Evenijes nadenken Van grote mannen en kleine knikkers Een eigenaardig vermaak in Groot-Schermer (Van een bijzondere medewerker) Waneer ge dit opschrift leest, waarde lezer, dan moet ge niet den ken, dat we er mee bedoelen, dat dat de grote mannen in Groot Scher mer kleine hoofden hebben. Neen. Zo is het niet. Voor zover we het hebben kunnen beoordelen, zyn de hoofden in de Schermer even normaal als in ieder ander deel van Neder land. Neen het gaat om heel iets an ders. In de Schermer wordt door de ouderen nog een sport in ere gehou den, zoals dat in Nederland wel ner gens meer zal voorkomen. We hadden er reeds meer van ge hoord er nu wilden we zelf het naad- je van de kous weten Zo voerden de lijnrechte wegen van de Schermer ons naar het vriendelijke dorpje, ge naamd Groot-Schermer, dat op deze rustige Zondagmorgen als ingesla pen schijnt. DE HUISJES SPIEGELEN zich in het stille water van de vaart, slechts een enkele inwoner is te zien. Vrouwen zien we bij"na in het geheel niet. Gen wonder, want ze hebben het op deze dag nog drukker dan an ders. Een mens wil met de Zondag immers nog wel eens wat extra's .eten, terwijl de klok even Snel draait als andere dagen. Zo mogelijk nog sneller. En om twaalf uur precies moet het eten op tafel staan. Liefst nog wat eerder, maar in geen geval later, want om half een begint voor vader de sport. Dan moet hij op het terrein zijn. U zult u wellicht afvragen, of de rustige huisvaders van Groot Scher mer op hun oude dag nog aan voet bal doen, of aan honkbal, of hockey, of dat ze biljarten of wat dan ook. Neen. Daar slaat nu het opschrift van deze reportage op. DE GROOT-SCHERMERS KNIK KEREN. Precies om half één komen ze aan uit alle hoeken van het dorp. Piet en Klaas, Dirk en Kees, Ba rend en Jan en nog vele anderen la ten hun huisgezinnen elke Zondag in de steek om deze sport, die wy als kindersport beschouwen, te beoefe nen. En wie te laat komt, doet niet mee. De baan, waarop een vreedzame, maar daarom niet minder spannende strijd wordt geleverd, bestaat uit een kaal stukje wegberm, dat aan de ene zyde wordt begrensd door een hou ten hekje en aan de andere kant door de min of meer hobbelige keien van de dorpsstraat. Het is of de tijd op deze men sen geen vat heeft gehad. Niet al leen op de mensen. Op de hele omgeving. Het speelterrein is ge legen vlak tegenover het prach tige zeventiende eeuwse Raad huisje, waarop met enorme cyfers Kort verhaal Dikke ome Hein had het na drie kwart eeuw van bezuinigen en schra pen moeten verliezen van magere Hein en nu waren zijn familieleden bij elkaar gekomen om hem de eer ste en laatste eer te bewyzen. Mijn vrouw was door een griepaanval ver hinderd meer op condolatiebezoek te gaan, maar haar afwezigheid werd meer dan vergoed door mijn zesja rig dochtertje. Mijn protest om het kind mee te nemen werd genegeerd met een klein huilbuitje op de divan en zo was ik met Sjjtje op weg naar de stoffelijke resten van een bewo ner van het onder- nu bovenmaanse. Sijtje stelde zich aan als een school jongen die naar een interlandwed strijd ging en huppelde langs de hui zenkant stoepje op, stoepje af, steeds weer het haar ter dege ingeprente woord uitstotend: „Gecondoleerd stoepjegecondoleerd'. Eindelijk bereikten we het sterfhuis. Ik ver bood Sytjc om verder op één been te hinken en trok zelf mijn lijdensge zicht in de juiste plooien. Mijn doch tertje stevende regelrecht op de som ber kijkende familieleden af, gaf een leder netjes een hand, daarbij met haar schreeuwerige stemmtje uitroe pend: „Gefeliciteerd, wel gefelici teerd".Zand erover, letterlijk en figuurlijk. Ome Hein werd met zijn naamge noot geconfronteerd en de familiele den namen later aan de welvoorzie ne broodtafel plaats. Sijtje zat naast mc. Tot nu toe had ze zich zeer kalm gedragen. Dan trok ze me aan de mouw. „Paps, mag Ik een beschuit je?" Ik gaf het haar. „Mag ik er zelf jam opdoen?" De jampot lokte, maar de vraatzucht van myn voor- en nageslacht kennend zei ik: ,*'"*e kind, later als je groter bent". Ver ongelijkt pruttelde nu Sijtje„Hu, ik mag nooit wat, nou hebben we er- Is een feestje enHet laatste was onvrstaanbaar door een luid ruchtig meesmuilen van tante Kla- zien. Stomverbaasd heeft Sijtje toen Ik haar aan de hand meevoerde naar de W.C. om haar gebruikelijke vyf minuutjes huilstraf te doen onder gaan, achterom gekeken naar oom Henk, die de inhoud van een kop -koffie door zijn neus op het witte ta fellaken deponeerde. het jaartal 1639 te lezen staat. Dat raadhuis voert ons terug naar de Gouden Eeuw, evenals de tal rijke voorwerpen, die er In te vin den z(jn en die herinneren aan het grote verleden van deze plaats. Zou daarvan soms nog de naam Groot Schermer afkomstig zijn? Men zou zich er niet over ver wonderen, als men de vroede va deren, gekleed in kuitebroek, met fraaie kanten kraag en manchet ten, de lange Gouwenaars in de mond, nog in de Raadszaal zag zitten. Zo sterk herinnert hier al les nog aan het verleden. In deze historische omgeving zyn de jongens dus aan het spel bezig. „Jongens!" Weet u hoe oud deze „jongens" wel zyn? Wel, de jongste schatten we toch op min stens veertig, terwyl de meesten reeds over de helft zijn. Om dan niet te spreken over- die ene vete raan, die, naar we menen acht en zeventig is en die nog maar ter nauwernood de knieën kan bulgen, maar die onverflauwd -meedoet. DAN BEGINT HET SPEL. Ze heb ben allemaal hun twee centen opge zet en een ogenblik later schieten de knikkers over de baan. Als we even hebben gekeken, ontwaren we alras, dat dit meer is dan spel. De deelne mers beschikken over een trefzeker heid, waarvan we versteld staan. De knikker rust op de gekromde wijs vinger en wordt met de duim weg geschoten, waarby uiterst behendig gebruik wordt gemaakt van elke on effenheid of helling van de baan. Als ge soms denkt, dat ge op een afstand van een meter of vijf veilig zoudt ztfn met uw knikker, hebt ge het mis. Met arendsblikken wordt de positie opgenomen, even balan ceert de schutter de knikker op de wijsvinger, dan schiet de duim uit als een veer en met feilloze zeker heid wordt de tegenstander „ge dood". Het slachtoffer raapt met ont stemde blikken de uit het veld ge schoten knikker op, maar wat een vreugde glanst er.in de oude ogen van de schutter, als er een goed schot gelost is en de knikkers tegen elkaar ketsen. Men speelt dit spel niet alleen. Ieder heeft een maat en er zyn nog heel wat dingen, waar men op moet letten. Niet alleen, dat men enp.d moet kunnen mikken, maar men moet de eigen knikker ook goed af weten te leggen. Dat betekent, dat het voor de speler van de te genpartij moeilijk is hem te ra ken. En als er dan tenslotte een paar in geslaagd is, om al de ande ren te „doden", krygen ze al de op gezette centen en kan een nieuw spel worden begonnen. DIE GENTEN, DAAR IS ook nog een eigenaardigheid aan.' Want U moet niet geloven, dat er maar ge woonweg alle soorten centen worden aangenomen. Niet waar, we hadden koperen en zinken centen. Maar nu, noch gedurende de hele oorlog wer den zinken centen als een gangbaar betaalmiddel aangenomen. Zinken geld is nu eenmaal minderwaardig bij de beoefenaars van het knikker spel. Ook in dat opzicht heeft de tijd in Groot Schermer geen vat kunnen krijgen op de beoefenaars van het edele spel. AJs u eens nader kennis wilt ma ken met deze uitzonderlijke tak van sport, neemt dan uw fiets eens ter hand en begeeft u op een mooie Zon dagmiddag eens naar Groot-Scher mer. In de eerste plaats geniet ge, van de wjjdheid van het Hollandse Polderlandschap, maar in Groot- Schermer zelf aangekomen, kunt ge u aansluiten by de rjj van kykers, die steeds de baan omzoomt. -Dan kunt ge genieten van dit spel. Dan zult ge misschien iets leren begrepen van het vuur, waramee hier om slechts luttele centen wordt gespeeld. Dan vermaakt ge u met de op merkingen, met de raadgevingen, die de oudjes geven aan de „jon kies". Jonkies, die in ieder geval allen reeds een leeftijd hebben, die niet meer aan de jeugd herin nert. Ge leeft mee met de afkeu rende blikken, waarmee een on benullig schot wordt begroet en het zal niet lang duren, of ook aan uw mond ontsnappen de uit roepen. Dan roept ge ook „aai" en „och", al naar gelang een schot prachtig raak is of rakelings langs de knikker stuift. Er zijn mensen geweest, die zo maar eens even kwamen ltyken. Eventjes maar, omdat het toch wel niet veel zou zyn. Drie uur later NIEUWE ZWEEDSE REGERING Tengevolge van de mislukking van de onderhandolingen tussen de sociaal democraten en de boerenpartij over de regeringskwestie, is de Zweedse eer- ste-minister tot een regeringswijziging overgegaan. De nieuwe regering is, zoals de vo rige, uitsluitend samengesteld uit so ciaal-democraten. stonden ze nog te kyken, terwyl ze bijna niet weg konden komen. WAT DE SPELERS betreft, is dat ook niet nodig. Ze trekken zich noch van uw komst, noch van uw heengaan iets aan. Ze gaan door, Onverstoorbaar en onvermoeid. Slechts als de zon onder de kim is verdwenen en de duisternis verder spelen onmogelijk maakt, houden ze op. Naarmate dat ogenblik echter na der komt, wordt het spel nog en thousiaster, dringen ze er bij elkaar op aan, om voort te maken en dan klinkt de stem van de oude Barend herhaaldelijk: „Opskiete joós. Ut is zo donker". In de schemer wandelen de man nen van Groot Schermer dan weer naar huis. Ze bespreken het spel nog eens grondig, alsof het een interna tionale voetbalwedstryd betrof. Ze praten na over een paar prachtige schoten of over een op een haar na gemiste kans. Ze redetwisten over gemaakte fouten en ze zien al weer vol verlangen naar de volgende Zon dag uit. HOE OF DIT SPEL IS ONT STAAN? We weten het niet. Werd het in vroeger tijden in meerdere plaatsen in ons land gespeeld? Of is het steeds iets speciaals van Groot Schermer geweest? Men kon ons er niet nader over inlichten. Weet een van onze lezers er soms iets meer van? Dan houden we ons aanbevo len voor nadere inlichtingen. (De gegevfens voor dit arti kel ontleenden we aan in lichtingen, die ons welwil lend werden verstrekt door de heer J. E. van Dok. We zeggen hem hartelyk dank.) Herinneringen van Een onvrijwillig bad Naar aanleiding van onze eerste publicatie, waarbij we herinneringen ophaalden, kregen we een paar brie ven, waarvoor we erg dankbaar zyn. Niet alleen omdat we er gegevens uit konden, halen, maar vooral omdat er uit bljjkt, dat onze herinneringen met genoegen zyn gelezen en door een bepaalde categorie zelfs worden gewaardeerd. Dat heeft ons de moed gegeven om verder te gaan. En we denken deze keer eens aan gebeur tenissen. die nog niet eens zo heel lang geleden zijn. Het was gedurende de oorlog. Het amateurisme vierde hoogtij. Ondanks de belemmeringen, die ons in de weg werden gelegd, gingen we door, zo lang we maar enigszins konden. We hadden maling aan de cultuurkamer en we hadden maling aan sper-uren. We trotseerden de dichtste duister nis en martelden met pietepeuterige lichtjes langs stikdonkere wegen. GIJ TOESCHOUWERS in de zaal die gedurende die ellendige bezet tingsjaren enkele uren verpozing hebt beleefd, ge weet niet welke op offeringen de amateurs zich hebben moeten getroosten om het zó ver te krijgen. Ik herinner me nog. dat we een hele avond naarstig hadden ge repeteerd. Een paar uur lang in het licht van een meedogenloze schyn- werper gekeken, tot het einde er was. Een zucht van verlichting ont snapte ons. Want het is wel eens moeilijk om een dramatische scene telkens maar weer te herhalen, als je medespelers, die zich op dat mo- ment niet op het toneel bevinden, een toneelspeler achter de coulissen voortreffelijke anecdotes vertellen, waar ze om zit ten te proesten. Enfin, het was afgelopen. We hol den de zaal door, grepen de fiets en begaven zich op weg. Wellicht kunt u zich de verwarring voorstellen, die ontstond. Onze ogen waren nog ver blind door het licht. Onze lantaarns waren goed verduisterd. In een mini mum van tijd lagen enkele onbesuis- den over de weg. Ze hadden een bot sing niet kunnen vermijden. Pijnlijke uitroepen verstoorden de nachtelijke stilte. Verwensingen werden aan het adres van de Moffen geuit. TOEN BEGON EEN vraag en ant woordspelletje. „Waar ben je Trien?" Er kwam antwoord. Piet meldde zich ook present, evenals Henk, Ali, Kees, Jaap, Marie. Tot een argeloze de vraag stelde, waar Jan was. Er kwam helaas geen antwoord. Dringender werd de vraag herhaald. Een spreekkoor vormde zich. Toen klonk er plotseling een woe dend gesnauw. „Houdt maar op met dat geblèr. Steek liever een lucifer op. Ik sta hier midden in sloot". Er ontstond onder de mensen op de wal een be- grypelijke consternatie. Voetje voor voetje schuifelden de aanstaande redders naar de slootkant, af en toe een lucifer afstrijkend En ja, daar ontwaardden ze Jan, die midden in de sloot stond. Jan was een beste kerel. Een trouw kameraad. Hij had echter een ge brek. Hij was een weinig Duitsge zind. Zonder daarom nog tot de Na zi's te behoren. En toen we hem daar zo zagen staan in het telkens weer opflikkerende licht van de maar even brandende lucifers, klonk p'otseling de stem van een spotboef onder ons: „V is victorie. Duitsland wint op alle fronten". Ondanks de minder aangename si tuatie wa3 de vreugde uitbundig, vooral toen Jan. op de wal krabbe lend, verklaarde, dat alle Duitsers hem gestolen konden worden. Inderdaad liep hy enkele weken la ter met illegale kranten. WIJ HEBBEN U DIT intetrmezzo niet verhaald, omdat het zo grappig was. We hebben er alleen mee willen demonstreren, dat de rasechte ama teurs zich nergens door laten terug schrikken. Want Jan was de vijftig al ruim gepasseerd. Maar de volgen de week stond hij weer op de plan- Ja, dat was een bewogen tijd. Wat hebben we soms niet een moeilijkhe den gehad. Moeilijkheden, dié eigen lek zo klein waren, maar waar je toch maar geducht over liep te pie keren. We zouden „De rechte lijn" opvoeren, het bekende Indische stuk van Fabricius. Daar komt een ko loniaal in voor, die natuurlijk in uni form op het toneel verschijnt Uni formen waren echter in die tyd niet toegestaan op het toneel. Het zou aanleiding kunnen geven tot demon straties van de zyde van het publiek. Leiden was in last. Besprekingen met de burgemeester! Het ging toch immers niet aan om een koloniaal in een sarong op het toneel te laten rondhuppelen. Of in een zwembroek je, om van een smoking maar niet te praten. Uiteindelijk adviseerde de burgemeester om dit laatste toch maar te doen en dan van te voren een verklaring af te leggen, dat het een koloniaal in uniform moest voor stellen. HELAAS VOELDEN WE niet veel voor deze oplossing. Want we voor zagen, dat deze verklaring, die na tuurlijk door onze voorzitter moest worden afgelegd, eerder tot demon straties uit het publiek aanleiding zou geven, dan een onschuldig uni form van een oude koloniaal. Wes halve we deze mening ter kennis brachten van de burgemeestter. Het slot was, dat we hebben ge speeld in uniform. En er is geen de monstratie geweest. Trouwens nie mand kon ook zeggen of het de uni- foorm van een koloniaal was, of van een politieagent uit 1890. Ja, die costumes. daar zou je een boek over kunnen schrijven. Wat is dat soms een gesukkel. Vooral in de tyd, toen er maar sporadisch een vrachtrijder ging en je dus al blij was. als je een costuum in huis had. Toch was het vraagstuk niet opge lost, als je over het costuum be schikte. We hebben eens .een prach tig costuum gehad voor een predi kant Helaas waren de armen van de speler te lang. of de mouwen van het costuum te kort. Wellicht alle bei. De hele avond heeft die predi kant gesukkeld. Hij trachtte zijn ar men te doen krimpen en de mouwen te rekken. Wilt u geloven, de rol is in het water gevallen, alleen doordat' de mensen steeds maar moesten lachen, ook al was de scene ernstig. - O - REVOLUTIE IN PERU In Zuid-Peru is een revolutie uitge broken ter ondersteuning van generaal Mauael Odria, voormalig minister van Binnenlandse Zaken en Politie. Ge neraal Odria heeft met vijf regimen ten Arequipa, op een na de grootste stad in 'Peru, en het omringende ge bied in zijn macht. De Canadese minister van Buiten landse Zaken, Lester Pearson, herft verklaard, dat Canada, Amerika, en Engelnd en de landen van de Bene lux ervan heef' verv'.ftigd. <iat het be reid is met deze en andere Noord- Atlantische Staten onderhandelingen aan te knopen met het denkbeeld een regionaal veiligheidspact te sluiten. „Steropa" (links) won de Cambridge hits Stakes, die Woensdag in New- market (Engeland) werden verreden, vóór Royal Tara. De sensatie van de race was echter de strijd om de derde plaats tussen Impeccable en Pat- chouly, (verst van de camera die tenslotte onbeslist eindigde. Uit het Rijk van Godin Ca'issa Th. D. van Scheltinga In dr. Max Euwe heeft ons land een schaker van wereldklasse, maar velen zullen misschien niet weten, dat ook de Amsterdamse Fries Th. D. van Scheltinga een schaker is, die in talryke belangryke internatio nale tournooien uitmuntende resulta ten heeft geboekt. Samen met Prins en Kramer vormt hij achter Euwe 'n klasse apart Zo won Van Scheltinga niet lang geleden samen met de Deen Paul- sen een internationaal tournooi te Aalborg, waaraan o.a. de bekende Zweed Stoltz en de even bekende En gelsman Wood aan meededen. Zij konden het echter niet redden. Wy geven uit dit tournooi een fraaie party van Van Scheltinga. Wit: Hansen (Denemarken) Zwart: Van Scheltinga. Koninginne-gambiet. 1. d2-d4, Pg8-f6; 2. c2-c4. e7-e6; 3. Pgl-f3, d7-d5; 4. Lcl-g5. Lf8-b4; 5. Pbl-c3, d5xc46. e2-e4, b7-b5 (ge- bruikeiyk is 6...c5); 7. e4-e5, h7- h6; 8. Lg5-h4, g7-g5; 9. Pf3xg5, h6x g5; 10. Lh4xg5, Pb8-d7 (een dergely- ke stelling als in het antiy- Mera- nergambiet. Het verschil is, dat zwart Lb4 in plaats van c6 heeft ge speeld); 11. Ddl-f3 (wit tracht van de veranderde omstandigheden te profiteren), Ta8-b8; 12. Lg5xf6, Pd 7xf6: 13. Df3xf6, Dd8xf6; 14. e5xf6. Lc8-b7; 15. f2-f3, a7-a6 (de stelling biedt ongeveer geüjke kansen: wit heeft een pluspion, zwart beschikt over het loperpaar; 16. 0-0-0, Lb4- d6; 17. h2-h4. b5-b4; 18. Pc3-e4, Ld6- f4; 19. Kcl-c2 (Beter misschien 19. Kbl), Lb7-d5; 20. Pe4-d2? (een winstpoging, die wit noodlottig wordt Juist was 20.g3), b4b3! (De inleiding tot een opmerkelyke ko- ningsaanval zonder dame); 21. a2x b3, c4xb3; 22. Kc2-bl (op 22. Kc.3 volgt zeer sterk 22.e51), Tb8-b4; 23. Lflxb3; 22. Kc2-bl (op 22. Kc3 volgt zeer sterk 22. e5!), Tb8-b4; 23. Lflx a6 (een wanhoopszet, die het einde versnelt); 0-0; 24. La6-c4 (wit geeft een stuk, omdat hy geen andere pa rade heeft tegen 24...Ta8, benevens 25...Tba4 en mat op al), Ld5xc4; 25. Pd2xc4, Tb4xc4; Zwart had hierna heel weinig moeite de party in zijn voordeel te beslissen. Tussen Wit en Zwart Pierre Gesthem, wereldkampioen sinds 1945, heeft een boek geschre ven, waarin hij vertelt, hoe hij tot het wereldkampioenschap dammen is gekomen. Verlucht met talloze voor beelden en analyses van partijen is het boek een enorme verzameling damkennis geworden, waarin de we reldkampioen ons een les geeft in dammen, zoals wellicht nog nimmer is verschenen. Werkelyk schitteren de staaltjes van damtecbnlek, voor al in het klassieke genre, worden ons voorgetoverd en het is een blyvend genot in dit boek te gaan studeren. Enkele zeer merkwaardige dingen worden ons in het boek verteld Zo b.v. de beroemde stelling De Haas Fabre, de zo bekende 10 om 10 stelling als op diagram I hier gege ven, wordt in het boek als gewonnen voor wit aangegeven. In Holland is deze stelling als re mise bekend, hoewel lang en diep naar winst js gespeurd door vele, sterke spelers. Echter geeft ons de heer Gesthem géén analyse van deze stelling, zodat wy wat dat betreft, nog niet wyzer worden. Een ander merkwaardig stuk is de stelling Springer-Keiler, de stel ling uit de eerste matchparty tus sen genoemde heren, welke remise werd, doch waarin Gesthem ons de wir.st aantoont. Passende in het raam onzer klas sieke voorbeelden der laatste tyd, geven wy hjer een verkorte weerga ve van de analyse van Gesthem. In Holland is het boek nog niet uitgegeven. Slechts enkele proef nummers zyn in omloop, waarvan wy de eer genoten er een toegezon den te krijgen. Wij kunnen evenwel alle dammers aanraden het boek aan te schaffen, zo gauw het hier ver krijgbaar is. DE STAND DE HAAS-FABRE Is het toch gewonnen? Wit aan zet De stelling Springer-Keiler: Zwart 11 st. op 3, 13. 14. 16. 17. 18, 19. 21, 23, 24. 26. Wit 11 st op 27. 28. 32, 33, 34, 35. 37. 38, 39. 43. 48. In de stelling Springer-Keiler geeft Gesthem als volgt de winst aan: 1: 34-30. 17-22; 2: 2817, 21:12; 3: 33-28: 12-17; 4: 39-33. 17-21; 5: 30- 25, 3-8: 6: 28-22. 23-29: 7: 43-39. 18 -23; 8: 33-28, 8-12; 9: 48-43. 12-18: 10: 39-34. 29:40: 11: 35:44, 23-29; 12: 44-40, 18-23; 13: 43-39. 24-30: 14: 25-34. 14-20; 15: 40-35. 29:40; 16: 35:44. 23-29; 17: 44-40 en wint daar 39-34 njet meer is te keren. In een zee van ondervarianten toont de analysator ons dan de winst volledig aan welke wy hier, wegens plaatsgebrek aan de belangstellende lezer moeten overlaten. Wy kunnen evenwel niet genoeg er de aandacht op vestigen hoe belangryk dit is voor het partyspel. In onze volgende rubrieken zullen wy eens iets vertellen over de stel ling de Haós-Fabre, zoals die in Hol land bekend is. Ter oplossing deze week een pro bleem van J. H. van Alphen te Haar lem. Wit speelt en wint Oplossing der problemen uit de vo rige rubriek. Stapd zw. 1, 5. 6, 9, 11. 13. 16, 18. 19. 24. 30. 34. 36. Stand wit 15. 17. 21. 22. 27, 32. 33. 35. 38. 39. 44, 45. 47. Opl. wit 17-12 (18:7 gedw.) 47-31. (36:47 anders slaan komt op hetzelfde neer) 21-17. 38:49, 17-12, 27-21, 49-43, 45:3. 15- 10, 5:19 (over 24). (30-34) 35-30, 19-2 met winst. Stand zw. 13 st. 7-10, 12-14, 16,17, 22. 26. 35. 36. Stand wit 14 st 23-25, 28-30, 32- 34. 73. 38. 41-43. Opl. 24-20. 29-24. 23-18, 28:19, 34- 29, 33-29, 37-31, 32-27, 25-1. 1:5 rc#t winst. Twee moeilyke vraagstukken. O - ONZE PUZZLE Hoe oud zyn de baron cn zijn huisgenoten „Zet", bromde baron Michel de Bu- vereau Nérouges met iets geïrriteerds in zijn stem tot zyn domestique, „die vervloekte radio af!" Carambert schreed naar het toe stel en draaide pucchtig de knop om. De opwindende dansmuziek verstom de. Carambert kende zyn meesters buien. Dat bulderen was maar een trommelvuur, dat aan een overi gens zeer vreedzaam offensief vooraf placht te gaan. En verder diende het zeer dikwyis als camou flage-materiaal voor de in diepste wezen zachte, bescheiden en zelfs enigzins verlegen natuur van de ba ron. De Buvèreau Nérouges en zijn do mestique waren beiden mannen van middelbare leef tyd (de baron was slechts twee jaren ouder) en in de vyftien jaren die Carambert nu op het chateau had gediend, was lang zamerhand tussen de twee een ver houding ontstaan welke soms meer weg had van die van twee vrienden dan die va~ meester tot knecht. Mede oorzaak daarvan was Carambert's in telligentie, die door de baron zeer naar waarde werd geschat en die hy verder van tyd tot tyd gaarne op de proef stelde. „Weet je", begon de edelman na 'n poosje ,nu op zyn gewone spreektoon, „dat toen jy hier kwam, ik precies het aantal van jouw huidige dienst jaren ouder was dan myn nichtje A- letta nu is?" Carambert keek even peinzend naar het plafond. „Inderdaad, mynheer de baron", antwoordde hy, „Freule Alet- ta was toen Neen, de leeftijd van het meisje noemde de domestique niet. Zyn vaar dige geest had een fynere wyze ge vonden om te kennen te geven dat ook hy zich wist te begeven in de yie hoogten, waar zyn meester dit gesprek wenste te voeren. „Freule Aletta's leeftyd was toen zodanig, dat de myne thans één jaar meer be draagt dan het kwadraat er van." „Zeer juist", glimlachte Michel de" Buvereau Nérouges terug. Langzaam bewoog zich zyn hoofd op en neer, In een goedkeurend geknik, dat be wees hoezeer hy de scherpte van geest van de ander op prys stelde. Dan hing er stilte, waarin het tweetal zich vermeide in de omstandigheid dat, goede verstaanders als rij waren, en kele halve en dan nog zeer raad selachtige woorden voor hen vol doende waien. Hoe oud Is baron Michel d«' Buve reau Nérouges, hoe oud is rijn domes tique Carambert, en wat in d- 'mf tyd van freule Aletta? Oplossing op pegina 5

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 3