich weer met haar moeder
hoopte te verenigen. En zo had zij de dood afgewacht.
Reeds gaf Martha Bernard geen teken van. leven
meer. Haar lippen waren onbeweeglijk haar ogen
stonden strak en onbezield haar hart had opgehouden
te kloppen.
Jean Vaubaron nam het bewustelozè meisje in zijn ar
omen en bracht het naar zijn kamer waar hij het op zijn
eigen bed neerlegde, vervolgens, nog zelfs voor dat hij de
lamp had aangestoken, snelde hij weer de kamer uit en
riep met alle macht van de trap af:
Help! Help!
Weldra bevonden zich een twaalftal personen met de-
conciërge aan het hoofd in de kamer van Vaubaron.
Er moet dadelijk een dokter gehaald worden zei
de hulpvaardige vrouw.
Waar? vroeg Vaubaron met een doffe stem.
Er woont er hier een in de straat drie deuren hier
vandaan rechts. Zijn naam staat op een bordje naast
de bel.
Reeds hoorde de werktuigkundige niet meer en rende
hals over kop de trap af.
De dokter verklaarde terstond dat het een hoogst
ernstig geval was en dat hij voor niets kon instaan.
Wordt vervolgd).