Evenijes nadenken
Van grote mannen
en kleine knikkers
Een eigenaardig vermaak in Groot-Schermer
(Van een bijzondere medewerker)
Waneer ge dit opschrift leest,
waarde lezer, dan moet ge niet den
ken, dat we er mee bedoelen, dat
dat de grote mannen in Groot Scher
mer kleine hoofden hebben. Neen.
Zo is het niet. Voor zover we het
hebben kunnen beoordelen, zyn de
hoofden in de Schermer even normaal
als in ieder ander deel van Neder
land. Neen het gaat om heel iets an
ders. In de Schermer wordt door de
ouderen nog een sport in ere gehou
den, zoals dat in Nederland wel ner
gens meer zal voorkomen.
We hadden er reeds meer van ge
hoord er nu wilden we zelf het naad-
je van de kous weten Zo voerden de
lijnrechte wegen van de Schermer
ons naar het vriendelijke dorpje, ge
naamd Groot-Schermer, dat op deze
rustige Zondagmorgen als ingesla
pen schijnt.
DE HUISJES SPIEGELEN zich
in het stille water van de vaart,
slechts een enkele inwoner is te zien.
Vrouwen zien we bij"na in het geheel
niet. Gen wonder, want ze hebben
het op deze dag nog drukker dan an
ders. Een mens wil met de Zondag
immers nog wel eens wat extra's
.eten, terwijl de klok even Snel draait
als andere dagen. Zo mogelijk nog
sneller. En om twaalf uur precies
moet het eten op tafel staan. Liefst
nog wat eerder, maar in geen geval
later, want om half een begint voor
vader de sport. Dan moet hij op het
terrein zijn.
U zult u wellicht afvragen, of de
rustige huisvaders van Groot Scher
mer op hun oude dag nog aan voet
bal doen, of aan honkbal, of hockey,
of dat ze biljarten of wat dan ook.
Neen. Daar slaat nu het opschrift
van deze reportage op.
DE GROOT-SCHERMERS KNIK
KEREN. Precies om half één komen
ze aan uit alle hoeken van het dorp.
Piet en Klaas, Dirk en Kees, Ba
rend en Jan en nog vele anderen la
ten hun huisgezinnen elke Zondag in
de steek om deze sport, die wy als
kindersport beschouwen, te beoefe
nen. En wie te laat komt, doet niet
mee.
De baan, waarop een vreedzame,
maar daarom niet minder spannende
strijd wordt geleverd, bestaat uit een
kaal stukje wegberm, dat aan de ene
zyde wordt begrensd door een hou
ten hekje en aan de andere kant
door de min of meer hobbelige keien
van de dorpsstraat.
Het is of de tijd op deze men
sen geen vat heeft gehad. Niet al
leen op de mensen. Op de hele
omgeving. Het speelterrein is ge
legen vlak tegenover het prach
tige zeventiende eeuwse Raad
huisje, waarop met enorme cyfers
Kort verhaal
Dikke ome Hein had het na drie
kwart eeuw van bezuinigen en schra
pen moeten verliezen van magere
Hein en nu waren zijn familieleden
bij elkaar gekomen om hem de eer
ste en laatste eer te bewyzen. Mijn
vrouw was door een griepaanval ver
hinderd meer op condolatiebezoek te
gaan, maar haar afwezigheid werd
meer dan vergoed door mijn zesja
rig dochtertje. Mijn protest om het
kind mee te nemen werd genegeerd
met een klein huilbuitje op de divan
en zo was ik met Sjjtje op weg naar
de stoffelijke resten van een bewo
ner van het onder- nu bovenmaanse.
Sijtje stelde zich aan als een school
jongen die naar een interlandwed
strijd ging en huppelde langs de hui
zenkant stoepje op, stoepje af, steeds
weer het haar ter dege ingeprente
woord uitstotend: „Gecondoleerd
stoepjegecondoleerd'. Eindelijk
bereikten we het sterfhuis. Ik ver
bood Sytjc om verder op één been te
hinken en trok zelf mijn lijdensge
zicht in de juiste plooien. Mijn doch
tertje stevende regelrecht op de som
ber kijkende familieleden af, gaf een
leder netjes een hand, daarbij met
haar schreeuwerige stemmtje uitroe
pend: „Gefeliciteerd, wel gefelici
teerd".Zand erover, letterlijk en
figuurlijk.
Ome Hein werd met zijn naamge
noot geconfronteerd en de familiele
den namen later aan de welvoorzie
ne broodtafel plaats. Sijtje zat naast
mc. Tot nu toe had ze zich zeer kalm
gedragen. Dan trok ze me aan de
mouw. „Paps, mag Ik een beschuit
je?" Ik gaf het haar. „Mag ik er
zelf jam opdoen?" De jampot lokte,
maar de vraatzucht van myn voor-
en nageslacht kennend zei ik: ,*'"*e
kind, later als je groter bent". Ver
ongelijkt pruttelde nu Sijtje„Hu,
ik mag nooit wat, nou hebben we er-
Is een feestje enHet laatste
was onvrstaanbaar door een luid
ruchtig meesmuilen van tante Kla-
zien. Stomverbaasd heeft Sijtje toen
Ik haar aan de hand meevoerde naar
de W.C. om haar gebruikelijke vyf
minuutjes huilstraf te doen onder
gaan, achterom gekeken naar oom
Henk, die de inhoud van een kop
-koffie door zijn neus op het witte ta
fellaken deponeerde.
het jaartal 1639 te lezen staat.
Dat raadhuis voert ons terug naar
de Gouden Eeuw, evenals de tal
rijke voorwerpen, die er In te vin
den z(jn en die herinneren aan het
grote verleden van deze plaats.
Zou daarvan soms nog de naam
Groot Schermer afkomstig zijn?
Men zou zich er niet over ver
wonderen, als men de vroede va
deren, gekleed in kuitebroek, met
fraaie kanten kraag en manchet
ten, de lange Gouwenaars in de
mond, nog in de Raadszaal zag
zitten. Zo sterk herinnert hier al
les nog aan het verleden.
In deze historische omgeving
zyn de jongens dus aan het spel
bezig. „Jongens!" Weet u hoe oud
deze „jongens" wel zyn? Wel, de
jongste schatten we toch op min
stens veertig, terwyl de meesten
reeds over de helft zijn. Om dan
niet te spreken over- die ene vete
raan, die, naar we menen acht en
zeventig is en die nog maar ter
nauwernood de knieën kan bulgen,
maar die onverflauwd -meedoet.
DAN BEGINT HET SPEL. Ze heb
ben allemaal hun twee centen opge
zet en een ogenblik later schieten de
knikkers over de baan. Als we even
hebben gekeken, ontwaren we alras,
dat dit meer is dan spel. De deelne
mers beschikken over een trefzeker
heid, waarvan we versteld staan. De
knikker rust op de gekromde wijs
vinger en wordt met de duim weg
geschoten, waarby uiterst behendig
gebruik wordt gemaakt van elke on
effenheid of helling van de baan.
Als ge soms denkt, dat ge op een
afstand van een meter of vijf veilig
zoudt ztfn met uw knikker, hebt ge
het mis. Met arendsblikken wordt
de positie opgenomen, even balan
ceert de schutter de knikker op de
wijsvinger, dan schiet de duim uit
als een veer en met feilloze zeker
heid wordt de tegenstander „ge
dood".
Het slachtoffer raapt met ont
stemde blikken de uit het veld ge
schoten knikker op, maar wat een
vreugde glanst er.in de oude ogen
van de schutter, als er een goed
schot gelost is en de knikkers tegen
elkaar ketsen.
Men speelt dit spel niet alleen.
Ieder heeft een maat en er zyn nog
heel wat dingen, waar men op moet
letten. Niet alleen, dat men enp.d
moet kunnen mikken, maar men
moet de eigen knikker ook goed af
weten te leggen. Dat betekent, dat
het voor de speler van de te
genpartij moeilijk is hem te ra
ken. En als er dan tenslotte een
paar in geslaagd is, om al de ande
ren te „doden", krygen ze al de op
gezette centen en kan een nieuw
spel worden begonnen.
DIE GENTEN, DAAR IS ook nog
een eigenaardigheid aan.' Want U
moet niet geloven, dat er maar ge
woonweg alle soorten centen worden
aangenomen. Niet waar, we hadden
koperen en zinken centen. Maar nu,
noch gedurende de hele oorlog wer
den zinken centen als een gangbaar
betaalmiddel aangenomen. Zinken
geld is nu eenmaal minderwaardig
bij de beoefenaars van het knikker
spel.
Ook in dat opzicht heeft de tijd
in Groot Schermer geen vat kunnen
krijgen op de beoefenaars van het
edele spel.
AJs u eens nader kennis wilt ma
ken met deze uitzonderlijke tak van
sport, neemt dan uw fiets eens ter
hand en begeeft u op een mooie Zon
dagmiddag eens naar Groot-Scher
mer. In de eerste plaats geniet ge,
van de wjjdheid van het Hollandse
Polderlandschap, maar in Groot-
Schermer zelf aangekomen, kunt ge
u aansluiten by de rjj van kykers,
die steeds de baan omzoomt.
-Dan kunt ge genieten van dit
spel. Dan zult ge misschien iets
leren begrepen van het vuur,
waramee hier om slechts luttele
centen wordt gespeeld.
Dan vermaakt ge u met de op
merkingen, met de raadgevingen,
die de oudjes geven aan de „jon
kies". Jonkies, die in ieder geval
allen reeds een leeftijd hebben,
die niet meer aan de jeugd herin
nert. Ge leeft mee met de afkeu
rende blikken, waarmee een on
benullig schot wordt begroet en
het zal niet lang duren, of ook
aan uw mond ontsnappen de uit
roepen.
Dan roept ge ook „aai" en
„och", al naar gelang een schot
prachtig raak is of rakelings
langs de knikker stuift.
Er zijn mensen geweest, die zo
maar eens even kwamen ltyken.
Eventjes maar, omdat het toch wel
niet veel zou zyn. Drie uur later
NIEUWE ZWEEDSE REGERING
Tengevolge van de mislukking van
de onderhandolingen tussen de sociaal
democraten en de boerenpartij over de
regeringskwestie, is de Zweedse eer-
ste-minister tot een regeringswijziging
overgegaan.
De nieuwe regering is, zoals de vo
rige, uitsluitend samengesteld uit so
ciaal-democraten.
stonden ze nog te kyken, terwyl ze
bijna niet weg konden komen.
WAT DE SPELERS betreft, is
dat ook niet nodig. Ze trekken zich
noch van uw komst, noch van uw
heengaan iets aan. Ze gaan door,
Onverstoorbaar en onvermoeid.
Slechts als de zon onder de kim is
verdwenen en de duisternis verder
spelen onmogelijk maakt, houden ze
op.
Naarmate dat ogenblik echter na
der komt, wordt het spel nog en
thousiaster, dringen ze er bij elkaar
op aan, om voort te maken en dan
klinkt de stem van de oude Barend
herhaaldelijk: „Opskiete joós. Ut is
zo donker".
In de schemer wandelen de man
nen van Groot Schermer dan weer
naar huis. Ze bespreken het spel nog
eens grondig, alsof het een interna
tionale voetbalwedstryd betrof. Ze
praten na over een paar prachtige
schoten of over een op een haar na
gemiste kans. Ze redetwisten over
gemaakte fouten en ze zien al weer
vol verlangen naar de volgende Zon
dag uit.
HOE OF DIT SPEL IS ONT
STAAN? We weten het niet. Werd
het in vroeger tijden in meerdere
plaatsen in ons land gespeeld? Of is
het steeds iets speciaals van Groot
Schermer geweest? Men kon ons er
niet nader over inlichten. Weet een
van onze lezers er soms iets meer
van? Dan houden we ons aanbevo
len voor nadere inlichtingen.
(De gegevfens voor dit arti
kel ontleenden we aan in
lichtingen, die ons welwil
lend werden verstrekt door
de heer J. E. van Dok. We
zeggen hem hartelyk dank.)
Herinneringen van
Een onvrijwillig bad
Naar aanleiding van onze eerste
publicatie, waarbij we herinneringen
ophaalden, kregen we een paar brie
ven, waarvoor we erg dankbaar zyn.
Niet alleen omdat we er gegevens uit
konden, halen, maar vooral omdat er
uit bljjkt, dat onze herinneringen
met genoegen zyn gelezen en door
een bepaalde categorie zelfs worden
gewaardeerd. Dat heeft ons de moed
gegeven om verder te gaan. En we
denken deze keer eens aan gebeur
tenissen. die nog niet eens zo heel
lang geleden zijn.
Het was gedurende de oorlog. Het
amateurisme vierde hoogtij. Ondanks
de belemmeringen, die ons in de weg
werden gelegd, gingen we door, zo
lang we maar enigszins konden. We
hadden maling aan de cultuurkamer
en we hadden maling aan sper-uren.
We trotseerden de dichtste duister
nis en martelden met pietepeuterige
lichtjes langs stikdonkere wegen.
GIJ TOESCHOUWERS in de zaal
die gedurende die ellendige bezet
tingsjaren enkele uren verpozing
hebt beleefd, ge weet niet welke op
offeringen de amateurs zich hebben
moeten getroosten om het zó ver te
krijgen. Ik herinner me nog. dat we
een hele avond naarstig hadden ge
repeteerd. Een paar uur lang in het
licht van een meedogenloze schyn-
werper gekeken, tot het einde er
was. Een zucht van verlichting ont
snapte ons. Want het is wel eens
moeilijk om een dramatische scene
telkens maar weer te herhalen, als
je medespelers, die zich op dat mo-
ment niet op het toneel bevinden,
een toneelspeler
achter de coulissen voortreffelijke
anecdotes vertellen, waar ze om zit
ten te proesten.
Enfin, het was afgelopen. We hol
den de zaal door, grepen de fiets en
begaven zich op weg. Wellicht kunt
u zich de verwarring voorstellen, die
ontstond. Onze ogen waren nog ver
blind door het licht. Onze lantaarns
waren goed verduisterd. In een mini
mum van tijd lagen enkele onbesuis-
den over de weg. Ze hadden een bot
sing niet kunnen vermijden. Pijnlijke
uitroepen verstoorden de nachtelijke
stilte. Verwensingen werden aan het
adres van de Moffen geuit.
TOEN BEGON EEN vraag en ant
woordspelletje. „Waar ben je Trien?"
Er kwam antwoord. Piet meldde zich
ook present, evenals Henk, Ali, Kees,
Jaap, Marie.
Tot een argeloze de vraag stelde,
waar Jan was. Er kwam helaas geen
antwoord. Dringender werd de vraag
herhaald. Een spreekkoor vormde
zich.
Toen klonk er plotseling een woe
dend gesnauw.
„Houdt maar op met dat geblèr.
Steek liever een lucifer op. Ik sta
hier midden in sloot". Er ontstond
onder de mensen op de wal een be-
grypelijke consternatie. Voetje voor
voetje schuifelden de aanstaande
redders naar de slootkant, af en toe
een lucifer afstrijkend En ja, daar
ontwaardden ze Jan, die midden in
de sloot stond.
Jan was een beste kerel. Een trouw
kameraad. Hij had echter een ge
brek. Hij was een weinig Duitsge
zind. Zonder daarom nog tot de Na
zi's te behoren. En toen we hem daar
zo zagen staan in het telkens weer
opflikkerende licht van de maar even
brandende lucifers, klonk p'otseling
de stem van een spotboef onder ons:
„V is victorie. Duitsland wint op alle
fronten".
Ondanks de minder aangename si
tuatie wa3 de vreugde uitbundig,
vooral toen Jan. op de wal krabbe
lend, verklaarde, dat alle Duitsers
hem gestolen konden worden.
Inderdaad liep hy enkele weken la
ter met illegale kranten.
WIJ HEBBEN U DIT intetrmezzo
niet verhaald, omdat het zo grappig
was. We hebben er alleen mee willen
demonstreren, dat de rasechte ama
teurs zich nergens door laten terug
schrikken. Want Jan was de vijftig
al ruim gepasseerd. Maar de volgen
de week stond hij weer op de plan-
Ja, dat was een bewogen tijd. Wat
hebben we soms niet een moeilijkhe
den gehad. Moeilijkheden, dié eigen
lek zo klein waren, maar waar je
toch maar geducht over liep te pie
keren. We zouden „De rechte lijn"
opvoeren, het bekende Indische stuk
van Fabricius. Daar komt een ko
loniaal in voor, die natuurlijk in uni
form op het toneel verschijnt Uni
formen waren echter in die tyd niet
toegestaan op het toneel. Het zou
aanleiding kunnen geven tot demon
straties van de zyde van het publiek.
Leiden was in last. Besprekingen
met de burgemeester! Het ging toch
immers niet aan om een koloniaal
in een sarong op het toneel te laten
rondhuppelen. Of in een zwembroek
je, om van een smoking maar niet
te praten. Uiteindelijk adviseerde de
burgemeester om dit laatste toch
maar te doen en dan van te voren
een verklaring af te leggen, dat het
een koloniaal in uniform moest voor
stellen.
HELAAS VOELDEN WE niet veel
voor deze oplossing. Want we voor
zagen, dat deze verklaring, die na
tuurlijk door onze voorzitter moest
worden afgelegd, eerder tot demon
straties uit het publiek aanleiding
zou geven, dan een onschuldig uni
form van een oude koloniaal. Wes
halve we deze mening ter kennis
brachten van de burgemeestter.
Het slot was, dat we hebben ge
speeld in uniform. En er is geen de
monstratie geweest. Trouwens nie
mand kon ook zeggen of het de uni-
foorm van een koloniaal was, of van
een politieagent uit 1890.
Ja, die costumes. daar zou je een
boek over kunnen schrijven. Wat is
dat soms een gesukkel. Vooral in de
tyd, toen er maar sporadisch een
vrachtrijder ging en je dus al blij
was. als je een costuum in huis had.
Toch was het vraagstuk niet opge
lost, als je over het costuum be
schikte. We hebben eens .een prach
tig costuum gehad voor een predi
kant Helaas waren de armen van
de speler te lang. of de mouwen van
het costuum te kort. Wellicht alle
bei. De hele avond heeft die predi
kant gesukkeld. Hij trachtte zijn ar
men te doen krimpen en de mouwen
te rekken. Wilt u geloven, de rol is
in het water gevallen, alleen doordat'
de mensen steeds maar moesten
lachen, ook al was de scene ernstig.
- O -
REVOLUTIE IN PERU
In Zuid-Peru is een revolutie uitge
broken ter ondersteuning van generaal
Mauael Odria, voormalig minister van
Binnenlandse Zaken en Politie. Ge
neraal Odria heeft met vijf regimen
ten Arequipa, op een na de grootste
stad in 'Peru, en het omringende ge
bied in zijn macht.
De Canadese minister van Buiten
landse Zaken, Lester Pearson, herft
verklaard, dat Canada, Amerika, en
Engelnd en de landen van de Bene
lux ervan heef' verv'.ftigd. <iat het be
reid is met deze en andere Noord-
Atlantische Staten onderhandelingen
aan te knopen met het denkbeeld een
regionaal veiligheidspact te sluiten.
„Steropa" (links) won de Cambridge hits Stakes, die Woensdag in New-
market (Engeland) werden verreden, vóór Royal Tara. De sensatie van de
race was echter de strijd om de derde plaats tussen Impeccable en Pat-
chouly, (verst van de camera die tenslotte onbeslist eindigde.
Uit het Rijk van Godin Ca'issa
Th. D. van Scheltinga
In dr. Max Euwe heeft ons land
een schaker van wereldklasse, maar
velen zullen misschien niet weten,
dat ook de Amsterdamse Fries Th.
D. van Scheltinga een schaker is,
die in talryke belangryke internatio
nale tournooien uitmuntende resulta
ten heeft geboekt. Samen met Prins
en Kramer vormt hij achter Euwe 'n
klasse apart
Zo won Van Scheltinga niet lang
geleden samen met de Deen Paul-
sen een internationaal tournooi te
Aalborg, waaraan o.a. de bekende
Zweed Stoltz en de even bekende En
gelsman Wood aan meededen. Zij
konden het echter niet redden. Wy
geven uit dit tournooi een fraaie
party van Van Scheltinga.
Wit: Hansen (Denemarken)
Zwart: Van Scheltinga.
Koninginne-gambiet.
1. d2-d4, Pg8-f6; 2. c2-c4. e7-e6; 3.
Pgl-f3, d7-d5; 4. Lcl-g5. Lf8-b4; 5.
Pbl-c3, d5xc46. e2-e4, b7-b5 (ge-
bruikeiyk is 6...c5); 7. e4-e5, h7-
h6; 8. Lg5-h4, g7-g5; 9. Pf3xg5, h6x
g5; 10. Lh4xg5, Pb8-d7 (een dergely-
ke stelling als in het antiy- Mera-
nergambiet. Het verschil is, dat
zwart Lb4 in plaats van c6 heeft ge
speeld); 11. Ddl-f3 (wit tracht van
de veranderde omstandigheden te
profiteren), Ta8-b8; 12. Lg5xf6, Pd
7xf6: 13. Df3xf6, Dd8xf6; 14. e5xf6.
Lc8-b7; 15. f2-f3, a7-a6 (de stelling
biedt ongeveer geüjke kansen: wit
heeft een pluspion, zwart beschikt
over het loperpaar; 16. 0-0-0, Lb4-
d6; 17. h2-h4. b5-b4; 18. Pc3-e4, Ld6-
f4; 19. Kcl-c2 (Beter misschien 19.
Kbl), Lb7-d5; 20. Pe4-d2? (een
winstpoging, die wit noodlottig
wordt Juist was 20.g3), b4b3! (De
inleiding tot een opmerkelyke ko-
ningsaanval zonder dame); 21. a2x
b3, c4xb3; 22. Kc2-bl (op 22. Kc.3
volgt zeer sterk 22.e51), Tb8-b4; 23.
Lflxb3; 22. Kc2-bl (op 22. Kc3 volgt
zeer sterk 22. e5!), Tb8-b4; 23. Lflx
a6 (een wanhoopszet, die het einde
versnelt); 0-0; 24. La6-c4 (wit geeft
een stuk, omdat hy geen andere pa
rade heeft tegen 24...Ta8, benevens
25...Tba4 en mat op al), Ld5xc4; 25.
Pd2xc4, Tb4xc4; Zwart had hierna
heel weinig moeite de party in zijn
voordeel te beslissen.
Tussen Wit en Zwart
Pierre Gesthem, wereldkampioen
sinds 1945, heeft een boek geschre
ven, waarin hij vertelt, hoe hij tot
het wereldkampioenschap dammen is
gekomen. Verlucht met talloze voor
beelden en analyses van partijen is
het boek een enorme verzameling
damkennis geworden, waarin de we
reldkampioen ons een les geeft in
dammen, zoals wellicht nog nimmer
is verschenen. Werkelyk schitteren
de staaltjes van damtecbnlek, voor
al in het klassieke genre, worden ons
voorgetoverd en het is een blyvend
genot in dit boek te gaan studeren.
Enkele zeer merkwaardige dingen
worden ons in het boek verteld Zo
b.v. de beroemde stelling De Haas
Fabre, de zo bekende 10 om 10
stelling als op diagram I hier gege
ven, wordt in het boek als gewonnen
voor wit aangegeven.
In Holland is deze stelling als re
mise bekend, hoewel lang en diep
naar winst js gespeurd door vele,
sterke spelers. Echter geeft ons de
heer Gesthem géén analyse van deze
stelling, zodat wy wat dat betreft,
nog niet wyzer worden.
Een ander merkwaardig stuk is
de stelling Springer-Keiler, de stel
ling uit de eerste matchparty tus
sen genoemde heren, welke remise
werd, doch waarin Gesthem ons de
wir.st aantoont.
Passende in het raam onzer klas
sieke voorbeelden der laatste tyd,
geven wy hjer een verkorte weerga
ve van de analyse van Gesthem.
In Holland is het boek nog niet
uitgegeven. Slechts enkele proef
nummers zyn in omloop, waarvan
wy de eer genoten er een toegezon
den te krijgen. Wij kunnen evenwel
alle dammers aanraden het boek aan
te schaffen, zo gauw het hier ver
krijgbaar is.
DE STAND DE HAAS-FABRE
Is het toch gewonnen?
Wit aan zet
De stelling Springer-Keiler:
Zwart 11 st. op 3, 13. 14. 16. 17.
18, 19. 21, 23, 24. 26.
Wit 11 st op 27. 28. 32, 33, 34, 35.
37. 38, 39. 43. 48.
In de stelling Springer-Keiler
geeft Gesthem als volgt de winst
aan:
1: 34-30. 17-22; 2: 2817, 21:12; 3:
33-28: 12-17; 4: 39-33. 17-21; 5: 30-
25, 3-8: 6: 28-22. 23-29: 7: 43-39. 18
-23; 8: 33-28, 8-12; 9: 48-43. 12-18:
10: 39-34. 29:40: 11: 35:44, 23-29;
12: 44-40, 18-23; 13: 43-39. 24-30:
14: 25-34. 14-20; 15: 40-35. 29:40;
16: 35:44. 23-29; 17: 44-40 en wint
daar 39-34 njet meer is te keren.
In een zee van ondervarianten
toont de analysator ons dan de winst
volledig aan welke wy hier, wegens
plaatsgebrek aan de belangstellende
lezer moeten overlaten. Wy kunnen
evenwel niet genoeg er de aandacht
op vestigen hoe belangryk dit is voor
het partyspel.
In onze volgende rubrieken zullen
wy eens iets vertellen over de stel
ling de Haós-Fabre, zoals die in Hol
land bekend is.
Ter oplossing deze week een pro
bleem van J. H. van Alphen te Haar
lem. Wit speelt en wint
Oplossing der problemen uit de vo
rige rubriek. Stapd zw. 1, 5. 6, 9,
11. 13. 16, 18. 19. 24. 30. 34. 36.
Stand wit 15. 17. 21. 22. 27, 32. 33.
35. 38. 39. 44, 45. 47. Opl. wit 17-12
(18:7 gedw.) 47-31. (36:47 anders
slaan komt op hetzelfde neer) 21-17.
38:49, 17-12, 27-21, 49-43, 45:3. 15-
10, 5:19 (over 24). (30-34) 35-30,
19-2 met winst.
Stand zw. 13 st. 7-10, 12-14, 16,17,
22. 26. 35. 36.
Stand wit 14 st 23-25, 28-30, 32-
34. 73. 38. 41-43.
Opl. 24-20. 29-24. 23-18, 28:19, 34-
29, 33-29, 37-31, 32-27, 25-1. 1:5 rc#t
winst. Twee moeilyke vraagstukken.
O -
ONZE PUZZLE
Hoe oud zyn de baron cn zijn
huisgenoten
„Zet", bromde baron Michel de Bu-
vereau Nérouges met iets geïrriteerds
in zijn stem tot zyn domestique, „die
vervloekte radio af!"
Carambert schreed naar het toe
stel en draaide pucchtig de knop om.
De opwindende dansmuziek verstom
de. Carambert kende zyn meesters
buien. Dat bulderen was maar een
trommelvuur, dat aan een overi
gens zeer vreedzaam offensief
vooraf placht te gaan. En verder
diende het zeer dikwyis als camou
flage-materiaal voor de in diepste
wezen zachte, bescheiden en zelfs
enigzins verlegen natuur van de ba
ron.
De Buvèreau Nérouges en zijn do
mestique waren beiden mannen van
middelbare leef tyd (de baron was
slechts twee jaren ouder) en in de
vyftien jaren die Carambert nu op
het chateau had gediend, was lang
zamerhand tussen de twee een ver
houding ontstaan welke soms meer
weg had van die van twee vrienden
dan die va~ meester tot knecht. Mede
oorzaak daarvan was Carambert's in
telligentie, die door de baron zeer
naar waarde werd geschat en die
hy verder van tyd tot tyd gaarne op
de proef stelde.
„Weet je", begon de edelman na 'n
poosje ,nu op zyn gewone spreektoon,
„dat toen jy hier kwam, ik precies
het aantal van jouw huidige dienst
jaren ouder was dan myn nichtje A-
letta nu is?"
Carambert keek even peinzend naar
het plafond. „Inderdaad, mynheer de
baron", antwoordde hy, „Freule Alet-
ta was toen
Neen, de leeftijd van het meisje
noemde de domestique niet. Zyn vaar
dige geest had een fynere wyze ge
vonden om te kennen te geven dat
ook hy zich wist te begeven in de
yie hoogten, waar zyn meester dit
gesprek wenste te voeren. „Freule
Aletta's leeftyd was toen zodanig, dat
de myne thans één jaar meer be
draagt dan het kwadraat er van."
„Zeer juist", glimlachte Michel de"
Buvereau Nérouges terug. Langzaam
bewoog zich zyn hoofd op en neer,
In een goedkeurend geknik, dat be
wees hoezeer hy de scherpte van geest
van de ander op prys stelde. Dan
hing er stilte, waarin het tweetal zich
vermeide in de omstandigheid dat,
goede verstaanders als rij waren, en
kele halve en dan nog zeer raad
selachtige woorden voor hen vol
doende waien.
Hoe oud Is baron Michel d«' Buve
reau Nérouges, hoe oud is rijn domes
tique Carambert, en wat in d- 'mf
tyd van freule Aletta?
Oplossing op pegina 5