JIMMY BROWN ALS WIELRENNER Welke raadselen zullen hij en zijn helper ontsluieren? Jean Vaubaron bewijst zijn onschuld schrijvende lezers Prof. Piccard, een ondeugend man... Wellicht komen zij rovers tegen van reusachtige afmetingen PROF PICCARD is eigenlijk een ondeugend man. Toen hij net zo lang met zijn stratosfeerballons n de bovenste luchtlagen om onze goede oude Moeder Aarde had geëxperimenteerd totdat hij eens bijna de ver„ stikkingsdood vond, beloofde hij zijn ontstelde eega plechtig, zich nooit meer te wagen aan dergelijke hoogte-acrobatiek. En dat zou dan de reden zijn geweest dat hij maar besloot om eens op de diepste diepten van de oceaan te gaan kijken. Of zijn vrouw bijzonder te spreken is ovcr de wijze van woord houden, weten we niet Vrouwe Fortuna Wat er °°h van die anecdote waar mag zijn, zeker is, dat in prof. Pic card twee wezens verscholen zijn, die als zij elkaar in een mens ontmoe ten, deze de onsterfelijkheid van de roem verlenen. Die twee zijn: geleerde en avonturier. De avonturier alléén en de geleerde alléén, zij kunnen de naam die zij dragen beroemd maken. Maar gaan zij samen, dan wordt, ze ker als tweemaal twee vier is, hun pad verlicht door de stralende glim lach van Vrouwe Fortuna. Och, en deze duldt nauwelijks een sterfelijk "mededingsterPer slot van re kening kan dan prof. Piccard er nauwelijks op aangekeken worden, dat hij list gebruikte om zijn woord te houden en toch zijn zin te volgen Gevaar We/neen Of het diepzee-onderzok, dat de Zwitser Piccard en zijn Belgische helper prof. Cosijns gaan ondernemen buitengewoon gevaarlijk is? Piccard zou gezegd hebben: „Niet gevaarlij ker dan een wandeling over de Kei- zerlei in Antwerpen". Maar zo_iets heeft hij ook wel eens beweerd van zijn uitstapjes met de stratosfeerbal lons en hij heeft nog gelijk dok: men kan overal pech hebben, niet waar? Een mensenleven is maar een broos geval en wie in den Anvers over de'Keizerlei wandelt, is hij zijn leven zeker? Er moet maar eens een dak pan boven op zijn hoofd waaien. Of ergens zal een kelderluik openlig genZo-iets griezeligs kan je tenminste in de bathyscaaf voor diepzee-onderzoek niet overkomen. Geen droppel Maar voor alle zekerheid heeft men deze sterke gietstalen bol toch eerst maar eens op eigen houtje laten ex perimenteren. Dat experiment lukte, nu enige dagen geleden, voortreffe lijk. De nieuwsberichten meldden triomphantelijk, dat er geen druppel water was binnengekomen. Ja, prachtig. Maarwat dat even- tueel wel het geval geweest, dan zou er van de bathyscaaf vermoedelijk niet zo veel meer zijn overgebleven. Laat staan van de twee onderzoekers hadden zij zo-iets meegemaakt. Want als deze bol met zijn elf centimeter dikke wanden het zou begeven, dan zou het water niet naar binnen sijpe len, niet naar binnen stromen, neen, de druk daar bij de bodem van de diepzee is zo enorm, dat de twee onderzoekers in de letterlijke zin door het water doodgeschoten zouden wor den. (Maar, per slot van rekening, nu toe neemt men, als wij ons niet vergissen maar wij kennen maar zeer weinig van de vele theoriën die er ongetwijfeld bestaan aan, dat zij hoofdzakelijk van elkaar leven. Er zou n.1, op grote diepte door het ont- berken van zonlicht en andere oorza ken geen plantengroei mogelijk zijn, ook geen plankton (miscroscopisch kleine plantendeeltjes, het voedsel voor ontelbare millioenen vissen van de oceaan) voorkomen, zodat al deze families van het geslacht „pisces" wei gedwongen zouden zijn om voortdu rend elkander te consumeren. Dat de theorie niet kan kloppen moet, dukt ons, overigens ook de grootste leek direct in het oog springen. Maar ten eerste is het theorie, ten tweede zijn er ongetwijfeld aanvullen de theoriën en ten derde is het nog een vraagstuk. Wat wel vaststaat is, dat or vele roofvissen zijn en waar schijnlijk ook soorten v\i enorme afmetingen. OORLOGSTAAK ZIT ER OP De „Indrapoera" van de Kon. Rot terdamse Lloyd wordt op de werf van j,De Schelde" te Vlissingen omge bouwd van troepentransportschip tot vrachtschip met uitgebreide passa- giersaccomodatie. Op de achtergrond de Franse boot „Columbie" Het grote moment voor prof, Piccard en prof. Max Cosijns is ge- gekomen: op het ogenblik dat wij dit schrijven daalt wellicht hun grote stalen kogel reeds langzaam naar de diepte van de oceaan en turen de beide geleerden ingespannen in de steeds dieper wor dende duisternis, opdat niets van alle wonderen die zij verwach ten hun zal ontgaan Als zij op de bodem zijn aangekomen na een tocht van vierdui zend meter, zal hun woning, hun „bathyscaaf", een wandeling ma ken. Daar zorgen twee sterke motoren aan weerszijden van de ea- bine voor. Mocht er iets misgaan, dan gaat de bol automatisch weer stijgen: de ballast, gewapend beton en ijzervijlsel, laat van de magneten los en de benzine in de drijver die boven-op is aan gebracht, trekt kogel en mensen omhoog. Als zij dan ver van hun schip, de „Scaldis", of zouden zijn, staat hun een radio-zender ten dienste. En een fluorescerende sto(, die over het water ver spreid kan worden, zal eerder de aandacht van zoekende vliegtui gen vestigen op de plaats waar de twee geleerden op hulp wachten. Men ziet veiligheidsmaatregelen te over. Een Belgische maat schappij ztu hen zelfs eên gratis levensverzekering hebben aan geboden brrrrrr op de Keizerlei in België's havenstad kun je óók doodgeschoten worden, als je het heel ongelukkig treft Bij de monsters Wie gevoel heeft Voor de macht van het avontuur zal trouwens gauw geneigd zijn om prof. Piccard gelijk te geven,, dat een ietsje risico deze tocht wel waard is. Bij 'de Kaap Ver- dische eilanden, vier kilometer lood recht naar beneden, *tot in het hartje van de Atlantische Oceaan; wat valt er te beleven? Daar beneden is het donker als de zwartste nacht, maar twee zoeklichten (van Nederlands fabrikaat), elk van 5000 kaars, zorgen er voor dat de vier mensenogen toch nog vijftig meter ver kunnen kijken. Zij zullen genoeg te zien krijgen! Meh kent, de zeemonsters die daar moeten leven, nog niet van aanschou wing. Maar men weet dat zijn er moe ten zijn. Eens heeft men aan een lang touw gedeelten van geraamten van onbekende, reusachtige, vissen en an_ dere dieren van de bodem opgehaald En een Amerikaanse professor, Beebe die veertien jaar geleden al eens 'n onderwaters uitstapje maakte „maar" negenhonderd meter, deed al fantasti sche verhalen over de vissen, die hij zag. Er waren er van allerlei vorm en soort en velen hadden licht op. Ja, licht op: er zijn daar vissen die voor zien zijn van een soort schijnwerper die een verblindend licht kunnen uit stralen. Het schijnt een afweermiddel te zijn tegen grotere rovers, die er de kluts door kwijt zouden raken. Naar believen kunnen.deze lichten worden uit- en aangedraaid" Theorie met hiaat Over rovers gesproken: misschien dat prof. Piccard en zijn metgezel het raadsel^ ontsluieren, hoe al deze diep zeebewoners aan de kost komen. Tot ORKAAN TEISTERDE MEXICO De wervelwind die de laatste dagen de Mexicaanse kust van de Grote Oceaan en de golf van Californië heeft geteisterd, heeft de dood van 7 personen veroorzaakt, terwijl een 20 tal anderen wordt vermist. Acht vis sersboten zijn verdwenen. Opsporingen van uit de lucht heb ben geleid tot het terugvinden van het stoamschip „Santa Fe", dat sinds verscheidene dagen zoek was in de golf van Californië. Het schip bevond zich in nood, faar de masten gebro ken waren. FEUILLETON door XAVIER DE MONTEPIN 11). De avond van diezelfde dag ontving Jean Vauba ron een kort briefje van zijn patroon, die, toegevende aan een gevoel van laffe wraak, hem meldde, dat hij hem niet langer in zijn werk kon houden, en hem aan raadde om zich van een andere betrekking te voorzien. Dit was een harde slag! Het jonge huishouden kon wel eens de dag na het huwelijk gebrek aan het aller- nodigste gaan krijgen, indien Jean niet onmiddellijk werk vond. Doch de hemel zij dank, het was zo niet. Zonder zich te laten ontmoedigen ging de jonge man terstond aan het zoeken en zijn pogingen werden spoedig met een goede uitslag bekroond, hij vond werk op het atelier van een andere patroon, die zijn bekwaamheden weldra naar waarde leerde schatten. En toen gevoelden Jean en Martha zich gelukkig, on danks de ontberingen, ondanks de bekrompen omstan digheden, ja, wij zouden bijna wel kunnen zeggen: het gebrek; zij beschouwden de toekomst door het prisma Tengevolge van de steeds sterker wordende politieke en economische te genstellingen tussen Oost en West in Duitsland, zijn de economische krach ten in het westen samengetrokken door opheffing van de zóne-grenzen. Men kan zeggen, dat hiermede een scherpe afscheiding is gemaakt tussen het industriële West Duitsland en de agrarische Oostelijke zone. Zo zal in het Westen een nieuwe staat ontstaan, welke voorlopig nog wordt aangeduid met de naam Trizonië. De kaart geeft een overzicht van het voormalige Duitse gebied en de uitbreiding tijdens de oorlog. Opval lend is hierbij de enorme inkrimping welke Duitsland thans als gevolg van de vroegere politiek heeft ondergaan. Om het slib Prof. Piccard is niet van plan om ze- te vangen. Zijn bathyscaaf is wel voor zien .van grijpvingers van metaal, die door de mensenhand te bewegen zijn maar deze dienen voor iets anders: om monsters van de bodem mee te nemen en dergelijke. Dat bodemonder zoek kan belangrijke dingen opleve ren. In de loop van al die honderd^ duizenden jaren dat de oceanen De- staan, heeft zich een dikke sliblaag afgezet; die gestaag nog elk jaar aan groeit. En deze laag modder bewaart behalve geraamten en waarschijnlijk fossielen, allerlei geologische bijzon derheden waar de mensheid tot nu toe nooit iets over te weten kwam. De geleerden Piccard en Cosijns is het eigenlijk een wonder dat hnu leven riskeren? Wie, die over enige fantasie beschikt en over een flinke dosis moed, zou niet bij hen willen zijn? En bovendien er zijn allerlei technische hulpmiddelen in en aan de stalen bol, die de veiligheid zo hoog mogelijk opvoeren. Wij vin den dat deze twee natuurvorsers te benijden zijn. Maar wij zullen ons, in het beste gevsl tevreden moeten stellen met de film, die zij op hun tocht naar onbe kende diepten zullen opnemen. PRINCIPE Uw artikel „Slokop" wekte bij mij een gevoel van innerlijke afkeer op. Immers, wanneer U daarin spreekt van „in principe anti-militairist te zijn" en vervolgens uit de geest van deze tijd de conclusie trekt „in zulk een sfeer wil het plantje van het anti militarisme slecht gedijen en we zul len het als bolgewas op moeten ber gen. Mischien kan het later nog weer eens uitgeplant worden", dan moeten wij daartegen verzet aantekenen. Een (principieel anti-militairist zet nooit en te nimmer z'n ideën op stal. Inner lijk heeft een eerlijk mens een af keer van hem, die „bij gelegenheid" met z'n principe's naar voren komt. En onverantwoordelijk tegenover de mensheid is het, als wij van onze hei lige overtuiging niet spreken en schrij ven. Wij zouden onze eigen kinderen niet rustig mer in de ogen durven zien. Eerlijk is het dat men zegt geen vertrouwen meer te bezitten in dat gene, wat men steeds als het juiste heeft beschouwd. Maar trek daar dan iedere consequentie's uit en aanvaardt alles wat door een ongebreidelde be wapening wordt opgelegd. Maar kom dan aan ^ïet einde van Uw tweede artikel „Vrede is duur" ook niet tot deze uitspraak. „Wie meent, dat de tot het waanzinnige opgevoerde uitga ven voor bewapening dienstig zullen zijn om er de vrede mee te kopen, zal bedrogen uitkomen". M.a.w. wij 'moeten stelling kiezen, voor het één of het ander. Of wü zijn voor het oplossen van de economische vraag stukken door middel van geweld en aanvaarden alles wat van ons ver langd wordt, of wij tonen ons wer kelijk volgelingen van Christus en zeggen „alleen de Rede is onze leids man en nooit het geweld". Een Uto pie? In Uw herdenkingsnummer van 8 Oct j.1. schrijft U „deze strijd houdt in de bevestiging dat een volk nooit geknecht zal zijn als de geest van de vrijheid hem bezielt". Onderdruk king, T#an welke kant die ook komt, zal op innerlijke vrijheidsdrang al tijd stranden. Dat is mijn geloof en dat zetten wij als een gezonde plant nooit in de kelder, maar in het volle licht. J. BOMMEZIJ ren niet meer in de ogen zouden moe ten durven zien". Wij hebben met name ia ons tweede artikel een ernstige waarschuwing gegeven, dat de bewapening de vrede niet bevordert Is er een antimilitai- rist die het daar niet mee eens is? Ge zijt waarschijnlijk een idealist Öok wij verbeelden het ons te zijn, ondanks uw innerlijke afkeer. Naast ons idealisme zijn we echter prak tisch. En het i- misschien niet pret tig om het te zeggen, we hebben in de verzetsstrijd mensen gekend, dit met de wapens in de vuist tegen da Duitsers hebben gestreden, hoewel za dienst hadden geweigerd. Mensen, die ook nu weer principieel tegen het militairisme zijn. Dat is de praktijk. Beschouwt ge ze met afkeer? Wij niet Ondanks het feit,"dat wij anders den. ken dan zij, hebben we respect voor ze. Moge dit enkele voorbeeld een waarschuwing wezen om mild te zijn in uw oordeel. Er zou een tijd kun nen komen, dat ge u zelf zoudt moe ten verloochenen. Naschrift redactie We hebben de betrokken artikelen er nog eens op na gelezen en kunnen de tegenzin van Bommezij niet be grijpen. Wy hebben slechts gecon stateerd, dat het antimilitairisme na de tweede wereldoorlog zéér sterk aan kracht heeft verloren. Wie dat niet wil zien, doet gelijk de struisvo gel, die om het gevaar te ontwijken, zijn kop in het zand steeks. Het bezwaar van Bommezij richt zich in hoofdzaak tegen het feit, dat we niet consequent zijn. Het is volgens hem onmogelijk om principieel tegen het militairisme te zijn en er niet naar te handelen. Nee Bommezijl U bent er naast Want als die redenatie opging, zou het hele Nederlandse volk dus prin cipieel militairist zijn. En zo is het niet. Gelukkig niet. Al moge het dan ook zo zijn, dat ge innerlijk een afkeer hebt van mensen die slechtg met hun principes voor de dag komen als het hen voegt. Zelfs zo is het echter niet. Gij ver wart hier wellicht de dienstweige raars met anderen, die zonder dit te willen doen, toch in principe tegen het militairisme zijn. Een discussie hierover heeft geen zin, daar gij die mensen zoudt rangschik^ ken onder de groep, die „hun kinde_ STAKINGEN IN ITALIë 120.000 landarbeiders in de streek van Ferrare zijn in staking gegaan. Zij eisen de naleving van de vakbonds voorschriften inzake de aanwerving. Ook het personeel van het instituut voor de Sociale Zekerheid heeft in ge heel Italië het werk gestaakt. Het eist een wintertoeslag, die het bestuur-dit jaar niet wil toestaan. DINSDAG 19 OCTOBER 1948 Hilversum I 301 m. 700 en 8.00 Nieuws; 7.30 en 8.15 gram. muziek; 9.15 Morgenwijding; 9.30 Arbeidsvita minen; 1035 Gram. platen; 11.00 Voor de zieken; 11.30 Orgelspel; 12.00 Ame rikaanse gram. muziek; 12.33 The Ro- manceïs; 13.00 Nieuws 13.20 The Sky- masters: 14.00 Naailes; 14.30 Radio-ma tinee; 16.40 De Schoolbel; 17.00 Kinder koor; 18.00 Nieuws; 18.30 Ned. Strijd krachten 19.15 Bijnamen in de kamer muziek; 20.00 Nieuws; 20.15 Bonte Dinsdagavondtrein met Wim Sonrie- veld's cabaret; 21.35 Gram. pl. verzoek programma; 22.15 Buitenlands over zicht; 22.30 Pianorecital. 2300 Nieuws. Hilversum H 415 m. 7.00 en 8.00 Nieuws; 7.15 en 815 Gram. muziek; 7.45 Morgengebed; 9.00 Lichtbaken; 9.35 Morgenconcert; 1.0.00 Voor de kleuters; 10.30 Schoolradio; 1100 Mu ziek houdt fit; 1140 Orgelspel; 12.03 Metropole-orkest; 13.00 Nieuws; 13.25 Tenor en orgel; 14.00 Zangrecital; 14.30 Voor de vrouw; 15.00 Schoolradio 15.30 Muziek houdt fit; 16.00 Voor de zieken; 16.30 Ziekenlof; 17.00 Na schooltijd; 17.45 Henk Orthman's Rhyt- mekwartet; 18.20 Gram. platen; 18.45 pianospel; 19.00 Nieuws; 19.15 Andrè's Segovia, guitaar; 20.00 Nieuws; 2012, „Le nozze di Figaro", opera van W. A. Mozart; 21.40 Domstad-kwartet; 22.15 Nederlands kamerkoor; 22.45 Avondgebed; 2300 Nieuws. 85. Waar was Jimmy Bröwn geble- Jimmy was met meneer Babbel op ven? Dat was de vraag, waarmee alles, zijn rug kwaad weggereden en sindt wat iets te maken had met het cir- dat ogenblik was h® spoorloos ver- cuit van Dwaalhuizen, zich bezig hield dwenen. Het peloton was intussen al twee drie maal voorbij gesnord, maar van Jimmy Brown had nie mand meer iets te zien gekregen. hunner liefde, het leven scheen hun schoon en heerlijk toe, omdat zij een paradijs in 't hart hadden. DE ELLENDE BEGINT Toen zij een jaar getrouwd waren, werd de kleine Blanche geboren. Hoewel de geboorte van dit kind hun met grote vreugde vervulde, staat daar tegenover, dat ook de zorgen toenamen. Jean Vaubaron verdiende een goed loon en zij zouden hier ook zeker wel van rond hebben kunnen komen, wanneer zij maar geen schulden hadden gehad. Daar hij het geld voor de meubelen niet ineens had kunnen betalen, kwam er, nu het bij ge deelten ging, allerlei onkosten, intresten enz. bij en hiermede ging het grootste deel van zijn loon verloren. Bovendien besteedde Jean Vaubaron niet al zijn tijd aan het werk, dat onmiddellijk betaald werd, maar werkte hij nog aan een uitvinding, waarmede hij hoopte ineens fortuin te maken. In het derde jaar van hun huwelijk scheen er eens klaps redding te komen. Een model van een dorsmachine, door hem naar een tentoonstelling gezonden, werd bekroond en het eigen domsrecht hem voor vierduizend francs afgekocht door een fabrikant, die er later honderd maal zoveel mee verdiende. Vierduizend frans! Hij was nu rij k! Laten wij nu eerst onze schulden betalen, zei Martha. Een gerust leven is een gelukkig leven. Gerust? vroeg de jonge man, maar ben je dan nu niet gerust? Je ziet toch, dat ik succes heb. Binnenkort ben ik wereldberoemd. Ik kan nu rustig werken.... Martha zuchtte en zei niets meer. Wat Jean Vaubaron betreft hij nam het treurige be sluit zich geheel aan zijn uitvindingen te wijden, verliet het atelier van zijn patroon en huurde in de rue du Pas-la-Mule de woning, waarin .wij hem bij het begin van ons verhaal gevonden hebben. Toen de vierduizend frans maar al te spoedig op waren, slaagde hij er ternauwernood in om zijn brood te- verdienen. Het ene meubelstuk na het andere werd verkocht en tot overmaat van ramp werd de toch al niet sterke Martha ernstig ziek, ernstig, ja ongeneeslijk, wan zij had de tering. Op het ogenblik dat wij onze lezers de woning van Jean Vaubaron hebben binnengeleid, had de kwaal reeds zulke vorderigen gemaakt, dat er niet de minste hoop meer overbleef om Martha te redden. Wij hebben de dokter zelve het noodlottige vonnis horen uitspreken, dat zijn bezoeken vöorfian overbodig werden. Doch dit was nog niet alles, want sinds enige dagen hadden zich bij de kleine Blanche verschijnselen voorgedaan, die zorg wekkend waren in het oog van de verschrikte vader. Bij zoveel ongerustheid, zóveel angst, zoveel leed voeg den zich nu nog niet te ontwarren geldelijke moeilijk heden. Martha's ziekte had veel gekost. Van alle kanten kwamen de schuldeisers opdagen. Bijna geen dag ging er om of Jean Vaubaron werd in zijn woning lastig ge vallen, ja, vaak beledigd door dringende schuldeisers, een omstandigheid, welke hij voor Martha moest zoeken te verbergen, die hij dan door allerlei vrome leugens geruststelde. Wy moeten daarenboven van een andere schuld spre ken, die nog onrustbarender was, wyi *y tot niets meer of minder leidde, dan om de vrijheid van de werktuig kundige te bedriegen. In de dagen van Jean Vaubaron bestonden de spoor wegen nog niet en nu had hij een soort machine ver vaardigd met een zeer kunstig raderwerk en welke in staat zou zijn inplaats van paarden de zwaarste wagens te trekken. En dan nog had hij een uitvinding gedaan, welke bijna voltooid was, n.L het maken van een pop, die als men het raderwerk opwond zou kunnen lopen. Ongelukkigerwijze moest hij proeven nemen, hij moest zoeken voor hij tot een beslissende oplossing kon ge raken, en het geld ontbrak de werktuigkundige tot het aanschaffen van de allernoodwendigste grondstoffen en de kostbare gereedschappen, die hij behoefde.. t (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 3