KIMAEKK m woiMfiraiiM Mm IM^mJElWiTTS Een verhaal voor de jeugd De Sinterklaasavond van Jan de Wit De zeven kabouters van Sneeuwwitje Toen ze daar zo zaten en elkaar be klaagden, kwam Bruin aansjokken. Je kon aan zijn hele snoet zien, dat hii medelijden met de kabouters had. Voor «1 met de arme Zónderhaar. „Hadden we die lieve Sneeuwwitje nog maar bij ons", snikte Zónderhaar en alle anderen dachten precies als hij. Alleen ze zeiden het niet overluid. „Sneeuwwitje?" vroeg Bruin. „Wie ls dat?" En toen kreeg hij een verhaal te horen zo mooi en de Kabouters gingen er zo op In, dat ze hun pijn en ellen de vergaten. Toen ze uitgepraat waren, haalde Bruin minachtend zijn brede schouders op. „Als dat nu alles is," gromde hij „Be weet schepseltjes in het bos, die Veel liever zijn als jullie Sneeuwwitje Dan moet jullie eerst maar eens in Elfenstad komen. Dan zul je pas wat *ien. Dan zijn jullie je hele Sneeuw witje vergeten". Toen werden de zeven kabouters zo verschrikkelijk boos. dat ze allemaal tegelijk op Bruin afvlogen en een com plete vechtpartij met hem begonnen. Dat wil zeggen, de kabouters vochten en Bruin vond. dat het een beetje kie telen was. Hij liet ze hun gang maar gaan. De kabouters waren zo druk bezig Bruin af te rossen, dat ze niet eens in de gaten hadden, dat een stekelvaren naderbij kwam en nieuwsgierig keek, wat er toch wel aan de hand was. Het stekelvarken rolde zich op en ging vlak naast Bruin liggen. Door zijn half gesloten oogleden zag hij grin nikend toe, hoe Knorrebaard op Bruins rug klom en hem in de oren blies Dat vond deze echter helemaal niet Prettig en hij schudde driftig met zijn grote kop. Zo driftig, dat Knorrepot zich niet kon houden en met een plof op het stekelvarken viel. Unk Wunk zo heette het stekelvarken, piepte van echrik en Knorrepot jammerde van pijn, want de stekels waren die"? door zijn broekje gedrongen. Het was meteen uit met het ge vecht. Knorrepot was schielijk over eind gekrabbeld en stond met zijn han den tegen zijn broek gedrukt. Alle kan bouters keken met grote verbazing naar Unk Wunk. Zo'n vreemd dier hadden ze nog nooit gezien. Het wa> precies een ronde bal, bezet met ste kels. Langzaam ontrolde die bal zich en toen zagen zc een vriendelijk snuit je. dat hen met glinsterende oogjes aan keek. „Unk Wunk ging op zijn achterpootjes «taan, maakte eer beleefde buiging en «telde zich hoffelijk voor. Toen viel zijn oog op de dikke builen, die de kabouters hadden opgelopen tengevol ge van de bijeensteken. Zonder een woord te zeggen, trippelde hij weg om een kwartier later terug te komen. Hij had een notendop met zalf bij zich en met een ernstig gezicht smeerde hij de plekken in, waar de bijen gestoken hadden. Het was echter wonderzalf, want na enkele minuten zakten de bulten weg en de kabouters hadden er niets geen pijn meer in. Toen vroeg hij waarom ze zo aan het vechten waren met Bruin (Wordt vervolgd' Beste jonqens en meisjes Morgen is het Sint Nicolaas. Jullie hart klopt vol verwachting maar het har' van Oom Rob klopt ook En niet zo zacht ook. Moet ik jullie een ge heim vertellen? Ik ben dit jaar af en toe een beetje ondeugdend geweest. Ik zeg jullie niet wat ik allemaal heb uitgehaald. Tenminste nog niet. Maar helemaal ge rust voel ik me nog-niet. Want Sinterklaas weet alles Ik hoop dat hij voor mij weinig tijd heeft. Weet je wat ik fijn zou vinden? Als Jullie me schreef of je het een beetje prettig hebt gevonden met Sinterlaas en wat jullie hebt gekregen. Doe jullie dat? Afgesproken. En dan kan jullie meteen nog dc op lossingen sturen van de raadsels van vorige week. En zijn al heel wat op losingen binnengekomen. Volgende week wordt de uitslag bekend gemaakt En volgende week beatwoord ik de brieven ook weer Ten minste als ik niet in de zak van Zwarte Piet te recht gekomen ben. Allemaal een Prettig Sint Nicolaas- feestl DAG! OOM ROB Jan de Wit liep langzaam naar school Vanavond dacht hij by zich zelf. zou Sinterklaas komen. En het zou wel niet veel wezen. Want Jan was een beetje ondeugend geweest. In de week voorafgaande aan Sinterklaas, had hy drie ruiten gemept. Een in de school. Een in het huis van zijn buur man en een bij hem thuis. Dat kwam, doordat Jan, die nog maar acht jaar was, ondanks die acht jaar een voetbalcapaciteiten had, die nie mand er aan deden twijfelen bf hij zou in de toekomst Abe Lenstra ver in de schaduw Zetten. Nooit schopte Jan mis. Altijd raakte hij de bal. Maar hij was nog niet zo ver, dat hij ook al kon bepalen wel ke richting de bal zou aannemen. Het gebeurde meermalen, Jat Jan naar links keek en dat de bal naar rechts ging. Vandaar, dat er deze week. een drietal ruiten gesneuveld waren En Vader was nijdig geweest. Niet zo zuinig. Jan had een pak voor zijn bjoek gehad bij de derde ruit en er was hem beloofd, dat Sinterklaas hem we zou vergeten. De stemming van Jan was verre van rooskleutig. De hele morgen zei hij tegen niemand een woord op school Hij keek als een oorwurm. En toen hij. 's midddags uit de school kwam en nog langzamer dan 's morgens weer naar huis liep, was hij er van over tuigd, dat de wereld vol onrechtvaar digheid was Jans vader was kruidenier en er was in dc dagen voor Sinterklaas een grote drukte, want vele mensen koch ten wat extra. Toen Jan ook thuis kwam, was vader de boze bui vanwe ge de voetbal ongelukken al lang weer vergeten en het eerste wat Jan te ho ren kreeg, was: „Jan, breng dit even weg. Jan breng dat even weg". Uit de keuken riep moeder: „Jan neem dit even- mee, Jan, neem dat even mee". O,wat werd Jan boos. Inwendig ten minste Want hij had gevoeld, dat va der hard kon slaan en hij was het pak voor zijn broek nog niet vergeten. En dus zei hij niets, maar begon een deun tje te fluiten. Wel klonk het ijseüjk vals, zodat hem spoedig gezegd werd. dat hij er mee moest ophouden, maar eenmaal buiten gekomen, floot hij dub bel zo hard. Met de boodschappen trof hü het hier. Hier kreeg hij een cent, daar een appel, bij een derde een stuk speculaas En toen zijn mand leeg was en hij de boodschappen voor moeder haalde, was hij in de beste stemming Op straat zag hij een steen liggen, Hij nam een aanloop, hief zijn been ou. en wilde de steen een geweldige schop geven, toen hij zich bedacht- Van een bal kon je al niet zeggen waar hij terecht zou komen, laat staan van een steen. ÏV Vlak bü huis kwam hy Piet tegen. Zijn buurjongen, die ook acht jaar was. „Vanavond", riep Piet enthousiast tegen hem. „Vanavond jo! Lekker. Zou Sinterklaas Zelf nog komen?" Jan keek hem nijdig aan. Hij herin nerde zich plotseling weer de dreigende woorden van zyn vader: „Sinterklaas komt by jouw niet Ik zal hem wel opbellen. En hij had de daad by het woord gevoegd en een lang telefoon gesprek gevoerd. Jan kreeg nog de bi- beraties als hij er aan dacht „Woest 2ei hy tegen Piet: „Sinter klaas bestaat niet". Hy had het nog niet gezegd, of hy schrok van «zich zelf. En van Plet Die keek hem aan of hy het in Keulen hoorde donderen. Hij stotterde van ont steltenis. „Dd.dd.dat zzzal je zien, schreeuw de Piet Jan had geen lust meer om er over te praten en verdween in huls. Hy had weinig praatjes, maar vader en moeder Hoor de wind waait door de bomen Hoor de wind waait door de bomen, Hier in huis zelfs waait de wind. Zou de goede Sint wel komen? Nu hy 't weer zo leiyk vindtl (bis) Ja hy rijdt In donk're nachten Op zyn paardje, o zo snel. Als hy wist, hoezeer we wachten Ja gcwis dan kwam hy wel (bis) Hoort wie klopt daar kinderen, Hoort wie klopt daar kinderen, Hoort wie tikt daar zachtkens tegen 't raam. 't Is een vreemd'lmg zeker, die verdwaald Is zeker, Tc Zal eens even vragen naar zijn naaflj. Sint Nicolaas, Sint Nicolaas, Breng ons vanavond een bezoek En strooi dan wat lekkers nS In de een of and're hoek. Stoute kind'ren zegt hy, krygen knorren zegt hij. En geen lekkers zegt hij, weet dat goed Want je weet wel zegt hU, dat Sint Niklaas Zegt hy, Altijd vraagt of jy Je best wel doeb De baas was blijkbaar van mening dat ik niet goed genoeg op mijn kip pen paste, want op een kwade dag kwam hy van een tentoonstelling thuis met een grote zwarte haan. „Zie je", zei hy tot zijn vrouw, „dit is nu een Minorca-haan en om zo te zeggen een Middellandse Zee-ras". D nn In kwestie draaiae in zyn g.izv... veren pak en met zyn vuurrode kam en spierwit oor, als een pauw om myn kippen heen en hy deed mij denken aan een schoorsteenveger die voor Sin terklaas speelde. Nauwelyk waren de baas en zyn vrouw verdwenen of ik stoof in vechthouding op hem af. om hem de grondbeginselen van de Boks- sport by te brengen. „Een ogenblik je", kukelde de Minorcaan zenuwach tig- „Laat mij tenminste eerst eens vertel len waar ik vandaan kom", „Uit Span je", kakelden myn kippen en schoven zich ongemeerkt tussen mij en de Span jool. Eigenwijs keek hy in t rond. „Ja, „Dus je houdt niet van geven? Ben je soms Zwarte Piet"? „Nee" antwoordde hy verontwaardigd ,Jk ben van adel'. Al zouden alle zwar te Pieten niet van adel zün. Omdat Klokkie aan myn kinlel ging hangen trok ik me wat op de achtergrond te rug en op de beun gezeten hoorde ik nu de Zuideling een zo fantastische verhaal bU elkander liegen, dat Rool- hadden het te druk om er op te letten. Het avondeten werd haastig en driftig geruikt en eindelyk tegen zeven uur ging de deur van de winkel dicht. Gelukig. De dag was achter de rug. Het was een druke dag geweest Vader ging by de kachel zitten om even tot rust te komen. Moeder zette een kop kofie, kleine zus was naar bed en Jan zat in een boek te lezen. Zijn aan dacht was er echter niet by. Hy keek af en toe naar de klok, luis terde naar geluiden buiten, passerende voetgangers, een bellende fiets. Toen werd er plotseling op de winkel deur geklopt. „Al weer zo'n late klant .moperde vader, „Jan doe jij de deur even open". Jan stond op. Aarzelend. Sinterklaas zou wel niet komen, maar het was in ieder geval Sinterklaasavond en je kon nooit weten wat er by de weg was. In de winkel was het donker. Haas tig draaide Jan het licht op en schoof de knip van het slot weg. Toen ging de deur open en Jan gaf een schreeuw van schrik. In de deur stonden Piet en Sinterklaas. Jan vloog de kamer In. Was me dat gdhrikken! Langzaam schreed Sinterklaas de Sint Nicolaas, Sint Nicolaas Breng ons vanavond een bezoek En strooi dan wat lekkers In de een of and're hoek! Sinterklaas die goeie heer Sinterklaas die goeie beer Komt hier alle jaren weer Uit het land van Spanje Dan brengt by ons lekkere koek, Speelgoed en een prentenboek Appels van Oranje. nek zelfs van schaamte had doen blo zen. Maar laat ik hem zelf aan het woord laten, dit om elk misverstand uit de weg te nemen, daar ik bemerkt heb dat enige jeugdige lezers ook myn woorden wel eens in twyfel getrokken hebben. „Ik ben", zo vertelde Micorna, knip ogend naar Klokkie, „met dezelfde boot als Sint Nicolaas uit Spanje ge reisd. Op de boot kwam ik de goede Sint tegen. Hallo, beste jongen, zei hy en gaf me een spoor. Nee, niet zo'n treinje waar de mensenkinderen mee Telen, maar zo'n spoor als wy hanen hebben. Hij heeft ze ook en gebruikt ze voor zijn paard. Het kwam harder i ian dan in zijn bedoeling lag en ik zwiepte overboord. Onderweg kwam ik voorbij een patry'spoort, dat is een poortje om patrijzen binnen te alten. Beneden, in de zee lag een haai met open bek te wachten om me in te slikken en gelukig zag ik dat net op töd. Dus ging ik terug naar de patrijs poort en stapte binnen. Hallo zei ik te gen een kok, die daar over een for nuis gebogen stond Wat kom jy praohtig op tyd, zei de ze tegen me en hij pakte me by myn nek en draaide er aan of ik een koffie molen was. Ho eens even, zei ik tegen hem, vergis jy je niet? Ik ben geen pa trijs. Dat kan Wel, zei hij, maar ik ben hier de baas niet. En geplukt en wel lag ik een half uurtje later in de braadpan. Even tilde ik het dekseltje op en zei tegen hem dat hij vals speel de. Toen werd hy kwaad en gaf zo'n harde klap op het dekstel, dat ik met pan en al in het fornuis verdween en daar zwart aanbakte. Daarom ben ik nu zo zwart, begrypen jullie weL Sin terklaas, die van al die herrie niet zijn middagtukje kon doen, kwam eens ky ken wat er aan de hand was. Nou, die kok kreeg toen met de roe er van lang3 dat kan je op je tenen nagaan. Samen met de Sint ben ik toen naar een ten toonstelling gegaan en behaalde daar twintig prijzen. Het waren er niet veel maar ja, er waren er niet meer Toen kocht jullie baas me...." Ge winkel dooi enkwam gevolgd door Zwarte Piet de kamer in. Vader eD moeder gingen staan. Jan stond met grote ogen en zweetdruppels op zyn voorhoofd achter de tafel. Toen kwam de stem van Sinterklaas zwaar en donker, maar toch wel ver trouwd: „Zo Jan dacht jy, dat Sinter klaas niet bestond?" Jan dacht dat hy door de grond ging Was hij maar niet zo onvoorzichtig geweest om dat tegen Piet te zeggen vanmiddag! Aarzelend kwam er uit: „Nee; Sinterklaas. Ik be doelde het niet zo Het werd een prachtavond voor Jan Wel heeft hy enkele vermaningen gehad. Dat hij dit niet meer mocht en dat hy dat niet meer mocht. En vooral niet meer mocht. En vooral niet meer op straat voetballen En aan het eind van die redevoe ring kreeg Jan een prachtige voetbal, uit de zak van Zwarte Piet. Gelukkig dat zyn vader hem een ernstige blik toewierp, anders was Jan nog in de kamer gaan voetballen. Jan had nog nooit zo'n fijne Sinterklaas gehad- En op straat voetbalde hij niet meer Dat was een beetje te riskant. Piet de knecht, zo zwart als roet. Met een struisveer op zijn hoed, Kijkt door *t vensterglaasje. Als dan allen, groot en klein Lief en zoel naar bed toe zyn RoePt hij Sinterklaasje. Vol verwachting k'opt ons hart Daar wordt aan de deur geklopt, Hard geklopt, zacht geklopt, Daar wordt aan de deur geklopt, Wie zou dat zijn? Wees maar gerust mijn kind, Ik ben een goede vrind Want al ben ik zwart als roet Ik meen het goed. Want lk kom van Sint Niklaas Sint Niklaas, Sint Niklaas Ik heb voor jou, kleine baas Moois io myn Ben je wel zoet geweest -Wees dan maar niet bevreesd Want dan brengt Sint Nicolaas Fijn speculaas. BESCHAVING De zege van onze beschaving be staat hierin, dat zy ons mogelyk maakt soms byna normaal te leven. (CLEMENCEAU) WAAROM? Waarom zullen wy twisten met 'n man, als een traan hetzelfde kan uitrichten (PAULETTE GODDARD) GEZONDE ZIEKTE Jeugd is een ziekte, die helaas te vlug voorbijgaat. (COLLIE KNOX) ZELDZAME POSTZEGEL De hoofdredacteur van de grote krant vraagt zyn staf: „Wat is de zeldzaamste postzegel van de we reld?" Een der redacteuren antwoordt: „Dat moet de postzegel zyn, waar van sommige ingezonden stukken- schryvers zeggen, dat hy is inge sloten MAAR ZWIJGEN IS GOUD Roddelen is wel eens omschreven, als de kunst niets te zeggen en toch niet ongezegd te laten VROEG OUD Sommige vrouwen worden oud vóór hun tijd door te proberen er jong uit te zien na hun tyd. BEREID WILLIGHEID De wereld zit vol bereidwillige mensen. Sommigen zyn bereid te werken, de rest is bereid hen te laten werken. BEWIJS Statistieken bewy'zen, dat de mee ste ongelukken 'n de keuken gebeu ren en de mannen moeten ze eten. durende die tyd had ik me stil gehou den, maar nu werd het me toch te bar en ik gilde: „Je liegt alles!!!!!!!!" De Spanjool hieI dreigend zyn poot op en waarschuwde „Laat Sinterklaas dat maar niet ho ren" En Klikkie zei: Dat geeft niets hy kan wat mooi vertellen". Verontwaardigd ben ik toen het hok uitgegaan en slenterde naar Rooinek om mijn nood te klagen Onze Sinterklaasprijsvraag Toen Sinterklaas en Zwarte Plet dit jaar van Madrid naar Holland zouden vliegen, besloten ze Parijs aan te doen. Niets geen bezwaar tegen, want bij de ze twee personages vraagt niemand naar deviezen en paspoorten en du» wandelden ze een hele tyd langs de Pa ryse boulevards, om eindelyk weer een taxi te nemen naar het vliegveld La Bourget. Helaas was er een dikke mist op komen zetten. Alles was potdicht en mistroostig gingen Sinter klaas en Zwarte Piet in de wachtkamer zitten. Natuuriyit waren er nog meer luchtreizi gers en het duurde niet lang of ze zaten allen om de gloeiend® kachel. Het gesprek kwam van zelf al spoedig op Sinterklaas en toen ze een uurtje gezeten had den wn: er een grappenmaker, die zei. dat hy Sinterklaas zo'n mooie naam vond. Sinterklaas lachte. „Ja," zei hij. „en Je kunt van de letter» welke die naam vormen zo ontzettend veel woorden ma ken. Een aardig spelletje. Dom jullie er aan mee?" Vanzelfsprekend deden allen mee De' opgaaf, die Sinterklaas aan de verza melde passagiers deed luidde als volgt: 4 Maak van dc letters die er in dc naam Sinterklaas voorkomen zo veel mogelUk andere woor den. Je behoeft niet alle letters te gebruiken, maar alle woorden moeten beginnen met een A. Dus b.v. Aak, anker, ar, enz. 'Wie er In de tyd, dat we hier wachten de meeste maakt, krijgt van mij een mooi boek De lui gingen meteen aan het werk, tnaar ze waren nog maar een paar mi nuten bezig, toen er werd afgeroepen dat het vliegtuig zou vertrekken, daar de mist opgehelderd was. Het was dus bit met de pret. -vlaar wij nemen deze prijsvraag van Sinter klaas over. Wie van opze lezers het meeste woorden weet te maken uit de letters voorkomend in SINTER KLAAS, welke met een A beginnen, krijgt van ons een mooi boekwerk toegezonden. Inzendingen per briefkaart of brief voor 14 December inzenden aan het adres: PÜZZLE-REDACTTE. POSTBUS 3, SCHA GEN Verkeerde reclame Tegen het Sint Nicolaasfeest zet ten de zaken uiteraard hun beste beentje voor. De etalages zyn fraaier dan gewoonlyk. Er vindt een ver sterkt adverteren plaats en men biedt veelal de klanten als service extra attrapties. Daarvan zyn vele goede voorbeelden. Ditmaal zullen wy ons niet wen den tot het goede, maar een uiting van reclame bezien, dié o.i. van wan smaak getuigt en de klant geen en kel voordeel oplevert. Dat is n.1. „het instituut" van de sneldichter, dat jaarlijks onderdak vindt in de Amsterdamse Byenkorf. Iedere klant, die voor meer dan 5.besteedt kan zich tot de snel dichter wenden, die dan elk gewenst Sinterklaasgedicht wrocht. Een van de erbarmelykste kanten van deze zaak is wel, dat de klant, die zo dom is een Sinterklaasvers te laten schryven, zichzelf berooft van de byzondere attractie van het 5 De- cember-feest, n.1. het zelf schrijven van rijmpjes. Die kunnen stuntelig zijn, maar ze hebben het voordeel, dat ze tenminste echt zyn. De lum melige, pasklare versjes van de Sin terklaas-sneldichter biyven daarbij al- tyd ten achter. Daarom bewijst de Byenkorf zijn klanten in het geheel geen dienst. En of deze zaak de sneldichter van nutte is. blyft nog zeer de vraag. Meestal leent zich voor dit werk een hongerlydende dichter, die geen uit weg ziet. Voor korte tyd is deze man geholpen, maar daar is het mee uit. De mogeiykheid is niet uitgesloten, dat de sneldichter na zyn duizendste versje in drie weken op de rand van een neurose verkeert. Het is nog nooit voorgekomen, maar er moet maar eens een hyper- nerveuse jongeling onder de snel dichters zyn, die plotseling gaat gil len of zyn schrijfmachine door het warenhuis slingert Om al deze redenen vinden wy die sneldichter geen goede uitvinding. Het gaat allemaal al snel en me chanisch genoeg in deze tyd. HOE BESTAAI 11ET Een advertentie in het Weenso blad „Der Kurier" luidde: „Leer Engel» spreken in drie maanden. Ameri kaans in twee".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

De Vrije Alkmaarder | 1948 | | pagina 4